Julius Hermann von Kirchmann (1802 – 1884) stichter Philosophische Bibliothek met Spinoza’s sämmtliche philosophische Werke

Hier hebben we weer een Duitse filosoof, jurist en politicus die enige eer in de Spinoza-studie heeft verdiend, waarover de de.wikipedia-pagina over hem volledig het zwijgen toe doet – hetgeen ik nu al zo vaak heb moeten constateren. Ik geloof niet in samenzweringen, maar wel in onwetendheid, brede ongeïnteresseerdheid of bevooroordeeldheid als het om Spinoza gaat. Gelukkig is er dit blog om te wijzen op b.v. zijn Erläuterungen zu Benedict von Spinoza’s Ethik.

Na z’n gymnasium ging Kirchmann rechten studeren in Leipzig, vervolgens in Halle. Na zijn studie kreeg hij een aanstelling bij justitie en vier jaar later werd hij strafrechter. In 1835  Landgerichtsdirektor in Querfurt en vier jaar later in Torgau. In 1846 verkreeg hij de hoge justitiefunctie van Staatsanwalt in Berlijn die hij twee jaar behield. Hij verloor die positie wegens opvattingen die te radicaal zouden zijn voor zijn ambt. Nadat hij in 1847 zijn beroemde rede had gehouden over Die Werthlosigkeit der Jurisprudenz als Wissenschaft,*) werd hij een jaar later weggepromoveerd tot Vizepräsident des Oberlandesgerichts in Ratibor.

 

Ook was hij politiek actief. Voor de Fortschrittspartei zat Kirchmann van 1862 tot 1870 en van 1873 tot 1876 in het Preußische Abgeordnetenhaus. Tevens was hij van 1867 tot 1877 lid van de Reichstag.

 

In philosophicis was hij tegenstander van materialisme, apriorisme en sensualisme en voorstander van een realisme en rationeel empirisme. De filosofie is het die de hoogste begrippen en wetten van het zijn en het weten tot object heeft, maar  niet door alleen het denken, maar door waarnemingen. Zijn en weten zijn naar hun inhoud identiek, maar in hun vormverschillend: »Im Gegenstand ist der Inhalt in der Seins-Form befaßt, in der Vorstellung der Wissens-Form.« Zijn »Realismus« ziet er zo uit dat alle Wahrnehmungsvorstellungen met elkaar gemeen hebben: »daß sie 1. ihren Inhalt als einen seienden setzen, 2. daß sie das Seiende außerhalb der Wahrnehmung setzen, 3. daß sie den Inhalt der Wahrnehmung als gegeben und nicht von der wahrnehmenden Seele erzeugt annehmen und 4. daß sie diesen Inhalt als einen einigen setzen, in dem die Unterschiede erst als das Spätere hervortreten«.

 

Philosophische Bibliothek
Hij is vooral bekend door de Philosophische Bibliothek van klassieke filosofische literatuur die hij in 1868 begon en die sindsdien vijf uitgevers kende. Felix Meiner Verlag werd in 1911 de vijfde en huidige uitgever van de serie, die vanaf het begin ook steeds het (bijna) volledige werk van Spinoza heeft bevat.  

 

Daar begon Kirchmann al mee door in die Philosophische Bibliothek al in het eerste jaar meteen ook op te nemen, en dat is zijn verdienste voor de Spinoza-studie, de derde volledige Duitse vertaling van Spinoza [de eerste was van Ewald (1791-1793), de tweede van Berthold Auerbach (1841)]:
Benedict von Spinoza’s sämmtliche philosophische Werke, bij Verlag von L. Heimann, Berlin.

J. H. v. Kirchmann bezorgde de Ethik. Uebersetzt, erläutert und mit einer Lebensbeschreibung Spinoza’s versehen von J. H. v. Kirchmann (1868). [books.google]

Ook de vertaling van de TTP was van zijn hand: Benedict von Spinoza's Theologisch-politische Abhandlung. Uebersetzt und erläutert von J.H. v. Kirchmann. Berlin, Verlag von L. Heimann, 1870.
[Deze is bij zeno.org te lezen]

Ook verzorgde Kirchmann de vertaling van en toelichting op de PPC (1871).
 

B. de Spinoza’s kurzgefasste Abhandlung von Gott, dem Menschen und dessen Glück. Aus dem Holländischen in’s Deutsche übersetzt und mit einem Vorwort begleitet von C. Schaarschmidt. 2. verbesserte Auflage. Erich Koschny (L. Heimann’s Verlag.) 1874

 

Ook gaf Kirchmann nog apart uit Erläuterungen zu Benedict von Spinoza’s Ethik, L. Heimann, Berlin, 1869

 

[archive.org beter leesbaar is deze scan uit de KB door Google van de tweede editie uit 1871. Daar blijkt eveneens dat dit werk als 5e deel in de Philosophische Bibliothek was opgenomen]
Deze reeks raakte, voor zover ik kan nagaan, niet compleet en bij een nieuwe (vierde) volledige uitgave die in 1907 werd opgezet, eveneens in de Philosophische Bibliothek, die nu bij een andere uitgever zat, het Verlag der Dürr’schen Buchhandlung te Leipzig,  werd een werk dat Kirchmann nog had afgerond, n.l. Die Briefe, opgenomen in:

 

Baruch de Spinoza: Sämtliche philosophische Werke. Herausgegeben von O. Baensch, A. Buchenau, C. Gebhardt, J. H. v. Kirchmann, C. Schaarschmidt. Verlag der Dürr’schen Buchhandlung, Leipzig 1907
Hierin was de Ethik van Otto Baensch (Band 92), de Korte Verhandeling wederom van C. Schaarschmidt (Band 91), de TTP van Carl Gebhardt (Band 93), de PPC van Arthur Buchenau (Band 94), de TIE en de TP van Carl Gebhardt (Band 95), en

 

Die Briefe mehrerer Gelehrten an Benedict von Spinoza und dessen Antworten, soweit beide zum besseren Verständniss seiner Schriften dienen. Übersetzt und erläutert von J. H. v. Kirchmann. (Philosophische Bibliothek Band 96), 1897

Het moge dus duidelijk zijn dat Julius Hermann von Kirchmann eindelijk terecht zijn plaats krijgt in dit Spinoza-blog. 

____________

Over Kirchmann in: Eisler, Rudolf: Philosophen-Lexikon. Berlin 1912, S. 351-352. [zeno.org]

Julius Hermann von Kirchmann in de deutsche Biographie 

*) Julius Hermann Kirchmann, Die Werthlosigkeit der Jurisprudenz als Wissenschaft: Ein Vortrag gehalten in der Juristischen Gesellschaft zu Berlin. J. Springer, 1848 - 32 Seiten [books.google en archive.org]

al zijn boeken bij archive.org

Wikisource overzicht van de Duitse complete vertalingen van BdS op internet

Rainer A. Bast, Die Philosophische Bibliothek. Geschichte und Bibliographie einer philosophischen Textreihe seit 1868. Meiner, 1991 [cf.]

 

Bast, Rainer A., Julius Hermann von Kirchmann 1802-1884. Jurist, Politiker, Philosoph. Meiner, 2009 [cf.]