Jan Drost's romantisch misverstand over Spinoza
Morgen wordt het boek bij Athenaeum Boekhandel in Amsterdam
gepresen-teerd, vandaag heeft Trouw al een bespreking van
Jan Drost, Denken helpt. De Bezige Bij
Van
de achterflap: “Filosofie zweverig? Níet nadenken over je leven is pas
zweverig! Wie zichzelf geen grote vragen stelt, leeft in het wilde weg en kan
hopeloos verdwalen in leegte en machteloosheid.
Jan Drost, schrijver en filosoof, onderzoekt aan de hand van denkers als Aristoteles,
Epicurus, Seneca, Spinoza en Sartre wat ons gelukkig kan maken. Hun denkwerk en
inzichten kunnen helpen, niet alleen bij grote zaken als liefde, blijdschap,
angst, leven, dood, verdriet en rouw, maar ook bij kleinere kwesties, zoals de
vraag waarom het altijd net begint te regenen wanneer jij de deur uitgaat.”
Weer een zelfhulpboek dus. Als je goed naar de cover kijkt staat elke filosoof voor een bril die je opzet: de blauwe bril rechtsboven is die van Spinoza. En wat heeft Jan Drost van Spinoza meegekregen?
De bespreking van Maurice van Turnhout gaat volgens een vast stramien
of ‘format’ zoals we tegenwoordig zeggen: iets over de schrijven, de stelling
van dit boek, opvallendste passage, onbegrijpelijke passage, reden om dit boek
niet te lezen, reden om dit boek wel te lezen.
Zie hiernaast de opvallendste passage voor Van Turnhout:
Verklaring van de titel van dit blog
[1] Jan Drost (1975) is filosoof en schrijver van het boek Het romantisch misverstand. Anders
denken over liefde. Daarin beschrijft hij hoe allerlei ideeën over liefde
en romantiek in ons hoofd terechtkomen en daar doorwerken, zowel ten goede als
ten kwade. Verliefdheid, seks, jaloezie, trouw, vreemdgaan, romantiek,
liefdesverdriet – het komt allemaal aan de orde. Jan Drost is ervan overtuigd
dat denken ons vermogen tot liefhebben een goede dienst kan bewijzen. [..] Hij
wil laten zien hoe onze romantische idealen en opvattingen over seks van grote
invloed zijn op ons zoeken naar en beleven van liefde. Zijn wij vrij als het op
de liefde aankomt? Hebben wij iets over ons liefdesleven te zeggen? Of zijn wij
weerloos overgeleverd aan Cupido, dat wispelturige engeltje dat ons te pas en
te onpas met zijn pijlen bestookt of liefdeloos links laat liggen? [Van De Nacht van de Liefde 2014]
[2] Dat beeld dat Drost schetst is het Spinozabeeld dat de Duitse romantici ontwikkelden en dat vervolgens Hegel heel zwaar aanzette, n.l. dat Spinoza niet atheïst maar akosmist was: bij hem was “teveel God” en helemaal geen ruimte voor subjecten als wij.

