Johan Velter worstelt met Spinoza én vooral met ('streng gelovige') Spinozisten
Tweemaal had ik een blog over
Johan Velter: 31
augustus 2009 n.a.v. zijn nogal pissige recensie van Tinneke
Beeckman (Red), Spinoza. Filosoof van de blijheid; en op 27
januari 2011 over zijn serie over Denis Dioderot. Velter is (of
was) werkzaam bij de Openbare Bibliotheek Gent, onder meer als
IT-verantwoordelijke, is (was) vooral bekend als uitgever te Gent van
bibliofiele edities en organisator van DRUKsel, een van 1998 tot 2006
gehouden internationale beurs van aparte boekenmakers, bibliofiele
drukkers en kleine uitgevers. Hij is zeer met literatuur bezig en ook
regelmatig met Spinoza.
In de loop van de tijd veranderde hij van domeinnaam, waardoor alle in die blogs aangebrachte links niet meer werken, maar zo gaat het nu eenmaal met het veranderende internet. Ik raakte hem uit het oog, maar ontdekte zijn nieuwe blog afgelopen dinsdag, waarin hij zo begon:
"De Spinoza die Louis Dupré ons toont in zijn ‘The Quest of the Absolute’ is een andere Spinoza dan die van bijvoorbeeld Jonathan Israel, en een correctere. Bij Dupré is Spinoza niet de radicale denker die de democratie, het materialisme, het atheïsme en het goede leven ontdekt heeft maar wel één van de vaders van de romantiek." [Cf. hier]
En gisteren bracht hij drie (eigenlijk vier) vertalingen in het Nederlands van het Spaanse gedicht Baruch Spinoza van Jorge Luis Borges, met nuttige informatie over de herkomst van gedicht en vertalingen. [Cf. hier]
Over Spinoza zelf is hij ambivalent, maar hij voert vooral een strijd tegen wat hij noemt "sectaire Spinoza-gelovigen". Tinneke Beeckman kreeg vaker van hem op haar donder. Deze beide aspecten komen pregnant samen in deze alinea die hij 21 februari 2013 schreef:
"De spinozisten horen het niet graag maar veel van wat Spinoza geschreven heeft, kan door baarlijke nonsensmakers gerecupereerd worden zoals recent nog door Tinneke Beeckman bewezen wordt. Het begrip ‘natuur’ is door Spinoza nooit eenduidig beschreven, steeds weer werd in het midden gelaten of dit god of de materie was. Doordat het systeem zo stringent opgebouwd is, is het aantrekkelijk voor wat minder begaafde denkers: men wordt een houvast voorgeschoteld die men maar al te graag aanneemt. De spinozistische definities zijn denkdefinities, niet geworteld in de ervaring. Het belang van Spinoza wordt hiermee niet geminimaliseerd, wel integendeel. En aldus is toch de gelijkschakeling van Spinoza en esoterisme niet zo verwonderlijk. Wie vanuit een ene waarheid denkt, lokt eenheidsdenkers. Het denken van Spinoza is een metafysisch systeem, het is geen breuk in het Westerse denken geweest. Wel heeft het aanleiding tot een breuk gegeven omdat dit denken met dat van Lucretius kon samengevoegd worden. Ook de materialisten hebben Spinoza oneigenlijk gebruikt."
En vooral Jonathan Israel moet het bij hem ontgelden. Het minst boze is nog: "Jonathan Israel herschrijft de Westerse geschiedenis in zijn ‘Enlightenment’-reeks als een geschiedenis van het spinozistisch denken. De Verlichting is in zijn werk de erfgenaam van Spinoza. Tot de radicalen behoort Diderot die al dan niet door Spinoza werd beïnvloed. Volgens Israel natuurlijk wel."[Cf. hier]
Johan Velter mag dan af en toe nogal bokkig en "Geen Stijl"-achtig uit de hoek komen ["Wat gedachteloosheid en leeghoofdigheid al niet met een meisje kunnen doen. Het is hier al eerder betoogd: de Spinoza-studie heeft met Beeckman een ware aanwinst gedaan," Cf. hier], ik ga zijn weblog opnemen onder de links, om hem niet te vergeten en wat vaker te raadplegen. Zie hier zijn vele blogs met de tag 'Spinoza'.

