Gottlob Friedrich Jenichen (1680-1735) bezocht Colerus om over Spinoza te spreken
Duitse lutherse theoloog en
historicus. Was zoon van de lutherse pastor Georg Jenichen (†
1718), bezocht de Saksische school in Schulpforta, het Gymnasium in
Altenburg en de Universität Leipzig waar hij op 26 januari 1699
Magister der Philosophie werd. In 1703 promoveerde hij en in 1705
ondernam hij de indertijd gebruikelijke studiereis door Duitsland,
Holland en Engeland. Hij bezocht in Den Haag o.a. Johannes Colerus, zijn lutherse collega, om
met hem over Spinoza te spreken.1)
Na zijn terugkeer
in 1706 werd hij assistent (Assessor) aan de filosofische faculteit
van de Leipziger Hochschule. In 1707 verscheen zijn Historia
Spinozismi Leenhofiani, waarin hij Leenhof als Spinozist
neerzette. Zijn boek schijnt nogal invloed te hebben gehad.
In 1712 werd hij hoogleraar in de Ethiek en Politiek aan het kleine Fürstenkollegium en op 5 aug. 1714 behaalde hij het licentiaat in de theologie. In hetzelfde jaar werd hij Senior des großen Predigerkollegiums; als theoloog was hij dus een soort van late roeping.
Zijn werken
Diss.
prior de Deo, in sensuum externorum oeconomiis palpabili: occasione
loci Actor. 17,17. 1703
Historia Spinozismi Leenhofiani. Jo.
Herebordi Klosii / J.H. Klotz / Kloß, Leipzig, 1707
Historia et
examen bullae Clementis XI. P. R. contra N. Testamentum P. Quesnellii
emissae, 1714
De quibusdam religionum peculiarium fabris. 1722
De
honore, matronis apud Romanos habito: Invitatio ad memoriam M. S.
Schacheriae celebrandam. 1723
Vita Friderici Philipp, ICti. 1724
De numismate censuali Christi, Matth. 22,19. 1725
Drei
Abhandlungen über Altenzelle, 1732
Vita Jo. Casp. Kregelii,
Theologiae Baccalaurei.
___________
1) J.E.B. Blase, Johannes Colerus en de groote twisten in de Nederlandsche Luthersche kerk zijner dagen. Ten Brink & De Vries, Amsterdam, 1920