Elie Luzac (1721 - 1796) uitgever van La Mettrie's L’Homme Machine dat 'schaadelijke en heilloose gevoelens van Spinosa' zou bevatten
Luzac was afkomstig uit een geslacht van Franse Hugenoten die eind 17e eeuw naar Leiden en omgeving waren uitgeweken. In Leiden studeerde hij rechten en promoveerde hij in 1759, waarna hij zich datzelfde jaar voor het Hof van Holland als advocaat liet beëdigen. Hij ontplooide tal van activiteiten, maar was toch vooral, zoals zijn leerling H.C. Cras in een biografische schets opmerkte, ‘geschapen voor wetenschappen en letterarbeid.’
Luzac,
aanhanger van een rationalistische, gematigde, tolerante en politiek
behoudende Verlichting, schreef over de meest uiteenlopende
onderwerpen, maar het liefst over filosofie, politieke theorie,
natuurrecht, politieke economie en politiek. Gedreven door een
schijnbaar onverzadigbare belangstelling, vulde hij met zijn
energieke en vlotte pen duizenden bladzijden en werd hij ‘een van
die auteurs die sneller schrijven dan God lezen kan,’ aldus E.H.
Kossmann in zijn oratie van 1966. Verlicht, maar bestrijder van het
revolutionaire gevaar - verlicht maar overtuigd orangist. “Want
gylieden zult zien, dat als het Land ’t avond of morgen in
ongelegenheid komt, al wederom toevlucht tot den Prins van Oranje
genomen zal worden. Daar is geen mis op,” schreef hij in 1784 [Cf.]
Rietje van Vliet heeft in haar proefschrift dat zij in 2005 verdedigde laten zien dat hij een belangrijke positie in het Nederlandse en internationale boekbedrijf van de achttiende eeuw innam en daarvoor opereerde in een omvangrijk netwerk - ook internationaal. Aan het Rapenburg in Leiden had hij een boekhandel en uitgeverij en in 1750 een vestiging in de Duitse universiteitsstad Göttingen, waar hij was voorgedragen als drukker van de Georg-August Universität in Göttingen.
De
Franse arts Julien Offray de La Mettrie, die bij de beroemde
hoogleraar Boerhaave in Leiden colleges had gevolgd, moest in 1746
uit Frankrijk vluchten, daar zijn materialistische ideeën die hij in
zijn Histoire naturelle de l'âme zou tonen, de kerkelijke en
wereldlijke overheid niet welgevallig waren. Hij trok eerst naar
Middelburg en toen naar het hem bekende Leiden, waar hij opnieuw
uiting gaf aan zijn gemechaniseerde wereldbeeld. In 1747 nam La
Mettrie contact op met Luzac met het verzoek om zijn L’Homme
Machine uit te geven. Het werd datzelfde jaar anoniem op de markt
gebracht, maar Luzac had wel zijn eigen naam als uitgever op de
titelpagina gezet.
Het
werk, waarin de functies van het menselijk lichaam, maar ook van de
geest, worden verklaard uit de mechanische werking van zijn
organismes, door wetten van oorzaak en gevolg, en niet door
goddelijke wetten, veroorzaakte grote beroering in Leiden op de
eerste plaats, maar tot ver buiten de Republiek. De Waalse kerkenraad
riep direct de uitgever die tot die kerk behoorde, op het matje en
ook de wereldlijke overheid werd ingeschakeld. Hij ontkende de
schrijver te zijn, maar weigerde de naam van de schrijver te
onthullen. L’Homme Machine werd gezien als een libertijns en
atheïstisch werk dat 'schaadelijke en heilloose gevoelens van
Spinosa' bevatte. Men las erin dat de materie, dat het lichaam zowel
zelfbewegend als gevoelig is, waarin de oorsprong van het denken zou
moeten worden gezocht. Het werk werd in beslag genomen.
Luzac
probeerde zich te verdedigen met een geschrift
L’homme plus que
machine, maar het mocht hem niet baten. Overigens bracht Luzac
wel meteen een herdruk van L’Homme Machine op de markt. Alle commotie maakte dat het een
bestseller werd. Ook schreef hij een pamflet over de vrijheid van
drukpers (Essai sur la liberté de produire ses sentimens (1749),
een voor die tijd radicaal pleidooi voor vrijheid van meningsuiting,
met het argument dat alleen de vrije uitwisseling van alle relevante
argumenten de waarheid zou doen zegevieren en de verlichting van de
mensheid zou helpen bevorderen. Het ging hem om zakendoen en geld
verdienen, maar niet zonder enig idealisme. Luzac zou vaker werken
laten verschijnen die in vlammen opgingen. Verboden boeken, net als
hoog oplaaiende ruzies tussen geleerden leverden nu eenmaal veel
geld op.
La Mettrie was het te heet onder de voeten geworden en toen hem een aanbod bereikte om zich aan de Academie van Wetenschappen in de Pruisische hoofdstad Berlijn te verbinden, nam hij dat aanbod graag aan. Met behulp van zijn uitgever wist de Franse geleerde de grens over te vluchten naar Berlijn.
Ook
gaf Luzac verschillende verlichte tijdschriften uit die een
internationaal publiek op de hoogte moesten houden van het nieuws in
de Republiek der Letteren. Een van die tijdschriften was de
Bibliothèque impartiale (1750-1758), dat voor een groot deel
werd volgeschreven door Jean Henri Samuel Formey, secretaris van de
Berlijnse Academie van Wetenschappen en daarmee een sleutelfiguur in
geletterd Europa [cf dit blog].
Met deze Jean Henri Samuel Formey, die de uitgave L’Homme Machine
betreurde, voerde Luzac een uitgebreide correspondentie waarin ook de
kwestie La Mettrie aan de orde kwam en hij Formey vroeg of die er
misschien voor kon zorgen dat La Mettrie zijn schulden aan hem zou
terugbetalen.
Verspreiders
én slachtoffers van het publieke 'Spinoza'-beeld
Voordat J.
Isael in het voorlaatste hoofdstuk van zijn Radicale Verlichting
in zeven punten de leer van La Mettrie samenvat, van een flink aantal
waarvan men grote overeenstemming met Spinoza kan aantreffen, geeft
hij de volgende belangrijke zin:
"Hoe vreemd het ook lijkt, La Mettrie had blijkbaar helemaal geen rechtstreekse kennis van Spinoza, en dus is het spookbeeld van Spinoza dat hij oproept niet de werkelijke Spinoza, of zijn geschriften, maar de publieke 'Spinoza' van wie het beeld zo grondig vastlag in de maatschappij waarin hij leefde." (p 755).
Hoeveel temeer gold dat niet voor kerkenraden en overheden, waarvan ik een oordeel in de kop van dit blog opnam dat La Mettrie's L’Homme Machine 'schaadelijke en heilloose gevoelens van Spinosa' zou bevatten.
_____________
Julien Offray de Lamettrie, De mens een machine. Vertaling en inleiding van Hans W. Bakx. Boom Meppel Amsterdam, 1994 [in z'n geheel te lezen op freethinker.nl]
Ann Thomson (Ed.), Julien Offray de La Mettrie, Machine Man and Other Writings. Cambridge University Press, 1996 - books.google
DE MENS MEER DAN EEN MACHINE. Geschrift ter weerlegging van de belangrijkste argumenten, waarop het Materialisme is gegrond. DOOR ELIE LUZAC, junior. TWEEDE EDITIE. GOTTINGEN. UITGAVE IN EIGEN BEHEER, MDCCLV. [vertaald door en te lezen op verbodengeschriften.nl]
Rietje
van Vliet, Elie Luzac (1721-1796). Boekverkoper van de
Verlichting. Nijmegen: Vantilt, 2005, 698 blz. [handelsuitgave
van haar dissertatie]
Bespreking van bovenstaand boek door Wyger R.E. Velema [PDF]
Bespreking door Roelof van Gelder, Een allergevaarlijkst schepsel. Elie Luzac (1721-1796), verlicht boekverkoper. NRC 16 juni 2006
W.R.E. Velema, Enlightenment and Conservatism in the Dutch republic. The Political thought of Elie Luzac (1721-1796). Assen/Maastricht, 1993
Rietje van Vliet, "Geleerde correspondentie. Inkijk in wetenschappelijke boekenhandel in de achttiende eeuw", in: NRC 18-8-2001. Boeiende bespreking van Hans Bots en Jan Schillings (ed.), Lettres d’Elie Luzac à Jean Henri Samuel Formey (1748-1770). Regard sur les coulisses de la librairie hollandaise du XVIIIe siècle. Parijs, Honoré Champion 2001. [PDF]
Rietje van Vliet, "Print and Public in Europe 1600-1800." In: Simon Eliot, Jonathan Rose, A Companion to the History of the Book. John Wiley & Sons, 2011 - books.google
Blog van Rietje van Vliet
Ton Jongenelen, "De teloorgang van het goede boek. Kreeg Elie Luzac bijval van de auteur van De Koopman?" [DBNL]
Peter Buijs, De eeuw van het geluk: Nederlandse opvattingen over geluk ten tijde van de Verlichting, 1658-1835. Uitgeverij Verloren, 2007 - books.google


Reacties
Tjonge!
En binnenkort komt de Engelse vertaling van mijn proefschrift uit.
De intermediaire rol van boekverkopers als Luzac blijft een boeiend verschijnsel. Vooral omdat hij zelf ook deelnam aan het intellectuele discours. Daarin is hij totaal anders dan de Rousseau- en Diderot-uitgever Marc-Michel Rey uit Amsterdam.
Mvg rietje van vliet
Rietje van Vliet 07-01-2014 @ 22:58
Beste mevr. Van Vliet,
Leuk uw reactie. Toevallig (nou ja, omdat ik met uw boek bezig was bracht Google ook die info) had ik gisteren op de website van Cis van Heertum gezien dat zij de vertaling van uw boek had gemaakt:
Rietje van Vliet, Elie Luzac. Bookseller of the Enlightenment. Enschede: AFdH Uitgevers (forthcoming)
Ik had nog even getwijfeld of ik dat in het blog zou opnemen, maar deed dat niet, daar dat te ver van het doel van mijn blog af stond.
En zie, nu krijgt het alle aandacht via deze reacties.
Proficiat met deze internationale verspreiding van uw boek.
Voor mij was dit alles nieuw. Ik deed deze ontdekkingen bij het maken van een blog over Jean Henri Samuel Formey en van het een komt het ander, zodra ik een connectie met Spinoza merk.
Stan Verdult 08-01-2014 @ 12:01
Toevallige [?] tweet van Wim Klever op 8 januari:
"Daar loopt 'n regelrechte lijn van Spinoza via Boerhaave naar LaMettrie. En die lijn is dat de mens een van buitenaf aangedreven machine is."
Je brengt elkaar dus op ideetjes en zo illustreert de tweet het gelijk aan zichzelf.
https://twitter.com/wimklever/statuses/420829684163948544
Stan Verdult 09-01-2014 @ 11:23
Rietje van Vliet. De naam komt me zo bekend voor. Vanuit het Nijmeegse, Trifolium !?
En Stan. Als ik jou was, zou ik ook in de komende tijd mijn verachtelijke getwitter maar goed in de gaten houden?
Wim klever 09-01-2014 @ 14:14