Antoon Vloemans over het parallellisme tussen zijn en kennen bij Spinoza

waardoor een lichaam-geest-problematiek als sneeuw voor de zon verdwijnt.

Omtrekkende beweging ter introductie

Elke vrijdag heeft Bert Keizer een column in Trouw. Ik geniet meestal van zijn scherpe redenaties. Hij heeft twee centrale onderwerpen die telkens terugkomen: de één is euthanasie, levenseinde-begeleiding, dementie en leven of werken in een verpleeghuis; het andere: het leveren van strijd tegen neurowetenschappers of ‘neurosofen’ en hun pretentie van “wij zijn ons brein.” Vandaag betreft het weer het laatste thema. Aanleiding is het feit dat Trouw een week geleden een artikel had over hoe breinwetenschappers invloed willen uitoefenen op hoe ouders hun kinderen opvoeden (“Breinexperts vergallen het ouderschap”). Ik citeer twee passages uit zijn column van vandaag:

Het idee dat hersenwetenschappers iets te melden zouden hebben over het grootbrengen van kinderen is een gevolg van het wij-zijn-ons-brein-denken. Het gaat hier om een hardnekkig misverstand dat je het geestelijk welzijn van een mens, dat immers nauw samenhangt met wat er gebeurt in de hersenen, zou kunnen veranderen door niet naar die mens maar naar zijn hersenen te kijken. […]

Het is inderdaad het geval dat elke geestelijke gebeurtenis gepaard gaat met een activiteit in de hersenen. Het is ook zo dat een verandering in hersenactiviteit (drink maar eens te veel alcohol, of probeer xtc) een verandering in geestelijk leven teweegbrengt. Maar hoe dit gaat snappen we niet. Dat is het geest-lichaamprobleem. Wij kunnen maar niet begrijpen hoe een gedachte uit een brein kan komen. Maar het gebeurt wel. Het misverstand dat veel, zo niet alle, hersenwetenschap aankleeft is de conclusie dat emoties, gedachten, pijn, heimwee, verdriet, 'eigenlijk' gebeurtenissen in de hersenen zijn. En de volgende stap is dat ze de persoon terzijde schuiven om zich op de essentie te storten: de hersenen.” [Cursief van SV]

Het interessante vind ik steeds weer dat hij in zijn strijd tegen reductie van geestelijke zaken tot materiële, toch zo cartesiaans dualistisch is. Hij begint de tweede passage met een formulering (‘gepaard gaan’) die kan passen in Spinoza’s ‘parallellistische benadering’, maar gaat vervolgens weer over op de interactionistische veronderstelling à la Descartes, waaruit het lichaam-geest-probleem ontstaat - een probleem dat bij Spinoza niet bestaat, daar hij in zijn filosofie elke causaliteit tussen lichamelijke en geestelijke aspecten uitsluit. We hebben bij hem immers te maken met één ding, of één gebeuren dat nu eens op lichamelijk, dan weer geestelijk niveau kan worden bekeken of bestudeerd. De meeste denkers en wetenschappers blijven echter onder de indruk van een lichaam-geest-probleem, dat – daar het in werkelijkheid niet bestaat – altijd onoplosbaar zal blijven.

Ook de Duitse filosoof Markus Gabriel trekt ten strijde tegen wat hij noemt 'neurofetisjisme'. Hij bepleit: “Ken jezelf en niet je brein” en stelt: “We gaan onszelf niet beter begrijpen door ons brein te bestuderen.” Trouw had een verslag van een bijeenkomst met hem op de Radbouduniversiteit [cf.]. Daaruit bleek duidelijk dat Gabriel zich op het standpunt stelt dat we door ons denken een wil hebben. Zijn laatste boek heeft de titel Waarom we vrij zijn als we denken. [Bij ru.nl/radboudreflects is zijn lezing na te beluisteren. Hij noemt Spinoza nergens, maar duidelijk is dat hij Spinozisme maar onzin vindt: ca. 23:30 ziet hij causa sui als een non-sensical set of assumptions]. 

Dan nu over naar Spinoza, althans naar hoe Antoon Vloemans Spinoza begrijpt en uitlegt. Zoals de oplettende bezoeker van dit blog heeft kunnen opmerken, heb ik het hoofdwerk over Spinoza van Antoon Vloemans weer eens opgepakt. Intussen las ik nu ook zijn artikel in Chronicon Spinozanum en was daar zo van onder de indruk dat ik de moeite heb genomen om het als PDF nog eens opnieuw te publiceren. Het gaat om

Dr. Anton Vloemans, "Die Erkenntnistheorie des Parallelismus bei B. de Spinoza und ihre Verankerung in der Metaphysik." In: Chronicon Spinozanum Tomus Quartus / IV. Hagæ Comitis [Den Haag]: Curis Societatis Spinozanæ, [1926], 3-23 [cf. 't PDF]

Doordat Vloemans Spinoza steeds behandelt in het licht van voorgangers en tijdgenoten, is hij in staat een heel heldere typering te bieden van het eigene van Spinoza en diens behandeling van “die Parallelität der realen und der idealen Welt.” En passant blijkt uit deze formulering nog eens hoe ongelukkig eigenlijk de notie ‘parallelliteit’ is – alsof het om twee parallelle ‘werelden’ zou gaan van het reële en het ideële, hetgeen uiteindelijk niet het geval is: er is maar één wereld, één werkelijkheid, waarop alleen de attributen verschillende perspectieven bieden. *)

Een aanrader, dit artikel. Slechts af en toe kom je een zo duidelijke uitleg van Spinoza tegen. Dit is er zo een. Voor degenen die moeite hebben met de gelijkschakeling van causa sive ratio, of om te begrijpen wat nu precies met ‘adequatheid’ van ideeën bedoeld wordt, of met uitspraken als “de waarheid openbaart zichzelf” (veritas se ipse patefacit), of met begrijpen van wat valsheid of vergissen is… zij allen kunnen met dit artikel een flink stapje verder geholpen worden in het begrijpen van Spinoza’s filosofie.

______________________________________________- 

*)  Toevoeging 6 febr. 2017Iemand zond mij - op 4 febr. - als commentaar bij deze passage wat de Grote Van Dale online geeft bij het lemma

pa­ral­lel­lis­me

pa·ral·lel·lis·me/pa­rɑ­lɛ­lɪs­mə/zelfstandig naamwoord • het • g.mv.

1 het even­wij­dig-lo­pen= pa­ral­lel­lie

2 het ver­to­nen van een (vrij­wel) iden­tie­ke ont­wik­ke­ling, af­loop enz.

3 psy­cho­lo­gie leer dat psy­chi­sche en fy­si­sche wer­kin­gen naast el­kaar, maar zon­der cau­saal ver­band, ver­lo­pen

4 ver­hou­ding waar­in ge­lijk­soor­ti­ge din­gen, over­een­kom­sti­ge ge­val­len tot el­kaar staan

5 stijl­fi­guur van naast el­kaar ge­plaats­te vol­zin­nen die op de­zelf­de ma­nier ge­bouwd zijn en el­kaar op­hel­de­ren
   a in ’t bij­zon­der; in de He­breeuw­se dicht­kunst de ei­gen­aar­dig­heid dat de twee­de helft van elk vers met iet­wat an­de­re woor­den de­zelf­de ge­dach­te uit­drukt als de eer­ste helft

 

Bewoordeling door de e-mailer: de 3e omschrijving begint toch wel heel dicht Spinoza’s lichaam-geest-opvatting te benaderen (overigens gebruikte Spinoza zelf zoals bekend de term parallellisme nooit).

Opmerking - onder dankzegging - van SV: achter die 3e omschrijving zit inderdaad een zekere verwijzing naar Spinoza door sommige Duitse geleerden die in de 19e eeuw het vak psychologie ontwikkelden en daarbij naar Spinoza wezen. Daarover is nog wel e.e.a. te zeggen. Ik hoop ooit toe te komen aan een of meer blogs daarover.

Hier voeg ik nog deze opmerking aan toe. De titel die ik het blog gaf, "het parallellisme tussen zijn en kennen bij Spinoza" en de omschrijving die ik van Vloemans citeerde, “die Parallelität der realen und der idealen Welt,” geven beide niet precies Spinoza's visie weer. Bij hem hoort 'kennen' ook tot 'zijn' en maken ook ideeën deel uit van de werkelijkheid. Het valt nog niet mee om alles heel precies te omschrijven. 

Reacties

Je link naar de PDF schijnt niet te werken Stan.

Dankje, Mark, het was van een versie die ik verbeterd had en die dan een nieuw adres krijgt. Heb de link verbeterd. Ben benieuwd wat jij van dat stuk vindt, als je aan lezen toekomt.

Beste Stan,

Markus Gabriel ziet Spinoza’s Substantie als een super-object, of anders gezegd, als een monistisch begrip dat ervan uitgaat dat ‘de Wereld’ wel bestaat. Voor Gabriel is ‘de verzameling van de verzameling’ daarentegen uitgangspunt om dit als een leeg begrip te blijven zien dat, als het wel ingevuld wordt, metafysische pretenties krijgt. Hij vindt het beter om over objectgebieden en zinvelden te praten.
Objectgebieden behelzen alles wat meetbaar, weegbaar en concreet vaststelbaar is en waarover we gezamenlijk kunnen overleggen, bvb de wetenschappen.
Zinvelden kan je zien als de ‘gemeenschappelijke noties’ bij Spinoza die geen algemeen abstracte verhouding maar een betrokken verhouding instellen tussen Geest en bijzondere dingen.
‘Bestaan is verschijnen in een zinveld’ zegt Gabriel, en dit kan begrepen worden als ‘bestaan is verschijnen in de gemeenschappelijke begrippen’.
Misschien kan Gabriel wel aan de slag met Spinoza als hij meer nadruk legt op de attributen en modi waarbij substantie slechts de uitdrukking is van het gemeenschappelijk begrijpen.

Maar dan ben je geen Spinozist zal jij vermoedelijk zeggen.

Ed, twee blogs had ik over Markus Gabriel

http://spinoza.blogse.nl/log/voor-markus-gabriel-bestaan-alleen-de-dingen-niet-een-substantie-die-alles-een-maakt.html
&
http://spinoza.blogse.nl/log/markus-gabriel-heeft-het-liever-over-geist-dan-over-mind.html
cf. ook
http://spinoza.blogse.nl/log/review-spinoza-on-monism.html

Verder heb ik een flink aantal van de vele video's die van zijn lezingen gemaakt zijn, gevolgd: fascinerend, maar ook uiterst vermoeiend...
Jouw poging om Gabriel te verzoenen met Spinoza (via de notie van de gemeenschappelijke noties), kan ik waarderen, maar of je daarmee de juiste vertaling van wat hij 'zinvelden' noemt, te pakken hebt, betwijfel ik. Ik vrees dat Gabriel en Spinoza nooit in elkaars buurt te brengen zijn, zo uiteenlopend is hun filosoferen.

Aan het eind van het blog informatie toegevoegd ('t lemma parallellisme uit de Grote Van Dale)

“Ik vrees dat Gabriel en Spinoza nooit in elkaars buurt te brengen zijn, zo uiteenlopend is hun filosoferen.”

Dat kan, maar kan je met “Bestaan is verschijnen in een zinveld” niet bij Spinoza komen?
Met je aanvulling dat ‘begrijpen’ (kennen) en ‘zijn’ samenhoren dacht ik daaraan. En ook door de aanmaning van Spinoza in alles het goede te zien!