Hillel Zeitlin (1871-1942) zondag de 70e Yahrzeit van zijn overlijden

Al tamelijk veel blogs heb ik gewijd aan de Spinoza-receptie van joodse zijde. Dat is, naar ik meen, niet zozeer een uiting van mijn filosemitisme (hoewel ik in mij niets van antisemitisme bespeur en wel een zekere - kritisch blijvende - fascinatie voor het joodse), maar heeft eerder te maken met mijn gegroeide overtuiging dat joden (seculiere en gelovige) een soort voorloperschap vervullen in duidingen van Spinoza, die ook voor niet-joden van belang kunnen zijn.
Soms denk ik wel eens dat anders dan de "exegesen op de vierkante millimeter" die zich dikwijls op dit blog afspelen (en waaraan ik op mijn manier meedoe), de zo geheel andere meer existentiële joodse Spinoza-receptie en –exegese je soms op dieperliggende aders doet stuiten. Zo ervaar ik het soms.

Hillel ZeitlinZeker ook bij de persoon die ik in dit blog naar voren haal: een heel intrigerende persoonlijkheid uit het Warschau van tijdens het interbellum, die met een heel eigen receptie en exegese kwam.

De aanleiding ervoor vormt het feit dat het zondag, aan de vooravond van het joodse nieuwjaar (Rosj Hasjana), 70 jaar geleden is dat Zeitlin, op de leeftijd die ik nu heb, omkwam als slachtoffer van de Holocaust.

Hij moet een interessante jood geweest zijn in het Warschau tijdens het interbellum: iemand die in het Wit-Rusland van de tsarentijd opgroeide in een vroom orthodox, chassidisch-joods milieu, zich daaruit en uit het sjtetl los worstelde, naar hij zelf beweerde door zelfstudie in de filosofie - Spinoza, Nietzsche en Schopenhauer vooral – waardoor hij zijn geloof verloor en zich als een seculiere jood ontpopte. Hij schreef een studie over Nietzsche en – waar het hier uiteraard om gaat – een studie over Spinoza die in 1900 verscheen: Baruch Shpinozah, Hayav, sefarav, u-shitato ha-filosofit [Baruch Spinoza: Zijn leven, werken en zijn filosofische systeem - Warschau, Tushiya, 1900].

Maar ook daarvan maakte hij zich weer los om terug te keren tot het gelovige chassidisme, waarvan hij overigens een nogal eigenzinnige versie ontwikkelde. Volgens Isaac Bashevis Singer, die hem in Warschau leerde kennen, vond hij het moderne, zionistische en socialistische, jodendom dat niet religieus was een absurditeit. Toen hij zich weer als chassidische profeet aan zijn omgeving presenteerde werd zijn huis tot een soort ontmoetingsplaats voor aparte figuren en vooral jongere schrijvers.

Maar in de tijd dat hij zich van zijn geloof vervreemde, identificeerde hij zich sterk met Spinoza. Toen hij zijn boek over Spinoza schreef woonde hij nog in de Wit-Russische stad Homel. Pas later trok hij naar Warschau.

Anders dan vele studies van maskiliem over Spinoza, bracht hij een meer uitgebalanceerde verklarende studie van het conflict tussen Spinoza en de Amsterdamse joodse gemeenschap. In het laatste hoofdstuk van zijn Spinoza-boek schetste hij de relatie tussen Spinoza en het jodendom, een onderwerp dat in de tweede helft van de 19e eeuw zovelen in de Hebreeuwse en Jiddische literatuur had bezig gehouden.
Hij verzette zich tegen de opvatting van Salomon
Rubin (cf dit blog) volgens wie het Spinozisme altijd al een authentieke (onder)stroming binnen het jodendom was geweest die door Spinoza naar de oppervlakte werd gebracht. Ook ging hij niet mee met de benadering van Samuel David Luzatto (cf dit blog) die vond dat Spinoza niet meer “een van ons” was. Tussen deze beide richtingen ontwikkelde hij een derde optie die hij aldus samenvatte: “Bewust was Spinoza tegenstander van het jodendom, maar hij bleef jood, zonder het te beseffen.” Wat uit deze typering naar voren kwam was dat het niet om het joodse geloof ging en ook niet om joodse filosofie, maar dat het een uiteindelijke tendentie van het jodendom betrof - de eeuwige idealen ervan in hun meest pure vorm als: absolute rechtvaardigheid, absolute vrede en absolute liefde.

Bij Zeitlin dus geen poging het pantheïsme met het monotheïsme te verzoenen. Hij wees – hoe modern in de tijd van beginnend freudianisme, maar hoe was Spinoza daarvan al een voorloper – op een dieperliggende, onbewuste en ongewilde tendens in Spinoza’s verstaan van en identificeren met de joodse profetische idealen en waarden inzake rechtvaardigheid, vrede en liefde.

            

Maar Zeitlin liet deze zienswijzen uit zijn jonge tijd voor wat ze waren om terug te keren naar zijn, maar wel gewijzigd, chassidische geloof, waarvan hij een eigen variant ontwikkelde en propageerde. Arthur Green vergeleek hem in een recent blog bij het Amerikaans joodse dagblad Forward met Buber. Wat Buber deed voor het chassidisme in het Westen, deed Zeitlin in het Oosten. Al zoekend naar een authentieke joodse filosofische taal, keerde hij terug naar zijn chassidische klassieken, kleedde zich weer als chassied en propageerde waar hij maar kon de terugkeer tot God’s wegen. Hij bleef journalist en verbonden aan het Warschause Jiddische seculiere dagblad Der Moment, waarvoor hij over religieuze onderwerpen schreef (zie deze foto van de redactie van Der Moment in de jaren ’20, waarop Hillel Zeitlin vooraan rechts zit; voor vergroting en de namen van alle redactieleden klik hier).

          

Het chassidisme overleefde de Holocaust, in Israël en in Noord-Amerika, waar voor vele jongeren op zoek naar een herleving van joodse spiritualiteit, Zeitlin nog altijd als een gids kan tellen. Het zal hun goed uitkomen dat juist deze maand bij een katholieke uitgever een boek uitkwam: Hasidic Spirituality for a New Era: The Religious Writings of Hillel Zeitlin. Paulist Press (September 4, 2012). Het zou wel mooi zijn als ook zijn Spinoza-studie in het Engels verkrijgbaar zou zijn.

_________

Bronnen

Vooral heb ik mij voor dit blog gebaseerd op het buitengewoon boeiende en zeer informatieve boek, waarover ik al vele malen heb geschreven en waaruit ik al eerder een stukje over Hillel Zeitlin haalde:  

Daniel B. Schwartz: The First Modern Jew: Spinoza and the History of an Image. Princeton University Press, 2012

Wikipedia over Hillel Zeitlin (waar ook de krantenfoto vandaan komt) 

Arthur Green's blog bij het Amerikaans joodse dagblad Forward

YVIO  Encyclopedie over de Zeitlin familie. Uit een postcard met Zeitlin die op die website wordt gegeven, maakte ik een uitsnede van het bovenste portret van Zeitlin.   

Shachar Pinsker, Literary Passports: The Making of Modernist Hebrew Fiction in Europe. Stanford Studies in Jewish History and Culture. Stanford University Press, 2010 [books.google]  

Reacties

Spinoza al jood die zich van zijn geloof afkeerde en tegelijk toch de essentiele tendens van dat geloof in zijn filosofie behoudt: een heel interessante en voor mij nieuwe denkpiste die Zeitlin heeft naar voor gebracht. Het doet me denken aan een andere stelling die ik ooit heb gehoord (maar vraag me niet meer van waar het kwam): het Joodse volk heeft disproportioneel veel genieen voortgebracht, maar de meeste daarvan hadden zich van het Joodse geloof afgekeerd (Spinoza, Freud, Einstein zijn natuurlijk bij de meest bekende voorbeelden van deze stelling). Juiste stelling of populair misverstand?