Guillaume de Conches (1080/90 – 1154/60) geurt naar Spinoza

De volgende tekst die ik als motto in een boek tegenkwam, kwam op mij over als een manier van spreken, zoals ook Spinoza in de voorwoorden en aanhangsels in de Ethica had.
Omdat ze de krachten van de natuur niet kennen en opdat ze niet eenzaam zullen zijn in hun onwetendheid, willen ze liever niet dat iemand anders probeert om ergens achter te komen; ze willen dat we denken als wilden en niet geïnteresseerd zijn in de oorzaak van iets… Maar wij zeggen dat oorzaken altijd gezocht moeten worden.

Guillaume de Conches (12e eeuw)

De verwantschap die uit dit citaat lijkt te spreken, maakte mij nieuwsgierig naar die auteur.

Guillaume De Conches was een Franse scholastieke filosoof, humanist en natuurkundige. Hij zag zichzelf vooral als een physicus of 'natuurfilosoof'. Hij was leerling van de filosoof Bernardus van Chartres en John van Salisbury en mogelijk Abelard en gaf enige tijd leiding aan de in 990 door Fulbertus gestichte kloosterschool van Chartres, doceerde eveneens in Parijs en was leraar van Hendrik, zoon van Geoffrey Plantagenet, de latere Henry II van Engeland.

   Datei:Dragmaticon.jpg
Frontispiz einer Handschrift des Dragmaticon von Wilhelm von Conches, Cologny-Genf, Bibliotheca Bodmeriana, Cod. Bodmer 188 (frühes 13. Jh.). Dargestellt sind Platon (oben rechts) im Gespräch mit der personifizierten Philosophie (oben links) sowie Wilhelm von Conches (unten rechts) mit Gottfried Plantagenet (unten links).

De school van Chartres was in de twaalfde eeuw een van de meest actieve centra van vernieuwing van ideeën. Ze beheersten er in het bijzonder de kunst van het rekenen (rekenkunde, geometrie, astronomie, muziek). Enerzijds interpreteerden ze er de Grieks-Arabische wetenschappelijke verhandelingen die uit het Oosten overgekomen waren. Maar anderzijds waren ze er ook sterk in de met redenen omklede observatie van de natuurlijke wereld. De geleerden van Chartres hadden een goed gevoel voor empirische kennis en belichaamden een nieuw gevoel voor natuuronderzoek, waarmee ze poogden om de christelijke boodschap te verzoenen met de idee van een natuurlijke orde die opgevat werd als een uitbreiding van de universele harmonie. Willem van Conches en Thierry van Chartres, pleegden Bijbelcommentaar met behulp van kennis van de wetten van de natuur. Ze behoorden tot de eersten die deze nieuwe verbinding tussen God en de natuur onderzochten en zo de boodschap van de goddelijke almacht combineerden met ideeën van een rationeel geordende kosmos. De natuur werd niet langer geheel geïdentificeerd met wonderlijke goddelijke mysteriën, maar werd nu beschouwd als geheel van "wetten". En de mens werd gezien als een essentieel onderdeel van deze natuurlijke orde. Juist die manier waarmee in Chartres vragen over het leven op aarde vanuit de natuurlijke orde werden benaderd, leidde tot felle veroordelingen door de conservatieve theologen (zoals Bernardus van Clairvaux).

Guillaume De Conches was een realist wiens ideeën hem leiden tot pantheïsme. Hij gaf, zoals hiervoor al bleek, een atomistische verklaring van de natuur, beschouwde de vier vanouds bekende elementen (lucht, water, vuur en aarde) als combinaties van de op zich homogene atomen. Hij achtte "het gewone beeld van de vier elementen goed voor degenen die, zoals boeren, onwetend zijn van het bestaan van iets dat niet kan worden gevat door de zintuigen." Hij greep terug op Lucretius’ speculaties dat de vorming van levende wezens moet worden toegeschreven aan de werking van de natuur (Natura Operans). Diegenen die hier kritiek op hadden, waren in zijn ogen geneigd "de krachten van de natuur te negeren," terwijl hijzelf er van uitging dat we die verschijnselen en hun oorzaken moeten onderzoeken. Hij verweet de critici die deze inzichten misten dat ze de verschijnselen het liefst “toevertrouwen aan de Heilige Geest en het geloof."

Hij schreef een uitleg van Plato’s Timaeus en van Boethius’ De consolatione philosophiae (de troost van de filosofie). Ook schreef hij twee originele werken: Philosophia Mundi (“filosofie van de wereld”) dat vol Platoonse ideeën zit, en Pragmaticon Philosophiae (“De praktijk van de filosofie”). Ook wordt hij beschouwd als de auteur van de Summa Moralium Philosophorum (“De kern van de filosofische ethiek”), de vroegste Middeleeuwse verhandeling over ethiek. Die toeschrijving stamt met name van degene die in de vorige eeuw de tekst bezorgde: J. Holmberg (ed.), Das Moralium dogma philosophorum des Guillaume de Conches, Uppsala: Almqvist and Wiksells, 1929. Die tekst is op internet te vinden. Vanwege de twijfel aan deze toeschrijving wordt de auteur ervan ook wel aangeduid met pseudo-Guillaume De Conches. De Summa Moralium Philosophorum bestaat vooral uit een verzameling uitspraken van gezaghebbende filosofen, voornamelijk Cicero en Seneca; voor de opbouw ervan diende Cicero’s De officiis als voorbeeld. Slechts enkele citaten komen van christelijke auteurs. De opzet van de schrijver is om betekenis en nut van de vier hoofddeugden (de kardinale deugden) in het licht te stellen.

En de verwantschap met Spinoza? Ik zeg niet dat Spinoza zich met werk van de school van Chartres heeft bezig gehouden. Maar de stijl van redeneren vertoont overeenkomst die voortkomt uit de naturalistische benadering en het teruggrijpen op dergelijke auteurs uit de oudheid. Je ruikt in de werkplaats van beiden als het ware dezelfde geur. Zoals bijvoorbeeld ook blijkt uit Guillaume De Conches' streven "ad normam rationis vitam reducere" [te leven volgens de norm van de rede].

Ik heb ernaar gezocht of misschien ooit iemand die verwantschap in kaart heeft gebracht, maar kon daarover niets vinden.

Bronnen 

William of Chonches bij Britannica

Wilhelm von Conches op de Duitse wikipedia

Het voor de ontwikkeling van de profane ethiek belangwekkende traktaat Moralium dogma philosophorum

Tekst genomen uit: J. Holmberg (ed.), Das Moralium dogma philosophorum des Guillaume de Conches, Uppsala: Almqvist and Wiksells, 1929. [met download]

Jane Chance: Medieval Mythography: From Roman North Africa to the School of Chartres, A.D. 433-1177. University Press of Florida, 1994 [books.google]
Krijn Pansters: De kardinale deugden in de Lage Landen, 1200-1500. Uitgeverij Verloren (Middeleeuwse studies en bronnen, deel 108), 2007 [books.google]

Olivier Nay: Nature (philosophies classiques et modernes)

Lodi Nauta uit Groningen heeft meerdere teksten over Guillaume de Conches