Een vijandige levensbeschryving van Spinoza
Van 1774 tot 1783 gaven Petrus Conradi, uitgever te Amsterdam en P. van der Plaats uitgever te Harlingen in tien delen Levensbeschryving van eenige voornaame meest Nederlandsche mannen en vrouwen. Op de titelpagina verschenen geen auteurs- resp. redacteursnamen, maar dat zouden de arts en historicus Simon Stijl (1731-1804) & dominee Johannes Stinstra (1708-1790) zijn geweest.
In deel twee verscheen in tien bladzijden een nogal vijandige "Het leven van Benedictus de Spinosa." Wel interessant om daarvan via books.google kennis te kunnen nemen.
Spinosa: "hy was de eerste, die het gevoelen der Ongodistery tot een zamenstel, volgens de regels der Meetkunde, gebragt heeft."
Simon Stijl & Johannes Stinstra: Levensbeschryving van eenige voornaame meest Nederlandsche mannen en vrouwen. 10 delen; Petrus Conradi/ P. van der Plaats, Amsterdam/ Harlingen, 1774 - 1783, Tweede deel, 1775
Over de verlichte doopsgezinde Friese predikant Johannes Stinstra (1709-1790) schreef prof. dr. J. (Joris) van Eijnatten
· Mutua Christianorum Tolerantia. Irenicism and Toleration in the Netherlands: The Stinstra Affair 1740-1745 (Studi e testi per la storia della tolleranza in Europa nei secoli XVI-XVIII 2, A. Rotondò ed.) (Olschki: Florence, 1998) 355 pp.
· Lemma ‘Johannes Stinstra’, in: Alan C. Kors at al eds., Encyclopedia of the Enlightenment 4 vols. (Oxford: Oxford University Press, 2003), vol. IV, p. 130
· Lemma ‘Johannes Stinstra’, in: Wiep van Bunge et al, eds., Dictionary of Seventeenth and Eighteenth-Century Dutch Philosophers (Bristol: Thoemmes Press, 2004)
Stinstra scheen uit te gaan van de gedachte dat redelijke mensen in staat waren zelfstandig religieuze denkbeelden te ontwikkelen...
De Harlinger Simon Styl (1731-1804) studeerde medicijnen in Franeker en Leiden en vestigde zich na zijn promotie als arts in Harlingen. Hij beoefende de letteren en de geschiedwetenschap. Hij schreef toneelstukken en was zelf acteur. Ook was hij politiek actief. [Hier, zie ook wiki]


Reacties
Stan, wat mij aan deze interessante beschrijving van Spinoza's leven en werk opvalt opvalt is, naast het feit dat ze veel fouten bevat, het volgende:
1. Het leven van Spinoza neemt een betrekkelijk grote plaats in, en het werk een betrekkelijk summiere plaats.
2. Er is de obligate beschuldiging van 'ongodisteri'j, maar de nadruk bij de levensbeschrijving ligt op de eenvoudige, onberispelijke en oprechte levenswandel van Spinoza, en - nog belangrijker - zijn onberispelijk sterven, zonder gejammer over spijt, bekering en roepen om geestelijken voor bijstand. Jonathan Israel benadrukt dat dit - naast de intrinsieke kwaliteit van zijn werk - van groot belang was voor de verspreiding van zijn ideeën. Echte atheïsten, zo was de algemene opvatting, kunnen niet bestaan, allen bekeren zich op hun sterfbed, en zo ze dat niet doen, dan doen ze dat uit bravour en zijn ze niet oprecht. Deze beschrijving staat in het teken van de oprechtheid van Spinoza.
3. Anderzijds: in 1785, dus twee jaar na verschijning van deze levensbeschrijving, publiceert Jacobi zijn boekje over Spinoza en barst de Pantheismusstreit los. Het wordt dus tijd dat hij bovengronds komt, en er niet alleen maar besmuikt over zijn filosofie gesproken wordt. Die geest ademt dit stuk zeker niet
Adrie Hoogendoorn 13-05-2010 @ 20:57
Adrie, het is sowieso opvallend dát er over Spinoza geschreven werd. Men vond hem fascinerend en hij bleef de gemoederen bezig houden.
Wat je onder onder punt 2 schrijft, viel mij ook op. Dat wat haast ongelooflijk werd gevonden (dat het blijkbaar mogelijk was om als 'ongodist' fatsoenlijk te leven) tóch aangenomen werd, hebben we vooral aan Colerus te danken. We mogen die protestantse dominee wel dankbaar zijn dat hij zo de moeite nam om uitgebreid Spinoza's levenseinde te beschrijven en geen ruimte liet voor meningen dat hij op het laatst toch zijn houding zou hebben gewijzigd. Want zo was het algemene beeld: niemand zou in staat kunnen zijn om tot aan zijn dood vol te houden dat er geen eeuwige verdoemenis bestond. Behalve dwazen zou iedereen terugdeinzen en, zeg maar, in de gok van Pascal meegaan.
Stan Verdult 13-05-2010 @ 21:23