Laatste van de vier lentebijeenkomsten
Gisteren was de laatste van de vier voorjaarsbijeenkomsten, georganiseerd door de Vereniging Het Spinozahuis. Dit jaar werd de Ethica zoveel mogelijk op een 'niet-geometrische' manier behandeld. Dit betekende dat de inhoud en de gedachtegang van het betreffende Ethica-deel vooral werden uitgelegd met gebruikmaking van de voorredes, corrolaria en scholia. Op deze wijze waren de bijeenkomsten ook aantrekkelijk voor diegenen die zo voor het eerst met dit werk kennis maken.
Miriam van Reijen, hier nog doctorandus maar in de aanloop naar haar promoveren op 21 juni a.s., leidde bij het begin van de middag de spreker in en deed wat huishoudelijke mededelingen.
Gisteren werd de tweede helft van deel IV en van deel V ingeleid door dr. Jeroen Bartels. Hij hield een werkelijk schitterend betoog, waarin hij van de drie Spinozistische kennissoorten nog eens liet zien hoe ze elk - blijvend - hun betekenis hebben en behouden. Fraai hoe hij vanuit de derde kensoort, de scientia intuitiva, liet zien hoe Spinoza in het vijfde deel op grandiose wijze de koppeling maakt tussen het bijzondere en het hoogste algemene, tussen het tijdelijke en het eeuwige - hoe via de geïnformeerde intuïtie in elk concreet particulier enkelding het universele en eeuwige zichtbaar wordt. Het was een fraaie afsluiting van de vier bijeenkomsten.
Ook al waren er - misschien wegens het fraaie voorjaarsweer - deze keer minder deelnemers, de zaal was nog altijd goed gevuld zoal deze opnamen laten zien. [De lege stoel vooraan was van de forograferende blogger]
De secretaris van de Vereniging, de heer Theo van der Werf, had tot slot nog wat zaken te regelen.
Grappig vond ik het om deze aanpak (via de scholia etc) aanbevolen te zien in het boekje van J. Thomas Cook, Spinoza’s Ethics [Continuum, 2007] dat ik onlangs besprak. Cook schrijft in een voetnoot (op p. 149): "Spinoza obviously intended the work to be read in the order in which he wrote it. But he realized that at times the geometrical method can be difficult to follow, and so he inserted, at intervals, scholia, appendices and prefaces written in less formal and more accessible language. The first-time reader of the Ethics might profit from a certain prapatory exercise before undertaking to read the full text. A good idea is to go through the entire work reading only the scholia, the Appendioces (to Parts 1,3 and 4) and the Prefaces (to Parts 3,4 and 5). This can provide a more accesible orientation to the project and indicate the direction that the argument as a whole is going. With luck it will also whet the reader's appetite to learn more from the propositions and demonstrations."
Wel, dit is dus wat we in deze cursus gedaan hebben. Het bleek een gouden greep. En ik kan getuigen dat dit niet alleen voor beginnelingen nuttig is. Ook zij die al een poosje met (o.a.) de Ethica bezig zijn (zoals ik), kunnen profijt hebben van deze aanpak. De Ethica is zo'n vol en rijk (en moeilijk) boek dat je er meermalen en langs alle kanten mee bezig moet zijn om "er in" te komen en het almaar meer te doorgronden.
Reacties
Het doet mij genoegen, Stan, van jete horen (zij het wat laat, maar dat ligt aan mij), dat je zeer tevreden was over de afsluitende lentebijeenkomst, in het bijzonder over "het schitterende betoog" van Dr. Jeroen Bartels, waarin de drie kennissoorten werden behandeld, in het bijzonder de scientia intuitiva. Afgaande op je weergave denk ik dat hij daarvan inderdaad een uitstekende beschrijving heeft gegeven. Maar ik wil er wel graag een vraag aan vastknopen. Heeft hij ook uiteengezet hoe je volgens Spinoza de intuitieve wetenschap VERKRIJGT? Moet je daarvoor vakwetenschappen beoefenen? Moet je daarvoor sober leven en veel aan meditatie doen? Is er inspanning voor nodig? Helpt het als je Spinoza betudeert? Is die kennis eventueel een privilege van enkelen onder velen? Kortom: hoe geraak je daartoe en is er een methode voor? Je begrijpt dat ik de vraag van Bouwmeester herhaal naar aanleiding van je blog. Uit wat je vervolgens schrijft m.b.t. Tom's boekje (vooral je slotzin) maak ik op, dat JIJ van mening bent, dat intensieve studie van de ETHICA misschien niet absoluut noodzakelijk maar dan toch een hoogst effectieve bijdrage levert tot de verkrijging van de intuitieve kennis. Spinoza zelf leert dit evenwel niet! Terzijde: ik wil niet onze vroegere discussie heropenen. Het gaar er mij nu alleen om te weten te komen of mijn vraag aan de orde is geweest in de voordracht of in de discussie. Zo niet, dan is er een wezenlijk thema van deel 5 overgeslagen.
Wim Klever 27-04-2010 @ 17:01
Wim, je stelt veel vragen. Teveel om op in te gaan. Het accent heeft vorige week gelegen op het achterhalen wat Spinoza met scientia intuitiva bedoelde, wat de samenhang met rationele kennis en wat het verschil ermee is. Een citaat: "De kennis van het intuïtieve weten ontstaat niet ‘achter de rede om’, maar ‘door de rede heen’. Ze gaat nog een stap verder dan de rede door, op grond van de toenemende kennis van de wetmatigheden waaraan alles is onderworpen, ‘voort te schrijden’ (E II, 40, commentaar 2) naar het weten van de GROND van deze wetmatig verlopende processen, de ‘substantie’. Ook de vorming van het intuïtieve weten is dus een proces dat tijd en langdurige inspanning vergt: alleen op de bodem van een toenemend vermogen tot handelen en een daarmee corresponderende kennis van de rede vormt zich het koraal van het intuïtieve weten."
Tot zover over de toespraak.
Dan wat je veronderstelt over wat ik vind.
Ik beweer nergens dat intensieve studie van de Ethica een hoogst effectieve bijdrage levert tot de verkrijging van de intuïtieve kennis. Intensieve studie is wel vereist om de Ethica te doorgronden. Intuïtieve kennis vergt naast het zien te verwerven van zo brede en diep mogelijke (rationele, wetenschappelijke) kennis: openheid, ontvankelijk opstellen, bereidheid om diepere verbanden in te zien.
Stan Verdult 28-04-2010 @ 00:22
Ik begrijp uit je verhelderend antwoord dat mijn vraag over de wijze van VERKRIJGING van intuitieve kennis VOLGENS Spinoza slechts in generieke zin ('tijd en langdurige inspanning') aan de orde is geweest. En daarvan is de helft nog onjuist. Ik mis pijnlijk het besef "that Spinoza in the fifth part of the Ethics defends the CASUAL AND FORTUITOUS origins in experience of our highest kind of knowledge" (Klever). Ik blijf hameren op dit punt totdat deskundige Ethica-lezers mij met tekstmateriaal overtuigen dat ik Spinoza's proposities over het normale fysiologische proces in elk mensenlijf totaal verkeerd interpreteer. - Dit, Stan, is exact dezelfde discussie als die zich afspeelt in het Chinese Zen-Buddhisme m.b.t. het ZAZEN (de vraag of het voor het krijgen van Verlichting nodig is te 'ZITTEN mediteren'). Volgens Hinaqyana wel, volgens Mahayana niet (globaal het verschil tussen respectievelijk Zuid-Aziatisch en Oost-Aziatisch Buddhisme).
Wim Klever 28-04-2010 @ 13:54