Briljante ontsporing bij het 'vinden' van teleologie in Spinoza
In dit blog wil ik én wijzen op een briljant, bijna ‘subliem’, artikel van Andrea Sangiacomo én er een groot manco in aantonen. Het gaat om een hoofdstuk dat hij bijdraagt aan een boek dat dit jaar zal verschijnen, A. Santos Campos (ed.), Spinoza: Basic Concepts [Exeter: Imprint Academic, 2015], en dat de titel draagt: “Teleology and Agreement in Nature.”
In een goede gewoonte die sommige geleerden hebben doen ontstaan, heeft hij het alvast op academia.edu gepubliceerd. Dat het, via interpretatie van Spinoza’s ontologie, een bijdrage wil zijn aan het filosoferen in de tegenwoordige tijd, toont de zin waarmee hij eindigt: “[…] teleology is the key to understanding how complex forms of organization must necessarily emerge in an infinite nature.” En dit zou je dan van Spinoza kunnen leren…
Toen dr. Andrea Sangiacomo benoemd werd als postdoc aan de Universiteit van Groningen in een programma dat de teleologische aspecten in Spinoza’s filosofie wilde onderzoeken, was ik zeer benieuwd naar de resultaten ervan [cf. blogs van 10 okt. 2012 en 5 april 2013]. Van begin af aan verzorgde hij vele optredens op wetenschappelijke e.a. conferenties, soms op thema’s, waaraan ik de relatie met dat onderzoeksprogramma niet afzag, maar meermalen wel: b.v. “la doctrine du conatus de Spinoza et son évolution entre 1661 et 1670”, “The metaphysics of determination, from Descartes to Spinoza” over de "force of determination” die Spinoza in de PPC ontwikkelde. In november vorig jaar hield hij, volgens mij voor het eerst, het was in Gent, een lezing waarin de term teleologie in de titel voorkwam: “Spinoza on teleology: from ontology to moral philosophy. “ [cf.] En nu is er dus dat artikel/hoofdstuk.
Ik raad het zeer aan, want er is veel van op te steken. Bepaald knap is hoe hij de conatus, de kracht die elk ding van God of de natuur meekrijgt om te trachten in zijn bestaan te volharden, en die zelfs de essentie van elk ding uitmaakt, in verband brengt met wat Spinoza in brief 32 (die over het wormpje in het bloed) beschrijft hoe dingen die delen van een geheel zijn “hun naturen wederzijds aan elkaar aanpassen.”
Hiermee gaat Sangiacomo gedegen aan de slag en komt dan tot de opvatting “that the thing’s conatus is oriented to achieve the maximum degree of agreement possible, as well as the minimum degree of disagreement with external causes.” [Zwartdruk van SV] Hij noemt dat: het georiënteerd zijn op het bereiken van een 'equilibrium'. Datgene wat als mogelijke uitkomst in een krachtenveld ontstaat, brengt de auteur als oriëntering van het streven binnen elke participant in dat krachtenspel, n.l. tot “agreement in nature”. Ik kan het hele artikel hier niet samenvatten en verwijs naar de tekst. Waarbij ik er op wijs dat nadat hij al enige malen de term ‘oriënteren’ heeft gebezigd, de omslag in het eind van de eerste en begin van de tweede alinea op blz. 8 te vinden is:
“This striving to enhance the thing’s power of acting does not depend on the notion of conatus itself. Rather this is a consequence of the way in which that notion works within the ontological framework that Spinoza provides, which is based on the concept of “agreement in nature” as the fundamental criterion to determine whether, and to what extent, different things can interact without destroying each other.
In this sense, the thing’s conatus is not only ruled by efficient causality, but also by a kind of “teleology” that orients the thing’s causal efficacy towards a specific state compatible with the preservation and enhancement of the thing’s power of acting.“
Opmerkelijk is dat Sangiacomo voorbijgaat aan waar Spinoza zelf in die brief mee begint, n.l. dat hij niet weet hoe harmonie in de natuur ontstaat en alleen kan beschrijven dat die te vinden is; en zijn uitleg staat geheel in het teken van beschrijvend toelichten hoe je de termen ‘deel’ en ‘geheel’ en ‘afstemmen van naturen’ volgens hem moet zien. Sangiacomo ziet in de passages die hij in die brief aantreft alsnog een theorie van Spinoza over hoe die harmonie tussen delen en hun geheel ontstaat (door een oriëntatie op equilibrium/harmonie die a.h.w. aan hun conatus is meegegeven). Hij gaat dus voorbij aan wat Spinoza uitdrukkelijk schrijft: het niet te weten. Hij gaat ook voorbij aan de vraag, waarom (als dit Spinoza’s aanpassings- en zelfs emergentietheorie zou zijn) hij hierover in de Ethica niets schrijft, waar hij daar dan toch gebruik van zou hebben kunnen maken? Het is duidelijk waarom hij niet met een dergelijke hypothese in de Ethica komt: het is zijn theorie niet (en dan zou – aangenomen een dergelijke algemene oriëntering - onenigheid en disharmonie nauwelijks of niet verklaard kunnen worden).
De fout die Sangiacomo (niet Spinoza) maakt is om wetmatigheid die op het niveau tussen of 'boven' dingen geldt, helemaal te willen vinden in (te reduceren, terug te leggen a.h.w.) op het niveau van de afzonderlijke dingen.
Het is net zoiets als Darwin in de mond leggen dat de evolutie verklaard dient te worden door een streven in alle levensvormen om bij de meest aangepasten te behoren. Of Spinoza net als Aristoteles in de mond leggen dat de dingen naar een (eind)doel streven, naar een plaats waar ze 'willen' zijn: in dit geval die balans van krachten.
Het artikel noem ik briljant daar het grote kennis van de Spinoza’s filosofie ten toon spreidt en grote inventiviteit laat zien bij het interpreteren (=vertolken, opvatten, uitleggen…), maar met gevaar van: er van buitenaf dingen in te prenten. En dat gebeurt hier. En dat acht ik een ernstige ontsporing.
Dat krijg je ervan wanneer er zo’n druk op staat om iets te vinden. Dan loop je het risico “iets” te vinden. Er móet in het Groningse project teleologie in het werk van Spinoza worden aangetoond. Dus. Vandaar.
Stan Verdult
Reacties
Weer bedankt Stan om dit artikel onder onze aandacht te brengen. Alvorens op de kern in te gaan: heb je ook gemerkt dat Sangiacomo op pagina 4 quasi terloops opmerkt dat de essentie van een ding eeuwig en uniek is: “in fact, complex individuals strive to persevere in their being in the sense that they strive to realize the fundamental properties or causal powers entailed by their own (eternal and singular) essence…”. Dat eeuwige karakter heeft hij verder niet nodig in zijn redenering, je zou bijna gaan denken dat hij stelling neemt naar aanleiding van de hevige discussies op dit blog van een paar maanden geleden …(maar dat zal wel mijn verbeelding zijn).
Verder vind ik zoals jij de inhoud van dit artikel allesbehalve overtuigend. Je vergelijking met Darwins theorie vind ik heel passend: evolutie volgt niet uit het streven van de individuen naar verbetering, wel uit de logica dat wie beter aan de omgeving is aangepast meer overlevingskansen heeft. In de passage die je aanhaalt, schrijft Sangiacomo zelf dat het streven naar een groter vermogen om te handelen niets te maken heeft met het begrip conatus op zich zelf. Wanneer hij dan verder gaat met te stellen dat alle dingen op basis van hun conatus een teleologische orientatie hebben, lijkt hij me zichzelf tegen te spreken. En de conclusie dat deze oriëntatie leidt naar individuen met een steeds grotere complexiteit, is nergens bij Spinoza te vinden en lijkt me ook niet juist. Spinoza ziet geen evolutie, maar wel een oneindigheid van eindige modi, die elkaar beïnvloeden tot in het oneindige.
Mark Behets 17-02-2015 @ 21:27
Mark, dank voor je reactie. Om te beginnen leuk te merken dat je dit blog nog volgt. En inderdaad is dit onderwerp een kolfje naar je hand. Ik ben het helemaal eens met jouw reactie, die in dezelfde lijn zit als de mijne.
Inderdaad was mij opgevallen wat hij zei over de "(eternal and singular) essence" van de individuele dingen. Ik heb daar niets over gezegd, daar dat zgn. 'eeuwige' in zijn betoog verder geen enkele rol speelde.
Ik heb mijn reactie op zijn stuk heel beperkt gehouden - had aanvankelijk nog veel meer aantekeningen - maar als ik dat allemaal zou brengen moest ik veel meer van zijn artikel samenvatten - en dat wilde ik niet. Daarom volstond ik met verwijzen naar het artikelzelf en met mijn hoofdkritiekpunt te maken. Hij is inderdaad heel tegenstrijdig: het is bijna aandoenlijk hoe hij, meermalen zelfs, benadrukt dat het resultaat (evenwicht) niet het effect kan zijn van de conatus alleen, maar van omgevingsgebeurtenissen, maar dat hij vervolgens toch de oriëntering op die uitkomst in of bij de conatus legt.
Goed dat we zo ongeveer hetzelfde begrepen van wat dit betoog een misser maakt. Ja, een ontsporing.
Stan Verdult 17-02-2015 @ 23:55
Zoals jullie Iemand eerst de hemel in prijzen en dan... is mij te makkelijk.
Aan de natuur gaat in Spinoza’s visie niets vooraf en kent daardoor geen tijdelijk doel. Ze bestaat oneindig en wij moeten vaak actueel reageren op wat ons daarbinnen in ons ondermaanse aardse bestaan overkomt en kunnen ons daarom alleen achteraf eigen eindige doelen stellen en zo ook gezamenlijke doelen vanuit die ervaring leren formuleren. We lopen daardoor enerzijds altijd achter de werkelijke feiten aan en anderzijds moeten we de werkelijke verbanden voor een goed begrip en voor ons welzijn dus telkens eerst doorgronden.
Spinoza geeft in zijn Ethica een evenwichtige verklaring voor dit niet te ontkennen psychologisch de energiebalans verstorende feit. Ons lichamelijk emotioneel reflectief gedrag is er een gevolg van en ook onze bewust verstandige reproductiviteit. We kunnen ons met die laatste complexer aangedane maatstaf, het selectiever werkende verstandelijk bewustzijn, kwalitatief redelijke en niet al te idealistische doelen stellen. Ja dat telkens verstandelijk corrigeren kost wel extra hersenwerk maar het levert ons ook een extra voordeel, een geestelijk kostbaar maar lichamelijk goed gevoel op Volgens Spinoza is het mind-body probleem dat Descartes nog opwierp daarmee oneigenlijk en daarmee van de kaart.
Bas Beekhuizen 19-02-2015 @ 11:40
Bas, je vorige reactie heb ik gewist (wegens je zoals vaak gezwollen en vooral onbegrijpelijke taalgebruik). Deze laat ik staan, daar hij leesbaar en redelijk begrijpelijk is. Maar hij leidt wel aan je andere eeuwigdurende euvel: dat je niet ingaat op de inhoud van het blog - niet op de vraag of Sangiacomo een geloofwaardig artikel schreef, waarin hij in Spinoza teleologie ontwaart. Je doet dat indirect, door aan te geven hoe doelgerichtheid in de natuur NIET het geval kan zijn en we in onze pogingen tot aanpassingen menen goed - doelgericht - bezig te zijn. Maar wat bedoel je dan met je openingszin: "Zoals jullie Iemand eerst de hemel in prijzen en dan... is mij te makkelijk."?
Stan Verdult 19-02-2015 @ 12:15
Stan,
Er klopt niets van je antwoord. Dat selectief wissen blijft een raadsel. Ik ben in mijn gewiste reactie op de belangrijke brief 32 ingegaan en heb d.m.v. brief 40 laten zien hoe Spinoza zinvolle, taalkundige en logische wiskundige verbanden legt en uitwerkt in zijn Ethica e.a. geschriften. Er staat geen gezwollen taal of wartaal in - wat je van jouw koptekst "Briljante ontsporing bij het 'vinden' van teleologie in Spinoza" de tekst van Sangiacomo wel zou kunnen zeggen. Ook jouw bewijsvoering vind ik niet steekhoudend. Er zitten in je betoog misvattingen in wat je Sangiacomo nu juist verwijt. Ik verwijs in mijn openingszin naar het gezwollen BRILJANT en bijna SUBLIEM en GROOT MANCO van jouw openingzinnen, maar kennelijk ken je de uitdrukking van iemand de hemel in prijzen niet ....
Bas Beekhuizen 19-02-2015 @ 13:09
Bas,
De titel van mijn blog was inderdaad met opzet een oxymoron.
En weer blijf je op de vlakte over de kwestie zelf.
Laat maar, stel ik voor.
Stan Verdult 19-02-2015 @ 13:33
Stan,
De kwestie heb je zelf gewist. Daarin leg ik concreet uit het zinvolle verband wat Spinoza tussen geheel en deel legt en dat Sangiacomo o.a. ook in brief 32 ontdekt lijkt te hebben en teleologisch weergeeft. Maar je kan er ook een woordenspel van maken. De pot verwijt ...
Bas Beekhuizen 19-02-2015 @ 13:48
Dear Stan, thanks a lot for this interesting discussion of my paper. I find your objection interesting but I'd be glad to get it correctly. As far as I understand, your point is that what I call 'equilibrium' (=max. of agreement and minimum of disagreement in nature) is nothing but what Spinoza calls 'harmony', which is what he and says to Oldenburg that we cannot know (since Spinoza does not recognize any harmony in the world). Is this correct? If so, I do not see how the objection works, since I do not take 'equilibrium' to be any kind of harmony. So, could you please spend few words (hopefully in English) to let me get better your point? Concerning the fact that Spinoza does not use in the Ethics the same phrasing about parts and whole that he uses in Ep32, that's partly true, but could you show that in the Ethics that account of parts and whole is not at work? Thanks again for your helpful comments. Cheers. Andrea PS. Could you please send a copy to your reply to my email address, just to be sure I'll get it. Thanks in advance.
asangiac@gmail.com 03-04-2015 @ 18:36
Dear Stan, thanks a lot for this interesting discussion of my paper. I find your objection interesting but I'd be glad to get it correctly. As far as I understand, your point is that what I call 'equilibrium' (=max. of agreement and minimum of disagreement in nature) is nothing but what Spinoza calls 'harmony', which is what he and says to Oldenburg that we cannot know (since Spinoza does not recognize any harmony in the world). Is this correct? If so, I do not see how the objection works, since I do not take 'equilibrium' to be any kind of harmony. So, could you please spend few words (hopefully in English) to let me get better your point? Concerning the fact that Spinoza does not use in the Ethics the same phrasing about parts and whole that he uses in Ep32, that's partly true, but could you show that in the Ethics that account of parts and whole is not at work? Thanks again for your helpful comments. Cheers. Andrea PS. Could you please send a copy to your reply to my email address, just to be sure I'll get it. Thanks in advance.
asangiac@gmail.com 03-04-2015 @ 19:07