Boeken over emoties op komst
In
maart verschijnen, zo blijkt uit de voorjaar-2014-catalogus van ISVW
Uitgevers twee boeken over emoties, waarin - geen wonder als we de
auteur resp. redacteur zien - ook aandacht voor Spinoza's filosofie
over emoties:
Miriam van Reijen, Filosoferen over emoties. ISVW Uitgevers, maart 2014 - ISBN: 978-94-91693-31-1
_Grote_denkers_over_emoties.jpg)
Miriam van Reijen (red), Grote denkers over emoties. Van stoïcijnse apatheia tot heftige liefde. ISVW Uitgevers, mart 2014 - ISBN: 978-94-91693-32-8
Het staat er in de catalogus niet bij vermeld, maar in beide gevallen gaat het om heruitgave van al eerder verschenen boeken, die al geruime tijd niet meer verkrijgbaar waren. Die informatie had er heel goed bij vermeld kunnen worden, want het is een goede zaak dat ze weer aangeschaft kunnen worden, gezien de belangstelling die er bestaat voor Van Reijens cursussen over emoties.
Eerder verschenen:
•Filosoferen over emoties. [Reeks Sociale Wetenschappen] Uitg. Nelissen, Soest/Barneveld, 1995 (4e druk 2003)
•Emoties. Van stoïcijnse apatheia tot heftige liefde. (red. M. van Reijen) Uitg. Klement, Kampen / Pelckmans, Kapellen, 2005 (2e druk 2007)
Over dat laatste boek schreef ik in 2007 een impressie op een website waarop ik boekbesprekingen publiceerde, maar die van internet is verdwenen. Ik trof op mijn harde schijf dat stukje nog aan dat ik hier graag recycle.
Wat kunnen we zoal verwachten
Emoties,
het boek, bestaat uit twaalf hoofdstukken en een inleiding van
redacteur Van Reijen. Onder die ene noemer krijgen we te lezen over
de stoïcijnse emotiefilosofie, over de passies zoals Spinoza ze zag,
over David Hume’s ideeën over de emotie trots, over de
nietzscheaanse levenskunst van verlangen en emotie, krijgen we een
knap overzicht over dertig jaar emotietheorie: van emoties als
feelings (James), via de ‘cognitive turn’ waarbij emoties vooral
als cognities worden gezien (enigszins net zoals de Stoïci ze als
oordelen zagen), via weer de correctie daarop (emoties zijn
belief-desire-complexen) uitlopend op de mengvorm van de
neurofysiologische emotietheorie van Damasio (de ‘neurobiologische
wending’): volgens wie emoties én feelings én cognities zijn,
intentioneel én intelligibel zijn. Emoties worden evolutionair
bekeken, we krijgen emoties ná de 'linguistic turn' en een proeve
van ‘trots’ in de analytische filosofie. Aan het eind een
bespreking van en kritiek op de emotietheorie van Martha Nussbaum en
tenslotte nóg eens de emoties volgens het neurofysiologisch
'connectionisme'.
De stijl van schrijven
Zoals
dat meestal het geval is bij bundelingen van artikelen en
hoofdstukken van diverse schrijvers: die geven grote verschillen te
zien - overlap en tegenspraak. Deels persoonlijk en grotendeels nogal
geïnspireerd door Derrida, dus behoorlijk warrig soms, is de
bijdrage van Sandra Aerts. Een toonbeeld van helderheid is de
bijdrage van Heleen Pott, die een informatief overzicht geeft van
dertig jaar emotietheorie – iemand die helder kan schrijven. Dat
schrijven gaat iemand als Miriam van Rijen tamelijk moeizaam af. Dat
is des te lastiger, daar zij naast de inleiding nog tekent voor twee
hoofdstukken: over de Stoa en over Spinoza.
Geen algemeen aanvaard paradigma
De
vele wendingen in de laatste dertig jaar, maken wel duidelijk dat er
nog niet één algemeen gedeeld paradigma bestaat waarmee en van
waaruit emoties worden bestudeerd.
Werden emoties of passies
vroeger (bij de klassieke filosofie en de Stoa, maar ook heel sterk
bij Kant) gezien als verstoringen van de gemoedsrust (mensen konden
slaaf worden van hun passies, die ze moesten leren beteugelen), als
onjuiste opvattingen die ze konden ontmaskeren en vervangen door
'ware gedachten', waarbij het streven was apatheia
(emotieloosheid) te bereiken, inmiddels is wel duidelijk geworden dat
de door de evolutietheorie geïnspireerde psychologie en vooral de
neurobiologie de ontwikkeling en de nuttige functie van emoties heeft
leren herkennen en waarderen.
Neurobiologische emotieleer á la Damasio
Waar
vanuit dualistische mensopvattingen, emoties ofwel vooral aan de kant
van het lichaam (en z’n gevoeligheden en gevoelens, z'n vatbaarheid
voor aandoeningen) ofwel door cognitieve filosofen sterk aan de kant
van de oordelende ratio wordt gelokaliseerd, ziet de dominante
neurobiologische lijn á la Damasio vooral het hele organisme bij
emoties betrokken zijn. Met name de zes basisemoties (blijdschap,
woede, angst, droefheid, walging en verbazing) worden gekenmerkt door
vaste reactiepatronen bij zoogdieren, zeker die welke dicht bij de
mens staan. Die patronen zijn universeel en liggen vast in het
limbisch systeem dat door de zoogdieren ontwikkeld werd. Binnen dat
systeem fungeert de amygdala als emotioneel coördinatiesysteem. In
neurale circuits en microprogramma’s daarin liggen in de evolutie
ontstane succesvolle reactiepatronen vast: emoties zijn als het ware
gedragsstrategieën die adaptaties zijn voor aanpak van telkens
terugkerende problemen. Emoties vertonen sporen van ‘adaptief
design’ en kunnen aldus niet irrationeel zijn, wel kunnen ze in de
huidige zo geheel andere situaties minder aangepast blijken (wel
angst voor slangen, maar niet voor snel autorijden). Emoties zijn
volgens deze evolutionaire en neurofysiologische onderzoekslijn te
zien als “sturende motivationele systemen van gecoördineerde
veranderingen in fysiologie, cognitie en gedrag, gevormd door
natuurlijke selectie om op afdoende manier om te gaan met eisen van
de omgeving.”
Spinoza’s passieleer
Spinoza’s
passieleer wordt vanwege zijn niet-dualistische éénheidsopvatting
van lichaam en geest en zijn begrip conatus, het onophoudelijk
streven van het organisme, onder andere tot uiting komend in
begeerte, verlangen en motivatie, om te blijven voortbestaan
(vandaar: alles is eigenbelang), lijkt in deze benadering goed
inpasbaar. Maar ook volgens Spinoza moesten we van onze emoties zien
los te komen en daarin lijkt hij minder navolgbaar.
Containerbegrip
Het emotiebegrip lijkt een containerbegrip waar heel veel in
kan: van geciviliseerde/gesofisticeerde gevoelsreacties, tot
primaire, opgewonden, irrationele, fysiologische reacties. Het lijkt
dat het sterke eeuwenlange dualisme (van lichaam en geest) dat de ene
tegenover de andere filosoof doet overhellen naar ofwel vooral
cognitie- ofwel vooral feeling-aspecten. Iemand als Nussbaum lijkt
het accent te leggen op het cognitieve en dan vooral aandacht te
hebben voor de ‘hogere’, geciviliseerde emoties (als compassie,
liefde, verdriet). Bij diegenen die, zoals ook Nussbaum, sterk het
accent leggen op het intentionele van emoties (emoties gaan ergens
over) is er het probleem van het duiden van ‘objectloze emoties’,
emotionele mentale toestanden zonder object (stemmingen,
gevoelstoestanden als onrust of depressiviteit) of ‘reflexmatige
emoties’ als walging.
Emotietheorie
van Martha Nussbaum
Nussbaum bevindt zich in het kielzog van
de ‘cognitive turn’. Voor haar zijn emoties oordelen over en
intenties ten aanzien van voor ons belangrijke dingen (in een oordeel
(judgment) zit zowel het waarnemen van iets, als het accepteren resp.
het verwerpen van de waarheid ervan). De emotie geeft kennis over
voor ons belangrijke zaken in de wereld, die van waarde zijn voor ons
welzijn (eudaimonia), maar die we – en dat is een essentieel
kenmerk – ‘niet in de hand hebben’, waarin we kwetsbaar zijn -
mét de daarbij gegeven lichamelijke gevoelens. De emotie is niet een
gevolg, veroorzaakt door een oordeel, maar ís dat oordeel.
Traditioneel werden emoties als verlangens gezien, maar voor Nussbaum
zijn het oordelen. Door emoties te zien als oordelen zijn ze ook
vatbaar voor ‘waar of onwaar’ zijn: verkeerd, ongepast, namelijk
als ze berusten op een verkeerde evaluatie.
Simone
van der Burg laat in een helder artikel over Nussbaum zien dat de
sterke scheiding die zij aanbrengt tussen emoties (zoals zij ze
opvat) en verlangens, haar in problemen brengt. Hoe kunnen emoties,
helemaal losgemaakt van verlangens, tot handelen aanzetten? Hoe komen
we van oordelen tot handelen? Simone van der Burg ontwaart bij
Nussbaum een motivatieprobleem.
Ook hier lijkt het weer dat een
te scherp dualisme ergens onvruchtbaar wordt. Ook verlangens moeten
meebegrepen worden in emoties. Hoe komen we tot welzijn, tot
eudaimonia (door Nussbaum creatief vertaald met ‘a flourishing
life’ i.p.v. met 'geluk') alleen door oordelen? Is dat niet erg
cerebraal.
Al met al een boeiend breed en actueel overzicht over het filosoferen over emoties - hun ontstaan, betekenis en belang.
Stan Verdult (2007)

