Spinoza's premoderne waarheidsbegrip brengt ons verder in de postmoderne tijd

Ruim een week geleden interviewde Maarten van Gestel voor Brandpunt+ Tinneke Beeckman in het kader van hun tv-programma over de "nepnieuwsfabriek" in Sint Petersburg. Dit n.a.v. haar boek Macht en Onmacht. Een verkenning van de hedendaagse aanslag op de Verlichting, waarin ze zich verzette tegen hoe in het zgn. postmodernisme met objectieve feiten en waarheid werd omgegaan - een uiterst actueel thema nu 'nepnieuws' en 'alternatieve feiten'  zo in de aandacht zijn. Hier dat interview "Het is lulkoek dat iedereen zijn eigen waarheid heeft, zegt deze filosofe". 

Wellicht nuttig is hier kennis te nemen van het blog van 26-02-2014: Hoe Richard Rorty (1931-2007) Spinoza opnam in het postmodernisme

Vandaag heeft Trouw over diezelfde kwestie een intervieuw door Wolter Huttinga met twee theologen uit het zgn. "Theologisch elftal." Als het artikel binnenkort op de website van Trouw te vinden is, zal ik een link erheen aanbrengen. Deze link verscheen dezelfde avond nog (of klik op onderstande afbeelding).    

Beide theologen, Erik Borgman en Wim van Vlastuin, blijken het nogal eens. Zo zegt Borgman: "Veritas, waarheid, staat centraal in mijn eigen Dominicaanse traditie. De mens is aangelegd op waarheid, is de gedachte." De interviewer, Wolter Huttinga, vat de blijkbaar door de geïnterviewden gehanteerde waarheidsbegrippen aldus samen: 

 
Nadat Van Vlastuin zijn instemming heeft betuigd, vraagt  Huttinga: "Maar is dat niet het punt, dat zo'n manier van denken vooral voor de gelovige geldt? Dat het een wereldbeschouwing vraagt waar 'God' in zit?" Dat beamen beiden: je zult deze manier van denken [over "een orde die ons draagt en die wij niet zelf maken." en "het inzicht dat de wereld niet afhangt van allemaal gefragmenteerde subjectjes, maar gedragen wordt door God "die buiten en boven ons uitgaat"] vooral vinden bij christenen, menen zij.
    
Hier komt voor mij Spinoza om de hoek kijken, die - behalve dan dat God buiten en boven ons uitgaat - zich hierin grotendeels kan vinden. We moeten ook wat Spinoza betreft niet van onze subjectieve, specifieke, verbeelde meninkjes uitgaan,
Spinoza had niet veel op met 't "standaard-waarheidsbegrip" van de wetenschap. Hem ging het om 't zoeken naar de immanente waarheid, die we in ons vinden: het achterhalen van adequate begrippen (die zich niet van buitenaf laten bepalen door de overeenstemming van ding en idee, maar die alle kenmerken van het ware in zichzelf dragen en dan dús  - gezien 't parallellisme -overeenkomen met de bijbehorende dingen). 
 
De visie van deze theologen brengt mij (huns ondanks) dichter bij Spinoza dan het interview met Tinneke Beeckman (hoe interessant op zich ook). 
 
Nog even iets over de titel "Spinoza's premoderne waarheidsbegrip brengt ons verder in de postmoderne tijd". Aan de waarheidsdefinitie van Thomas van Aquino liet Spinoza zich niet veel gelegen liggen. Voor hem drukte die een vanzelfsprekendheid uit, geen 'zoekopdracht'. Hij bracht het 'premoderne waarheidsbegrip' naar een ander (onsubjectief) niveau, waardoor hij tot idool van postmodernisten kon uitgroeien, maar waarmee hij aan de misbegrippen van dezen voorbij kan helpen gaan in het ons doen beseffen dat we van de objectieve werkelijkheid moeten uitgaan en niet van onszelf, onze tweetjes en meninkjes op de sociale media....
 
N.B. Zie dit als een krachtige aanvulling p het blog van 12-02-2017 "Spinoza gaf 350 jaar geleden al een verklaring voor 'alternatieve feiten'"

Reacties

“Het is enorm belangrijk om feiten vast te stellen. Want alleen op basis van feiten kan je een politiek debat voeren.” Dit zegt Beeckman in haar interview, maar helpt dat wel?

Markus Gabriel maakt in ‘Waarom de wereld niet bestaat’ een schrandere indeling in objectgebieden en zinvelden. Het eerste behelst concretere omschrijfbare en meetbare relaties tussen objecten. Bijvoorbeeld scheikunde of fysica en dat twee plus twee vier is. Zinvelden zijn minder concreet omschrijfbaar en meer verbonden met subjectieve affectiones, bijvoorbeeld politiek.
Elk zinveld heeft haar verlangens, logica en daarmee begrijpbare waarheid. Zo is bvb kunstgeschiedenis een objectgebied en esthetica meer een zinveld. Geloven is het zinveld bij uitstek.
Politiek en ideologie is nu net het onzorgvuldig vermengen van objectgebieden in zinvelden waardoor verwarring ontstaat.

Bij Spinoza is adequate kennis, lijkt me, eerder het doorgrondend begrijpen van je verhouding met je zinvelden dan louter wetenschappelijk iets uit een objectgebied begrijpen. Adequate kennis van bijzondere dingen is ons ontzegt, maar adequate kennis verkrijgen via de gemeenschappelijke begrippen van onze verhouding met de bijzondere dingen kan wel. Dat zijn dan meer de persoonlijkere doorvoelde intuïtieve gemeenschappelijke begrippen die in het tweede denken hun ratio onderbouwd krijgen. En zo wordt het subjectieve een objectieve immanente kennis.

Op die manier krijgt ‘Bestaan is verschijnen in een zinveld’ van Gabriel mogelijk aansluiting bij Spinoza. Bestaan is verschijnen als affectiones-voorstellingen die in het tweede weten adequate idee worden. En adequate ideeën geven zin.
We komen dan tot de objectieve werkelijkheid van onze verhouding met de bijzondere dingen en de ideeën. (Een louter ‘objectieve werkelijkheid’ bestaat alleen in een objectgebied en is weinig belangrijk zonder zinveld.)

Ik weet niet welke postmodernen Spinoza als idool nemen zonder waarheid. Deleuze en Badiou zijn geen ontkenners van een objectieve werkelijkheid.

Ed
Het Gabrielse begrip 'zinveld' (Sinnfeld) is een nog niet zo eenvoudig begrip - ook niet na jou 'toelichting'. En je 'toepassing' op Spinoza maakt het mij niet helder. Daarom ga ik er niet op in.

Het ontwikkelen van kennis volgens Spinoza’s kentheorie houdt, voor zover ik begrijp, in dat de mens zou moeten streven steeds verder te naderen tot inzicht in de onverbiddelijke natuurlijke stroom van oorzaak en gevolg. Dat inzicht heeft zijn eindpunt in het besef van eenheid in de substantie.

Als Spinoza probeert ook de emoties via wetmatigheden te verklaren, dan is dat zijn poging de menselijke realiteit van z’n subjectieve onderbuikgevoelens te ontdoen. Wellicht is zijn verklaring niet uitgebreid genoeg, maar ze is wel een uiting van Spinoza’s unificerende streven.

Als echter objectgebieden en zinvelden als eindpunten van kennis genomen worden, dan staan zij m.i. in hun subjectivisme lijnrecht tegenover Spinoza’s absolute eindpunt. Objectgebieden en zinvelden doen mij sterk denken aan interpretaties van de post-moderne waarheidsopvatting uit het pragmatisme, en ook het paradigma-denken van Kuhn. Ook hier is het streven naar universele waarheid verlaten, zelfs de mogelijkheid wordt ontkend. Dat verlaten maakt het ons wel erg gemakkelijk: we nemen als uitgangspunt dat we toch niet absoluut kunnen kennen, dus laten we maar ophouden er naar te streven.

Een van de consequenties van het pragmatisme (en van objectgebieden en zinvelden) is dat er lokale “kennis” ontstaat. Volgens Habermas werkt ze subjectiviteit in de hand. Ze zou alleen echte waarheid opleveren als iedereen het met iedereen eens is. Deze lokale verklaringsmodellen en waarheidsaanspraken (waaronder ook de religieuze) leiden echter regelmatig tot frictie en zelfs oorlog.

Wat mij betreft zijn objectgebieden en zinvelden, pragmatisme en paradigma’s, juist hinderpalen (want eindpunten) op de nastrevenswaardige weg naar groter eenheids- en waarheidsbesef.

Als je dat standpunt verlaat, dan verlaat je, voor zover ik nu begrijp, Spinoza’s inzicht.

Howard,
Jij kunt goed uit de voeten met "objectgebieden en zinvelden"? Is jou voldoende duidelijk wat daarmee bedoeld wordt om het (ze) in verband met Spinoza te brengen?

Howard, volg jij de definities van Markus Gabriel want objectgebieden en zinvelden zijn geen eindpunten van kennis.
Zo heeft bvb een objectgebied geen subjectivisme, dat is eerder weggelegd voor zinvelden. Objectgebieden verlaten bij Gabriel daarom zeker niet de universele waarheid. Zinvelden hebben veeleer lokale verklaringsmodellen, zeker.

Daarom vindt Gabriel het belangrijk objectgebieden en zinvelden scherp in het oog te houden en zeker erop te letten hoe ze in elkaar overvloeien. Want dat laatste doen ze.

“Objectgebieden en zinvelden doen mij sterk denken…” Ja, zij doen u sterk denken aan… maar volg jij Gabriel in zijn omschrijvingen? Anders praten we naast elkaar.

Ik zeg ook niet dat Gabriels indeling Spinozistisch is maar zijn zinvelden zijn waardevol om te kijken hoe we adequate kennis bekomen.

Stan,
Ik kan in relatie tot Spinoza niet zo goed uit de voeten met velden en gebieden. Alleen al uit de analyse van de woorden haal ik dat ze delen van het geheel beschrijven (velden en gebieden grenzen af).

Zoals ik het begrijp: De objectgebieden lijken geaccepteerde kennis over iets specifieks te bevatten, die op een ander overtuigend, evident overkomt. Die lijken te vergelijken met Spinoza’s evidente geometrische waarheden (ze drukken echter maar een stukje van de wereld uit). Een zinveld daarentegen zou bestaan uit ons lokaal min-of-meer gedeelde begrip van iets.

Vandaar dat ik sprak over pragmatisme, paradigma’s.

Ik zie Spinoza echter, als we die termen al willen gebruiken, een groot enkelvoudig zinveld propageren en een daarmee overeenkomstig enkelvoudig objectgebied. Als dat zo is, dan hoeven we niet over velden en gebieden te spreken, maar over een ongedeelde en te kennen werkelijkheid.

Howard,
“Alleen al uit de analyse van de woorden…” bedoel je dan de woorden uit het boek van Gabriel? Met andere woorden heb je het boek gelezen?

We kunnen idd spreken over “een ongedeelde en te kennen werkelijkheid.”

Mij ging het veeleer om volgende uitspraak van Gabriel: “Bestaan is verschijnen in een zinveld.”
Een spinozist kan daar toch iets mee aanvangen en er “Bestaan is verschijnen in een adequaat zinveld” van maken, niet? Adequaat begrijpen is toch enigszins zin geven aan begrijpen?

Het ‘gedeelde begrip’ zoals jij aangeeft is dan in te vullen als de gemeenschappelijke begrippen of de common notions. Niet als de algemene [universele] begrippen zoals mens, paard, hond enz (E2, 40)

Kan jij spinozistisch niets met “Bestaan is verschijnen in een adequaat zinveld”?

Kleine aanvulling.

“Bestaan is verschijnen in een veld van affectiones.”

Stan en Howard, nog een poging.

Spinoza’s kentheorie houdt in dat de mens moet streven naar een eindpunt van eenheid met de substantie.
De attributen zijn de talige toegang (wat het verstand opvat) tot het wezen van een substantie (E1 def IV). De schakel tussen verstand en substantie wordt gevormd door de ‘idee van God’ (E2/3).
Buiten substantie en modi (bestaanswijzen) is er niets (E1/15). Bestaanswijzen = openbaringen (affectiones) van substantie (E1/def V).

Lees nu Markus Gabriel: “Bestaan is verschijnen in een zinveld.”

Mogelijk te lezen als ‘bestaan is openbaren van substantie’, ‘bestaan is verschijnen in een affectiones-veld’, ‘bestaan is verschijnen in een adequaat begrijpen’, ‘bestaan is …’ en zo verder.

Meer was het niet. Een poging om de uitspraak van Gabriel met een spinozistische bril te lezen en te kijken wat het kan bijbrengen.

Mijn punt was dat Spinoza ons doet streven naar het begrijpen van een wereld (zoals je zegt: eenheid in de substantie), terwijl Gabriel enkel delen daarvan ziet. Hij stelt niet voor niets dat de wereld als geheel niet bestaat en als geheel fundamenteel niet kenbaar is.

Daarom denk ik dat beide zienswijzen incompatibel zijn en Gabriel niets bijdraagt aan het begrijpen van Spinoza.
In dat licht bekijk ik ook de common notions: als die op z’n Gabriels ontstaan in zinvelden, dan moet de verder ontwikkeling naar een ongedeelde ontologie ontbreken.

Mijn persoonlijke mening is dat Gabriel van de nood een deugd maakt: we kunnen de hele wereld niet kennen, dus deze bestaat dan ook niet. Ook dit staat in contrast met de beweging in de Spinoza’s Ethica: van God/Natuur naar intuitie van de eenheid met God/Natuur.

Heel iets anders is of Spinoza's positie praktisch überhaupt te bereiken is (alles wat schitterend is, is even moeilijk als zeldzaam). Wellicht niet, en dan kan Gabriel misschien iets betekenen. Maar dan zou ik zijn positie in moeten schatten als een nieuwe kijk op de wereld, terwijl ik eerder al schreef dat er voor mij niet veel nieuws in zit (pragmatisme, paradigma denken gaan immers ook al uit van een gefragmenteerd begrip van de wereld).

Uit het ideële verschil tussen Spinoza en Gabriel voor wat betreft wat maximaal haalbaar is qua kennen, trek ik de conclusie dat beide weinig voor elkaar kunnen betekenen.

Uit het ideële verschil tussen Spinoza en Gabriel qua kennen, is idd de conclusie te trekken dat beide weinig voor elkaar kunnen betekenen. Dat is correct.
Gabriel zal via ‘de verzameling van de verzameling bestaat niet’ zeggen dat substantie een metafysische constructie is en daardoor onkenbaar.

Als dit samenvallen met een substantie moeilijk te bereiken is, zoals jij ook enigszins aangeeft, is het natuurlijk belangrijk de consequenties hiervan te doordenken. En dan kunnen objectgebieden en zinvelden ons een beter zicht doen krijgen op een gefragmenteerde wereld zonder te vervallen in slecht begrepen post-modernisme.
Dan weten we in welk gebied waarheid zit en in welk gebied niet, nu denkt ieder zijn eigen waarheid.

Gabriel maakt van de nood een deugd, inderdaad. Toch is zijn 'Bestaan is verschijnen in een zinveld" een verademing.