H. Leyvik (1888 -1963) schreef een cyclus Spinoza-gedichten

H. Leyvik (ook Leivick) is het pseudoniem van Leyvik Halpern. Ik ben het nergens tegengekomen, maar ik vermoed dat hij verwarring wilde voorkomen met de twee jaar oudere, eveneens Jiddische dichter Moyshe-Leib Halpern (1886-1932).

In een levensbericht over H. Leyvik, de in Rusland geboren Jiddisch-Amerikaanse dichter, dat op meerder plekken op internet te vinden is, staat:

In 1932 Leyvik was forced to stop work and spend four years in the Spivak sanatorium for tuberculosis in Denver, Colorado. There he created some of his best, almost untranslatable poems, achieving a certain lucid serenity and writing, among other things, a beautiful sequel of "Songs of Abelard to Heloise" and a cycle of poems on Spinoza (the idol of Yiddish intellectuals). 1)

Als ik zoiets lees doe ik mijn best om er op internet meer over te weten te komen. Over Leyvik is aardig wat te vinden, maar over die Spinoza-cyclus niets.

In de Jewish American Literature zijn van Leyvik de volgende gedichten opgenomen: 2) 

Clouds behind the Forest
Sanatorium
How Did He Get Here? (Spinoza Cycle, No. 2)
Song of the Yellow Patch
To America
Sacrifice

Dichterbij dan deze titel van een gedicht in de Spinoza Cycle kom ik niet.

 

Leyvik werd in 1888 als de oudste van negen kinderen in armoedige omstandigheden geboren in Ihumen, nu Witrusland. Z’n vader mishandelde hen. Vanaf z’n vijfde kreeg Halpern traditioneel joods onderwijs en vanaf zijn tiende ging hij naar een jeshiva (joodse school)  in een nabijgelegen stad, waar hij werd ondergebracht in een joods gezin en van ‘s morgens vroeg tot ’s avonds laat religieuze teksten leerde. Hij was vaak hongerig. In 1905 werd hij actief in de Bond, de joodse sociaal-democratische ondergrondse beweging. De Bond verzette zich tegen het clericale Hebreeuws en propageerde het Jiddisch. Leyvik begon Jiddische gedichten te schrijven. In 1906 werd hij door de Tsaristische politie gearresteerd tijdens de eerste Russische Revolutie. Hij weigerde zich voor de rechtbank te verdedigen, werd tot twee jaar dwangarbeid veroordeeld aansluitend levenslange verbanning naar Siberia. Hij ontsnapte en week in 1913 uit naar de VS. In 1916 huwde hij Sara Sulman met wie hij twee zoons had. Terwijl hij al beroemd dichter was en in veel talen vertaald werd, werkte hij in een snoepwinkel en als behanger in New York.  

Zijn poetisch en messianistisch toneelstuk The Golem (1921) had grote invloed op de Yiddische literatuur. In de 20-iger jaren publiceerde hij in het communistische dagblad Frayhayt en maandblad Der Hamer in New York. Hij bezocht in 1925 Rusland en z'n geboortestad en in Moskou verscheen een boek met gedichten van zijn hand. Hij werd echter om z'n 'pessimisme' bekritiseerd. Toen de communisten in 1929 de progroms tegen de joden in Palestina als een uiting van Arabische revolutie interpreteerden, brak Leyvik zijn banden met de communistische bladen en werden hij en andere Jiddische schrijvers als verraders gebrandmerkt. Begin 30-iger jaren kreeg hij tbc en bracht vier jaar in een sanatorium in Denver door. Samen met Joseph Opatoshu stelde hij in 1936 de literaire anthologie Zamlbikher samen. Hij publiceerde Jiddische gedichten en artikelen in het blad Der Tog (De Dag). Bracht in 1937 drie maanden door in Palestina. Hij ontving diverse prijzen en in 1958 een eredoctoraat in Jiddische literatuur aan het Hebrew Union College. De laatste jaren van zijn leven kon hij niet meer spreken. Hij overleed in 1962.

Leyvik werd vereerd als een profeet, maar zelf schreef hij: “Nibah, veainu yadah mah nibah” [Hij profeteerde en wist zelf niet wat hij profeteerde]. [Van hier]

Bij het ontbreken van een of meer gedichten uit de Spinoza-cyclus, neem ik het volgende gedicht op, waarbij ik me voorstel dat de vijfjarige Bente met zijn vader Michael naar de synagoge wandelt.

Overgenomen uit Benjamin Harshav (Ed.) Sing, stranger: a century of American Yiddish poetry : a historical anthology. Stanford University Press, 2006.

Hier de pagina in books.google

 

 

Holiday 

                   (from "Remembrances")

My father leads me by the hand to Synagogue,
The day is sunny with dawn,
The day is holiday.

My hand - in my father’s right hand;
My hand - a little palm,
My father's - big, warm,
Secure in the holiness of rest,
Watched over by God Almighty.
The day is - Passover.

We stride over the open, empty marketplace,
My father walks, and I hop on.
His narrow shoulders lifted to the sky,
His red beard smiles in the sun
My father walks, and I dance along,
My small shadow dances into his,
My small shadow reaches to his knees.
Today father is gentle like a holiday.

All the stores in town are closed,
But the marketplace is wide open
To all four sides of the wind.
All the huts stand, lighted like equals,
Blessed in graceful rest,
Confided in the hand of God Almighty
As my little palm in the hand of my father.

I was five years old.
My father was - an eternity.

Halpern Leyvik

Bronnen

1) Op ShtetLinks - ook hier

2) Jules Chametzky, John Felstiner, Hilene Flanzbaum, Kathryn Hellerstein (Eds.) Jewish American Literature: A Norton Anthology. Norton, 2001

Benjamin Harshav (Ed.) Sing, stranger: a century of American Yiddish poetry : a historical anthology. Stanford University Press, 2006. Hier de pagina's over Leyvik.

Uitvoerige informatie met lijst van publicaties van Halpern Leyvik door Barry Davis

 Jiddische en in 't Duits-vertaalde gedichten van H. Leyvik

Benjamin & Barbara Harshav (Eds), American Yiddish poetry: a bilingual anthology. University of California Press, 1986, 22007, 813 pagina's. Met veel informatie over Leyrik. 
[books.google]

Yiddish Poetry in America met een pagina over Leyvik

De Koninklijke Bibliotheek van België heeft veel werk van Leyvik

Het Leyvik House in Tell Aviv, waar ik de tekening van Leyvik vandaan geplukt heb (de enige afbeelding die van hem op internet te vinden is), geeft merkwaardigerwijs op zijn website geen enkele informatie over zijn naamgever. Het huis biedt ruimte aan de Association of Yiddish Writers and Journalists in Israel, het H. Leyvik Publishing House, en de Israeli Center for Yiddish Culture. Maar over Leyvik verder geen woord.  

Reacties

Ik geef lezingen over Jiddische litteratuurgeschiedenis.
Ik heb onder meer een lezing over Leiwik (met powerpoint en geluidsopnamen, o.a. van hemzelf) van 2 a 3 uur (ik weet dat dat lang is, maar mijn cursisten zijn vrijwel altijd enthousiast), en doe daar graag de 'Sjpinoze-lider' bij. Ze staan in mijn meest geliefde dichtbundel, de 'Lider foen gan-edn' (Paradijsgedichten) die hij in het sanatorium in Denver schreef. De pianist Jewgeni Kissin heeft er een paar prachtig voorgedragen (in zeer goed Jiddisch).
Ik leidt een Jiddische leeskring, waar ik toevallig deze week de Sjpinoze-lider introduceer.
'Wi koemt aher in kranknkamer
der filozof der amsterdamer?'