De Retractationes van Hans Achterhuis
“Haec omnia inde esse in quibusdam vera, unde in quibusdam falsa sunt,” schreef Augustinus in zijn Sililoquia: “Om dezelfde redenen waarom dit alles in sommige opzichten waar is, is het ook in sommige opzichten onwaar,” vertaalde J. Sperna Weiland deze zin die G.E. Lessing aan zijn boekje Die Erziehung des Menschengeschlechts als motto meegaf. Ik wil deze uitspraak toepassen op dit blog en dan vooral op Hans Achterhuis.
Drie jaar gleden was hij door de ASK als coreferent gevraagd op de Spinozadag bij de hoofdspreker, Jeroen Bartels. Hij begon aldus: “Laat één ding duidelijk zijn: ik spreek hier eerder als Spinozafan dan als Spinozadeskundige. Als fan, als iemand die onze grootste Nederlandse filosoof bewondert en die steeds weer door diens inzichten wordt meegesleept, heb ik snel en enthousiast ‘ja’ gezegd op de uitnodiging om coreferent ter zijn…” [cf hier] Al meermalen heb op dit weblog mijn twijfel erover geuit of dat wel echt gemeend was en hij echt een liefhebber van Spinoza is. Misschien was het op dat moment welgemeend, maar was de uiting niet authentiek en dus niet waar.
Dat onware blijkt nu zonneklaar uit het boekje van zijn hand dat net uit is: Zonder vrienden geen filosofie (Lemniscaat, 2011). Het is een heel mooi en persoonlijk boekje geworden, zeker voor degenen die Hans Achterhuis kennen en een goed hart toedragen. Maar Spinoza komt er niet in voor. Juist bij vele thema’s van dit boekje zouden Spinoza’s leven en denken treffende illustraties hebben kunnen opleveren: over het belang van vriendschap (Spinoza had een echte vriendenkring en schreef ook over vriendschap), over het belang van overeenstemming van leer en leven (Spinoza leefde zijn leer en is eigenlijk hét voorbeeld van die harmonie; Achterhuis noemt alleen voorbeelden van het tegendeel), de vraag over wat ‘een geslaagd leven’ inhoudt of waarin de ‘troost van de filosofie’ kan worden gevonden (Achterhuis verwijst o.a. naar Machiavelli, Nussbaum e.a. maar juist ook aan Spinoza had hij duidelijk kunnen maken “hoezeer de wijsbegeerte steeds de vraag naar het heil voor de mens, naar het goede en geslaagde leven, aan de orde stelt.”).
Maar, het zij nogmaals gesteld, Spinoza komt in het boekje in het geheel niet voor. En we kunnen dus naar waarheid concluderen dat Spinoza geen echte vriend van Hans Achterhuis is. Dat blijkt juist uit dit boekje daar Achterhuis erin zijn affiniteiten en zijn filosofische vrienden schetst. Het is een redelijk persoonlijk boekje geworden, zonder dat je het echt memoires kunt noemen. Het meest doet het me denken aan de Retractationes van Augustinus. Op het eind van zijn leven ging de kerkvader alle boeken na die hij geschreven had en wat hij er nu, in retrospectief, van vond. Hij vroeg zich af waar hij nog achter stond en wat hij het liefst anders had willen zeggen of wat hij nu herzag. Zelfbewust en in alle oprechtheid. Dat doet Achterhuis in dit boekje net zo. Hij loopt, zonder chronologische volgorde, maar meer thematisch zijn werken na, beschrijft waarom en hoe hij er aan werkte en hij blikt in verbazing terug en probeert te begrijpen waarom hij in de 70-iger en 80-iger jaren zo achter Mao Zedong en Pol Pot heeft kunnen staan.
Ik herken mij in veel van wat hij schrijft, bijvoorbeeld over zijn lievelingsdenker Hannah Arendt. Tot mijn vreugde lees ik dat hij met een boek in haar denkspoor bezig is en dat “Ik wil begrijpen” zal gaan heten. En enigszins tot mijn verbazing kondigt hij een nieuwe editie aan van zijn eerste en direct heel grote bestseller, De markt van welzijn en geluk (1979). Een boek waaraan ik indirect misschien ook wel een beetje heb mogen bijdragen. Hij schreef het mede naar aanleiding van zijn ervaringen als filosofiedocent aan het IWA, het Instituut voor Wetenschap der Andragologie. Ik studeerde er van ’72-’76 en had hem als filosofiedocent. De meeste studenten studeerden net als ik parttime en brachten hun ervaringen vanuit het maatschappelijk werk en welzijnswerk in. En dat voedde Hans Achterhuis met praktijken, waardoor zijn boek midden in de actualiteit stond. Gaat hij het her-actualiseren?
Een aardig boekje, dit Zonder vrienden geen filosofie, nogmaals, vooral voor de kenners van Hans Achterhuis. Sommige teksten kwamen me bekend voor. Het blijkt dat hij ermee verdere uitwerking gaf aan zijn emeritaatsrede, Lof en troost van de filosofie (2007). Maar goed dat ik dat niet wist, anders had ik het misschien niet gekocht. Maar ik heb er geen spijt van dat ik het aanschafte, ook al wist ik uit de index dat Spinoza er niet in zou voorkomen. Maar zo monomaan alleen met Spinoza bezig ben ik nu ook weer niet: Hannah Arendt, Hans Achterhuis en vele anderen horen ook in mijn boekenkast en horen vooral gelezen te worden.Maar nog één keer (en dan houd ik erover op): als Spinoza je filosofische vriend niet is, doe dan niet net alsof hij dat wél is. Je hóeft het niet te zijn – maar laten je woorden in overeenstemming zijn met wat je echt vindt en leert – het is dé toetst van Hans Achterhuis zelf.

