Leopold Flam (1912-1995) vond Spinoza's Ethica alleen bestemd voor lezers die dat verdienen

Leopold Flam (1912-1995)Op 9 mei 2011 had ik een blog over de nogal aparte Vlaamse filosoof "Leopold Flam (1912-1995) die gezegd zou hebben: "Ik beschouw me als een geestelijke erfgenaam van Spinoza." Ik wierp de vraag op waaraan diens Spinozisme werd ontleend en ik uitte er enige twijfels over.

Afgelopen weekend had de Vlaming Willy Schuermans van de Spinoza Kring Lier een blog over Leopold Flam, die hij naar een typering van Cornelis Verhoeven als parafilosoof neerzet (het zou daarbij gaan om filosofen die "buiten de traditie staan" en "er niet in slagen hun gedachten op een verstaanbare manier te formuleren").

Schuermans neemt een stukje tekst over uit Leopold Flam's De eenzaamheid [Leuven, 1979, blz. 133-134], waarin in hoofdstuk 7, "De metafysische eenzaamheid en de dood van God," de Ethica van Spinoza ter sprake komt. Schuermans vindt het "geschreven in een schabouwelijk Nederlands, met de coherentie van scherp zand." [Zie onder wat schabouwelijk betekent 1]

Hier die tekst van Flam (die ik in erkentelijkheid overneem van Schuermans):

"De metafysische eenzaamheid dient als immanente doelmatigheid verstaan te worden.(…) De authentieke doelmatigheid van het werk kan in sommige filosofische teksten gevolgd worden, die tevens voorbeelden zijn voor en van de metafysische eenzaamheid: de Ethica van Spinoza, de Kritik der reinen Vernunft van Kant, de Phänomenologie des Geistes van Hegel, de Logische Untersuchungen en de Ideeen van Edmund Husserl, het Tractaat van L. Wittgenstein, Sein und Zeit van M. Heidegger en L’ Etre et le Néant van J.P. Sartre.

Spinoza, Kant en Husserl citeren haast nooit en wanneer Hegel, Heidegger of Sartre citeren, dan gebeurt het binnen de immanente beslotenheid van het werk zelf, dat van elders geen referenties vergt. Elk van de aangehaalde werken mag men niet van buiten uit benaderen door ze tot de invloeden, die ze ondergingen, te herleiden, tenzij zij zelf er zich op betrekken. Hun eenzaamheid is metafysisch door hun zelffundering. De zelffundering betekent dat ze in hun uiteenzetting zelf hun voldoende reden ontwikkelen in de letterlijke zin van het ont-wikkelen van een rol, zonder tussenkomst van uiterlijke of vreemde factoren. De zelffundering sluit het uiterlijk en vreemd gezag van welke aard uit. De tekst antwoordt niet op een gegeven bevel of een uiterlijke opvordering of vraag. Hij geeft zelf de grond van zijn waarom, waaruit en waartoe. Zijn soevereiniteit domineert echter niet en eist evenmin onderdanige gehoorzaamheid en onderwerping (of subjectivering) aan, noch opwerping (objectivering) van de lezer. De tekst is zozeer besloten dat hij als zodanig zich op geen lezer betrekt, noch erom smeekt, want hij heeft aan zichzelf genoeg. Nochtans is een tekst zonder lezers reine onzin. Zonder de mededeling wordt een tekst geledigd van de tekst, wordt hij een formeel spinneweefsel, een labyrint, want een tekst, ledig van zijn tekst, heeft zichzelf uitgevaagd. Zo de eenzaamheid van een tekst geen lezer impliceert, is hij echter een wenk en een uitnodiging tot een lezer die het verdient hem te lezen?

Is dit geen reine illusie? Welke lezer van de Ethica zou kunnen zeggen dat hij het verdient de tekst te lezen? Welke criteria zullen hem zeggen dat hij de lezer is die het verdient hem te lezen? Wanneer hij gewaar wordt dat hij door de tekst geïmpliceerd wordt en hij kan dit alleen maar gewaar worden wanneer hij de onvoltooidheid en het fragmentair karakter van de tekst bemerkt, niettegenstaande zijn beslotenheid. De lezers van Spinoza zoals Leibniz, Lessing, Hegel, G. Friedmann, Gilles Deleuze, Louis Althusser worden elk op hun wijze door en in de tekst van de Ethica geïmpliceerd, hetgeen geenszins hun onderdanigheid en gehoorzaamheid inhoudt. Integendeel, was dit het geval dan zouden zij het niet verdienen de spinozistische tekst te lezen.

Moest de Ethica echter in vergetelheid geraakt zijn dan was de tekst niet metafysisch eenzaam maar afgezonderd en eigenlijk niet bestaande. Alleen door de lectuur van ‘verdienstelijke lezers’ treedt hij uit het niets van de vergetelheid in de metafysische eenzaamheid van zijn enigheid en oorspronkelijkheid. ‘ (…)"

Inderdaad, uiterst schabouwelijk, als we weten dat

1 schabouwelijk betekent: zeer bedenkelijk, gruwelijk [VanDale]; jammerlijk, droevig, schromelijk [synoniemen]; vreselijk, afschuwelijk, verschrikkelijk lelijk [VlaamsWoordenboek] Zo leren we weer eens wat van onze zuiderburen.

Reacties

geachte heer,

als gewezen vriend en medewerker van Flam graag dit , ik weet niet of het voor publicatie geschikt is
Wanneer ik naar restaurant ga , interesseert mij wat op tafel komt, de maaltijd ; veel minder wat zich in de keuken afspeelt , kookproces
Bij Flam net omgekeerd , een eindeloze masturbatie van chaotische wir-war van herkauwen , zelden of nooit een maaltijd

Ja, heer Vandenbossche, dit "kijkje in de keuken" lijkt mij zeer geschikt voor publicatie. Dank voor deze Inside Information.

Het merendeel van de Nederlandse spinozisten - zoals we nog zullen zien - kan in de parafilosofische categorie worden geplaatst.
http://www.siebethissen.net/Spinozisme_en_Vrijdenken/1997_Spinoza-koorts.pdf

En u?

Sta sowieso buiten de academische institutie. En "afscheid genomen hebben van de traditionele wijsgerige canon" is, denk ik, een sterk juryrapport. Gerekend worden tot de "parafilosofische categorie" is zo beschouwd: voorzien worden van een eretitel - een geuzennaam.