Een nieuwe, frisse Ethica-vertaling

De voorbije dagen heb ik mij bezig gehouden met het rustig en met intense aandacht lezen van de Ethica in de nieuwe vertaling van Corinna Vermeulen. En het was een waar genoegen. Op de eerste plaats uiteraard door de sublieme en zo bijzonder onderling samenhangende filosofische tekst van Spinoza, maar niet minder door de werkelijk schitterende vertaling van Corinna Vermeulen. Zij geeft ons een voortreffelijke, afgestofte en volledig opgeschoonde Nederlandse Ethica, zoals Spinoza hem bedoeld moet hebben. Het is juist ook de zeer goede leesbaarheid van de tekst die maakt dat je Spinoza heel dichtbij ervaart, zeker daar waar hij de ‘ik’-vorm gebruikt en de lezer toespreekt, zoals hij op meerdere plaatsen doet (b.v. 4/9s).
Ik heb het dan over de tekst in z’n totaliteit die eindelijk leest als een trein. Uiteraard zijn er altijd wel een paar op- en aanmerkingen te maken – ik kom zodadelijk met een paar – maar die doen niets af aan de hoge kwaliteit van het geheel.
Dat het de vertaling naar het Vaticaanse Handschrift betreft (in het boek nog eens toegelicht door Leen Spruit) acht ik de bezoekers van dit blog genoegzaam bekend.

Bepaald geen 'haastklus'
Wel vaker heb ik de hele Ethica gelezen, maar dan verspreid over een langere periode. En vervolgens vaak apart nog eens grote stukken en uiteraard heel dikwijls aparte stellingen, bewijzen en toelichtingen ter nadere bestudering ervan om gerezen vragen te beantwoorden en op zoek naar almaar meer begrip ervan. Ik kan niet inschatten hoe dikwijls ik bijvoorbeeld de appendix van het eerste deel gelezen heb, waar ik niet genoeg van kan krijgen en van blijf genieten. Maar niet eerder las ik de Ethica in zo korte tijd als bijna in één ruk (natuurlijk moet je het boek af en toe even wegleggen, zodat het niet echt één ruk is). Ik heb de indruk dat dat nu ook pas voor het eerst mogelijk is met deze uitgave. Alles eraan werkt mee zodat je optimaal van Spinoza kunt genieten: de heldere hedendaagse taal die de vertaalster ons voorzet, de verhelderende toelichtingen in de voetnoten en achteraan (ik kom daar nog op), de vormgeving die ik in een vorig blog al prees en waar ik laaiend enthousiast over ben. Daaraan kan ik – nu ik alles gelezen heb – nog toevoegen het feit dat er geen enkele drukfout of niet-lopende zin te ontdekken valt; iets wat je bij andere uitgevers wel anders, slordiger, meemaakt. Hier geen enkele zetfout! Het zou me niet verbazen als daaraan al een zonder typefouten aangeleverde tekst van de vertaalster ten grondslag lag. Ik heb me dan ook zeer geërgerd aan de benadrukking in kop en tekst in de recensie van Michiel Leezenberg in de NRC van afgelopen vrijdag van de haast, waarmee aan deze uitgave gewerkt is. Het staat er niet letterlijk, maar het suggereert denigrerend dat het om een ‘haastklus’ zou gaan. Schande! Want dat is het bepaald niet; alsof je ook maar aan iets zou kunnen merken dat dat het geval was. Integendeel – en het is toch het resultaat dat telt en dat is aan alle kanten voortreffelijk. Het geeft aan hoe het project voorrang kreeg en blijkbaar door niets werd afgeleid – én ook hoe dat werk met grote bekwaamheid werd verricht. Overigens valt de bespreking van Leezenberg best positief uit: "Vermeulen is er wonderwel in geslaagd Spinoza's weerbarstige en dikwijls duistere Latijn om te zetten in leesbaar hedendaags Nederlands." Daar zijn we het eens.

Ver- en bewondering
Ik laat dan ook hier op Corinne Vermeulen en de andere medewerkers aan deze uitgave van toepassing zijn hetgeen Spinoza stelt in stelling 52 van deel III (in haar vertaling uiteraard):
“Een object dat we eerder tegelijk met andere hebben gezien of waarvan we ons verbeelden dat het niets heeft behalve wat een aantal dingen gemeenschappelijk heeft, zullen we niet zo lang beschouwen als iets waarvan we ons verbeelden dat het iets bijzonders heeft.” En uit de toelichting erbij: “Maar als het voorwerp van onze verwondering iemands wijsheid, ijver of iets dergelijks is, dan wordt die verwondering verering genoemd omdat we denken dat diegene ons daardoor ver overtreft.” (p. 153) En zo is het hier. [En let op: 'verwondering' is bij Spinoza geen emotie...]

 

Laat ik een aantal zaken noemen waar ik in het bijzonder content over ben.

[1] De oplossing die gekozen is om affectio, affectus en passio te vertalen. ‘Affectus’ werd ‘gevoel’ (waarmee we af zijn Krops ‘hartstocht’); ‘passio’ werd ‘aandoening’; affectio werd, waar het de dingen en dus vooral de mens betreft ‘inwerking’ en waar het God betreft (want daarop kan niets inwerken) werd het (afficere) gelezen als ‘voorzien van’. Dat vooral maakt deze Ethica duidelijk leesbaar en hedendaags.

[2] Een heel fraaie oplossing vind ik de vertaling van ‘in actu’ met feitelijk (en niet ‘actueel’), hetgeen ook prima wordt toegelicht (zie b.v. 1/8s2, 2/26 en op meer plaatsen).

[3] De vertaling van ‘Deus sive natura’ met ‘God oftewel de natuur’, waardoor het geen ruimte biedt aan twijfel dat er een keuze tussen zou zijn (of-of): nee het betreft identificatie.

[4] Fraai (hoewel minder van belang] vind ik dat de genera of speciae van kennis hier ‘categorieën van kennis” worden – sluit goed aan bij het hedendaagse filosoferen.

[5] Zo zijn er meer fraaie keuzes, bijvoorbeeld ‘in de wereld’ voor ‘in rerum natura’; ‘uit de inrichting van de hele fysieke natuur’ voor ‘ex ordine universae naturae corporae’ (in 1/11aliter)

[6] Nog enige stijlstaaltjes. Gedurfd en geslaagd vind ik een vertaling als: “een substantie kan überhaupt niet door iets anders worden voortgebracht” (in 1/6c; we vinden überhaupt ook in 3/2d, 4/app25 en 5/41); en “Dit kan op een nog gemakkelijker manier ex absurdo worden bewezen…” waaruit blijkt dat de lezers voor vol worden aangezien. Of in 2/47s “Sowieso bestaan de meeste fouten…”; ‘sowieso’ komen we ook tegen in 3/Aff.Def27, 4/18s, 4/App12. Lekker leest “…dat iedereen ernaar snakt over zijn eigen daden te vertellen.” (3/55s op p. 156). En zo zijn er meer voorbeelden.

Dan wordt het nu tijd voor enige kritiek.

[1] Voor mij is uiterst belangrijk dat er niet een verkeerde identiteits-lezing in de hand wordt gewerkt door omissies in de vertaling (die tot de suggestie zouden leiden dat uiteindelijk denken en uitgebreidheid bij Spinoza hetzelfde zouden zijn, waarbij hij juist zo zijn best doet om de attributieve verschillen te benadrukken).

Echt heel jammer vind ik dat dezelfde fout gemaakt wordt als Krop had in 2/7s: “Zo zijn ook een modus van de uitgebreidheid en de idee van die modus een en hetzelfde…” - ‘res’ is daar niet vertaald! Maar (een modus van) denken is niet hetzelfde als (idem) uitgebreidheid:  ze hebben een eigen definitie, maar verwijzen naar hetzelfde ding. Dat ding (die ‘modus van de substantie oftewel van God’) wordt op twee manieren uitgedrukt, wordt nu eens als lichaam, dan weer als iets denkends beschouwd.
Aan het begin van de toelichting bij 3/2 lezen we gelukkig wel “de geest en het lichaam hetzelfde ding” (juister dan bij Krop die ‘ding’ ook daar weglaat). Maar toch, verderop in dezelfde toelichting staat dan toch ook hier te lezen:  “…dat zowel het besluit van de geest als de behoefte en de bepaling van het lichaam gelijktijdig van aard zijn, of beter gezegd een en hetzelfde zijn.” (En passant gezegd: ‘simul’ is daar met ‘gelijktijdig’ beter vertaald dan met ‘gelijk’ bij Krop.) Maar waar het me om gaat is dat daar ‘res’ wordt weggelaten dat toch echt essentieel is; de erop volgende zin wordt er trouwens onduidelijker door. Gelukkig is het vagere ‘res’ in 2/21s waar Spinoza naar 2/7s terugverwijst (!), ‘individu’ geworden en dát is zeker in vertaling niet weg te laten: daar zijn geest en lichaam “een en hetzelfde individu, dat nu eens onder het attribuut van het denken en dan weer onder dat van de uitgebreidheid gedacht wordt.” Dat is toch een duidelijke hint dat het eerdere ‘res’ niet weggelaten had mogen worden.  

In haar ‘Opmerkingen’ schrijft de vertaalster: “Met het woord res, een veel gebruikt woord dat heel wat veelzijdiger is dan ‘ding’ en ‘zaak’ ben ik zo creatief geweest als de helderheid toeliet.” (p. 308). Maar het op deze plaatsen weglaten was ongeoorloofde ‘creativiteit’. Dit is als een behoorlijk ernstige fout tegen Spinoza’s filosofie te beschouwen. Ik hoop dat dit bij herdruk alsnog wordt gecorrigeerd.

Hieruit blijkt hoe belangrijk het is dat de vertaler goed op de hoogte is met Spinoza’s filosofie. Ik vind trouwens knap hoeveel ze van Spinoza moet hebben begrepen. Google liet me zien dat ze als latinist gepromoveerd is op een Latijnse vertaling van een werk van Descartes.

[2] Uit mijn recente vijf blogs over de attribuut-definitie moge duidelijk zijn dat ik – zeker gezien de vele teksten en grote verwarring in de secundaire literatuur over het attribuut bij Spinoza – de vertaling daarvan kritisch bezie. Die 4e definitie van het eerste deel luidt bij haar:

"Onder 'attribuut' versta ik dat wat het verstand van een substantie opmerkt als iets wat er de essentie van uitmaakt."

“Opmerkt” voor ‘percipit’ vind ik wel een aardige vondst. Dat wordt in de rest van de vertaling volgehouden en draagt bij tot het ‘frisse’ karakter ervan.

Dat ‘iets wat’ moet uiteraard ‘dat wat’ zijn, want elk attribuut toont ons de hele substantie (waarvan het een aparte definitie is, zoals de ochtend- en de avond-ster ons Venus tonen (‘hetzelfde ding’), nu eens ‘s morgens, dan weer ‘s avonds aan de hemel gezien – en niet ‘iets van Venus’).

En dan altijd maar weer dat ‘uitmaakt’, die vage en laffe vertaling waarmee Herman Gorter begonnen is en die sindsdien door de meeste Nederlandse vertalers is overgenomen. Maar wat betekent het in ’s hemelsnaam (daarvoor verwijs ik naar dat vorige blog). Waarom niet ermee rekening gehouden hoe uit de godsdefinitie duidelijker wordt wat attributen doen: “Gods eeuwige en oneindige essentie uitdrukken.” Zie hoe De Nagelate Schriften ‘constituens’ vertaalt met ‘stellende’ (ik heb voorgesteld: ‘tonen, laten zien’).

Maar dan moet in de godsdefinitie niet vertaald worden dat de attributen “een eeuwige en oneindige essentie uitdrukken”, alsof God niet één essentie, maar een oneindigheid aan eeuwige essenties zou hebben; daar dient niet met ‘een’ maar met ‘de’ vertaald te worden, zoveel moge duidelijk zijn.

[3] Vertaling van ‘religio’ met ‘vroomheid’ (in 4/37s, 4/App15 en 5/41s) vind ik twijfelachtig. ‘Pietas’ (zoals ook Krop doet) met ‘plichtbesef’ vertalen en niet met ‘vroomheid’ (zoals Akkermans in de TTP-vertaling doet) is verheugend. Maar ‘religio’ kon m.i. beter ‘religie’ blijven, zeker in ‘vera religio’ in 4/73s.

[4] Een beetje jammer vond ik het dat meegegaan werd met de vertaling van de idee-definitie met ‘voorstelling’ van de geest. In mijn beleving zit die term te dicht tegen de imaginatio aan. Beter en hedendaags had daar m.i. ‘concept’ (voor conceptus) kunnen blijven staan, of ‘begrip’.

[5] De kleine opmerking die ik hier nog had willen maken, plaats ik aan het eind, zie *)

Toch, ondanks de belangrijke opmerkingen onder [1] en [2], deze doen niets af aan mijn grote waardering voor de hele vertaalprestatie. Ze kunnen hopelijk wel tot een paar aanpassingen bij herdruk leiden.

Verschillen van handschrift met de Opera Posthuma

Het eerste dat opvalt is dat je hier en daar een fellere en soms sarcastischer Spinoza uit sommige toelichtingen tegemoet komt, bijvoorbeeld waar hij het hier en daar over ‘fabriceren’, ´in elkaar flansen´ (‘conflare’) van voorstellingen heeft, waarvan dan in de OP een meer gepolijste vorm met constitueren/maken van gemaakt is (in 1/12d).

Plezierig is overigens dat allerlei tekstverbeteringen van de OP en verbetervoorstellen van Gebhardt zijn overgenomen. Ze worden in een lijst ´Tekstkritische aantekeningen´ verantwoord. Het blijken meestal kleine correcties en voornamelijk verwijsfouten te zijn, waaruit blijkt dat Spinoza aan de ordening van zijn Ethica-tekst is blijven wijzigen, zonder dat meteen alle interne referenties werden aangepast (daar hebben we het tegenwoordig met pc-tekstverwerkers toch maar makkelijk mee). Hoe dan ook: we hebben hiermee een volwaardige én frisse Ethica.

Hier en daar krijgen we, via de voetnoten, inzicht in een interessante andere verwoording in het handschrift dan in de OP. Enige voorbeelden:

In 1/27 staat ‘indeterminare’ fraai vertaald met ‘ontbepalen’, waar in de OP ‘onbepaald maken’ (indeterminatam reddere) van gemaakt is.

Aardig vond ik ook wel een eigenaardige term ‘supratranscendentale’ voor termen als ‘ding’, ‘iets’ en ‘wezen waarvan de OP dan ‘transcendentale’ maakt. Ik kan mij wel voorstellen hoe Spinoza een woord in elkaar heeft zitten flansen om het dubbele proces van abstraheren (als een soort 'extra-overstijgen') aan te duiden: van het inbeelden van vele paarden maken we dan als hulpmiddel het denkding ‘paard’ en zo ‘mens’ en ‘ster’ enzoverder. En boven die denkdingen die we een algemene woordnaam gegeven hebben uit, doen we dan nog eens een verder abstraheringsproces en komen tot algemene en lege woorden als ‘ding’ en ‘iets’. Ja, dat zijn duidelijk ‘supratranscendentale’ termen…
De enige dingen die echt bestaan zijn de particuliere enkeldingen. Dus uit zo'n nieuwvorming als ‘supratranscendentale’ blijkt nog eens hoe 'n soort van overtuigde nominalist Spinoza was.   

Aardig is ook dat de praatzieke (garrulus) in 3/2s in de OP garrula werd (Krol: kwebbelaarster).

Leuk was ook te lezen dat de tweede kenniscategorie gelijkstellen met de ‘rede’ van de OP stamt en niet in het handschrift staat. Dat dit wel was wat Spinoza daar al voor de geest stond blijkt uit het vervolg en blijkt uiteindelijk nog eens duidelijk in 5/12d waarin naar deze passage terugverwezen wordt mét de aantekening dat daar naar de rede verwezen was. Dus enige betekenis hoeven aan die vondst niet te hechten – die vermelding was daar eenvoudig vergeten.

Interessant lijkt de afzwakking te zien in de OP van stellig geformuleerde ‘wetmatigheid’ waar dan ‘plerumque’ (meestal) werd ingelast (in 3/33, in 3/52s). Maar, als Spinoza dat zelf al niet gedaan had, hadden de redacteuren toch gelijk om dat te doen, daar Spinoza dat ook zelf vond gezien 3/51: “Verschillende mensen kunnen door een en hetzelfde object op verschillende manieren inwerking ondergaan, en een en dezelfde mens kan door een en hetzelfde object op verschillende momenten op verschillende manieren inwerking ondergaan.”

Interessanter dan weer wel is de wijziging van de OP van 3/44s “dat schade wordt berokkend”, waar het handschrift heeft: “zichzelf schade willen berokkenen”. Daar valt nog eens over na te denken.

Een hele fraaie, tot slot, lezen we in 4/App5 waar ‘vitaal’ staat in plaats van het ‘rationeel’ van de OP. Er stond dus: “Geen enkel leven is dus vitaal zonder begrip en de dingen zijn alleen goed voor zover ze de mens helpen om het leven van de geest te genieten dat door begrip wordt gedefinieerd.”

Op al deze bijzondere dingen worden we in de voetnoten gewezen. Wat ik wel jammer vind is dat ervoor gekozen is - zo is te lezen in de verantwoording van de vertaalster – om daar waar het Vaticaans Handschrift méér woorden heeft die gewoon te vertalen, zonder daar apart op te wijzen. Zonde – dat is nu juist hét eigen-aardige van het handschrift; een gemiste kans om nog meer van dat eigenaardige in deze uitgave uitdrukkelijk te laten zien. Ik heb geen idee of het om veel plaatsen gaat, maar ik was er graag op geattendeerd geworden.

Wat ook niet wordt aangegeven is dat op vele plaatsen het bewijs in de stelling of het lemma is opgenomen, waar in de OP uitdrukkelijk in de lay out het bewijs apart werd gezet (b.v. de lemmata 1, 5, 6 en 7 en de stellingen 2/7, 2/40, 3/16, 3/48, 4/21 om er een aantal te noemen. Zo blijkt ook het wat vreemde ‘caput’ door de OP-redacteuren te zijn toegevoegd aan elk punt in de appendix van Deel IV, waar in het handschrift eenvoudig puntsgewijs wordt opgesomd. Dat leest toch lekkerder en daar had op gewezen kunnen worden, maar heel belangrijk is dat niet.

Toelichtende noten en nawoorden

Zeer informatief vond ik de toelichtende noten en het nawoord van Han van Ruler. Bij die noten is goed te zien dat deze tekst wordt bezorgd door iemand die – naast kennis van Spinoza - zeer goed op de hoogte is met Descartes en Geulincx. Dat levert heel interessante en nuttige toelichtingen op. En daar de vertaalster zelf ook Descartes-deskundig is, zijn sommige van die noten misschien wel van haar.

Tenslotte

Nu Boom ons deze Ethica-vertaling zo fraai bezorgd heeft (en ook aan een bijna-volledige Descartes werkt*), stel ik voor dat eens overwogen wordt om ons op dezelfde verzorgde wijze de hele Spinoza te bieden – om te beginnen een vertaling van de Tractatus Politicus die nog altijd niet in een hedendaagse vertaling bestaat!
*) In die reeks vertaalde Corinna Vermeulen Descartes' Regels om richting te geven aan het verstand [Regulae ad directionem ingenii (1626-1628)]

Wie daarvoor het initiatief dient te nemen, weet ik niet, maar als
dat de uitgever is, stel ik voor dat hij Corinna Vermeulen vanwege deze bijzondere vertaalprestatie voordraagt voor de Vertaalprijs voor literaire non-fictie van het Nederlands Letterenfonds. Dat de Ethica, behalve een filosofische tekst, óók een literaire tekst is, moge blijken – voor wie dat nog niet aan de tekst zelf, zoals hier vertaald, opmerkte - aan de opneming in de DBNL én de opneming in de Perpetua reeks van uitgeverij Athenaeum—Polak & Van Gennep die de 100 beste boeken van de wereld moet gaan omvatten (waarvan er per jaar 12 uitkomen en inmiddels 55 verschenen - zie hier). In die reeks zal dus nog een Ethica-vertaling verschijnen (misschien koopt Athenaeum-etc. deze wel op van Boom…).

Uiteraard is Spinoza literatuur
“When I have a leisure moment, you will generally find me curled up with Spinoza’s latest,” Bertie Wooster swankily announces in one of P.G. Wodehouse’s “Jeeves” novels. [JIM HOLT in The New York Times, "Is Philosophy Literature?"]

                                                * * *

*) Afkeuring of verachting?
In Deel III “Definities van de gevoelens” krijg je onder punt 5 te lezen: “De definities van verering en afkeuring negeer ik hier, omdat er voor zover ik weet geen gevoelens zijn die daaraan hun naam ontlenen.” Dat komt enigszins vreemd over wie zich nog herinnert dat eerder - en terugzoekend zie je dat het in 3/29s was - afkeuring wél gedefinieerd werd: “de droefheid waarmee we een handeling van een ander afwijzen, noem ik afkeuring.”

De ogenschijnlijke tegenspraak wordt opgeheven als we naar de Latijnse tekst kijken: dedignatio (in 3/DefAff5) resp. vituperium (In 3/29s). Deze lichte verwarring ontstaat dus alleen maar als beide met hetzelfde Nederlandse woord ‘afkeuring’ worden vertaald; vituperare vertaalt ze elders ook met ‘berispen’ (in 3/30s en 3/55c). Krop vertaalt op die plaats dedignatio als ‘verachting’, dat staat tegenover veneratio, ‘achting’ of ‘verering’. Die lichte verwarring ís dus op te heffen.

________

NB Dagblad Trouw heeft vandaag uitgebreid aandacht voor deze uitgave, in de vorm van gesprekjes met de vertaalster en met filmmaker Rudolf van de Berg en componist Theo Loevendie. [zie hier]

Reacties

Heel gelukkig Stan dat je zo positief kunt zijn over deze vertaling en de manier waarop ze is uitgegeven. Ik kan er nog niet over oordelen, maar ik zie wel de attribuutdefinitie die je aanhaalt. Je noemt 'uitmaakt' zelf al 'die vage en laffe vertaling' (van "constituens"), ik wil aantonen dat het een foute vertaling is. En dat is voor de vertaling van een definitie sowieso een vrij ernstige zaak.

De steen des aanstoots in Corinna Vermeulen’s vertaling van de attribuutdefinitie is de vertaling van het Latijnse werkwoord “constituere”. De hele wereld vertaalt dit met het equivalent van ‘constitueren’. Behalve Nederland. Nederlandstalige vertalers zijn, sinds Herman Gorter weten we nu van Stan, verliefd op het woord ‘uitmaken’. Stan noemde in een ander blok al een heel rijtje namen, daar komt nu Corinna Vermeulen bij en ik durf er wat onder te verwedden dat ook Steenbakkers met deze vertaling gaat komen. Waarom is dit geen goede vertaling? Ik kan twee redenen noemen, een metafysisch-inhoudelijke en een vertaalkundige.
‘Een attribuut maakt het wezen van een substantie uit’ is een dichterlijke manier om te zeggen dat een attribuut het wezen van een substantie is. Waarschijnlijk dacht Gorter er ook zo over. Als je zegt ‘Een attribuut maakt het wezen van een substantie uit, maar is niet het wezen van een substantie’ verplaats je alleen maar lucht. Het ‘maakt uit’ is dan een volstrekt loze term zonder enige betekenis. ‘Uitmaken’ impliceert (in deze contekst) noodzakelijk identiteit, anders is het een betekenisloze frase. Daarom is deze vertaling in strijd met Spinoza’s metafysica, want voor Spinoza is een attribuut niet het wezen van een substantie.
De andere reden is van vertaalkundige aard. Met ‘uitmaken’ kies je voor ÉÉN mogelijke betekenis van “constituere”, namelijk de betekenis die identiteit impliceert, en SLUIT JE ANDERE MOGELIJKE BETEKENISSEN UIT, betekenissen die het woord “constituere” wel in zich heeft en die je niet alleen niet meeneemt in de vertaling maar zelfs uitsluit. Daarom is ‘uitmaken’ ook vertaalkundig gezien geen goede vertaling. Het is meer een interpretatie (geen goede) dan een vertaling. Mijn onlangs gepubliceerde artikel over de interpretatie van de attribuutdefinitie slaat bij wat Nederlandse vertalers van deze definitie maken als een tang op een varken. Denk je dat je in een Engelse vertaling kunt aantreffen 'as making up its essence'? Dan zie je onmiddelijk dat dit niet anders kan betekenen dan dat een attribuut het wezen van een substantie is en dat het dus een foute vertaling is. Zo'n vertaling zul je dan ook niet aantreffen. Daarom, doe als de rest van de wereld, vertaal gewoon: ‘als (dat) wat haar wezen constitueert’. Daarna komt de interpretatie. (Alleen Wim Klever handhaaft in zijn Ethicom het werkwoord ‘constitueren’)

Mijn favoriete vertaling van de definitie zou zijn: ‘Onder (een) attribuut versta ik wat het verstand van een substantie ziet als wat haar wezen constitueert’ ('wat het verstand van een substantie ziet als constituerend haar wezen'). Mijn interpretatie: een attribuut is wat in de blik van het verstand het wezen van de substantie constitueert (‘tot stand brengt’). Waarom deze ‘omslachtige’ interpretatie? Probeer maar eens een interpretatie te vinden voor ‘een attribuut constitueert het wezen van een substantie’ zonder vast te lopen in Spinoza’s metafysica.

Je kunt dit stukje ook zien als een oproep aan Piet Steenbakkers. Het wordt tijd dat we hier in Nederland eens afkomen van dat vermaledijde 'uitmaken'

En mijn waardering voor het werk van Stan, voor de vele facetten waaraan hij aandacht heeft besteed.

Beste Henk,

Dank voor je uitgebreide reactie. We hebben het dan niet meer over de Ethica-vertaling van Corinna Vermeulen, maar alleen nog over de vernederlandsing van de attribuut-definitie en dat overstijgt haar vertaalwerk, wat ook blijkt uit je oproep aan Piet Steenbakkers (geen idee of die ooit wel eens naar dit blog kijkt, maar misschien geven personen uit zijn omgeving hem wel eens iets door).
Ik heb twee bezwaren tegen de door jou voorgestelde vertaling:
[1] Constitueren is niet passend, niet duidelijk
[2] Je vertaling druist in tegen je eigen artikel.

[Ad 1] Voor constitueren geeft mijn Van Dale uit 1970 (één zo’n Dikke aanschaffen in je leven lijkt mij genoeg…): ‘vaststellen, verordenen’; de voorbeelden komen alle uit de bestuur-sfeer, wat uitloopt op ‘constitutie’. Als ‘vaststellen’ niet als ‘verordenend’, maar als ‘constateren’ of poneren/stellen gelezen kon worden, was het wel bruikbaar; maar zit dat er in het Nederlands in? Ik betwijfel het (misschien in het Engels en Frans, maar zo ver reikt mijn taalgevoel niet). En zo gaat constitueren toch teveel in de richting van ‘maken, ‘vormen’, zoals ook wel in def4-vertalingen gebruikt wordt. Dat hóeft geen bezwaar te zijn, als maar duidelijk wordt waarop het slaat – wát gemaakt wordt. En dan komen we op jouw artikel.

[Ad 2] In jouw attribuut-artikel laat je zien dat constituens niet slaat op (vormen van) het wezen van de substantie, maar op (vormen van) de idee ‘wezen van de substantie’ in het intellect.
In jouw vertaal-suggestie gaat dat constitueren echter toch weer in de richting van het ‘vormen van het wezen’ van de substantie (in de realiteit, niet in het verstand). Kijk nog maar eens goed naar jouw vertaling:
'wat het verstand van een substantie ziet als constituerend haar wezen'.
Dat komt niet overeen met jouw artikel. Er dient in dat verstand ‘iets geconstitueerd’ te worden. Om dat probleem op te lossen stelde ik voor – ook kijkend naar de vertaling in De Nagelate Schrifte, om ‘constituens’ te vertalen met: stellen, tonen, laten zien, representeren desnoods. Terugvallend op De Nagelate Schriften en met gebruikmaking van Corinna Vermeulens vertaling, doe ik dan de volgende nieuwe vertaalsuggestie:

“Onder attribuut versta ik dat, wat het verstand opmerkt van de substantie als de essentie ervan stellend.”

Twee vliegen in één klap: het verstand doet iets (vaststellen, concluderen) en de substantie geeft daar aanleiding voor en doet iets ('stellen', wat 'uitdrukken' wordt in de Godsdefinitie)
Nog even het origineel erbij genomen:
“Per attributum intelligo id, quod intellectus de substantia percipit, tanquam ejusdem essentiam constituens.“

Stan, even voor de duidelijkheid: mijn suggestie voor een vertaling en mijn interpretatie van de definitie zijn slechts een aanvullend staartje van mijn reactie en niet de boodschap ervan. De boodschap is mijn argumentatie dat 'uitmaken' een foute vertaling is en dat 'constituerend' de aangewezen vertaling van 'constituens' is. Voor beide stellingen geef ik argumenten en over die argumenten zou de discussie ook moeten gaan.
We zijn het duidelijk niet met elkaar eens over de tweede stelling: het gebruik van 'constitueren'. Ook al vind je dat 'constituerend' genomen moet worden in de betekenis van 'stellend', dan nog vind ik dat je moet vertalen als 'constituerend'. De gehele gedachtenwereld die schuil gaat achter 'constituens', alle mogelijke betekenissen, moet je zo goed mogelijk proberen over te brengen in de vertaling. En niet één interpretatie kiezen, zoals de vertalers ook met 'uitmaken' doen. Die interpretatie komt daarna. Daarover verschillen we dus van mening.
We verschillen niet van mening over wat ik bedoel met mijn interpretatie van de definitie. Ik denk dat het teveel afleidt van wat nu aan de orde is als we gaan discussiëren over jouw of mijn voorstel voor een vertaling. De bedoeling is: de waarneming van het attribuut brengt de waarneming van het wezen van de substantie tot stand (constitueert in het verstand het wezen van de substantie). Daarover zijn we het denk ik eens.

Henk, we zijn het eens - over het belangrijkste, inderdaad.
Hopelijk kunnen we anderen daarvan overtuigen. Dan volgt de betere vertaling wellicht wel ooit (en zonder constitueren; daarover zijn we het niet eens)

Henk,
1. Mijn bezwaar tegen jouw vertaling van 1/d4 is dat de vertaling lelijk Nederlands is. Vertalen is niet alleen goed Latijn kennen, maar ook in goed Nederlands omzetten, m.a.w. een goed stilist zijn. Piet Steenbakkers ken ik als een goed stilist, zodanig dat zijn wetensch. artikelen bedrieglijk eenvoudig lijken.
2, Mijn Prisma Latijn geeft 12 vertalingen voor 'constituere', daaronder zijn niet 'uitmaken' en 'constitueren'.
3. Een mooie Duitse vertaling, en naar ik aanneem een waar je mee kunt instemmen, is:
"Unter Attribut verstehe ich das an der Substanz, was der Verstand als zu ihrem Wesen gehörig erkennt." (vert. Jakob Stern, uitg. Reclam).
Vertaald:
"Onder attribuut versta ik datgene van de substantie wat volgens het verstand tot haar wezen behoort."
'Percipit' kan je m.i. weglaten, omdat het voldoende door 'intellectus' gedekt wordt. Het verstand 'kent' (= percipit) per definitie. Als je 'percipit' niet wilt weglaten wordt het:
"Onder attribuut versta ik datgene van de substantie wat door het verstand als tot haar wezen behorend gekend wordt."

Stan,
Zoals altijd gaat er een inspirerende invloed van je uit. Na je lovende woorden over de nieuwe Ethica kon ik niet anders dan over te gaan tot aanschaf. Een kwestie van oorzaak en gevolg zou ik zeggen. En je hebt gelijk. Een prachtige uitgave. Ook ik ga nu in retraite om de inhoud tot mij te nemen.

Dank, Adrie, dat je ons op de vertaling van Stern wijst. Ik had die ook al meegenomen in mijn rij van vertalingen in een eerder blog, maar die onvoldoende op mij laten inwerken, daar ik vooral op de Nederlandse vertalingen lette.
Een ogenschijnlijk interessante oplossing, maar toch...
... toch mogelijk enigszins misleidend.
In attributen drukt de essentie zich uit, attributen laten ons (verstand) het wezen (= macht) van God zien / opmerken / begrijpen / kennen. Behoort het attribuut daarmee tot dat wezen zelf? Niet tot haar verschijningsvormen, haar uitdrukkingsvormen?
Op het eerste gezicht lijkt het een bevredigende oplossing. Ik wachtte daarom met deze reactie om nog eens een tweede zicht erop te krijgen.
[Venus raakt er toch een beetje verduisterd door]

Een woordenboek geeft de verschillende betekenissen van een woord en niet een gelijkwaardig woord, waar, als het goed is, min of meer hetzelfde rijtje betekenissen aan hangt. Daarom moet je, althans volgens mij, bij een vertaling niet één betekenis van een woord vertalen, maar zoeken naar een gelijkwaardig woord waar min of meer hetzelfde rijtje betekenissen aan hangt. En voor "constituere" is dat in het Nederlands 'constitueren', zoals dat in het Engels 'constitute', in het Frans 'constituer' en in het Duits 'konstituieren' is.

Henk, ik waardeer je hardnekkige vasthoudendheid best wel, maar je bent met je 'vertaaltheorie' mij toch niet overtuigend geoeg. Wie een woord gebruikt (in het type tekst dat Spinoza hanteert), wil iets mededelen en heeft een bepaalde BETEKENIS op het oog - niet allemaal verschillende betekenissen (tenzij hij een kunstenaar is). Dat een woord ook nog naar andere dingen (betekenissen) kan VERWIJZEN is eerder een bron van verwarring dan van begrip. Vandaar dat Spinoza zoveel mogelijk definities geeft (niet alleen apart, maar ook binnen de scholia) hetgeen bedoeld is om werkelijk begrepen te worden. Een vertaler moet die ene 'welbegrepen betekenis' zoeken en die in vertaling weergeven. Meerzinnigheid (in de zin van alle betekenissen openhouden, zoals jij aanneemt) kan ik niet als opzet bij Spinoza aannemen en lijkt mij dus geen juiste vertaaltheorie.

Heeft ooit iemand overwogen waar Spinoza het woord constituere vandaan heeft?
Ik bedoel: hij heeft les gehad van Franciscus van den Enden, is er een bron overgeleverd ("colleges", lesmateriaal e.d.) waarin men zou kunnen terugzoeken of en hoe constituere (een vrij gewoon woord in het Latijn) daar is gebruikt? Het ligt voor de hand aan te nemen dat Spinoza het woord eerder heeft gebruikt in een normale, primaire betekenis van het woord dan dat hij er een, door hem bedoelde specifieke betekenis in voelt.
Is het na te gaan hoe tijdgenoten en voorgangers van Spinoza het woord hebben gebruikt? Dit zou een aanwijzing kunnen geven over hoe constituere in een context als de onderhavige gelezen moet worden.
Zulk soort overwegingen brengen de moderne lezer denk ik dichter bij de oplossing van de vertaling van constituere dan wanneer men vanuit het nu, de eigen kennis en het eigen begrip, de betekenis erin interpreteert.
De woorden in het moderne Frans, Engels en Duits die van constituere zijn afgeleid, hebben daar niet in alle opzichten gelijkwaardige betekenis. In het Nederlands komt weliswaar constitueren voor, maar het is geen Nederlands woord. Gebruikt men dit, dan is men even vaag als schijnbaar het Latijn. Tenzij exact is te zeggen wat constitueren betekent, en dan kan men evengoed een bestaand Nederlands woord gebruiken.
Zou men in de buurt komen met ... " ... als het wezen neerzettend" > "... als zijnde het wezen"? (In het Frans kan bijv. constituer "betekenen" betekenen, en bij uitbreiding: zijn.)
Onder attribuut versta ik dat, wat het verstand opmerkt van de substantie als zijnde het wezen ervan.

Vgl. woordenboek Latijn-Nederlands van dr. Harm Pinkster:

côn-stituô, stituere, stituî, stitûtum (statuo)
1. plaatsen, neerzetten, -leggen, opstellen (m. in m. abl.) [impedimenta; arma in templo];
2. vaststellen, -leggen, bepalen, afspreken, overeenkomen [diem concilio; tempus agendae rei; tempus in posterum diem locumque];
3. besluiten, een besluit nemen, tot een besluit komen (bij gelijk subj.: meestal inf.; bij ongelijk subj.: ut of aci.);
4. oprichten, bouwen, aanleggen [turres; castella; quercum in tumulo; oppidum; portum];
5. (troepen) opstellen [legiones pro castris; aciem ordinesque];
6. stationeren, opslaan, plaatsen [hiberna in Belgis];
7. inrichten, organiseren, op orde brengen [rem publicam; rem familiarem];
8. halt laten houden [agmen];
9. vestigen, een vaste woonplaats geven [plebem in agris publicis];
10. in een ambt, functie aanstellen [imperatorem; curatores legibus agrariis];
11. beslissen [de iure];
12. wettelijk vaststellen [controversiam geschilpunt];
13. stichten, instellen, invoeren, tot stand brengen, grondvesten, oprichten [amicitiam; pacem; imperium];
14. in gang zetten, uitvoeren, ondernemen, houden [auctionem; quaestionem een onderzoek];
15. voor anker laten gaan [naves];
/ p. adj. cônstitûtus, a, um vastgesteld, bepaald; » die constituto op de vastgestelde dag.

Ik houd mijn 'vertaaltheorie' niet voor de hoogste wijsheid. Als aannemelijk gemaakt kan worden dat Spinoza "constituens" in een specifieke betekenis heeft gebruikt, en daar is een goed woord voor ...... Niettemin blijft het opmerkelijk dat gezaghebbende Engelse en Franse vertalers (Duits heb ik niet bij de hand) met een rechtstreeks van "constituens" afgeleid woord vertalen en geen poging doen daar een specifiekere betekenis en een specifieker woord voor te vinden. Hoe is dat in Italiaanse vertalingen?

Het mag wel duidelijk zijn dat bij de huidige opvattingen over de verhouding tussen substantie en attribuut de specifiekere betekenis niet kan zijn dat "constituens" identiteit impliceert, m.a.w. dat een attribuut het wezen van een substantie is. De suggestie van Rob van der Hoeden zou ik willen uitbreiden met een onderzoek naar Spinoza's gebruik van "constituere" op andere plaatsen in de Ethica. Bijvoorbeeld in 2/11c: "Deus, .... quatenus humanae Mentis essentiam constituit" ('God, ..... in zover hij het wezen van de menselijke geest constitueert')

Inmiddels is er nog niet geschoten op mijn stelling dat 'uitmaken', op grond van het eerste door mij aangevoerde argument, in elk geval GEEN goede vertaling is.

1. Ik denk dat je hier aan de grenzen van het taalgebruik raakt. Woorden hebben vaak een betekenis die niet scherp af te grenzen is, naar ik aanneem omdat de belangrijkste functie van taal het alledaagse spraakgebruik is. Wittgenstein's begrip 'taalspel' is hier wellicht van nut: hetzelfde woord, i.c. constituere, wordt in verschillende betekenissen gebruikt in verschillende taalspelen. Spinoza's taalspel is de euclidische meetkunde. We dienen dan te zoeken naar welke betekenis die Rob v.d. H. hierboven opsomt het beste past bij het meetkundig taalgebruik. Eigenlijk past geen enkele betekenis er goed bij, maar als je toch moet kiezen is het wellicht betekenis 2 en 12 - 'vaststellen' - dat daar het beste bij past. Daarna moet je nog een zin vormen waar die vertaling in past, die precies genoeg is, en toch begrijpelijk.
2. Het Frans is een Latijnse taal, en het Engels heeft de werkwoorden uit het Larijn en de zelfstandige naamwoorden uit het Germaans. Het is dus logisch dat vertalers in beide talen afgeleiden van 'constituere gebruiken in hun vertaling.
3. Spinoza's moedertaal was het Spaans. Hij was volgens de kenners geen groot latinist. De kans is dan groot dat hij bij het schrijven van de Ethica in het Spaans dacht, de tekst eerst in het Spaans formuleerde, en haar vervolgens in het Latijn opschreef. Het zou interessant zijn om te onderzoeken of er in zijn gebruik van het Latijn Spaanse zinswendingen voorkomen. Ik heb ooit een cursus in het Engels gevolgd van een NL professor - vanwege een aantal Engelstalige studenten - die aanvankelijk onbegrijpelijk was, totdat ik merkte dat hij gewoon de NL zinsbouw volgde en die in het Engels uitsprak. Hij sprak dus Nederlands met een beperkte Engelse woordenschat. Wellicht spreekt Spinoza in de Ethica Spaans met een beperkte Latijnse woordenschat.

Henk,
Met je, eerste, metafysisch-inhoudelijke argument (‘Uitmaken’ impliceert hier noodzakelijk identiteit van wezen van substantie en attribuut) ben ik het altijd eens geweest; zowel in reacties op dit blog als eerder in het blog waarnaar ik boven verwijs.
Daar zal ik dus niet op schieten. Daar heb je in mij een medestander.
Met je tweede, vertaalkundige argument (dat ik opwaardeerde tot je 'vertaaltheorie') ben ik het niet eens. De argumenten daarvoor heb ik in de vorige reactie m.i. voldoende gegeven. Kortom, zowel 'uitmaken' als 'constitueren' dient wat mij betreft uit de vertalingen te verdwijnen.
Over wat je zegt over 2/11c maak ik een aparte reactie

Henk,
Terwijl ik mijn vorige reactie schreef, kwam Adrie met de zijne, waarin ik mij goed kan vinden. Dan mijn reactie op wat je citeerde uit 2/11c.
Die andere plaats waar Spinoza 'constituit' gebruikt, waarnaar jij verwijst, is in mijn ogen een schitterende topos die aanduidt dat je niet het vage, weinigzeggende ‘uitmaken’ moet gebruiken, maar zoals ik steeds betoog: “stellen, aantonen, laten zien.”
Dat zie je als je de voorafgaande passage erbij neemt (zie hierna het Latijn). Dat ‘sive’ betekent ‘oftewel’ en drukt een identiteit uit. Je moet daar dus voor ‘constituere’ een vertaling zoeken die overeenkomt met ‘explicare’ d.w.z. ‘verklaren’, ‘uitleggen’. Hier de betreffende passage:
“nihil aliud dicimus quam quod Deus non quatenus infinitus est sed quatenus per naturam humanae mentis explicatur sive quatenus humanae mentis essentiam constituit, hanc vel illam habet ideam”. Ik neem de vertaling Corinne Vermeulen vanaf Deus:
“God – niet voor zover hij oneindig is, maar voor zover hij door de aard van de menselijke geest wordt verklaard, met andere woorden: voor zover hij de essentie van de menselijke geest uitmaakt –“
Lees op de plaats van uitmaakt: stelt, toont of laat zien. QED

Lodewijk Meijer geeft in zijn Woordenschat als eerste betekenis van 'constituëren': 'stellen'. Dit geeft antwoord op de vraag van Rob van der Hoeden naar een eigentijdse bron uit de nabijheid van Spinoza en ondersteunt de vertaling van Stan: "stelt, toont of laat zien". Zoals Stan zegt: ook de vertalers van de Nagelate Schriften (o.a Meijer) vertalen 'constituens' met 'stellende'.

Op http://users.telenet.be/rwmeijer/spinoza/works.htm?lang=E kan men via de zoekfunctie alle plaatsen met constituit (en andere vormen) in de Ethica terugvinden. Zoeken per deel. Ik heb niet alle plaatsen gezocht, maar het zijn er ettelijke. Dit kan interessant materiaal zijn voor een vergelijkend onderzoekje, hoe op die plaatsen constituit wordt vertaald (vertaald zou moeten worden).

Één voorbeeld: 1/20, bewijs (zie blz. 92, Krop).
Krop geeft bij constituit (in het bewijs) een noot, noot 87: In dit bewijs zijn exprimere (doen kennen, tot uitdrukking brengen), explicare (ontvouwen) en constituere (vormen) synoniemen.
Vgl. voorts 1/21, bewijs, 2/10, 2/11 enz.
@ Anton Bossers: dank voor je snelle, adequate respons!

"Het is dus logisch dat vertalers in beide talen afgeleiden van 'constituere' gebruiken in hun vertaling."
Ja, inderdaad, Adrie, van het onbestemde 'constituere'!! En ze proberen de betekenis niet te vangen in een van de vijftien of meer specifieke betekenissen die er achter schuil blijken te gaan. Beter kun je mijn argument niet ondersteunen.

@ Rob, dank voor de passage én de verwijzing naar Krop's noot, die als inhoud heeft wat ik in mijn laatste reactie eveneens uit 2/11c afleidde en dus mijn argument sterk ondersteunt (alleen jammer dat hij vervolgens met 'vormt' vertaalt). Ik zie nu dat ik al eens een uitroepteken bij die noot had geplaatst (je kunt niet alles onthouden).
Ik hoop dat Henk, die vast blijft houden aan zijn vertaaltheorie, dat ook eens in zijn overwegingen wil meenemen.

Ik herlas vandaag "Spionoza, De doornen en de roos" van Herman De Dijn en het viel me nu op dat hij ook "constitueren" gebruikt, niet alleen in zijn "vertaling" van de attribuutdefinitie (Hfstk 3, pag. 46), maar verder ook systematisch in zijn verdere bespreking van de relatie tussen attribuut, wezen en substantie. Henk, je hebt dus naast Wim Klever nog een bondgenoot in je vertaling, en deze keer uit een ander "taalgebied" (Vlaanderen). Zelf durf ik me niet uitspreken over de metafysische correctheid van de term, maar ik kan er wel inkomen dat een woord dat een internationale specifieke betekenis gekregen heeft, best onvertaald blijft. Ik maak de vergelijking met het woord "substantie": weinigen zullen nog verdedigen dat dit woord in de metafysische context door een meer Nederlands klinkende term dient vertaald te worden.

Ik vind de suggestie van Rob van der Hoeden voor een vergelijkend onderzoekje naar het voorkomen van vormen van "constituere" in de Ethica en de wijze waarop deze vertaald worden in Engelse, Franse, Duitse, .... en Nederlandse vertalingen een goede suggestie. Maar wie pakt het op? Zou volgens mij een mooi bachelorwerkstuk van gemaakt kunnen worden (inclusief analyse en conclusies), maar ik weet niet of en wat er op Nederlandse en Vlaamse universiteiten aan Spinoza wordt gedaan. In een later stadium zou ik het ook nog wel eens op willen pakken.
Intussen bedankt voor de Latijnse tekst waarop een zoekfunctie kan worden losgelaten (was ik bij wisseling van computer kwijtgeraakt)
Mark: Wim Klever en Herman de Dijn: bien étonnés de se trouver ensemble.

Ik heb slechts een kleine verkenning gedaan. Vier plaatsen waar Spinoza een vorm van "constituere" gebruikt: 1/def4, 1/20d, 2/11 en 2/11c. Dan blijkt dat vertalers consekwent zijn: ze gebruiken op alle plaatsen dezelfde vertaling. Bij buitenlandse vertalers is dat steeds een woord dat direct is afgeleid van "constituere", dus altijd in lijn met Spinoza, in het Nederlands is dat 'stellen' (NS), 'vormen' (Henri Krop) en 'uitmaken' (Corinna Vermeulen). Rob van der Hoeden heeft al aangegeven, via het woordenboek van Harm Pinkster, dat er verschillende betekenissen achter "constituere" schuilgaan. Het is van belang om vast te stellen of Spinoza het woord steeds in dezelfde betekenis gebruikt. Het is opmerkelijk dat in het rijtje van Harm Pinkster een betekenis die identiteit insluit, ontbreekt, terwijl de Nederlandse vertalingen 'vormen' en 'uitmaken' juist die implicatie hebben. Overigens lijkt Spinoza het woord wel een keer in die betekenis te gebruiken. In 2/11 zegt hij dat het eerste dat het feitelijke zijn van de menselijke geest constitueert de idee van een singulier (individueel) ding is. In het bewijs blijkt dat de menselijke geest deze idee IS. Hier zijn 'uitmaken' en 'vormen' wel min of meer op hun plaats. Maar geldt dit ook voor 'God, in zover hij de natuur van de menselijke geest constitueert' (2/11c)? De vertalingen 'God, in zover hij de natuur van de menselijke geest vormt' ('vormt' leest hier duidelijk als 'is')en 'God, in zover hij de natuur van de menselijke geest uitmaakt' lijken toch echt foute vertalingen. Misschien dat 'stellen' in alle gevallen voor "constituere" gebruikt kan worden, maar 'vormen' en 'uitmaken' zeker niet. Een aan te bevelen gedragslijn voor vertalers lijkt me: vertaal "constituere" door 'constitueren' of geef per geval een specifieke betekenis die je verantwoordt.
Stan is lovend over de vertaling van Corinna Vermeulen, en ik neem aan terecht. Maar als ik lees (Stan stuurde me desgevraagd haar vertaling van 2/11) dat ze "idea rei singularis" vertaalt met 'de idee van een enkelvoudig ding' dan kan ik wel met Michiel Leezenberg meevoelen.

Henk, kun je mij duidelijk maken wat er mis is aan de vertaling van "idea rei singularis" met "de idee van een enkelvoudig ding"? Ik acht het een prima vertaling; beter dan zoals Van Suchtelen doet "bijzonder ding" (want dan zou er in het latijn vermoedelijk res particularis staan); bij 'individueel ding', zoals je meest tegenkomt, kun je ook bezwaar maken - de vertaler komt dan een beetje in de problemen bij Def 7 in het tweede deel: "Per res singulares intelligo res, quae finitae sunt et determinatam habent existentiam. Quod si plura individua in una actione ita concurrant, ut omnia simul unius effectus sint causa, eadem omnia eatenus ut unam rem singularem considero." Corinna vertaalt prima: "Onder 'enkelvoudige dingen' versta ik dingen die eindig zijn en een begrensd bestaan hebben. Als er meer individuen op zo'n manier in één handeling samenwerken dat ze allemaal samen de oorzaak van één gevolg zijn, dan beschouw ik ze in dat opzicht allemaal als één enkelvoudig ding." Daar ik weet dat je Krop momenteel niet bij de hand heb, geef ik diens vertaling ook: "Onder individuele dingen versta ik eindige dingen met een begrensd bestaan. En wanneer een aantal individuele dingen aan één handeling bijdraagt dat alle tegelijk de oorzaak zijn van één gevolg, dan beschouw ik ze alle als één individueel ding." Zie je, drie keer dezelfde vertaling (individu/individueel), waar Spinoza verschillende woorden gebruikte. Res singularis zijn enkeldingen, singuliere dingen, simpele dingen, ja 'enkelvoudige dingen' - en in sommige gevallen individuen. Jouw reactie bracht me ook nog aan een blog (en er volgt er nog een).

Stan, je kunt het menselijk lichaam toch niet een 'enkelvoudig' ding noemen? Enkelvoudige dingen zijn voor mij de "corporibus simplicissimis". Je kunt de wereld van de eindige modi (want daar gaat het om) toch niet de wereld van de enkelvoudige dingen noemen? Waar zijn de samengestelde dingen dan? Enkelvoudig staat tegenover samengesteld. Eindige modi zijn 'particuliere' of 'singuliere' of 'individuele' dingen, maar geen 'enkelvoudige' dingen.
Wat de vertaling van "constituere" betreft: misschien moeten we weer gewoon 'stellen' durven te vertalen. Dat heeft in elk geval niet de implicatie van identiteit, zonder dat het identiteit echt uitsluit. Ik begin daar steds meer voor te voelen.

Henk, ik kan je wel een flink stuk gelijk geven. We zitten ook hier weer met het probleem dat we er eigenlijk geen goed Nederlands woord voor hebben. Ik heb er geen moeite mee om over "enkeldingen" te praten, maar fraai Nederlands is dat niet. Maar over singulariteiten praten is ook niet echt Nederlands, terwijl 'individu' bij Spinoza een specifieke betekenis heeft van samenstel van enkeldingen die dezelfde proportie van beweging en rust behouden. Spinoza's res singularis moety wel zoveel bij hem voorkomen, want dat zijn wat in de Scholastiek in navolging van Aristoteles de substanties zijn. Die term kan hij niet meer gebruiken nu er nog maar één substantie is; dus spreekt hij over de res singularis: de singuliere a.h.w. apart bestaande dingen (waarbij even wordt afgezien van de samengesteldheid ervan en van de afhankelijkheid van andere dingen), kortom de (even) "enkelvoudige" of "zelfstandige" dingen. Je moet bij het lezen van Spinoza altijd wel enig idee van zijn hele filosofie hebben - dat zegt hij ook zelf ergens (ga ik niet opzoeken). Ben intussen benieuwd wat je vindt van het artikel waarnaar ik in het blog Idea rei singularis. Onze discussie heeft intussen twee nieuwe blogs opgeleverd.

Stan, Spinoza omschrijft "res singularis" als iets dat eindig is en een beperkte duur heeft (1/25). Het is dan inderdaad de vraag hoe je dat het beste kunt vertalen, jij beschrijft duidelijk wat we er onder verstaan, maar er is geen enkele aanleiding om dit 'enkelvoudige dingen' te noemen. Dan sla je de plank echt mis.Temeer kwalijk omdat het begrip bij Spinoza, zoals je al aangeeft, een zeer centrale plaats heeft.

Henk, je wilt volkomen gelijk - oké je krijgt het! want inhoudelijk zijn we het eens over wat ermee bedoeld wordt en over de belangrijke plaats in Spinoza's stelsel. Nu ben ik wel benieuwd naar jouw favoriete vertaling van die res singulares ofwel "eindige dingen van beperkte duur", waarvoor jij wijst naar 1/25, maar daar kan ik de res singulares niet vinden (alleen res). Daardoor zie ik nu trouwens dat Spinoza op twee plaatsen "res particulares" heeft, bijzondere dingen: in 1/25c en 2/31c. Jouw verwijzing zal naar 1/28 bedoeld zijn: "elk ding dat eindig is en een begrensd bestaan heeft"? waarvoor jij 'duur' hebt genomen? Of bedoelde je nog een andere plaats?

Stan, ik bedoelde inderdaad 1/28 en jouw vertaling is correct. Ik had natuurlijk ook naar de definitie kunnen verwijzen (2/def7). In 2/1d omschrijft Spinoza "singulares cogitationes" als modi die Gods natuur op een welbepaalde manier uitdrukken en verwijst daarbij naar 1/25c, de definitie van "res particulares". Dus ik denk dat Spinoza met "res singulares" en "res particulares" hetzelfde bedoelt.
Mijn favoriete vertaling kan ik eigenlijk niet geven. Voor mijzelf gebruik ik 'singuliere dingen' als vernederlandsing van het Latijn, maar ik denk dat 'particuliere dingen' beter Nederlands is. Ook 'individuele dingen' lijkt mij een goede vertaling. En nu maar over naar het artikel dat je zo enthousiast hebt aangekondigd.

Stan geeft me volkomen gelijk, maar het heeft zijn oordeel dat het boek van Corinna Vermeulen als vertaling een echte aanwinst is niet beïnvloed. Ik had het natuurlijk ook maar over de vertaling van één woord.

Na een weekje met interessante en soms ook emotionele discussies en voorafgaand aan een weekje in de luwte, lees ik juist bij Stan, tijd voor een prozaïsch berichtje.

Piet Steenbakkers heeft mij laten weten dat hij discussies over keuzes die vertalers maken non-discussies vindt en dat hij daarvan verschoond wenst te blijven. Waarvan acte.
Gelukkig heeft hij er heel lang over nagedacht, dus het zal wel goed komen (met de definitie). Of niet.

Maar, Henk, Piet Steenbakkers doet toch helemaal niet mee met “non”-discussies op deze site over keuzes die vertalers maken? Of zou hij dat zoals velen louter passief doen en er - zonder dat iemand het merkt - af en toe een oogje op werpen? Dat kan maar zo. Eergisteren waren er weer 429 bezoekers van deze Spinoza-site.
Is dit alvast een voorzetje op de volgend jaar uitkomende vertaling van zijn hand, waar we allemaal vol spanning naar uitzien... dat we daar niet teveel “non”-discussies over moeten beginnen? We zullen ons zeer gedeisd opstellen. Maar ik vrees dat dit een signaal is dat ‘constitueren’ ook bij hem ‘uitmaken’ zal worden.
Overigens ben ik het niet met hem eens dat kritische discussies over vertalingen als non-discussies getypeerd mogen worden. Het gaat helemaal om de inhoud en de argumenten. En de gezamenlijke bekommernis van participanten aan zo’n discussie zou moeten zijn: streven naar de best mogelijke vertaling die het meest/het best duidelijk maakt wat Spinoza voor de geest had – wat hij daar precies zei.

Inderdaad, ik vrees dat Piet Steenbakkers, hoewel ik hem op de plaats heb gewezen, geen kennis zal nemen van de (non-) discussie over de vertaling van de attribuutdefinitie en als van plan (ik vroeg hem er ooit naar) onverstoorbaar met de vertaling 'uitmaken' zal komen. Als dit het scenario is, is het tenenkrommend.

Stan, dank voor je gulle lof en detailkritiek; je opmerkingen over res en vituperium heb ik verwerkt in de tweede druk.

Corinna,
Dank. Dit is heel fijn om te horen.
En mooi dat er een tweede druk aankomt! Proficiat.

Dag Corinna, ik zou toch wel heel verbaasd zijn als je 'res singularis' zou blijven vertalen met 'enkelvoudige dingen'. Over 'uitmaken' zwijg ik dan maar.

O ja, Corinna,
wil je ook nog eens je vertaling van religio heroverwegen?

Beste Corinna Vermeulen,
Uiteraard hoef je in dit blok niet te laten weten wat je gaat veranderen in de 2e druk van je vertaling. Dat je Stan laat weten dat je de vertaling van 'res' gaat aanpassen, is een mooi gebaar naar Stan die dit dik verdiend heeft, want hij heeft daar jaren voor geknokt. Maar graag wil ik toch je aandacht nog eens vestigen op 'mijn' twee punten.
Er kan enig begrip zijn (maar nauwelijks) als in de attribuutdefinitie 'constituere' blijft vertalen met 'uitmaken'. Het is de Hollandse ziekte die moeilijk is uit te roeien.
Maar als je 'res singularis' BIJ SPINOZA (bij wie het dezelfde betekenis heeft als 'res particularis', zie 2/1 en 1/25) blijft vertalen met 'enkelvoudig ding', dan zou dat een ernstige fout zijn. Dus ik hoop maar dat je de wijziging alleen maar hier niet gemeld hebt.

N.av. een discussie met Wim Klever zocht ik in het gedeelte over lichamen. Daar kwam ik tegen (L3D): lichamen zijn 'res singulares', met een verwijzing naar IID1. Deze definitie zegt: 'Onder lichaam versta ik een modus die Gods wezen op een welbepaalde manier ("certo, & determinato modo) tot uitdrukking brengt ...' Dat is (opnieuw) de omschrijving die Spinoza in IP25C geeft voor 'res particulares'.

In de Volkskrant van 3/11 signaleert Olaf Tempelman enkele recente Nederlandstalige boeken over Spinoza. Hij begint zijn signalement met het citaat van E2/9: 'De idee van een enkelvoudig ding dat feitelijk bestaat heeft God als oorzaak, niet voor zover hij oneindig is maar voor zover hij wordt beschouwd als voorzien van een andere idee van een feitelijk bestaand ding, waarvan God ook de oorzaak is voor zover hij voorzien is van een derde idee, en zo tot in het oneindige.'
Dat citaat kan alleen maar genomen zijn uit de vertaling van Corinna Vermeulen. Over de vertaling van 'res singularis' als 'enkelvoudig ding' heb ik al genoeg gezegd'. Maar hier 'God voor zover hij VOORZIEN IS VAN de idee van een ding' als vertaling van 'AFFECTUS'. God, die voorzien is van de idee van een ding. Ik weet niet hoe je dit als VERTALING van het Latijn moet beoordelen, maar als je dan toch af wilt van 'God voor zover hij wordt aangedaan door de idee van een ding', zeg dan gewoon 'God voor zover hij de idee heeft van een ander ding'. Zo formuleert Spinoza dat zelf op andere plaatsen ook. Ik vraag me intussen af of de vertaling van de modus definitie nu ook luidt: 'Onder een modus versta ik de voorzieningen van een substantie'.

Nu het toch over Ethica-vertalingen gaat: ik wil van mijn Gorter-vertaling af. Wie kent een belangstellende?

Die Gorter-vertaling is inmiddels van eigenaar veranderd: n.l. door Michiel Wielema aan deze blogger verkocht.

Een tijdje geleden klaagde iemand en nog iemand over de toon van sommige reacties in deze blogs. Ik had me toen voorgenomen me dat ter harte te nemen. En dan ontsnapt me toch een wat vinnig commentaar op de vertaling van een woord. Ik had dat natuurlijk, overeenkomstig mijn voornemen, op een neutralere manier moeten brengen. Maar dat vind ik bij de vertaling dat God voorzien is van de idee van een ding toch wel moeilijk. Te moeilijk blijkbaar.

Henk,
Ik heb even gewacht met reageren, om te zien of wellicht iemand anders je zou antwoorden. Wat (uiteraard!) niet gebeurde.
Het onderwerp dat je aansnijdt is van het grootste belang.
Ik denk dat maar weinigen doorhebben hoe niet alleen de vertalers, maar - denk ik - ook Spinoza zelf moet hebben zitten worstelen met hoe je nu kunt uitdrukken dat de idee die in God bestaat van een feitelijk in de tijd bestaand singulier ding van een ander type is dan de eeuwige oneindigheid aan ideeën van alle mogelijke dingen, zoals hij die in 2/8 heeft aangeduid). Dat moet een soort "idee type 2" zijn. Hij moet om dat uit te drukken een poging doen om als het ware iets van eindige gebeurtenissen te laten gebeuren binnen God (terwijl God uiteraard niet verandert): een vorm van a.h.w. "inwendig/immanent aangedaan worden", terwijl hij niet door iets van buitenaf kan worden aangedaan, zoveel is duidelijk. Als je simpelweg zou vertalen zoals jij voorstelt ( 'God voor zover hij wordt aangedaan door de idee van een ding'), verdwijnt dat 'immanent blijvende' en kan het toch lijken alsof hij van buitenaf werd aangedaan. De vertaaloplossing "God voor zover hij wordt beschouwd als voorzien van een andere idee van een feitelijk bestaand enkelvoudig ding - waarvan God ook de oorzaak is voor zover etc." heeft het voordeel dat zowel het inwendig-blijvende, als het gebeurteniskarakter wordt uitgedrukt. En zo wordt iets van het eindige in het oneindige en van het tijdelijke in het eeuwige samengebracht (hetgeen ingewikkeld blijft). Ik vind dat wel een fraaie oplossing.

Dan wat betreft je veronderstelling inzake de vertaling van de modus-definitie.
1/def5 luidt in de vertaling van Corinna Vermeulen: "Onder 'modus' versta ik de wijzigingen van een substantie, oftewel dat wat in iets anders is en ook door middel daarvan wordt begrepen."

Ik geef ook de noot die bij 'wijzigingen' wordt gegeven: "De term AFFECTIO, die hier met 'wijziging' is vertaald, en het bijbehorende werkwoord AFFICERE werden in de premoderne filosofie gebruikt om een breed scala van lichamelijke en mentale manieren van verandering te duiden. In het geval van Spinoza hebben AFFECTIO en AFFICERE een verschillende lading al naargelang ze op de substantie of op de modi, en meer in het algemeen op actieve of passieve vormen van verandering betrekking hebben. Zie over de vertaling van AFFECTIONES, AFFICERE en aanverwante begrippen ook de Opmerkingen van de vertaler, pp. 308-312."

Ja, zie... Het wordt toch echt tijd, Henk, dat je dat boek aanschaft, waar je er zo mee bezig bent... Je zult er echt plezier aan beleven.

Stan,
Het zou denk ik inderdaad wat uitmaken als ik de noten van de vertaler er bij had. Maar vooralsnog ga ik af op wat ik lees in de vertaling zelf.
Ik onderken het probleem m.b.t het "inwendig/immanent aangedaan worden". Ik wil ook nu weer wijzen op enkele buitenlandse vertalingen.
Engels: is considered as/to be affected by another idea (4x)
Frans: qu'on le considère affecté par une autre idée
Duits: durch eine andere Idee affiziert betrachtet wird
En dan Spinoza zelf: sed quatenus ... ideâ affectus consideratur.

Volgens mij vier gelijkwaardige formuleringen. Ik denk: als Spinoza het zo heeft geformuleerd moeten wij hem, althans in een vertaling, niet willen gaan verbeteren. En dan vind ik het in dit geval ook nog een ongelukkige verbetering. Dan zou ik liever hebben 'voor zover er een idee in hem is van' of 'voor zover hij een idee heeft van'. Dat 'is voorzien van' wil er bij mij echt niet in.

De modusdefinitie. Lees het eens gewoon: WIJZIGINGEN in een SUBSTANTIE.

Sorry, 'wijzigingen VAN een substantie'. Dat is nog erger. Letterlijk een substantie die verandert. Met 'in' had je nog de gedachtesprong kunnen volgen 'oftewel dat wat in iets anders is ....'.
Misschien ben ik te kritisch Stan, maar ik vrees dat het ook bij aanschaf niet zal klikken tussen deze vertaling en mij.

Wel, ik heb m'n best gedaan. Je legt je vinger op gevoelige plekken, Henk, dat geef ik toe. En aangezien ik niet ben aangesteld als onbezoldigd propagandist vande Boom-vertaling van de Ethica, zal ik het hier bij laten.