Al een beetje bespreking van Democratic Enlightenment

Op 13 oktober ontving ik een e-mail van Wim Klever waarin hij me liet weten: “Helaas zie ik op je gewaardeerde blog nog steeds niets over het fantastische boek van Jonathan, waarmee hij zijn trilogie tot een glorieus einde bracht! Ik heb zijn presentatie bij Donner voor een volle zaal bijgewoond. Mijn naam werd nog vermeld omdat ik de hoofdschuldige ben die hem op het Spinoza-pad bracht door hem uit te nodigen voor de conferentie "Disguised Spinozism around 1700" in 1995 in EUR. Maar wellicht ben je nog lang niet klaar met je lectuur: men heeft als lezer ook een enorme hoeveelheid stof te verstouwen! Ik vind het werk behalve kolossaal ook eminent en voor de liefhebber zeer spannend, informatief, opwindend, ongelooflijk verrijkend. De PANTHEISMUSSTREIT heb ik nog nooit zo goed uit de doeken zien ontwikkelen, maar ook tal van andere hoofdstukken zijn verrassend, zoals vooral over de HISTOIRE PHILOSOPHJQUE en over Kant. Ik vind het boek zeer overtuigend, beter nog dan het tweede deel, een eresaluut meer dan waard.” Hij vindt het vast goed dat ik deze korte recensie van hem hier breng (heeft dit blog alvast íets), daar ikzelf nog lang niet toe ben aan het bespreken van het collosale werk, waaraan ik uiteraard begonnen ben, maar waar ook steeds weer andere dingen tussen komen.

En ik wil alvast kwijt, dat ik intussen mij erg makkelijk laat afhouden om er zoveel tijd aan te besteden (als ik met de eerdere delen deed). Ik gebruik zijn boeken ook regelmatig als een soort encyclopedie om er zaken in op te zoeken – zo rijk aan gegevens is zijn werk. Maar ik moet langzamerhand meer en meer weerstand overwinnen tegen de indruk die Jonathan Israel bij mij wekt, namelijk dat hij in zekere zin zijn lezers een enigszins vervalst Spinoza-beeld voorzet. Hij maakt hem a.h.w. atheïstischer, mechanicistischer en materialistischer dan hij volgens mij in werkelijkheid was. Enfin, ik moet mij oppeppen om verder te gaan…

Daniel Boomsma, hoofdredacteur van DEMO, het ledenblad van de Jonge Democraten [D66], had onlangs een interview met Jonathan Israel n.a.v. het verschijnen van diens Democratic Enlightenment Philosophy, Revolution, and Human Rights, 1750-1790.

Dat interview verscheen een dag na dit mailtje, op 14 oktober (zo ontdek ik vandaag) alvast in Liberales.be. Ik beveel het graag ter lezing aan en citeer eruit hieronder enige passages die speciaal over Spinoza gaan.

Kunnen we de oorsprong van de radicale Verlichting vinden in het werk van Baruch Spinoza?

Jonathan Israel: Ik denk dat de 18de-eeuwse radicale Verlichtingsdenkers zichzelf in een traditie van radicaal denken plaatsten die vele eeuwen teruggaat, tot het begin van de filosofie in het algemeen. In die zin kunnen we Spinoza niet als een soort founding father van het radicale denken zien. D'Holbach (1723-1789), Diderot (1713-1784) en Helvétius (1715-1771) waren zich sterk bewust van de overeenkomsten tussen hun eigen radicale denken en de ideeën van bijvoorbeeld Lucretius en Epicures. Ook in de middeleeuwen bestonden er al zogenaamde filosofische sektes, vooral binnen de Islamitisch en Islamtisch-Joodse filosofie. In Dictionairre historique et critique van Pierre Bayle (1647-1706) kun je dat al lezen. In een lijvig stuk over Spinoza in de Dictionnaire stelt Bayle dat Spinoza niet zozeer de grondlegger van het radicale denken is geweest. Bayle vond wel dat Spinoza de verschillende elementen van de radicale Verlichting en de aanval op de religieuze autoriteit die daarmee gepaard ging op de meest coherente manier bijeen bracht. In die zin kun je Spinoza als een architect van de radicale Verlichting zien.

Hoe veel invloed had Spinoza op zijn tijd(genoten)?

Jonathan Israel: Dat Spinoza en andere radicalen de gemoederen bezig hielden, staat vast. In Voltaire's (1694-1778), laatste grote werk, Questions sur Encyclopédie, kun je lezen dat er een angst bestond voor de politieke consequenties van het radicale denken. Na de publicatie van onder andere D'Holbach's Système de la Nature (gepubliceerd onder de naam van Jean Baptiste de Mirabaud) en Diderot's Histoire Philosophique leek de intellectuele elite in Frankrijk in de ban van de radicale Verlichting en Spinoza had daar een belangrijk aandeel in.

U ziet uzelf als een Spinozist. Wat betekent dat vandaag de dag nog?

Jonathan Israel: Het heeft zeker nog een belangrijke betekenis. Ten eerste gaat de Spinozist ervan uit dat niet religie, traditie, overheid of wetten maar de rede het enige criterium voor legitimiteit is. Inherent hieraan zijn zaken als persvrijheid en vrijheid van meningsuiting. Ten tweede hecht het Spinozisme, in tegenstelling tot de ideeën van de gematigde John Locke (1632-1704), veel waarde aan het idee van ruime tolerantie gecombineerd met de noodzaak om religieuze autoriteit in politiek en samenleving zoveel mogelijk te verzwakken. Moraal en religie moeten gescheiden blijven. Doe je dat niet dan is een ontwrichting van de samenleving onvermijdelijk. Spinozisme is in die zin relevant omdat het van een sterk principe uitgaat. Tolerantie speelt daarin overigens een belangrijke rol.

Pleitte Spinoza voor een atheïstische samenleving?

Jonathan Israel: Spinoza wilde slechts een campagne tegen religieuze autoriteit, niet tegen religie in het algemeen. Hij pleitte in het geheel niet voor een samenleving zonder religie. In de 18de-eeuw was religieuze autoriteit zeer dominant. Ten eerste waren de meeste scholen en universiteiten religieus. De kerkelijkheid had de controle over het onderwijs. Daar ontsnapte je alleen aan als je thuis privé-les kreeg. Ten tweede was het recht op veel punten verstrengeld met de theologie. Juristen en filosofen, zoals de Italiaan Cesare Beccarias (1738-1794), hadden hier stevige kritiek op. Ook de politiek was niet gevrijwaard van religie. In katholieke landen oefenden de kardinalen en (aarts)bisschoppen veel invloed uit op het beleid. De hoogste staatsorganen in Spanje, Frankrijk en Italië hadden bijvoorbeeld kardinalen als ministers. Je ziet dat religie overal in de samenleving diep geworteld zat. Spinoza pleitte juist voor een strikte scheiding tussen religie en de publieke sfeer.

[Van hier - lees daar het hele interview]

Reacties

Ik kan me helemaal vinden in Wim Klevers aanzet tot een recensie van Democratic Enlightenment. Vanaf de eerste bladzijden over de impact van de Lissabon-aardbeving tot en met de Pantheismusstreit (zover ben ik nu) een pakkend, meesterlijk beschreven overzicht van een (vrijwel mondiale) intellectuele ontwikkeling. Als ik Israel lees hoop ik dat zijn boek zal inslaan als een `Holbachiaanse Salonbom` en ook hier tot een vergelijkbare intellectuele revolutie zal inspireren. Aanstekelijk is Israels' inzicht dat juist de filosofie een hoofdrol heeft gespeeld in de gestage gang naar Revolutie, hoewel hij vraagtekens zet bij een vermoed alleenrecht van de Parijse Salons in de verspreiding van radicaal gedachtegoed. Tegelijkertijd las ik `Het Verdorven Genootschap` van Ph. Blom wat een heel smakelijk bijgerecht is bij de maaltijd die Israel ons voorzet.
In zijn voorwoord dient Israel de critici van vooral het eerste deel van de trilogie Radical Enlightenment van repliek. Op Verbeek gaat hij niet verder in. En juist hij zou nu niet meer `on speaking terms` zijn met Israel. Een `side story` misschien. Toch aardig om in de nabije toekomst ook aan de minder gunstige besprekingen van dit meesterwerk ruim aandacht te besteden.