Breviarium Spinozanum: waarheidsijver is een bron van vriendelijkheid en zachtheid

Tegen het eind van de Tractatus theologico-politicus, in Hfst 20 §15, stelt Spinoza Amsterdam als voorbeeld van een stad die als bewijs kan dienen voor zijn stelling dat de overheid mensen vrij kan laten in hun meningen, waarin ze van elkaar kunnen verschillen, zonder dat ze elkaar schade berokkenen. Er is wel aangenomen (b.v. door Henri Krop) dat hij die lofrede op Amsterdam ironisch bedoelde (denk aan Adriaan Koerbagh). Ik betwijfel dat, als je ziet hoe die hommage aan Amsterdam is ingebed in een serieuze context. Daarna verwijst Spinoza – als voorbeeld van het tegenovergestelde - naar de verwoestende uitwerking van de overheidsinmenging in het geschil tussen remonstranten en contra-remonstranten. Hij wijst erop dat scheuringen niet voortkomen uit een grote ijver voor de waarheid (ex magno veritatis studio), maar uit heerszucht. Het is daar dat hij aan het magnum veritatis studium tussen haakjes toevoegt: die namelijk een bron is van vriendelijkheid en zachtheid. Hier de betreffende Latijnse passage:

praeterea schismata non oriri ex magno veritatis studio (fonte scilicet comitatis, & mansuetudinis), sed ex magna libidine regnandi;

Er staat niet ‘fons’ maar ‘fonte’ wat een duidelijke plaatsaanduiding (locatief) is, die dan – zo dacht ik aanvankelijk - eerder op veritas dan op een gekwalificeerde activiteit als ‘studio’ (ijver) zou slaan; maar bij nader inzien denk ik toch dat Spinoza het bedoelt als te slaan op de ijver voor de waarheid – hét streven van ware filosofen. Daarom mag je dit m.i. herformuleren tot het volgende Spinozistische adagium, waarbij je het uitleggend ‘scilicet’ (namelijk) kunt weglaten of beter: omzetten in ‘est’:

Veritatis studium est fons comitatis et mansuetudinis

De vertaling staat in de kop van dit blog (waarbij ik de vertaling van Akkermans lichtjes heb aangepast). Het is wel aardig nog eens te beseffen dat studie vooral ijver betekent - het serieus streven naar kennis ofwel conatus cognitionis! En dat "Summus mentis conatus summaque virtus est res intelligere tertio cognitionis genere." [5/25]

Tot zover wat ik in dit blog wilde schrijven. [De zinvolle toepassing als moraliteit voor dit blog kan iedereen zelf wel bedenken...]

 

Wie schetst mijn dubbele verbazing, toen ik bij ’t even Googlen, op de website van de Biblioteca Ambrosiana in Milaan deze afbeelding tegenkwam en een PDF van een paper over een “Essay van een metafysische ervaring” van Gustavo Bontadini (1938) dat eindigde met enige pagina’s waarop men “Note e appunti per possibili domande” [Notities en aantekeningen voor eventuele vragen] kon opschrijven. Aan de kop van het formulier stond:

De ene verbazing betrof het feit dát daar deze uitspraak van Spinoza gebruikt werd. Wel aardig om te zien uiteraard. De tweede verbazing betrof de vraag waarom de maker ervan mansuetudo (zachtheid) verving door benevolentia (welwillendheid, genegenheid). De enige reden die ik kan bedenken is de mogelijke veronderstelling van de maker dat mogelijk meer lezers het tweede dan eerste woord kunnen thuisbrengen. Maar wie weet is er een andere uitleg mogelijk.

Reacties

Een paar lessen Latijn zouden je schaamrood bezorgen over je onmogelijke Latijnse zin met de ablativus FONTE!

Zou heer Klever kunnen afdalen uit zijn biljartballentoren om een onbeholpen non-latinist duidelijk te maken wat hij bedoelt of is hij daar te zeer 'erhoben' voor...Ik weet niet zeker of Stan Verdult dit soort interacties op zijn weblog op prijs stelt en kan mij best voorstellen dat hij dit tekstje verwijdert. Ik bedoel niet opnieuw een discussie aan te gaan over het vrije woord en besef wel dat dat hiermee opnieuw aan de orde wordt gesteld. Zo gaat dat...

Zoals ik al schreef zag ik fonte - alsof het wellicht alleen op veritas sloeg - als een soort "locativus", maar dat was natuurlijk een raar hersenspinsel - alsof het om "een ergens gelocaliseerd waarheidsgebied zou gaan (daar lijkt het soms wel eens op, maar is uiteraard te Platoons). Enfin, ik kwam er snel op dat het op de handeling (veritatis studium) moest slaan. Die bracht ik naar de nominativus, maar vergat dat voor fons, hoewel ik had gezien dat de "Ambrosianen" dat wel gedaan hadden (wellicht speelde dat hersenspinsel mij nog parten). En inderdaad is mijn Latijnse kennis niet zodanig dat ik het meteen zie vloeken (inmiddels wel). Dank dus voor je verbetering, Wim. Ik kreeg daar via de mail ook al een vriendelijke tip van iemand over.
Als je nagaat dat je me bijna dagelijks (soms meermaals) bestookt met mailtjes, Wim, dan begrijp ik niet waarom dit niet even via de mail getipt kon worden. Maar nee, jij vindt het veel heerlijker om iemand op z'n nummer te zetten. Voor jou is waarheidsijver geen bron van vriendelijkheid en zachtheid - ook daarin ben je geen Spinozavolger.
Laat 't vele mailen voortaan liever maar achterwege svp (zoals ik al eerder gevraagd had).
Aris, dank voor je steun. Ik volg je advies niet op en laat alles staan - als contrast met de inhoud van het blog die uiteraard van groter belang is.

Een bevriende geest zei ooit: "Mensen die de waarheid zoeken zijn onweerstaanbaar, mensen die 'm claimen te bezitten zijn onuitstaanbaar".

Precies, Stefan. Ik denk dat Spinoza zoiets bedoelde.

Reageren

Naam   E-mail Mijn url
Voer onderstaande code hiernaast in:
72dd11
Onthoud mijn gegevens!