Winkeliersvereniging Spinoza wenst "Fijne jaarwisseling"

"De winkeliersvereniging Spinoza wenst alle klanten een heel fijne jaarwisseling.
Wij hopen u volgend jaar weer in goede gezondheid te mogen begroeten in een van de aangesloten winkels."

       

De webmaster van spinoza.blogse.nl sluit zich hier graag bij aan en wenst eveneens alle bezoekers van dit weblog (zijn klanten)

                'n goede jaarwisseling en een voorspoedig 2012

                  tota felicitas aut infelicitas in hoc solo sita est;
              videlicet, in qualitate objecti, cui adhaeremus amore.
                                                [TIE, 9]

 

Wiep van Bunge’s CD-box met colleges over Spinoza en tijdgenoten

Op dit Spinoza-weblog had ik al wel aangekondigd dat in het Studium Generale van Delft vier colleges door Wiep van Bunge over Spinoza en zijn tijdgenoten door Home Academy zouden worden opgenomen en als CD’s zouden uitkomen [cf. blog van 23 febr. 2011]. Ook bracht ik de aankondiging dat de CD-box was uitgekomen [cf. blog van 6 oktober 2011]. Maar ik had tot voor kort deze CD’s nog niet beluisterd en besproken. En dat was, eerlijk gezegd, vanwege een vooroordeel. Ik had uit de aankondigingen de gedachte opgevat dat het vooral over de receptiegeschiedenis zou gaan en maar heel weinig over Spinoza’s leer. Vandaar ook dat ik, terwijl ik dus van deze uitgave wist, in mijn bespreking van het college van Han van Ruler [cf. dit blog van 20 dec 2011] beweerde dat dat de eerste CD’s over Spinoza’s filosofie waren.

                    

Ten onrechte, moet ik erkennen, want nu ik de voorbije dagen in de gelegenheid ben geweest deze colleges van Wiep van Bunge te beluisteren, merkte ik dat hij heel wat over Spinoza’s filosofie laat weten. Hij doet dat stukje voor stukje, verdeeld over de twaalf korte colleges van elk ca 20 minuten, waarin hij Spinoza’s vrienden en relaties, zijn volgelingen en critici na hem behandelt. Telkens geeft hij in korte schetsjes duidelijke en herkenbare typeringen van Spinoza’s denken. Dit alles, nadat hij op de eerste CD iets uitgebreider op Spinoza’s biografie, de boeken die hij schreef en de hoofdlijnen van zijn leer is ingegaan. Lees verder...

Spinoza is nrc•next’s denker van de week

De papieren nrc•next heeft een ZIN-pagina en daarop sinds kort de rubriek Denkbeeld. Elke week wordt een citaat opgegeven en iedereen die wil kan een foto insturen bij dat citaat van de denker van de week. De leukste komt in de krant.

Citaat van nrc•next van volgende week is de beroemde laatste zin van Spinoza's Ethica:

              Al het voortreffelijke is even moeilijk als zeldzaam.

Mail je foto, met naam en woonplaats naar klik@nrc.nl onder vermelding van Spinoza! [Zie hier de foto van deze week en de informatie over de rubriek Denkbeeld]

                                                  * * *

Dit jaar heeft kunstenaar Justin Matherly zich laten inspireren door hetzelfde citaat in de vertaling van Elwes. Het beeld is getiteld: All excellent things are as difficult as they are rare (Champion sound)
2011
Glass reinforced concrete, ambulatory equipment
121 x 63.50 x 48.26 cm

All excellent things are as difficult as they are rare (Champion sound)

[Van The Saatchi Gallery
 

Een wonder van de Radicale Verlichting

Trouw heeft vandaag een artikel van Wilfred van de Poll n.a.v. de Brilluitgave van het boek dat Adriaan Koerbagh in 1668 niet meer kon uitgeven en waarom hij vervolgd werd. Het stukje 'vergeet' het feit (de prestatie) te vermelden dat Michiel Wielema het 17e eeuwse ‘Een ligt schijnende in duystere plaatsen, om te verligten de voornaamste saaken der Gods-geleertheyd en Gods-dienst’ in het Engels vertaalde.

Ik vind het een knappe prestatie dat een boek dat niemand kon kennen daar het in de 17e t/m 19e eeuw nooit werd uitgegeven (dat gebeurde voor het eerst in de 20e eeuw) toch “baanbrekend” kon zijn. We lezen namelijk: “In zijn boek ‘Radical Enlightenment’ roemt de bekende historicus Jonathan Israel Koerbaghs baanbrekende boek als “een van de eerste en zonder meer verst strekkende teksten van de Europese radicale verlichting”.
            Een soort wonder van de Radicale Verlichting?
            [klik op plaatje en u komt bij het stuk in Trouw]

       

'Spinoza and the Collegiants' naar Japan gebracht

In 2009 werden zowel in Japan als in Nederland de 400 jaar handelsbetrekkingen tussen Nederland en Japan gevierd. Aanleiding was de uitgifte van de handelspas in 1609 door shôgun Tokugawa Ieyasu aan de VOC. Nederlanders hadden eeuwenlang een geprivilegieerde status, o.a. op het eilandje Deshima. Culturele betrekkingen waren er eveneens vele. Japanners blijken van hun kant een bijzondere interesse in Nederland te koesteren. [Zie dossier bij de KB]. Aan wat sommigen van Nederland weten is inmiddels het verhaal over Spinoza en de collegianten toegevoegd.

Al enige tijd trekt prof. dr. Wiep van Bunge van de Erasmusuniversiteit de wereld rond met zijn college over “Spinoza en de collegianten”. Zo op de najaarsbijeenkomst van de Vereniging Het Spinozahuis op 27 november 2010. In april 2011 gaf hij in het Prinsenhof te Delft colleges over o.a. de stiefkinderen van het Christendom, w.o. de collegianten. Deze colleges zijn op CD uitgebracht waaraan ik binnenkort een bespreking zal wijden. In het kader van de leerstoel vanwege het Algemeen Nederlands Verbond, 'De Nederlanden in de wereld', gaf hij aan de Vrije Universiteit in Brussel op donderdag 26 mei 2011 een College over Spinoza en de collegianten. En onlangs, op 26 december 2011, werden door “videometaphysica” een vijftal video’s op Youtube gebracht van een college dat hij op 8 oktober 2011 gaf aan de Osaka University in Japan over "Spinoza and the Collegiants."

Het geluid is minder duidelijk dan de videobeelden en er wordt behalve Engels ook Japans gesproken, en soms Engels op z’n Japans zodat naast de geluids- ook de taalbarrière enigszins tegenzit om het allemaal goed te kunnen volgen. Maar Wiep van  Bunge lijkt zich staande te houden. 
Vanuit enige bewondering daarvoor en met een zeker gevoel van curiositeit breng ik hieronder deze vijf video’s.

Lees verder...

Aristides Baltas: Peeling Potatoes or Grinding Lenses

Voor volgende maand is de verschijning aangekondigd van dit boek, waarin Aristides Baltas vergelijkingen maakt tussen Spinoza en Wittgenstein.

Aristides Baltas, Peeling Potatoes or Grinding Lenses. Spinoza and Young Wittgenstein Converse on Immanence and Its Logic. University of Pittsburgh Press, 2012.

“I can work best now while peeling potatoes. . . . It is for me what lens-grinding was for Spinoza.”
L. Wittgenstein.
  

De Uitgever:
More than 250 years separate the publication of Baruch Spinoza’s Ethics and Ludwig Wittgenstein’s Tractatus Logico-Philosophicus. Both are considered monumental philosophical treatises, produced during markedly different times in human history, and notoriously challenging to interpret. In Peeling Potatoes or Grinding Lenses, Aristides Baltas contends that these works bear a striking similarity based on the idea of “radical immanence.” Each purports to understand the world, thought, and language from the inside and in a way leading to the dissolution of all philosophy. In that guise, both offer a powerful argument against fundamentalism of all sorts and kinds.

Lees verder...

Ordine Geometrico

Wat is het toch dat de werkelijke ondertitel van de Ethica, zo makkelijk vergeten wordt, zelfs door Spinoza-deskundigen. Ethica more geometrico demonstrata ligt blijkbaar beter in het gehoor? In een korte periode kom ik – en niet bij de eerste de besten – de foute ondertitel tegen. Zelfs kreeg ik een ‘verbetering’ toen de juiste titel werd voorgelegd.

Toen begin deze maand de folder van de nieuwe Spinoza Kring Limburg (cf blog) werd uitgereikt aan de cursisten van HOVO Limburg die een cursus over de Ethica volgen die gegeven wordt door de mediaevist emeritus prof. L.M. de Rijk, was diens reactie: “Mooi initiatief, mooie folder ook; maar die titel is fout, die moet zijn: Ethica More Geometrico demonstrata.

Op de twee CD-boxen met colleges over Spinoza die de voorbije maanden op de markt werden gebracht, die van prof. dr. Wiep van Bunge (die ik binnenkort ga bespreken) en van prof. dr. Han van Ruler (die ik onlangs besprak, cf blog), wordt gesproken over Ethica More Geometrico demonstrata.

Ik voeg hierbij een plaatje van het titelblad zodat iedereen nog eens goed kan zien dat het echt Ethica Ordine Geometrico demonstrata was.

        

Zo vaak ‘more’ van hooggeleerde heren roept twee vragen op:

Lees verder...

Ein Stück Spinozismus täte möglicherweise allen gut

In de Frankfurter Algemeine Zeitung vandaag een ´kerst-essay´  over de betekenis van de wouden, over de zelfgekapte Tannenbaum of Bio-Weihnachtsbaum, waarbij de interesse van de Romantici in Spinoza erbij wordt gehaald:

"Der Wald der Romantik, das ist eine in vielem typisch deutsche Angelegenheit - wie die Romantik überhaupt. Er ist zutiefst mit dem Pantheismus verbunden, der philosophischen Grundlage für das entgrenzende Naturgefühl, das die Romantik trug - die Dichter ebenso wie die Musiker. Schon Lessing und Goethe hatten ja ihren Spinoza gelesen; romantische Philosophen wie Schelling und sein Tübinger Spezi Hegel transformierten den Spinozismus zu einer Identitätsphilosophie: Hen kai pan. Eines ist alles, alles ist eins. Wer in die Natur ging, vor allem in den Wald, konnte dort den Mantel der Gottheit rauschen hören, denn Spinozas "natura naturata" war das Kleid des Schöpfers."

De laatste zin van het stuk luidt: "Ein Stück Spinozismus täte möglicherweise allen gut." [cf FAZ]

Daar sluit ik mij graag bij aan. Ik wens alle bezoekers Fijne Kerstdagen toe met het goede dat Spinoza in E 4/45S schetst en verder - waar mogelijk - ein Stück Spinozismus.  

J. Israel’s Democratic Enlightenment in de NYT nogal afgekraakt

De New York Times heeft vandaag een review van Jonathan Israel’s boek DEMOCRATIC ENLIGHTENMENT. Philosophy, Revolution, and Human Rights 1750-1790, van de hand van Darrin M. McMahon, geschiedenisprofessor aan de Florida State University. Die is niet erg tevreden over het boek. De grote aandacht sowieso voor de periode van de Verlichting waarop almaar vaker wordt teruggrepen bevalt hem al niet. Maar vooral J. Israel voedt dat z.i. teveel en dan vooral met zijn voorbijzien van de enigszins gematigder figuren en  zijn voortdurend benadrukking van de invloed van harde radicalen, de “hard-nosed atheists, materialists and revolutionaries.” McMahon vindt het maar niks dat we te horen krijgen dat de ideeën van Radicale Verlichting de enige belangrijke oorzaak van de Franse Revolutie waren. Hij vindt: “the description is thick, the narrative itself is often thin.” McMahon verwijt Israel dat hij alle radicalen terugbrengt tot Spinoza, “the father of all atheists and 'one substance' materialists” en daarbij zo ver gaat om gelijkheid, democratie en “een litanie van basis mensenrechten” op hem terug te voeren. “Israel greatly exaggerates the impact of atheism and Spinozism,” vindt hij. En hij eindigt ermee dat het maar eens afgelopen moet zijn met de Verlichting. [Enfin leest u het zelf]

Darrin M. McMahon is bezig met een boek over de “history of the idea of genius.” Spinoza en Jonathan Israel zal hij daar dan wel niet onder scharen, vermoed ik.

Of de beoordeling nu zo overdreven en eenzijdig moet zijn als McMahon en de NYT brengen? Nou, nee uiteraard. Maar een beetje een punt wat betreft J. Israels eenzijdige betoog en nogal overdreven doorzetten van zijn eigen visie, van zijn kijk op Spinoza, en zijn verweer tegen critici (in de vorm van dat doorzetten van zijn eigen visie), hebben ze wel.

Stukje van Han van Rulers Spinoza-college op Youtube

Dinsdag bracht ik mijn bespreking van de CD's met het Spinoza-college van Han van Ruler. Gisteren werd een eerste deeltje ervan op Youtube gebracht. Zo kunt u zelf vaststellen of u het - met mij - een beetje onzin vindt zoals hij met het Rembrandteske en Barokke van Spinoza begint. Maar het wordt beter en ook daarvan geeft dit fragment een goed beeld.

  

Spinoza in de Eerste Kamer geciteerd

Vandaag werd ik getipt over het volgende:

Afgelopen maandag 19 december 2011 hield mr. H.G.J.M. Beckers (VVD) zijn maidenspeech in de Eerste Kamer, bij het wetsvoorstel ‘Samenvoeging WWB & WI’ *).   

De heer Beckers (VVD): Mijnheer de voorzitter. Ik voel het als een voorrecht dat ik hier de eerste keer kan staan om het woord te voeren en daarbij een wetsvoorstel te behandelen dat voor velen in onze samenleving consequenties heeft, consequenties nu of in de toekomst. Het wetsvoorstel kent naar de mening van mijn fractie veel positieve elementen, zoals de decentralisatie van de uitvoering van het sociale beleid naar gemeenten, waardoor meer maatwerk mogelijk wordt, maar zeker ook de positieve impulsen die gericht zijn op de ontwikkeling en daarmee de zelfstandigheid van de individuele mens en, met die grotere zelfstandigheid, een beperktere rol van de overheid.

Spinoza zei het ruim 300 jaar geleden al: Het doel van een overheid is niet om mensen te veranderen van rationele wezens in volgzame dieren of marionetten, maar integendeel, om hen in staat te stellen hun lichaam en geest te ontwikkelen in veiligheid en alle vermogens van hun geest te ontplooien in volle vrijheid, zonder dat zij zelf zich te buiten gaan aan haat, woede of bedrog, maar ook zonder dat ze gebukt gaan onder naijver of onrecht van anderen. Uiteindelijk is het doel van de overheid niets anders dan vrijheid. Tot zover het citaat.

Lees verder...

Spinoza aangevuld. Tot nadenken aanzettende literatuur als tweede weg naar vrijheid

Dit is werkelijk een bijzonder boeiend boekje dat twee voordrachten bundelt van een groot deskundige in zowel Spinoza als George Eliot. [Zie hier het blog over de in 2010 door Moira Gatens, filosofieprofessor in Sydney, gehouden voordrachten op de Spinoza Leerstoel en hier het blog over George Eliot.]

Mijn enige commentaar is dat dit door Van Gorcum uitgegeven boekje van de Spinoza Lectures eigenlijk de verkeerde titel draagt: Spinoza’s Hard Path to Freedom. De passage waarmee de introductie op de achterflap eindigt geeft veel treffender de inhoud weer: Spinoza’s & Eliot’s different Paths to Freedom.

Want dat is waar het boekje over gaat. Moira gaat in haar eerste inleiding in op Spinoza’s filosofische weg naar wijsheid en vrijheid – een weg die eigenlijk alleen begaanbaar is voor een kleine filosofische elite. Ze vraagt zich af of dus voor de massa van de gewone mensen alleen overblijft de pseudoroute van de godsdienst die slechts tot een ogenschijnlijk op de filosofische vrijheid lijkend namaakresultaat leidt. Heel kort laat ze twee multitudo-opvattingen de revue passeren (Negri en Yovel) waartegenover zij de literaire bevrijdingsroute van George Eliot zet, die enerzijds gebaseerd is op Spinoza, maar deze aanvult met ‘het filosofische verhaal.’

Lees verder...

Johan Faber 'senior' (ca. 1660-1721) maakte pentekening van Spinoza

Johan Faber werd geboren in Den Haag en bouwde op jonge leeftijd in Nederland een reputatie op met het tekenen van portretten in pen en inkt op perkament. Hij ging in 1698 naar Engeland en had ook daar in tien jaar tijd een bloeiend bedrijf voor portretgravures in mezzotint. De mezzotint, ook wel 'zwarte kunst' genoemd, was omstreeks 1650 een nieuwe grafische techniek [zie Rijksmuseum]. Ook zijn zoon John Faber II (ca. 1695-1756) werd een vooraanstaand mezzotinter die wel meer dan 500 van dit soort portretten maakte. Mogelijk beïnvloed door het werk van David Loggan (1635 - 1692) en diens meest getalenteerde leerling Robert White (1645 - 1703). Faber senior fabriceerde ook meer intieme en gevoelige miniaturen met inkt op perkament.

Detail van pentekening van Spinoza door Johan FaberVan hem is een pentekening van Spinoza bekend, waarvan hier rechts eerst dit detail.

Rudi Ekkart: “Hij was een specialist in het maken van getekende portretten naar portretprenten van beroemdheden. Deze voorzag hij meestal van gekalligrafeerde bijschriften. In de jaren 1692-1698 werkte hij blijkens de opschriften op zijn tekeningen in Amsterdam. […] Van Spinoza bestaan twee van dergelijke, getekende portretten van zijn hand, gedateerd 1691 en 1692. Vergelijking leert dat Faber zich geheel baseerde op de gravure in de Opera Posthuma. De tekening van 1691 is geplakt in een exemplaar van de Nagelate Schriften van Spinoza, dat zich tegenwoordig bevindt in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag.” 1) 

Lees verder...

Boeiend Spinoza-college van Han van Ruler op CD’s uitgekomen

                  “Je kunt nooit méér willen dan je precies wilt…”
zo eindigt als een cliffhanger de tweede CD, waarop op de derde wordt verdergegaan.

Eerder was door de ISVW aangekondigd dat het college over Spinoza door Han van Ruler in oktober was  uitgekomen [zie dit blog], maar in werkelijkheid kon de CD-box pas deze week worden geleverd. De box bestaat uit drie CD’s, waarin Van Ruler de hoofdlijnen van Spinoza’s filosofie brengt en iets van zijn biografie.

Hij begint na een wat algemene inleiding met Ethica I t/m de appendix, gaat dan over naar de TTP en Spinoza’s opvatting over de godsdienst en – iets minder – zijn politieke theorie. Daarna keert hij terug naar Ethica II. Tamelijk kort de delen 3 en 4 en tenslotte weer wat uitvoeriger het 5e deel, waarbij hij een in mijn ogen wel aardig globaal inkijkje geeft op verschillende vormen van Spinozisme die hij typeert als Spinoza light en Spinoza strong.

Ik heb de CD’s inmiddels tweemaal beluisterd: de eerste maal nog kritisch (om te zien: “zou alles wel kloppen?”…) en aan hem wennend; de tweede maal veel meer echt open luisterend en mij overgevend aan zijn schets van en visie op Spinoza. En het beviel me!

Lees verder...

Dr. Marcel F. Fresco (1925 - 2011) over Spinoza, Hemsterhuis en Dèr Mouw

Afgelopen vrijdag overleed emeritus hoogleraar wijsgerige antropologie en grondslagen van het humanisme en van 1980 tot 1990 houder van de Socrates Leerstoel aan de Universiteit van Leiden. Hij heeft zich wellicht niet heel veel met Spinoza bezig gehouden – meer met Hemsterhuis – maar schreef enige malen over Spinoza, zodat hij een vermelding op dit weblog dient te krijgen.

Over Hemsterhuis bijvoorbeeld:

Marcel F. Fresco, Loek Geeraedts & Klaus Hammacher (Hrsg.), Frans Hemsterhuis (1721-1790): Quellen, Philosophie und Rezeption / Sources, philosophy and reception / Sources, philosophie et réception. Münster / Hamburg: Lit, 1995 

Marcel Franz Fresco (red.): Lettres de Socrate à Diotime. Cent cinquante lettres du philosophe néerlandais Frans Hemsterhuis à la princesse de Gallitzin. Dr. Hänsel-Hohenhausen, Verlag der Deutschen Hochschulschriften, 2007 [zie recensie in NRC]

Over Spinoza schreef hij:

  Marcel F. Fresco: “Spinoza in der Sicht von Hemsterhuis.” In: Hemsterhuis und seine Stellungname zu Spinoza. Mededelingen vanwege het Spinozahuis nr 85. Eburon, Delft, 2003 (waarin ook Klaus Hammacher: Hemsterhuis und Spinoza) [zie dit blog over Hemsterhuis]

• Marcel F. FRESCO, "Dèr Mouw en Spinoza: Enige overeenkomsten en verschillen"; In: themanummer "Spinoza en de Literatuur" van Bzzlletin, 's-Gravenhage), 121 (1984), 27-32

Eerder al was van zijn hand: De Dichter dèr mouw en de klassieke oudheid. Hakkert, 1971

Ik heb gisterenavond het Bzzlletin-stuk nog eens gelezen, maar mij bezorgt Fresco geen interesse in Johan Andreas dèr Mouw (1863–1919) in tegenstelling tot Wim Klever, die mij onderstaande advertentie uit NRC Handelsblad stuurde en erbij schreef: “Ik heb van hem geleerd om Der Mouw te waarderen. Ook dit stukje [citaat in het overlijdensbericht] is subliem, zeker als je er in regel 4 aan toevoegt: 'allebei'.”

            

 

Lees verder...

Noodzakelijk determinisme, geen initiatief en tóch activiteit

In vervolg op het blog “De Spinozistische mens hoeft niet voor 100% reactie te zijn” waarin ik reageer op de voordracht van Wim Klever “Wie Spinoza den Menschen erklärt” breng ik hier een stukje dat ongeveer hetzelfde benadert op een andere manier (zo kunnen we het ook eens van een ander te horen). Ik neem een passage uit Paul Ricoeur: Oneself as another [Originally Soi-même comme un autre, 1990. Transl. Kathleen Blamey. University of Chicago Press, 1995]

Ricoeur, op zoek naar een filosofische benadering die een verbinding tot stand brengt tussen de fenomenologie van het ondergaande of lijdende zelf en de (in Aristotelische termen) actuele en potentiële grond waartegen een ‘zelfheid’ zich aftekent, komt uit bij Spinoza’s conatus. Ik citeer de betreffende tekst waarbij ik de voetnoten weglaat en alleen nog vermeld dat hij zich baseert op Sylvain Zac, L'Idée de vie dans la philosophie de Spinoza (Paris, PUF, 1963).

Lees verder...

Vaclav Havel (1936 – 2011), mijn exemplar humanae naturae, is overleden. Zijn leven vormde 'een handleiding voor democraten'

Ik moet even een uitzondering maken. Normaal kom ik alleen met blogs die – hoe verwijderd soms – altijd iets met Spinoza te maken hebben, maar ik maak een uitzondering voor de Tsjech Vaclav Havel.

Deze voormalige president van Tsjecho-Slowakije (wat hij na de val van het communisme in 1989 werd) en van Tsjechië (vanaf 1 januari 1993) en daarvóór de belangrijkste dissident gedurende het communistische regime in Tsjecho-Slowakije en oorspronkelijk (toneel)schrijver is vannacht op 75-jarige leeftijd overleden. Na zijn laatste termijn als president die in 2003 afliep, was hij - zware roker die hij was - meermalen en lang ziek.

En ach, wie kan zeggen dat Havel niets met Spinoza gemeen heeft? Hij was een van de opstellers en belangrijkste ondertekenaars van Charta '77, het manifest waarin dissidenten opkwamen voor de vrijheid van meningsuiting en democratie. 
Na het publicatieverbod dat hij in 1968 kreeg omdat de communistische overheid het niet eens was met de opvattingen die hij verspreidde en na de intrekking van zijn paspoort, werd hij ook in het buitenland bekend. Tussen 1970 en 1989 zat hij drie maal gevangen.

Ik heb altijd grote bewondering gehad voor deze man. Veel van en over hem heb ik gelezen. Gedurende zijn dissidententijd, maar ook tijdens zijn presidentschap vormde hij voor mij als het ware de ‘exemplar humanae naturae’ – hoewel die term mij toen nog niet bekend was! Jarenlang knipte ik knipsels van en over hem uit dag- en weekbladen. Ja, hij was een soort idool van me.

Net als bij Mandela in Zuid-Afrika, bleef ook de verkiezing tot president van Vaclav Havel iets sprookjesachtig hebben: hoe het toch mogelijk was dat iemand die zo om zijn opvattingen vervolgd werd, jaren gevangen werd (ik las uiteraard zijn Brieven aan Olga die hij vanuit de gevangenis schreef), na de omwenteling die dus juist kwam mede door de moed der dissidenten, vervolgens tot ‘hoogste autoriteit’ werd gekozen.

O, ik weet zeker dat ook Spinoza, had hij in deze tijd geleefd, veel opgestoken zou hebben van het moedige politieke en ethisch hoogstaande leven van deze man.
Bijzonder, zijn Poging om in de waarheid te leven (1991, oorsp 1978) - belangrijk zijn reflectie op thema's als 'vrijheid en dictatuur', 'streven naar wederzijds begrip' en vooral 'streven naar waarheid en openheid'.

17 februari 2003, schreef David Remnick voor de New Yorker: Exit Havel - The King leaves the Castle. Dat aldus eindigde: "On Sunday night, February 2nd, Czech radio and television broadcast Havel's farewell address. He took pains to thank his wife and his supporters. To all those who felt disappointed "or have simply found me hateful, I sincerely apologize and trust that you will forgive me." Havel flashed his country the peace sign and his work was done."

John Keane beschouwt zijn boek over het leven van Vaclav Havel: A Political Tragedy in Six Acts [Bloomsbury Publishing, 1999] als "a manual for democrats."

 

                                                   R I P

 

De Spinozistische mens hoeft niet voor 100% reactie te zijn

Gisteren bracht ik Wim Klevers ooit in Bielefeld gegeven voordracht WIE SPINOZA DEN MENSCHEN ERKLÄRT op internet [PDF]. Het is een interessant, leerzaam en uitdagend stuk. Uitdagend, juist ook daar het wat mij betreft tot tegenspraak noopt. Het is een zo sterk eenzijdig artikel (we krijgen een zó platgewalste Spinoza) dat er van de eindconclusies niets klopt. Spinoza zou het er volgens mij zeker niet mee eens zijn.

Wim Klever is zo sterk voorstander van een geheel fysicalistische Spinoza, dat er van enige ruimte voor ‘eigenheid’, van mogelijk groeiende zelfstandigheid, geen plaats is. Ik zet ‘eigenheid’ overigens wel tussen aanhalingstekens, want ook de kern van de ‘Spinozistische eigenheid’ is niet iets dat we van onszelf hebben, maar van God of de natuur. Maar bij Klever lezen we de daar niets over.

Klever concludeert: “der Mensch ist für 100% Reaktion, dirigiert durch die ganze Natur.”
En in een kleine excursie haalt hij ook zijn geliefde stokpaardje van stal dat beweert dat iedereen automatisch, dus vanzelf, wijs wordt en tot de amor Dei intellectualis geraakt. [Hij heeft dat ook uitvoerig betoogd in Hoe men wijs wordt, zie bij DBNL]

Maar dan is hij volledig voorbijgegaan aan het feit dat Spinoza naast reageren (lijden) op oorzaken uit de omgeving, ook enige ruimte ziet voor handelen, n.l. zelf oorzaak zijn van gedragingen (cf fortitudo en generositas in 3/59 S).

Lees verder...

Spinoza’s Theorie des Menschen volgens Wim Klever

Ooit gaf Wim Klever in het Duitse Bielefeld op een conferentie een voordracht met de titel:  WIE SPINOZA DEN MENSCHEN ERKLÄRT. Onlangs kwam hij zijn tekst weer tegen en las geboeid zijn eigen tekst, waarvan hij geheel vergeten was dát hij die gehouden had. Ook weet hij niet meer wanneer. De lezing is nooit eerder gepubliceerd geweest.

Hij stuurde mij scans. Ik vond de inhoud boeiend, al ben ik het niet met alles eens. De scans konden niet fatsoenlijk in een bestand worden opgenomen. Daarom heb ik ze met een OCR-programma verwerkt en vervolgens de tekst gefatsoeneerd. De noten staan aan het eind van de lezing.

Het boek van Wolfgang Bartuschat, Spinozas Theorie des Menschen heb ik nog steeds in bestelling. Maar uit zijn Spinoza weet ik wat een andere benadering Bartuschat geeft.

Hier op benedictusdespinoza.nl de tekst van Wim Klever's lezing. Vooralsnog zonder commentaar mijnerzijds, alleen met de notitie dat ik hem van harte ter lezing aan.

Het bestand heb ik, zoals u kunt zien, de naam gegeven: "Klever_Menschen_100Prozent_Reaktion.pdf" daar hij zelf zo zijn boodschap samenvat.

Een van de komende dagen zal ik er, waarschijnlijk in een nieuw blog, op reageren.

Aanvulling: dat werd blog van 18 november 2011 "De Spinozistische mens hoeft niet voor 100% reactie te zijn"

Johannes Kepler (1571-1630) Ubi materia, ibi geometria

                             Waar materie, daar geometrie.

Materie en geometrie, natuur en wiskunde, impliceren elkaar wederzijds. Kepler schreef het, maar ook Galileo Galileï (1564-1642) had het kunnen schrijven. De laatste schreef: “Filosofie is geschreven in dit immense boek dat voortdurend open voor ons ligt (ik bedoel het universum), maar dat niet begrepen kan worden zonder voorafgaande kennis van de taal en herkenning van de tekenen waarin het geschreven is. Het is geschreven in de taal van de wiskunde en zijn karakters zijn driehoeken, cirkels en andere geometrische figuren, zonder welke het onmogelijk voor me is menselijk begrip te hebben van deze woorden, en zonder welke ik vaagweg zou ronddolen in een donker doolhof.“

Kepler had nog iets Platoons: zo overtuigd was hij van de perfecte strucuur van het universum, dat hij de pest in kreeg dat de planetenbanen, waarvan hij de omwentelingswetten beschreef, niet in fraaie cirkels, maar in ellipsen om de zon draaiden. Toen hij jong was had Tycho Brahe (1546 – 1601) Kepler geadviseerd om z’n aprioriostische speculaties te laten rusten en meer aandacht aan observaties te geven. Hij gaf uiteindelijk voorrang aan de geobserveerde feiten, maar bleef moeite ermee hebben zijn geometrische ideaal daaraan ondergeschikt te maken. Maar goed, ook ellipsen zijn geometrische figuren.

Dit aan Kepler gewijde monument bevindt zich op de campus van de Tel Aviv University. [Foto van hier] Lees verder...

Christopher Hitchens (1949-2011): "Spinoza, a near-perfect philosophical mind"

Christopher HitchensMet het aanhalen van deze typering door de Brits-Amerikaanse Christopher Hitchens herdenk ik het overlijden afgelopen donderdag van deze seculiere, atheïstische auteur van o.a. God Is Not Great. How Religion Poisons Everything.

Nadat in juni 2010 bij Hitchens slokdarmkanker werd vastgesteld, lukte het hem niet om zich - als wijs man - niet met de dood bezig te houden en schreef hij in het Amerikaanse maandblad Vanity Fair essays over de dood. Hitchens’ uitgever Atlantic Books maakte bekend dat ze in een boek dat de titel Mortality krijgt, zullen worden gebundeld.

In zijn laatste essay, ‘Trial of the Will’, in het januari 2012 nummer van Vanity Fair, doet Hitchens afstand van het maxime Was mich nicht umbringt macht mich stärker. Die aan Friedrich Nietzsche toegeschreven grondregel had hij lang hoog zitten. Maar vlak voor zijn dood vroeg hij zich af waarom hij de uitspraak ooit zo diepzinnig vond: "er zit een goed ritme in maar suggereert dat ook dat er rede in de uitspraak zit?”

Hij zei eens dat hij wenste dat er ooit een samenleving zou zijn waar in het onderwijs alleen werken van Albert Einstein, Thomas Jefferson, Baruch Spinoza, Thomas Paine, Voltaire, Bertrand Russell en David Hume behandeld zouden worden.

Op mij kwam Christopher Hitchens bij wat ik van hem las, uiteraard God is Niet Groot, té fanatiek, nogal fundamentalistisch over. Hij mocht dan bewondering voor Spinoza koesteren. In mijn ogen had hij zelf weinig van diens zelfbewuste superioriteit - van, inderdaad, a  near-perfect philosophical mind die Spinoza was.

----------

bronnen

NRC, Vanity Fair, De Standaard, On Point,

Christopher Hitchens: God's favorite atheist?

 

Slot over Paul Juffermans' "Drie perspectieven op religie in het denken van Spinoza"

Al eens eerder, jaren geleden, schreef ik enige indrukken over dit boek van Paul Juffermans, maar die kan ik niet meer vinden – ze zijn kennelijk verloren gegaan, toen blogse.nl ineens een heleboel blogs kwijt speelde. De maand september 2008 laat helemaal geen blogs zien; het zal toen geweest zijn. Ik vind het jammer, want ik herinner me een discussie met Wim Klever die van Juffermans boek niets moest hebben. Enfin, dat alles is blijkbaar verloren gegaan. Inmiddels heb ik het boek herlezen en drie blogs gewijd aan de drie grote delen waaruit het boek bestaat.

[1] Spinoza’s filosofie als godsdienstkritiek, met name over de superstitie (92 bladzijden); [blog van 26 nov. 2011]
[2] Filosofische religie: filosofie als metafysisch gefundeerde ethiek-religieuze heilsweg (124 bladzijden); [blog van 2 dec. 2011]
[3] Filosofisch-wetenschappelijk onderzoek van de historische religieuze (westerse) tradities: de openbaringsreligies van jodendom en christendom (142 bladzijden); [blog van 15 dec. 2011

Zoals ik heb laten blijken ben ik zeer te spreken over het boek, vond ik er veel uit te leren, en zou ik zelfs graag zien dat zeker de eerste twee delen ervan als apart boek alsnog worden uitgegeven. Enfin, dat heb ik nu vaak genoeg gezegd.

Het motto van Emmanuel Levinas aan het begin van het boek komt op mij wat vreemd over: “Het leven van een talmoedist is niets anders dan de onophoudelijke vernieuwing van de letter van de tekst door de intelligentie.”
Misschien zou dit in een boek over Maimonides goed hebben gestaan, maar of Spinoza zich hierin zou herkennen, betwijfel ik. Levinas moest niets van Spinoza hebben, wellicht omgekeerd Spinoza ook niet van Levinas. In ieder geval niet van dit citaat, vermoed ik.

Lees verder...

Ja, wat gebeurde er eigenlijk met de tolerantie-idee?

Wim Klever stuurde mij - weer eens - zijn e-mail-wisseling met de NRC, waarop hij - weer eens - “eigenlijk heel boos” is. Dit weblog fungeert daarvoor dan als zijn uitlaatklep…

Simon SchamaIk begin met informatie van de website van de Universiteit van Leiden: Op vrijdag 9 december gaf de Britse historicus Simon Schama de 40ste Huizingalezing onder de titel: 'What happened to the idea of toleration?'. Hij sprak over tolerantie en vrijheid. De auteur van bestsellers als Overvloed en onbehagen, Patriotten en bevrijders en De ogen van Rembrandt, is een groot kenner van de Nederlandse samenleving. Schama heeft, onder meer aan de hand van de theorieën van John Milton en John Locke, onderzocht waar de grenzen van tolerantie liggen in de hedendaagse samenleving. Geldt absolute vrijheid ook voor wie die vrijheid bedreigt?

Simon Schama (1945) geldt als een van de invloedrijkste historici ter wereld. Hij studeerde in Cambridge en doceerde in Oxford en aan de Amerikaanse universiteiten Harvard en Columbia. De afgelopen jaren bereikte hij een groot publiek als presentator van de BBC-series The Power of Art en A History of Britain. [Tot zover de informatie over de Huizingalezing van hier]

Lees verder...

Of ook Paul Juffermans’ uitvoerige derde boekdeel over Spinoza's 'onderzoek naar de openbaringsreligies' om heruitgave roept is twijfelachtig

Was het voor mij duidelijk om aan te bevelen en te hopen dat het eerste en tweede deel van het proefschrift van Paul Juffermans alsnog als apart boekje zouden worden uitgegeven, wat het derde deel aangaat heb ik nog even mijn twijfel of ik dat ook daarvoor aanbeveel.

Dit is mijn derde bespreking van een deel van P. C. Juffermans dissertatie: Drie perspectieven op religie in het denken van Spinoza. Een onderzoek naar de verschillende betekenissen van religie in het oeuvre van Spinoza. Damon, Budel, 2003, [Zie voor de eerdere delen de blogs van 26 november en 2 december 2011). Ik kom hierna nog met een slotrecensie.

In het derde deel (hoofdstukken 7 – 10) behandelt Juffermans Spinoza’s onderzoek in de TTP naar de openbaringsreligies, te weten het jodendom en het christendom. Ook dit is weer een fraai en systematisch uiteengezette studie, waarbij de lezer behoorlijk veel inzichten genuanceerd aangereikt krijgt. Allerlei aspecten waar je met een vlotte lezing overheen zou lezen of die in de loop van de Spinoza-studie diverse interpretaties opleverden, krijgt de lezer van deze driesterren chef-kok in de Spinozakeuken fraai toebereid en goed opgemaakt voorgezet. Met name op hoe Spinoza tegen het verschijnsel openbaring aankijkt heeft Juffermans mij de ogen geopend. Met name doordat de profeten, hoezeer ook vanuit hun verbeelding, een resultaat voorzetten dat ook met het natuurlijk licht van de rede te bereiken is, namelijk dat het voor een goed leven in een goede samenleving nodig is om te handcelen in gerechtigheid en naastenliefde. Daarom dus heeft Spinoza de bereidheid om de openbaring serieus te nemen, niet om de kennis of waarheid die ermee werd bereikt, maar om het nut en de werkzaamheid van het resultaat, te weten een universele morele boodschap.
Hoe dit resultaat bereikt kon worden, hoe openbaring in zijn werk gaat, begrijpt Spinoza niet, zo geeft hij toe, maar dat is voor hem geen reden om de openbaring, de profetie, te bespotten of weg te wuiven. Hij neemt het serieus. Juffermans noemt dit het ‘theologische dogma’ dat Spinoza erkent.

Lees verder...

The Goddamned Particle

De voormalig christelijke krant Trouw kopte vandaag nogal overdreven:

       Het bestaan van het god-deeltje staat nu vrijwel vast

Het is groot - maar nog steeds tussentijds - nieuws uit CERN, dat men bijna het Higs-deeltje heeft kunnen aanwijzen.

Het Higgs-boson, het deeltje waar de fysica al decennia naar op zoek is, heeft mythische proporties aangenomen, zoals “dé bouwsteen van het heelal” en zelfs “het god-deeltje” en vergelijkbare onzin.
Vele natuurkundigen zitten met die benaming, die het vooral in de media goed lijkt te doen, terecht nogal in hun maag. En dan krijg je dat een CERN-medewerker van de weeromstuit zelfs gaat beweren: “Het heeft niets te maken met God.” Wat dan weer het andere uiterste en dus onzin is. Uiteraard hebben ook de Higs-deeltjes, als ze bestaan, met God te maken.

Het zou goed zijn dat zowel natuurkundigen als media-verantwoordelijken iets meer van Spinoza leren. Dan kunnen ze ontdekken a) dat het Higs-deeltje uiteraard geen speciaal empirisch godsbewijs is, maar b) dat alles in God is en God in alles. De hele werkelijkheid zoals hij is, en niet alleen het Higs-deeltje, kan als een empirisch godsbewijs worden ervaren.

Lees verder...

HOVO-cursus Spinoza met andere invalshoek

Bij HOVO-Overijssel geeft Adrie Hoogendoorn na de cursus inleiding in de Ethica, het komende seizoen beginnend op 2 februari tot in maart 2012 een cursus over de briefwisseling van Spinoza: Spinoza in gesprek met tijdgenoten
De cursus wordt gehouden in De Hooiplukker in Lochem. 

       Spinoza, Brief 12A aan Lodewijk Meyer (facsimile), Voorburg, 26 juli 1663 [uitgegeven door A.K. Offenberg. Amsterdam, Universiteitsbibliotheek, 1975] 

De Nederlandse wijsgeer Spinoza (1632-1677) wordt gezien als de inspirator van de Radicale Verlichting. Hij paste het denken van de Wetenschappelijke Revolutie toe op mens en maatschappij. Zijn briefwisseling legt daarvan getuigenis af. In de cursus wordt ingegaan op Spinoza’s tijd , de cultuur van het brieven schrijven, zijn kring van medestanders en correspondenten, en op de turbulentie die hij veroorzaakte. Informatie en aanmelden via de website: www.hovo-overijssel.nl. De cursus bestaat uit acht bijeenkomsten van 2 uur en is iedere donderdagochtend in februari en maart 2012.

[PDF met méér informatie]

 

Spinoza’s bed

Hierna neem ik een stukje tekst op dat de Poolse dichter Zbigniew Herbert in zijn reeks Dutch Apocrypha schreef over ‘Spinoza’s bed’. Maar ik begin met een paar alinea’s uit de bespreking van Jessa Crispin die gisteren verscheen in The Smart Set from Drexels University: “Must Love Kids. How do you determine the success of a woman? For many, the answer lies in the children,” zijnde de bespreking van twee boeken: Susan Hertog, Dangerous Ambition: Rebecca West and Dorothy Thompson: New Women in Search of Love and Power [Ballantine Books, 2011] en Barbara Almond,The Monster Within: The Hidden Side of Motherhood. [University of California Press, 2011]

Ze citeert van Barbara Almond: “We expect everything from mothers, and we excuse little.” Moeders blijven een eeuwig thema. Aan het eind van haar bespreking geeft ze dan de volgende ontboezeming over Spinoza:

“Doing a little daytime drinking with a friend recently, the conversation circled around to our mothers. We went through the usual list of complaints, dredging up old hurts and comparing stories. My friend told me he had recently read that Spinoza, through his entire life, carried with him the bed in which his mother died. He carted it from residence to residence, sleeping every night literally in his own mother’s deathbed. Sure, it was a different world, before IKEA and constantly renewing mattress technology, but come on. He surely could have swapped or sold the bed, but he held onto it. And if Spinoza — fucking Spinoza, man! my friend said, shaking his head — couldn’t let go of his mother issues, then we must be doing all right, him and me.

There’s another side to that, of course: That if Spinoza — fucking Spinoza, man! — couldn’t get over his mother issues, then surely we are all doomed to the same fate, no matter how much psychotherapy or how many philosophical structures we go through. I didn’t say it out loud then, because really, there’s not enough alcohol in the world to make that all right.” [van hier]

Lees verder...

Martin Schouten's dialoog tussen Spinoza en Blijenbergh

Wim Klever stuurde mij een scan van een knipsel uit 1997 dat hij bij zoeken naar iets, serendipisch tegenkwam. Het was een scène die Martin Schouten schreef vanuit de zgn. ‘Brieven over het kwaad”, de correspondentie die Willem van Blijenbergh met Spinoza voerde. [Zie blog van 11 en van 14 aug. 2010]

Martin Schouten (1938, Apeldoorn) was als journalist werkzaam voor onder andere NRC Handelsblad, de Volkskrant en HP/De Tijd. Hij schreef twee toneelstukken en publiceerde een groot aantal boeken, waaronder verschillende journalistieke reportages en romans, zoals: Marihuana en hasjiesj (1969); Een olifant omleggen (1973); Schrijversportretten. Boon, Campert, Heeresma, Heijermans, Hillenius, Nescio, A. Roland Holst (1975); Billie en de president: verhalen uit de tijd van de jazz (1977); Werk: vijftig mensen over wat ze nou eigenlijk doen voor de kost en hoe (1978); Ermelo (1982); Voor de oorlog: herinneringen aan de jaren '30 (1982) aan de hand van talloze gesprekken geeft hij een indringend beeld van de vooroorlogse periode; Rinus van der Lubbe, 1909-1934: een biografie (1986); Hotel Terminus (1987); Studio Voorland (1990); Het Blues Museum (1993); Huize Nieuwstad (1993); Kleur (1994); De spiegel en de blinde (1996); Bijlmer blues: reisverhalen (2002); Zelfportret als neger (2006); Het meisje met het hoofddoekje (2008); De bende van Oss: het ware verhaald (uitgebreide heruitgave 2011; verfilmd).

En hij schreef dus ook de volgende mooie en heldere scène. Ik hoop dat hij ermee akkoord is dat ik die hier opneem (ik kom nergens zijn e-mailadres tegen om hem dat te vragen – hij heeft ook geen eigen website). De dialoog is te mooi om in de vergetelheid te laten verdwijnen. Dit weblog is dan een mooie bewaarplaats. *)

Lees verder...

Spinozabeeld vandaag of deze week weer terug op sokkel in de Paviljoensstraat?

Gisteren was de laatste dag van de tentoonstelling van Hans van Houwelingen,  'Until it stops resembling itself', waarbij de beelden van Thorbecke en Spinoza van hun sokkel in resp. Amsterdam en Den haag waren gehaald en in Stroom Den Haag in één ruimte werden opgesteld.
Hier de foto van het beeld van Spinoza, aangekomen bij Stroom [foto: Rob Kollaard, courtesy Stroom Den Haag].

De beelden zullen wel weer spoedig hun oorspronkelijke plaats gaan innemen.

 

Lees verder...

Van Moira Gatens Spinoza Leerstoel-lezingen is boekje verschenen

 In het kader van de Amsterdamse Spinoza Leerstoel hield professor Moira Gatens op 22 april en 20 mei 2010 twee lezingen onder de titel “Spinoza’s Hard Path to Freedom”. Daarin verwerkte ze haar studie over George Eliot en Spinoza. [Zie dit blog van 5 dec. 2009]

Ik verwachtte dat het boekje toch wel na de zomer van dit jaar zou uitkomen. Vaak ging ik eens ging kijken bij Uitgeverij Van Gorcum op de pagina waar de ‘Spinoza Lectures’ bij elkaar staan, of het er al bij stond, maar steeds tevergeefs. Tot ik vandaag nog eens elders op die website ging kijken en nu blijkt uit de pagina met ‘20 meest recente uitgaven’ dit boekje van Moira Gatens reeds verschenen te zijn.

Het is het eerste boekje in de reeks ‘Spinoza Lectures’ waarin het ook over Spinoza gaat. Ik  geeft het graag door aan de geïnteresseerde bezoekers van dit weblog.

Van de lezing die ze in 2010 bij de jaarvergadering in 2010 van de Ver. Het Spinozahuis hield, waarbij ze ook over George Eliot sprak, mogen we te zijner tijd ook nog een uitgave verwachten.

Hierna de uitgeverstekst over het boekje: Lees verder...

Voorbereiding Spinozafilm weer een fase verder...

Twee signalen waaruit is op te maken dat de speelfilm over Spinoza die Rudolf van den Berg zegt te willen maken wellicht door gaat. [Zie het vorige blog over de Spinoza-film van 13 sept. 2011]

[1] Op maandag 16 januari 2012 gaat de nieuwe speelfilm van Rudolf van den Berg in première: Süskind. Het verhaal speelt zich af in 1942 en is gebaseerd op het leven van de historische figuur Walter Süskind, gespeeld door Jeroen Spitzenberger. In de Tweede Wereldoorlog redde hij honderden joodse kinderen van de dood. Ramsey Nasr speelt in deze film de bijrol van Mendel Blumgarten, een Poolse jood. De film zal vanaf 19 januari 2012 in de bioscoop te zien zijn.
Het eerstvolgende project van Rudolf van den Berg zal een speelfilm over de filosoof Spinoza worden. Hierin zal Ramsey Nasr de titelrol vervullen. [Nieuwsbericht van de website van Ramsey Nasr]

[2] Blijkbaar is Ramsey Nasr zich aan het inlezen in Spinoza, zo valt op te maken uit een "Interview met Ramsey Nasr, Dichter des Vaderlands" dat gisteren op de website van Radio Nederland Wereldomroep werd geplaatst. Daarin zegt hij: "De Nederlandse samenleving vormde eeuwenlang een rijke voedingsbodem voor debat en stimuleerde dit ook, inclusief de publicatie van radicale ideeën die toen werden verspreid over heel Europa. De zeventiende-eeuwse filosoof Baruch Spinoza is daar een voorbeeld van." Beluister aldaar ook zijn gedicht over Nederland: Dit land is de wraak van de voorvaderen (2009)

Zie alvast de Süskind Trailer

Nederlandstalige publiekseditie Ethica-manuscript op komst

Uitgeverij Boom kondigt voor het voorjaar 2012 een nieuwe vertaling van de Ethica aan. Aan deze vertaling wordt gewerkt door Corinna Vermeulen op basis van het door Leen Spruit eind 2010 in de Bibliotheek van het Vaticaan ontdekte manuscript van de Ethica.

Voor Uitgeverij Brill verzorgden Leen Spruit en Pina Totaro een integrale editie van het manuscript in het Latijn.  In samenwerking met Brill verschijnt in het voorjaar van 2012 bij Uitgeverij Boom deze Nederlandstalige publiekseditie.

Oorspronkelijk Ethica ordine geometrico demonstrata (origineel manuscript 1675)
vertaling Corinna Vermeulen
annotaties en inleiding Leen Spruit
omslag René van der Vooren
gebonden met leeslinten
17 x 24 cm, 252 pp [cf catalogus]
verwacht: juni 2012
ISBN: 9789461057532
prijs €39,50 [website]

Het ‘boek der boeken’ van de moderne filosofie nu in een nieuwe vertaling, ronkt de uitgever. Wordt het een vertaling van de Ethica waaruit alle (stijl)verbeteringen die Spinoza’s vrienden hebben aangebracht weer verwijderd worden?

Fritz Bamberger (1902 –1984) leverde dé chronologische lijst der eerste TTP-edities

Dr. Fritz BambergerDeze Duits-Amerikaanse geleerde inzake het jodendom, professor Intellectual History en assistant van de President van het Hebrew Union College/Jewish Institute of Religion in Cincinnati en New York, hield zich ook bezig met Spinoza. Hij schreef “The Early Editions of Spinoza's Tractatus Theologico-Politicus: A Bibliohistorical Reexamination.” 1)  Het wordt voor zover ik weet als tamelijk gezaghebbend gehanteerd.  

Piet Steenbakkers in het 2e hoofdstuk, “The text of Spinoza’s Tractatus Theologico-Politicus”, in een zeer recent boek over de TTP [Yitzhak Y. Melamed & Michael A. Rosenthal (Eds.): SPINOZA’S Theological-Political Treatise. A Critical Guide. Cambridge University Press, 2010] volgt de chronologische type-aanduidingen van de Tractatus Theologico-Politicus van Bamberger:

The successive editions were labeled T.1 to T.5 (where T stands for Tractatus theologico-politicus) by Fritz Bamberger. Four of these (T.1–2, T.4–5) were in quarto, T.3 was an octavo volume. The quarto editions are so similar in appearance that the differences between them went unnoticed until 1865, when Graesse first pointed out their typographical distinctions. After that, the Dutch scholar and Spinoza editor J. P. N. Land charted the four editions in their chronological order. Bamberger drew up the following list: T.1 1669/1670, T.2 1672, T.3 1673/1674, T.4 and T.5 after 1677.2

En Steenbakkers gaat dan verder met de kenmerken van de boeken volgens deze Bamberger-lijst. Hij volgt dus niet de typeaanduidingen van de quarto-uitgaven volgens Carl Gebhardt (G1, G2, G3 en G4) of van J.P.L. Land (A, B, C en D).

Lees verder...

Wat is er aan de hand met 'De vele levens van Baruch Spinoza'?

Op 4 september 2010 had ik een blog waarin ik signaleerde dat er een boek op komst was van Odette Vlessing en André Vuijsje: Profeet van de rede. De vele levens van Baruch Spinoza. Het zou op 1 november 2010 bij Bas Lubberhuizen te Amsterdam verschijnen. Maar het verscheen niet. Daarna vermelde de website van de uitgever een poos geen datum en later dat het najaar 2011 zou uitkomen. Inmiddels staat het bij Centraal Boekhuis en Selexyz en elders geboekt voor 1 december 2012. Dat kunnen ze gehaald hebben uit de Najaars prospectus 2011 van Uitgeverij Bas Lubberhuizen, waarin het ‘eerder aangeboden’ boek nu voor november 2012 wordt aangekondigd.

Maar opvallend is dat de informatie over de komende uitgave op de website van Bas Lubberhuizen volledig is verdwenen! Er is dus iets aan de hand, zoveel moge duidelijk zijn. Gaat het nog van een boek komen? Bij een andere uitgever misschien?

Wij van spinoza.blogse.nl houden het in de gaten.

Spinoza alchemist?

Na de twee blogs [1 en 2] waaruit moge blijken dat er geen enkele, maar dan ook geen enkele aanleiding is om Spinoza met de rozenkruisers in verband te brengen, kan de vraag worden gesteld of hij wellicht wel iets had met een interesse die rosenkruisers graag volgden: de alchemie. Hoewel, ging het bij hen wellicht meer om een "geestelijke alchemie"? Het hoofdstuk over de rozenkruisers in Marcel Roggemans' Geschiedenis van de occulte en mystieke broederschappen heeft als motto: "Aurum nostri non est aurum vulgi" (Ons goud is niet het gewone goud).

Spinoza was geïnteresseerd in chemische proeven en stond kritisch tegenover alchemistische claims. Zie de brieven uit zijn Rijnsburgse tijd over de salpeterproeven van Boyle. Zie hoe hij in zijn Voorburgse tijd op informatie uitging bij Vossius (die hem uitlachte) en bij goudsmid Brechtelt (die het ‘ontstane’ goud had onderzocht) en vervolgens bij Helvetius zelf, de man die op alchemistische wijze van lood goud zou hebben gemaakt, waarover zoveel consternatie was ontstaan. De nieuwsgierige Spinoza wilde er het fijne van weten, misschien uit zichzelf, misschien op verzoek van zijn vriend Jarig Jelles (bief 40). Maar ook jaren later hield hij zich nog enigszins met alchemistische zaken bezig.

In zijn antwoord van 18 november 1675 aan Schuller (brief 72) schrijft Spinoza: "Wat de proef van uw verwant betreft tenslotte, ik heb nog niet geprobeerd die te testen en ik denk ook niet dat ik ertoe zal kunnen komen dat te doen. Want hoe meer ik de zaak zelf overdenk, hoe meer ik tot de overtuiging kom dat ge geen goud hebt gemaakt, maar dat  ge het weinige goud dat in het antimonium  verborgen was, hebt vrijgemaakt".

Lees verder...

Spinoza rozenkruiser? [2]

Na het vorige blog over rozenkruisers in de 17e eeuw en een eventuele relatie met Spinoza (DIE DUS VOLSTREKT AFWEZIG IS) kijken we hier ruim twee eeuwen verder.

Siebe Thissen heeft in zijn boek De Spinozisten (2000), veel aandacht voor vrijmetselarij en andere occulte bewegingen en de interesse uit die kringen in Spinoza. In het tweede hoofdstuk, HET GEHEIME GENOOTSCHAP VOORBIJ.'NATUURLIJKE GODSDIENST' EN SPINOZISME, schrijft hij over de wortels die volgens Willem Meijer (1842-1926) en Antoon Vloemans (1898-1968) Spinoza zou hebben in vrijdenkersgenootschappen als de rozenkruisers:

Lees verder...

Spinoza rozenkruiser? [1]

In het verlengde van het vorige blog (over het weer opengaan van de BHP) is het een vraag of en in hoeverre Spinoza daarin eigenlijk thuis hoort. De Bibliotheca Philosophica Hermetica verzamelt, zo omschrijft Trouw het vandaag, “de westerse spiritualiteit van de afgelopen vijfduizend jaar [..]. Kern van de unieke verzameling vormen manuscripten en boeken van hermetische filosofen, mystici, alchemisten en Rozenkruisers, die hun werk niet zelden met hun leven of vrijheid moesten bekopen omdat hun ideeën indruisten tegen de gangbare mores.” De BPH heeft ook flink wat Spinozana, zo weten we uit de bijzonder interessante tentoonstelling die er in 2008 werd georganiseerd. Spinoza is, zeker wat zijn Ethica betreft geen makkelijke filosoof, maar is hij daarmee ‘hermetisch’? En hoort hij wel tussen de rozenkruisers?

Eerst, wat zijn rozenkruisers? Rozenkruisers vormen één van de occulte bewegingen die in de (nerveuze) 17e eeuw ontstonden. Ze gaan terug op een reeks manifesten die tussen 1614 en 1616 werden gepubliceerd door een zekere "Christiaan Rosenkreuz" die een eeuwenoud gezelschap van wijze filosofen, de rozenkruisers, opdiepte die tot dan toe een geheim bestaan geleid zouden hebben. Later is aangetoond dat ze geschreven waren door een vindingrijke lutherse predikant uit Württemberg, Johann Valentin Andreae. Ook al hadden de rozenkruisers nooit bestaan, de publicaties kregen grote aantrekkingskracht op, zoals mijn bron Diarmaid MacCulloch in zijn standaardwerk Reformatie. Het Europese huis gedeeld. 1490-1700 omschrijft, naïevelingen en warrige types. Later heeft Frances Yates in Rosicrucian Enlightenment (1972) het verband aangetoond met de koortsachtige atmosfeer die tot de Dertigjarige Oorlog leidde waarbij een grote rol werd toegedacht aan Frederik, de Keurvorst van de Palts, van wie verwacht werd dat hij een nieuwe wereld met een verlichte cultuur tot stand zou brengen. Nadat Frederik in 1620 verslagen was, werd er ook geen nieuwe rozenskruisersliteratuur meer uitgebracht, daar de ermee verbonden verwachtingen gefrustreerd waren. Dat dat laatste niet het einde werd van de rozenkruisersbeweging, maar deze integendeel daarna tot grotere bloei kwam, begrijpen we uit studies van de 20e eeuwse sociaal psycholoog van joodse komaf Leon Festinger.

Welnu, soms werd ook Spinoza in verband gebracht met de rozenkruisers. Het lijkt erop dat hij contacten had met mensen die (waarschijnlijk) iets met de rozenkruisers hadden (Lucas) en zeker is dat sommige latere Spinozisten iets op hadden met de rozenkruisers (daarover in een volgend blog). Maar is Spinoza zelf met de rozenkruisers in verband te brengen?

Dat gebeurt bijvoorbeeld in het dit jaar uitgegeven boekje:  

Rozekruiserswijsheden. Elikser B.V. Uitgeverij, 2011, 61 pagina's Beschrijving uitgever:
"Vanaf haar verschijnen in de zeventiende eeuw heeft de Rozekruisers Orde onder haar leden beroemde personen geteld die op verschillende gebieden werkzaam waren. Van Paracelsus tot Harvey Spencer Lewis via Spinoza of Newton, laat dit boek enkele van hun gedachten zien. Deze passages uit hun werk maken eenzelfde ideaal zichtbaar, eenzelfde filosofie, middels gevarieerde thema's als de ziel, wijsheid, goedheid, kennis, de natuur, God, het goede, vrede, et cetera. Afgewisseld met deze naar chronologie van de historie gepresenteerde citaten zijn er Rozekruisersillustraties weergegeven, waarvan sommige weinig bekend zijn, maar die alle verband houden met Rozekruisers en hun werken." [van hier]

Of ik pluk eens een tekstje van internet:
“Over de maatschappelijke invloed die de groep [rozenkruizers] zou uitoefenen wordt veel gespeculeerd. Er is weinig concreets over bekend. Wel zou een aantal beroemde namen aan de organisatie verbonden zijn geweest. Voorbeelden: de wiskundige en filosoof Sir Isaac Newton (1642-1727), de filosoof René Descartes (1596-1650) en de joodse filosoof Spinoza (1632-1677). Vooral wat de laatste betreft lijkt dat nogal onwaarschijnlijk.” [Van hier]
Kijk, dit zie je vaker: eerst noemen en dan twijfel zaaien.

Lees verder...

Website BHP gaat veranderen, d.w.z. grotendeels verdwijnen. BPH zelf gaat weer open

Wat ik al voorzag gaat binnenkort gebeuren. De website van de Bibliotheca Philosophica Hermetica (BPH) gaat uit de lucht. Ervoor in de plaats komt vanaf 16 december een soort (gratis) weblog-achtige website, waarbij gebruik wordt gemaakt van Wordpress. Het gevolg zal zijn dat allerlei zaken die nu nog op de huidige website te vinden zijn (als men even de homapagina omzeilt) straks geheel zullen zijn verdwenen.

Het domein ritmanlibrary.nl wordt ingeruild voor ritmanlibrary.com - die domeinnaam staat sinds vandaag klaar om de komende dagen gevuld te worden. Maar ik verwacht niet dat men alles daarheen kan overzetten.

Het voor geïnteresseerden goede nieuws is dat de BPH in de reële wereld over tien dagen weer open gaat. Zo blijkt uit een artikel op 9 dec. 2011 in Trouw.

          

Lees verder...

Hermann Cohen’s zgn. 'Spinozaïsche zonde' volgens Franz Rosenzweig

We weten vooral van Herman Cohen’s strijdlustige kritiek op Spinoza’s Tractatus Theologico-politicus. Voor Leo Strauss was dit een onbegrijpelijk kwestie. Nooit echter in zijn verscheidene studies over deze kwestie en het theologisch politieke probleem ging hij in op een vroeg artikel van Cohen, waarin Spinoza een hoofdrol vervulde: “Heinrich Heine und das Judentum” (1867). In dat artikel had Cohen een groot enthousiasme getoond voor Spinoza die, volgens hem altijd jood gebleven was, ook na de ‘herem’. Door de meeste commentatoren en vooral door Franz Rosenzweig wordt het artikel niet serieus genomen. Rosenzweig beschouwde het als een jeugdzonde: de “Spinozaïsche zonde” van Cohen’s jongere jaren.

Cohen beschouwde Spinoza’s filosofie als klassiek voor het pantheïsme. Na zijn genoemde jeugdwerk, waarin hij er nog waardering voor opbracht, werd hij almaar negatiever over Spinoza, een houding die hij vooral toonde in “Spinoza über Staat und Religion, judentum und Christentum” (1915). In 1910 had hij een lezing gegeven onder de titel “Spinozas Verhältnis zum Judentum”, die met een inleiding door Franz Rosenzweig gepubliceerd werd in Festgabe zum 10 jährigen Bestehen der Akademie für die Wissenschaft des Judentums 1919-29.

Lees verder...

Renée Sintenis (1888 – 1965) tekende Spinoza’s verblijfplaatsen

In 1913 verscheen Ernst Altkirch’s Spinoza im Porträt. Het bevatte achtentwintig (vermeende) portretten van Spinoza, alsmede 7 illustraties van de plaatsen waar Spinoza had gewoond. Deze tekeningen, die de tekst over Spinoza’s biografie illustreerden, waren - naar foto’s - getekend door de toen ca 24-jarige kunstenares Renée Sintenis.

Ernst Altkirch had een goede neus voor artistieke kwaliteit. Renée Alice Sintenis moest toen nog beroemd worden. Beroemd werd zij in de 30-iger jaren met een kleine sculptuur van een beer, die sinds 1951 de Zilveren resp. Gouden Beer van het Internationale Berlijnse Filmfestival werd.

                De Iraanse regisseur Asghar Farhadi (re) en zijn dochter de actrice Sarina Farhadi tonen de Gouden Beer voor Beste Film en de Zilveren Beer voor het beste koppel actrices in de film 'Nader And Simin A Separation' op de International Film Festival Berlinale in Berlijn, op zaterdag 19 februari 2011. (AP Photo/Markus Schreiber)

Renée Alice Sintenis stamt uit de Hugenotenfamilie Saint-Denis. Op de middelbare school in Stuttgart kreeg ze haar eerste tekenonderwijs en van 1907 tot 1910 volgde ze decoratief beeldhouwen aan de onderwijsinstelling van het Museum van Decoratieve Kunsten in Berlijn bij Wilhelm Haverkamp. Op wens van haar vader begon ze vervolgens aan een secretaresse-opleiding. Toen zie die opgaf voor de kunst, kwam het tot een breuk met haar vader. Ze trok in bij vriendinnen en ging vanaf 1912-13 kleine beeldjes maken. In deze periode kreeg ze dus de opdracht van Ernst Altkirch. In 1915 had zij in het kader van de Berliner Sezession haar eerste expositie. Vanaf ongeveer 1920 werd ze door de kunsthandelaar Paul Flechtheim o.a. in Parijs en New York naar voren gebracht. Via hem leerde ze belangrijke personen kennen als Rilke, Ringelnatz en Aristide Maillol. In 1931 werd ze als eerste vrouwelijke beeldhouwer lid van de Berliner Akademie der Künste. De nationaalsozialisten achtten haar kunst ‘entartet’ en lieten haar in 1934 weer uit de Akademie der Künste bannen. Veel van haar kunstwerk werd vernietigd. Haar rehabilitatie na de oorlog blijkt o.a. uit de al vermelde uitverkiezing in 1951 voor de Berlijnse filmprijs. In 1952 ontving ze, als tweede vrouw na Käthe Kollwitz de orde van verdienste voor wetenschap en kunst. Ze stierf in 1965 en kreeg een eregraf op het Waldfriedhof in Dahlem.

Hieronder dan de 7 illustraties van Spinoza’s verblijfplaatsen door Renée Sintenis:

Lees verder...

Zal Steven B. Smith’s aangekondigde inleiding politieke filosofie veel Spinoza bevatten?

Een paar dagen geleden maakte het nieuwsblad van de Yale Universiteit (weer eens) bekend dat professor Steven Smith heeft aangekondigd te zullen stoppen met zijn introductiecursus politieke filosofie. Tevens maakte hij bekend dat zijn boek met de voorlopige titel "Political Philosophy from Athens to America," dat gebaseerd is op deze inleidingscursus, door Yale University Press is geaccepteerd en op de rol staat voor september 2012.

Ik ben benieuwd hoeveel van Spinoza’s politieke theorie in deze inleiding zal blijken verwerkt te zijn. Dat mag je verwachten gezien zijn boeken Spinoza: Liberalism and the Jewish Identity (1997), Spinoza’s Book of Life: Freedom and Redemption in the Ethics (2003) en Reading Leo Strauss (2006). Het zou uiteraard van groot belang zijn dat een inleiding politieke filosofie beschikbaar komt waarin behoorlijk aandacht wordt gegeven aan die van Spinoza. Zo ruim is dat soort overzichten volgens mij nog niet gezaaid.


              [foto van hier]

In het verlengde van de vorige blogs over Spinoza’s betekenis voor de joodse identiteit, neem ik hier twee reviews op van Smith’s boek Spinoza, Liberalism, and the Question of Jewish Identity.

Lees verder...

Emil Ludwig Fackenheim (1916 – 2003), zijn "nieuwe Spinoza" en Heidi Ravven’s kritiek

Emil Ludwig FackenheimDe joods-Canadese filosoof Emil Fackenheim werd geboren in Halle waar hij in 1935 aan het Stadtgymnasium zijn diploma behaalde. Daarna studeerde hij aan de Hochschule für die Wissenschaft des Judentums in Berlijn, waar hij in 1939 afstudeerde en intussen in 1937-38 de Universiteit van Halle bezocht. In de Kristallnacht van 9 november 1938 werd hij door de Nazi’s opgepakt en in het concentratiekamp Sachsenhausen ondergebracht. Hij wist met zijn jongere broer te ontsnappen en naar Engeland te vluchten. Aan de universiteiten van Aberdeen in Scotland en van Toronto in Canada studeerde hij filosofie waarin hij in 1945 zijn doctoraat behaalde. Hij diende als rabbijn in Hamilton, Ontario, en als professor in filosofie aan de University of Toronto. In 1984 ging hij naar de Hebrew University te Jeruzalem. Hij bleef tot zijn dood in Israel.

Hij heeft zich als filosoof overwegend met het jodendom, de joodse historie en Auschwitz bezig gehouden. Hij zou zich als taak stellen om de joden van hun ‘emancipatie’ te bevrijden; hen te ontdoen van het stempel dat ze als jood anachronistisch zouden zijn en dat hun menselijkheid terecht onder verdenking zou staan van niet of onvoldoende geciviliseerd te zijn. Omgekeerd bracht juist de Holocaust de westerse beschaving in diskrediet. Met name de oprichting van de staat Israel had de joden weer “terug in de geschiedenis” gebracht, zoals de titel van zijn boek uit 1978 luidde: The Jewish return into history: reflections in the age of Auschwitz and a New Jerusalem. In dat boek formuleerde hij zijn beroemd geworden 614e gebod: “Thou Shalt Not Give Hitler a Posthumous Victory”, waarmee hij de 613 geboden van de Tora uitbreidde. Maar hij deed in dat boek veel meer (ik gebruik een samenvatting van dr. Viktor Kal): “hij nam stelling tegen tenminste vier andere opvattingen: (1) die van Hegel die stelt dat het joodse volk en de joodse religie buiten de geschiedenis staan en een anachronisme vertegenwoordigen; (2) die van Rosenzweig die zich op het eerste punt (een positie ‘buiten de geschiedenis’) bij Hegel aansluit, maar datzelfde als een positief gegeven ziet: in een tot verdwazing geneigd Europa blijft de jood nuchter; (3) die van het traditionele jodendom dat de eeuwenlange ballingschap van het joodse volk niet alleen als een betreurenswaardig feit beschouwt, maar bovendien als een normatieve aangelegenheid: dat wat God zo voor het joodse volk bepaald heeft, mag dit volk zelf niet zomaar veranderen; (4) die van de neokantiaan Cohen die in diezelfde ballingschap eerder een positieve mogelijkheid ziet, namelijk om juist in Europa als joods volk een historische, progressieve en ‘messiaanse’ rol te spelen. Fackenheim opteert tegenover dat al voor een vorm van religieus zionisme.”

Lees verder...

Spinoza, de rabbi van Kotzk en rabbi Nathan Lopes Cardozo

Ooit las ik Martin Buber’s Chassidische vertellingen. Daarin kwamen ook verhalen voor van en over de rabbi van Kotzk (1787–1859). “Waar woont God?” Met deze vraag verraste de rabbi van Kotzk enkele geleerde mannen, die bij hem te gast waren. “Wat zegt ge nu? De wereld is immers vol van zijn heerlijkheid!” Maar hij beantwoordde zijn eigen vraag: “God woont waar men Hem binnenlaat.” rabbi David Cardozo

Gisteren beluisterde ik het openingscollege, getiteld “Spinoza, the Kotzker Rebbe, and I” waarmee rabbijn Dr. Nathan Lopes Cardozo op 26 oktober 2011 zijn David Cardozo Academy’s 5772/2012 Jerusalem Lecture Series “Judaism, Heresy and Secular Philosophy” opende.

De David Cardozo Academy houdt zich vooral bezig met programma’s die de huidige jongere generatie in Israel wil voeden met materiaal voor de vormgeving van hun joodse identiteit.

De van origine Nederlandse rabbijn Nathan Lopes Cardozo, die voortkomt uit dezelfde Amsterdamse joodse gemeenschap, waaruit Spinoza stamde, maar die overwegend in Haarlem opgroeide, treedt veel in de openbaarheid. Op Youtube zijn diverse filmpjes van hem te zien. Grappig is te horen hoe hij vloeiend Nederlands-Engels spreekt.

Hij is behoorlijk goed thuis in het Spinozisme en weet er goed over te vertellen, mede doordat hij thuis door zijn vader helemaal in Spinoza zou zijn ingewijd. In het begin lijkt hij heel positief over Spinoza die hij als slachtoffer van de maraans-Sefardisch-joodse gemeenschap ziet. Het bestuur van de joodse gemeenschap, de mahamad, vergelijkt hij met de Spaanse Inquisitie. Hij typeert Spinoza als “a secular Tzadik” [zaddik, rechtvaardige] en ook als ‘empty religious’.

Lees verder...

The Interrogation of Baruch de Spinoza at Talmud Torah Congregation: Amsterdam, July 27, 1656

Klik op de foto en zie de slideshow van David Ives' playwright New Jerusalem, The Interrogation of Baruch de Spinoza at Talmud Torah Congregation: Amsterdam, July 27, 1656

Het stuk ging van 6 oktober tot 12 november 2012 in de Lantern Theater Company Philadelphia [hier]

Nogmaals: Il manoscritto dell'Ethica di Spinoza nella Biblioteca Vaticana

Pina TotaroOngelofelijk bijna. Voor de derde keer in korte tijd wordt er in Italië a.s. woensdag 7 december wéér een seminar gegeven over Il manoscritto dell'Ethica di Spinoza nella Biblioteca Vaticana. Deze keer aan de faculteit letteren en filosofie in Urbino. Uiteraard weer door Pina Totaro. Zij heeft het er maar druk mee.

Blogs over eerdere conferenties/seminars in Italië: 

21 oktober 2011: Drukte in Vaticaanstad over Spinoza’s Ethica-Manuscript

7 november 20011:  Weer boekpresentatie in Rome over het Ethica-Manuscript

[bericht van Foglio Spinoziano Blog; foto van ILIESI Istituto per il Lessico Intellettuale Europeo e Storia delle Idee]

ASK plaatste vandaag foto's van de Spinozadag 2011

Vandaag verschenen op de website van de Amsterdamse Spinoza Kring de foto's die Ed Boumans maakte tijdens de Spinozadag die 20 november 2011 in Paradiso werd gehouden. Fraaie foto's. Maar ook dit jaar krijgen we jammer genoeg niet meer dan kleine 'thumbnails'

          

Ook Paul Juffermans’ voortreffelijk boekdeel over Spinoza's 'ethisch-religieuze weg naar geluk’ roept om heruitgave

Het deel (hoofdstuk 6) over het door Paul Juffermans zo aangeduide ‘tweede denkperspectief’ is ook weer een schitterende zelfstandig te lezen uitleg van Spinoza. Dat tweede denkperspectief gaat over Spinoza’s filosofie als ethisch-religieuze heilsweg. Aangrijpingspunten daarvoor zijn het eerste Scholium van Stelling 37 uit het vierde deel van de Ethica (E4P37S1) en het eerste tekstdeel over de natuurlijke goddelijke wet  uit het vierde hoofdstuk van de TTP.

Het gaat Juffermans om een diepgaande analyse van het begrip religio bij Spinoza. Naar het eerste deel, de religie-kritiek als superstitie (waarover ik een eerder blog schreef) wordt nauwelijks teruggrepen, zodat ook deze tekst met weinig redactionele aanpassing als apart boek zou kunnen worden uitgegeven, waartoe ik hierbij oproep. Het is een schitterende en zeer vruchtbare invalshoek om ermee Spinoza’s filosofie uit te leggen. Ik gun het iedere geïnteresseerde in Spinoza’s filosofie om er kennis van te kunnen nemen. Het blijkt een gouden greep om aan de hand van zijn religie-begrip diens hele filosofie uit te leggen. Daar Spinoza zijn filosofie als een Ethica (“de filosofie die zowel een adequaat weten, een gemoedstoestand als een praktisch handelen impliceert,” p. 161) tot religie rekent, is er zowel verschil als overeenkomst met wat mensen gewoon zijn onder religie te verstaan, aldus Juffermans. En daar voorts alles bij Spinoza in één denksysteem grondig samenhangt, moet je er wel (de hoofdlijnen van) alles bij halen om tot goed begrip te komen. En dat doet Juffermans met brede kennis van zaken, rustig voortschrijdend en uitleggend.

Lees verder...

Gary Zabel illustreert Spinoza's Vertraagde Invloed

Gary ZabelGary Zabel, filosofiedocent aan het Philosophy Department at the University of Massachusetts at Boston, doet veel aan filosofie van de kunst en knutselt zelf op zijn website veel bij elkaar.

Aardig om er een keer te gaan kijken. Onder het submenu 'cursussen' is geen cursus over Spinoza aan te klikken, maar die moet hij ooit gegeven hebben of is hij nog aan het voorbereiden, want langs de achterkant (via google) is een pagina te zien, vooral bestaande uit overal vandaan geplukte plaatjes voor het thema: Spinoza's Delayed Influence

De heer Zabel neemt de vrijheid om ook een hele reeks tijdschriftartikelen over Spinoza (verworven via Jstor e.a.) op zijn site "beschikbaar te stellen". Ook daar kom je alleen maar bij via deze google-link.