Isaac Deutscher (1907 – 1967) zag Spinoza als model voor de niet-joodse jood

Op z’n 16e verschenen al gedichten van hem in Poolse literaire tijdschriften. Later studeerde hij literatuur, geschiedenis en filosofie. Hij verloor zijn geloof dat hij inruilde voor het marxisme. Op z’n 19e werd hij lid van de Poolse communistische partij, maar werd daar zes jaar later weer uitgegooid daar hij kritiek op Stalin had geuit. In 1939, vlak voor WO II uitbrak, week hij uit naar Engeland, waar hij voor The Observer en The Economist ging werken. Hij ontwikkelde zich tot een belangrijk Pools-Engelse journalist, publicist en historicus van de Sovjet-Unie, en werd vooral bekend om de biografieën die hij schreef over de drie leiders van de Russische Oktoberrevolutie: Stalin, Trotski (3 delen), en Lenin (welke biografie hij niet heeft kunnen voltooien).
Voor hem was Spinoza als eerste hét model voor dat type van de niet-joodse jood, waaruit het, hoewel als algemeen opgezet, speciale van zijn filosofie verklaard zou moeten worden. Hij wist wellicht iets van Spinoza, daar zijn vader in het Hebreeuws een boek over Spinoza had gepubliceerd. [Deutscher zag eraan voorbij dat Spinoza toch meer zag in assimilatie door joden].
Zeer uitvoerig doet dat David Biale in Not in the Heavens: The Tradition of Jewish Secular Thought. Princeton University Press, 2010. Daarin schrijft hij:
"Deutscher started his famous essay on an autobiographical note, remembering how, as a child in the yeshiva, he had read the story of the heretic Elisha ben Abuya (or Aher—the Other— as he is known). Elisha’s favorite student, Rabbi Meir, became one of the towering legal authorities of his generation, yet he never renounced his wayward teacher. By raising the question of the relationship of the Orthodox Rabbi Meir and the heretic Elisha, Deutscher implied that even the heretic remains somehow connected to that which he rejects, for the source of his heresy may lie within that tradition. For Deutscher, Elisha was the prototype of his modern heroes: Spinoza, Heine, Marx, Rosa Luxemburg, Trotsky, and Freud. They were all heretics, yet their heresy might be understood as a rejection that grew out of the Jewish tradition itself."
Ook Alan T. Levenson: The Making of the Modern Jewish Bible. How Scholars in Germany, Israel, and America Transformed an Ancient Tekst [Rowman & Littlefield, 2011], verwijst naar Deutscher:
“The ingenious and oft-cited argument by the Jewish Marxist Isaac Deutscher that even in his general philosophy Spinoza belonged to a special type, alongside Karl Marx and Sigmund Freud, that Deutscher termed "The Non-Jewish Jew," seems, in retrospect, a claim too circular to lead anywhere worth going, although that has not stopped several authors from trying.
Yigal Lossin, "A Jew of the Third Kind. Heine: His Double Life" [PDF]
etc...
______________
Een uitvoerige biografische schets (waaruit ook bovenstaande tekening) van Isaac Deutscher [PDF]
Overzicht van de boeken van Isaac Deutscher
Artikelen van Isaac Deutscher, waaronder ook de "Message of the Non-Jewish Jew" uit 1958, op Marxists.org
Enige citaten overgenomen van Jan Bontje.
Colin Shindler, "The non-Jewish Jews who became the scholars of an ideological dreamworld," in: THE JEWISH CHRONICLE ONLINE, May 10, 2012
Niet-joodse jood
"(...) voor mij heeft de joodse gemeenschap alleen negatieve kenmerken. Ik heb niets gemeen met de joden die zeggen Mea Sja'arim of met welk soort Israëlische nationalisten dan ook. Ik voel me verbonden met de linkse Marxisten in Israël, maar ik voel me precies zo verbonden met de linkse krachten in Frankrijk, Italië, Engeland, Japan of die massa's Amerikanen die ik in Washington en San Francisco ontmoette tijdens de protestbijeenkomsten tegen de oorlog in Vietnam. Of moeten we nu soms terugvallen op het idee van raciale verbondenheid of zoiets als 'de banden van het bloed' om daarvan de basis van de joodse gemeenschap te maken? Zou dat niet een mooie triomf zijn voor Hitler en zijn gedegenereerde filosofie? (...) Ik ben jood omdat ik de joodse tragedie ervaar als mijn eigen tragedie; omdat ik de polsslag van de joodse geschiedenis voel en ik zou alles willen doen om de werkelijke, niet de gewaande, veiligheid en het zelfrespect van de joden veilig te stellen." [Uit: Isaac Deutscher, de niet-joodse jood. Over het jood-zijn in de moderne wereld. Het Wereldvenster, Baarn, 1969, blz. 62/63]
Tijdens de joodse boekenweek die georganiseerd werd bij gelegenheid van het World Jewish Congress in Londen in februari 1958, gaf hij een lezing, getiteld “De niet-joodse jood”, waarin hij trachtte uit te leggen hoe sommige joden voor revolutie kozen en hun jood-zijn naar het tweede plan verschoven, en hoe zelfs degenen die het jodendom helemaal de rug toekeerden (zoals hijzelf), het jood-zijn nooit af konden leggen. Hij verwees naar Spinoza, Heinrich Heine, Karl Marx, Leon Trotsky, Rosa Luxemburg, Sigmund Freud en anderen.
Die toespraak werd daarna op diverse plaatsen gepubliceerd en kreeg veel invloed. Het werd de titel van het boek met essays dat het jaar na zijn dood werd uitgebracht: Non-Jewish Jew and other essays (Edited by Tamara Deutscher, 1968).
[..] “Isaac Deutscher related that one reason he came to question religion was that his father gave him Spinoza to read. Deutscher's father had himself earlier written a book on Spinoza and had thus already embarked on die road away from reli-gion before his son." The younger Deutscher's path to secularism through Spinoza was not unique, and the enigmatic Dutch philosopher will, not surprisingly, be a central figure for much of this book. Spinoza stood on the cusp of modernity, indeed, arguably as the first secular philosopher. While he would no doubt have resisted the title "secular Jew," since he evidently relinquished all tics to the Jewish people, he was embraced by generations of Jewish secularists as their model and precursor. Because Spinoza was not only the first modern philosopher but equally the last medieval one, he points back to the premodern Jewish tradition before he points forward to his modern inheritors. “
Julius Jacobson, “Isaac Deutscher: The Anatomy of an Apologist.” In: Julius Jacobson (Ed.), Soviet Communism and the Socialist Vision. Transaction Publishers, 1972 [Chapter]