Mededelingen vanwege de Vereniging Het Spinozahuis
Vandaag ontvingen de leden van de Vereniging Het Spinozahuis de uitnodiging voor de komende algemene ledenvergadering die op zaterdag 27 juni a.s. in het gemeentehuis van Rijnsburg wordt gehouden. Tijdens die vergadering zullen spreken, zoals hier al eerder aangekondigd:
Dr. Eric Schliesser van de Universiteit Leiden over: Spinoza's kritiek op de natuurwetenschap ('s morgens)
[Zie hier bij de Vereniging Het Spinozahuis de samenvatting van zijn voordracht]
Prof. dr. Antonio Negri uit Parijs over: Spinoza, une conception sur la démocratie. ('s middags)
Titel inmiddels (9 juni) gewijzigd in:
'Spinoza: une hérésie de l'immanence et de la démocratie'
Zoals gebruikelijk zaten bij de stukken twee boekjes, de Mededelingen vanwege Het Spinozahuis nr 95 en nr 96, die de toespraken bevatten die tijdens de jaarvergadering van 17 mei 2008 werden gehouden, te weten:
Edwin M. Curley: Bayle vs. Spinoza on Toleration (nr 95)
Jan Knol: Waarom hield Spinoza zijn Korte verhandeling voor gezien? (nr 96)
Tot 18 juni 2008 werden deze brochures namens Het Spinozahuis uitgegeven door Uitgeverij DAMON (vroeger door Brill, Leiden), maar nu worden ze door de vereniging in eigen beheer uitgegeven.
Belangstellenden voor deze uitgaven kunnen terecht bij:
Vereniging het Spinozahuis
Dhr. Th. van der Werf
Paganinidreef 66
2253 SK Voorschoten
vspinoza@xs4all.nl
Jan Knol gaf in zijn lezing een groot aantal verschillen aan tussen Spinoza's Korte Verhandeling (KV) en zijn Ethica, die tezamen een verklaring kunnen geven waarom hij niet verder is gegaan met het uitwerken en verbeteren van die KV, maar liever opnieuw begon. Een heel helder en goed te volgen verhaal.
Naar mijn gevoelen had hij daarbij nog iets meer kunnen benadrukken dat Spinoza, die inderdaad over een aantal zaken iets anders was gaan denken, zoals Knol duidelijk op een rijtje zet, intussen ook erg veel zin had om zijn filosofie in Ordine Geometrico uiteen te zetten. In een Appendix van de KV had hij daarvan al een proeve gegeven, maar nog meer had hij daarna in zijn Renati Des Cartes Principiorum Philosophiae, het enige werk dat hij onder zijn eigen naam uitgaf in 1663, een bewijs van zijn kunnen gegeven en er kennelijk de smaak van te pakken gekregen. Alleen al om dat motief, geheel los van een inhoudelijke verdere ontwikkeling van de inhoud van zijn denken, was het nodig om helemaal opnieuw te beginnen.
Hoe dan ook, dit heldere en informatieve werkje van Knol kan goed toegevoegd worden aan en gebruikt worden naast de uitvoerige inleiding die in Korte geschriften aan de Korte Verhandeling vooraf gaat.