dr. P.H. Ritter Jr. (1882 – 1962) ‘Spinoza is de grootste lievelings filosoof van mijn jeugd geweest’
Schreef hij in een brief uit 1935 aan Max Kijzer.
Deze Nederlandse letterkundige, literatuurcriticus, schrijver, journalist, ambtenaar en radiopresentator schreef heel veel en hield vele radiopraatjes die hem populair maakte. Hij heeft dan ook een uitgebreide wikipedia-pagina, en lemma in het Biografisch Woordenboek van Nederland [cf].
Van zijn vader, hoogleraar wijsbegeerte in Utrecht, die ook veel over Spinoza sprak, moet hij Spinoza met de paplepel hebben binnengekregen. Daarvan getuigt de zin in de kop. *)
Ik was van plan het kort te houden en vermeld alleen nog dat hij op 17 december 1948 aan Van Mancius schreef: ‘De letterkunde en de journalistiek als beroep uitgeoefend geven zeer grote teleurstellingen. Persoonlijk betreur ik het altijd, dat ik geen kruidenier ben geworden. Wie letterkundig talent bezit moet kousen gaan verkopen als wijlen Vondel; wie wijsgerig talent heeft moet brillen gaan slijpen als wijlen Spinoza. Het overbruggen van de scheiding tussen broodwerk en literatuur is de oorzaak van duizenden mislukkingen, zowel in de kunst als in het leven.’
Hij was jarenlang hoofdredacteur geweest van het Utrechts Dagblad. Na zijn ontslag liet hij met een sprankje humor kaartjes drukken met erop: ‘Dr P.H. Ritter Jr Weggejaagd Hoofdredacteur Commissionair in letterkunde en aanverwante zaken’.
Dit alles is te vinden in:
Jan J. van Herpen, Met bestendig jeukende pen. Documentair Klein Memoriaal over leven en werk van dr. P.H. Ritter Jr. (1882 – 1962). Uitgeverij Flanor, 2009 [PDF]
"Toen de biografie in de jaren zeventig nog een braakliggend terrein was in Nederland, en zelfs onze grootste zonen het zonder levensbeschrijving moesten doen, was Jan van Herpen al in de weer met de vrijwel vergeten P.H. Ritter jr (1882-1962).
Ritter was nogal rechts, de Groot Nederlandse gedachte sprak hem buitengewoon aan. Hij schreef proza en poëzie, een tikje bombastisch, maar werd vooral bekend als boekbespreker van de Avro. Van 1928 tot 1957 verzorgde hij wekelijks het Boekenhalfuur, behalve in de oorlog want toen zat hij gevangen in diverse kampen.
Dat Boekenhalfuur kon een schrijver maken of breken. Uitgevers legden Ritter uiteraard in de watten. Een enkele uitgever schijnt ter stimulering van Ritters gedachtegang een briefje van 25 gulden in een recensie-exemplaar te hebben ingesloten. Ritter moet toen zijn bespreking begonnen zijn met de zin: ‘Reeds het openslaan van dit boek was een waar genoegen.’
Jan van Herpen was bij de Avro niet alleen de samensteller van de populaire quiz Hersengymnastiek, maar als bespreker ook de opvolger van Ritter. De bewondering voor zijn voorganger is bijna vertederend. Samen met Koert van de Horst van de Universiteitsbibliotheek in Utrecht inventariseerde hij Ritters archief met tachtigduizend brieven.
Hij publiceerde – in aparte uitgaven – Ritters briefwisseling met Slauerhoff, Willem en Jeanne Kloos, Herman de Man, Dirk Coster, Lodewijk van Deijssel, Eva Raedt de Canter, Clare Lennaert en Frans Mijnssen. In 1982 schreef hij Al wat in boeken steekt: dertig jaar radiowerk van P.H. Ritter jr. En ondertussen werkte hij maar door aan die biografie. "[geleend van Paul Arnoldussen op Historisch Nieuwsblad.]
_____________
*) Enige voorbeelden van optreden over Spinoza door zijn vader, P.H. Ritter
dr. Ritter in de rubriek "Figuren uit de Wijsbegeerte" uitgebreid over Spinoza. Rotterdamsch nieuwsblad, 30-01-1905 [KB-kranten]
dr. P.H. Ritter uit Amsterdam geeft "een weinig critiek op het stelsel van Spinoza." Rotterdamsch nieuwsblad, 27-02-1905 [KB-kranten]
prof. P.H. Ritter als spreker voor de Vereeniging "De Vrije Gemeente" ter herdenking van de verbanning op 27 juli 1656, tweehonderdvijftig jaar geleden. De Telegraaf 27-11-1906 [KB-kranten]
Zie ook et volgende blog over zijn vader en Spinoza

