Berthold Auerbach (1812 - 1882) Spinoza. Ein Denkerleben
Joods-Duitse dichter en schrijver, eigenlijk genaamd Moyses Baruch Auerbach. Zijn ouders waren joods en hij, negende kind, was door hen voorbestemd om rabbijn te worden, maar door zijn filosofiestudie in Tübingen, München en Heidelberg en vooral vanwege het bestuderen van Spinoza raakte hij vervreemd van de joodse orthodoxie en besloot hij zich aan de literatuur te wijden. In Tübingen was het David Friedrich Strauss geweest die hem op Spinoza had gewezen.
Auerbach maakte een redelijk gelukkige start met zijn romantisering van het leven van Spinoza in zijn Spinoza. Ein Denkerleben (1838) - een interessant werk dat als roman of als biografie gelezen kon worden. Hierna schreef hij Dichter en Koopman (1839) en vervolgens maakte hij vertalingen van Spinoza’s complete werken die in 1841 ook werden uitgegeven. In 1842 schreef hij Der gebildete Bürger, waarin hij filosofische onderwerpen probeerde te populariseren. Daarop volgde zijn grootste succes, de Schwarzwälder Dorfgeschichten (1843), verhalen over het boerenleven in het Zwarte Woud, die hem nog meer beroemd maakten. Met Barfussele (1856), Edelweiss (1861), en andere met veel gevoel geschreven verhalen, schetste hij het leven der Zuid-Duitse boeren. Auf der Höhe (3 vols., 1865) waarin een politiek conflict in democratische harmonie wordt opgelost, verscheen in Nederlandse vertaling als Op de Hoogte (1867).
Hij was de voorman van het Duitse steuncomité dat samen met dergelijke comités in andere landen vanaf 1876 geld inzamelde voor het Haagse Spinozastandbeeld.
De tweede editie van Spinoza. Ein Denkerleben verscheen in 1854 en werd bekender. De eerste was niet in Nederland opgemerkt, deze tweede kreeg een uitvoerige bespreking in de Gids door P.A.S. van Limburg Brouwer (zie onder). Deze editie staat gedigitaliseerd bij Gutenberg.
Enige uitspraken over Spinoza. Ein Denkerleben.
Fritz Mauthner noemt in zijn SPINOZA een schets van zijn leven en werk uit 1921 Berthold Auerbach´s Spinozaboek kleinzielig en beschamend (klein und beschämend; hier).
Volgens Theo van der Werf, geciteerd door Martijn Meijer in NRC Handelsblad in nov. 2007 zette Auerbach Spinoza enigszins als kluizenaar neer.
Pierre-François Moreau schreef in The Cambridge Companion to Spinoza [p. 426 – 427]: Auerbach was een liberale jood wiens leven verbonden was met de strijd voor democratie en vooruitgang.
Auerbach was de eerste die het aandurfde Spinoza als literaire figuur neer te zetten. Het boek opent met de begrafenis van Uriël da Costa. Deze "Novel of moral edification"*) zette Spinoza neer als een genie die het als zijn missie zag de mensen op het pad van vooruitgang te leiden, maar die gedwarsboomd word door bijgeloof en irrationaliteit.
Siebe Thissen schrijft in Wiep van Bunge & W. N. A. Klever (Eds) Disguised and overt Spinozism around 1700 [BRILL, 1996, books.google]: In zijn boek bracht Auerbach Spinoza als de verlichte pionier van het moderne joodse denken. In de herziene uitgave van zijn novelle in 1855 stelde hij vast dat hij zich nog niet bevrijd had van Spinoza idyllische innerlijke leven' en hij bekende een bijna religieuze devotie te voelen voor zijn inspiratiebron.
Hij presenteerde zichzelf als pantheïst en Spinoza als de opperprofeet van het pantheïsme. Spinoza had een einde gemaakt aan het contrast tussen passie en denken en had een uitweg geboden uit de gefragmenteerde en gedesoriënteerde geloof van moderne theologen. Zoals hij het zag had Spinoza de kosmische spiritualiteit geheeld - reden waarom hij het centrale hoofdstuk van zijn boek had gewijd aan het Spinozistisch pantheïsme.
Maar het meest verbazingwekkende onderwerp van het boek was voor de Nederlanders de gedetailleerde beschrijving van Spinoza's karakter - een echo van wat Pierre Bayle had geschetst. Auerbach schetste Spinoza als een sobere, eerlijke en gedreven zoeker van waarheid die gepassioneerd van zijn "deus sive natura" had gezongen.
Petrus van Limburg Brouwer, redacteur van De Gids, publiceerde een boekbespreking van wel 34 pagina's van de herziene editie van 1855. De eerste, van 1837, had in Nederland minder indruk gemaakt. Maar nu was er wel belangstelling. Volgens Siebe Thissen een aanwijzing dat er in de Nederlandse cultuur iets veranderd was in de houding tegenover Spinoza.
Brouwer maakte het lekker bont in zijn bespreking. Vanwege de Nederlandse intolerantie had Spinoza een nieuw thuis in Duitsland moeten vinden. De ongeïnteresseerde Nederlanders hadden hun grootste denker verbannen en nu moesten de Duitse idealisten ons van het belang van zijn ideeën op de hoogte brengen. Het wordt volgens Brouwer tijd om de oude vooroordelen te begraven. Spinoza had laten zien dat het mogelijk was een ethisch en moreel goed leven te leiden zonder geloof in de persoonlijke God van de Bijbel. Brouwer geeft nog niet toe dat hij een Spinozist is, maar hier en in latere artikelen verdedigt hij Spinoza tegen zijn aanvallers.
Het boek van Auerbach en de uitvoerige bespreking door Brouwer bevorderden dat er meer over Spinoza gepubliceerd ging worden in Nederland.
In 1856 werd Auerbachs Spinoza-portret in het Nederlands vertaald door de vrijmetselaar en classicus Dionijs Burger jr. die eveneens enige interessante artikelen over Spinoza schreef en rond 1860 een vertaling van de Ethica maakte maar niet publiceerde (zie daarvan op despinoza.nl de gedigitaliseerde versie].
* * *
Het boek van Berthold Auerbach, Spinoza: het leven van een denker. [Uit het Hoogduits. Met een voorberigt van Dr. D. Burger, jr. Uitg. H.J. van Kesteren, 2e druk 1868, 386 pagina's] is in z'n geheel te lezen of downloaden van books.google.
De genoemde lange boekbespreking is te vinden bij de DBNL
P.A.S. van Limburg Brouwer, Het leven van een denker [Bespreking van Spinoza. Ein Denkerleben. Von Berthold Auerbach. Neue durchgearbeitete, stereotypyrte Ausgabe. Mannheim. 1855] in: De Gids. P.N. van Kampen & zoon, Amsterdam 1855
*) Typering van Anne Lagny, "Spinoza personage de roman chez B. Auerbach et E.G. Kolbenheyer", in: Spinoza au XXe Siècle, ed. O. Bloch (Paris, 1993), p. 459-482.