De steen vliegt
7 juni tot en met 6 juli 1997 vond in Arti et Amicitiae te Amsterdam de tentoonstelling plaats 'De steen vliegt: beeldende verkenningen geïnspireerd door Benedictus de Spinoza'. Ter gelegenheid daarvan verscheen het boek:
Lugt, Patricia van der (ed.), De steen vliegt: verkenningen geïnspireerd door het gedachtengoed van Benedictus de Spinoza / A stone in flight: artistic explorations inspired by Benedictus de Spinoza. Arti et Amicitiae /Amsterdams Fonds voor de Kunst, Amsterdam/Vereniging Het Spinozahuis, Rijnsburg, 1977. Hardcover. Dustjacket. 191 p.: ill.; 26 cm. Oplage 1000. ISBN 9072612213
Af en toe vind je op internet deze of vergelijkbare omschrijvingen van dit boek, aangeboden door antiquariaten. Blijkbaar is er vraag naar, want twee keer viste ik achter het net en was het al verkocht. De derde keer was het raak.
Ik kwam verwijzingen naar dit boek tegen bij mijn regelmatige speurtochten naar sporen van activiteiten over of n.a.v. Spinoza, o.a. naar kunstprojecten. Over een aantal daarvan heb ik in dit weblog reeds gerapporteerd.
Ik schafte de uitgave aan wegens deze opmerking van Leon Kuunders op zijn website: "Zie voor een solide beschouwing over de Spinoza-portretten het artikel van Rudi Ekkart, "Spinoza in beeld: het onbekende gezicht" (met Engelse vertaling), in De steen vliegt/ A stone in flight (Amsterdam : Arti & Amicitiae, 1997), pp 130-160; ook als afzonderlijk boekje verschenen."
Ik had een of ander dun en slap catalogusachtig werkje verwacht, maar het bleek een fraai verzorgd (gebonden én ingenaaid en fraai vormgegeven) boek te zijn.
Bij deze in 1997 in Arti et Amicitae gehouden tentoonstelling De Steen Vliegt, gewijd aan Benedictus de Spinoza, kreeg een achttal kunstenaars de opdracht een werk te realiseren in de geest van deze filosoof. De acht kunstenaars waren: Jan Andriesse, Waldo Bien, Tom Claassen, Luciano Fabro, Thom Puckey, Ronald van Tienhoven, Lidwien van de Ven en Famke van Wijk.
Peter Sierksma gaf in Trouw van 7 juni 1997 een recensie van de tentoonstelling.
De recensie van Karin Veraart in de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 6 juni 1997 is hier te vinden op despinoza.nl
Ik had gehoopt pictures van deze werken hier of daar tegen te komen, maar dat is me tot heden niet overkomen. Het staat mij niet vrij illustraties uit dit boek te copiëren. Ik heb ook die behoefte niet echt.
Bas Heijne geeft in zijn bijdrage "De macht van het verstand" een aardige impressie van Spinoza, waarbij hij, gebruik makend van Jaffé's "Spinoza en het beeldend denken", een poging doet tot een kunstbeschouwing in spinozistische zin. Maar - heel onspinozistisch in mijn ogen - beweert hij dan "dat kunst, het produkt van onze verbeelding, nooit en te nimmer werkelijkheid kan zijn." Ik denk niet dat Spinoza zich hierin zou kunnen vinden. Er is - ontologisch - bij Spinoza maar één werkelijkheid en kunst behoort daar ook toe. Kunst, als menselijke uiting, hoort ook tot de natuur - is zelfs in z'n creatieve ontstaansfase een vorm van goddelijke uiting, van natura naturans! Daar zouden de kunstenaars nog eens van kunnen opkijken, mag je aannemen.
Aan het slot van zijn artikel zegt Heijne: "...dat ieder kunstwerk een konterfeitsel is, autonoom, bedacht en gemaakt, een poging om uitdrukking te geven aan het onbekende of het onzichtbare. Kunst draagt een waarheid in zich, die nooit de waarheid kan zijn. Alleen wanneer je dat beseft, is het het mogelijk een voorzichtig vredesakkoord te sluiten tussen die twee ogenschijnlijke aartsvijanden, kennis en verbeelding - en te erkennen dat ze beide van levensbelang zijn."
Ik denk te begrijpen wat hij bedoelt en kan het daarmee eens zijn, maar hij creëert toch een té sterke tegenstelling tussen kennis en verbeelding: onze verbeelding is voor Spinoza ook een kennisvorm, en geen onbelangrijke. Het is in de meeste gevallen onze eerste en belangrijkste kennisvorm, waarmee we de wereld verkennen. De verbeeldingskracht is, zoals Heijne eerder in zijn stukje treffend verwoordt, "ons vermogen om de wereld te verzinnen. Dat vermogen kan een soort vooruitgeschoven post van ons verstand zijn, een verkenner die zich op voor ons onbekend terrein waagt." Hier maakte hij belangrijke opmerkingen voor een spinozistische kunsttheorie, die hij echter naar het einde toe jammer genoeg weer afzwakt.
Heijne had echter duidelijk méér Spinoza in z'n inkt dan Muriel Rive. Zij die de acht kunstenaars voor dit boek aan het schrijven probeerde te zetten, heeft het in haar bijdrage "Door het oog van de rede", meer cartesiaans dan spinozistisch, over "twee werelden, de wereld van de geest en de wereld van de materie. Alles heeft twee gezichten, een zichtbare en een onzichtbare. De zichtbare wereld van de dingen loopt parallel aan de onzichtbare wereld van de ideeën, maar zij kunnen elkaar niet beïnvloeden."
Als iemand nu juist geen twee-werelden-theorie heeft dan is het toch Spinoza. Als je zo - erg cartesiaans - van twee werelden uitgaat, wordt het zgn 'parallel lopen' en het 'elkaar niet kunnen beïnvloeden' veel moeilijker te begrijpen, dan wanneer je - spinozistisch - juist uitgaat van één wereld. Dat 'niet begrepen hebben' blijkt bijvoorbeeld uit de daarop volgende zin: "Als deze twee werelden onafhankelijk van elkaar funtioneren, lijkt het niet mogelijk om via de geest de essentie van de materie te begrijpen. Maar ondanks het parallellisme van de twee gebieden, stelt Spinoza dat het rationele denken wel degelijk in staat is om de aard van de dingen bloot te leggen." Deze beweringen, met daarin het 'ondanks' en de 'twee gebieden', illustreren het onbegrip.
Als er meer Spinoza-kenners in de redactie hadden gezeten, zouden deze beweringen geen doorgangspas gekregen hebben, denk ik.
Met Spinoza's metafoor voor 'bewijzen' (bewijzen zijn het oog van de rede), wordt in het stukje dat die titel draagt, maar daar niet naar verwijst, eigenlijk ook niets gedaan. Immers, "de kunstenaars hebben zich niet in het keurslijf van de rede laten drukken," zodat de titel eigenlijk had moeten luiden: "Niet door het oog van de rede."
De stofomslag van z'n bandsluier ontdaan geeft een door Opera Ontwerpers grafisch fraai vormgegeven Spinoza-portret.
Indertijd was er over de tentoonstelling informatie te vinden op arti.nl, maar het archief van die website gaat niet verder terug dan tot 2003.
Anders is dat met een openluchtkunstmanifestatie die in 2002 plaats had op de Paviljoensgracht in Den Haag bij het Spinozamunument | met 10 installaties | acties | perfomances plaats, georganiseerd door Kunstenaarsinitiatief Hot Red Lokaal, Den Haag. Daarover is hier de website van het kunstenaarscollectief nog altijd een impressie te vinden. Zoals "De Spiegel van Spinoza door Alex van Mechelen," waarbij het idee was: "Het standbeeld van Spinoza kijkt weg van de plaats van 'ontmoeting onder de bomen'. Met het beeld 'de spiegel' wordt de blik van Spinoza gecorrigeerd: Spinoza kijkt in de spiegel het publiek recht in het gezicht. Bovendien reageert het beeld als een metafoor op de nieuwsgierigheid ('het spionnetje') die op deze plek in de stad dagelijks zo'n grote rol speelt en de leidraad vormt voor het publiek en de kunst op deze bijzondere middag."