Even over Hobbes...
Hier weer een ingezonden brief van Wim Klever, waarin hij reageert op een essay of recensie van Arnold Heumakers in NRC-boeken van vorige week. Naar het artikel zelf kan ik jammer genoeg nog geen link leggen, maar misschien lukt dat over een aantal dagen. Hier de ingezonden brief. De daarin door de redactie weggelaten zinnen zijn in de tekst ernaast geplaatste oorspronkelijk ingezonden tekst onderstreept. [Op de afbeelding klikken geeft een iets groter beeld]
De ingezonden tekst volgt eveneens nog hierna.
De Hobbes die volgens Heumakers (Boeken 10-12-10) nog niets aan actualiteit zou hebben ingeboet (2 x), is wel de door hem gemodificeerde Hobbes. Dat geeft hij overigens ook zelf toe, omdat hij het raadzaam vindt “geheel tegen Hobbes’ aanbevelingen in” een paar remmen in te bouwen tegen de door hem nagestreefde ongelimiteerde staatsmacht. Zou Hobbes daarmee bruikbaar worden? Vanuit het diepste punt van zijn hart en zijn kortzichtig perspectief op het algemene belang is hij anti-democratisch. Het staat vast dat zijn positie als verdediger van de absolute monarchie in het Engeland van zijn dagen aartsconservatief was. Mooie beschouwingen over de noodzaak van politiek gezag op basis van vrijwillige collectieve machtsoverdracht kunnen niet verhullen, dat hij op drijfzand bouwt, namelijk de misvatting dat mensen zich door de rede zouden laten leiden en geen speelbal zouden zijn van hun passies. De ongeregelde en vaak gewelddadige natuurtoestand van allen tegen allen wordt door geen enkele politieke organisatie opgeheven, doch blijft daaronder en daarin altijd actief. Het is om die reden dat Spinoza zowel als Locke zich scherp keerden tegen de artificiële constructie van Hobbes. Eensgezind fundeerden zij politiek gezag onvoorwaardelijk en blijvend of onvervreemdbaar in de ‘communis consensus’ of ‘common consent’ van het mondige volk. Een onoverbrugbare kloof scheidt hen (en ons) van het idool van de Bush-administratie. Ook overigens slaat Heumakers de plank mis en wandelt hij lichtvoetig over grote verschillen heen. Volgens hedendaagse literatuur daaromtrent is Hobbes met zijn hermeneutiek van de Schrift geenszins een ‘voorloper’ van Spinoza. Spinoza gaat het om de wetenschappelijke vaststelling van de ‘ware zin’ en authentieke bedoeling van de Schriftwoorden, ook al behelzen die soms enkel onzin. Hobbes heeft de neiging om de Schrift in allegorische uitleg te manipuleren, zodat zij in zijn moralistische kraam te pas komt.

