Rebecca Goldstein's boeiende zoektocht naar de onbekende Spinoza

Rebecca Goldstein, filosofe en filosofiedocente, schreef diverse boeken en verhalen . Zij wordt wel getypeerd als vooroplopende vertegenwoordiger van een nieuw type op wetenschap en denken gebaseerde nieuwe ‘verlichte’ schrijvers. Dat levert nét een iets gedegener werk dan de gemiddelde literaire non-fictie. Ze schreef een zestal fictiewerken, waaronder The Mind-Body Problem. In 2005 verscheen haar eerste boek, ‘Incompleteness: The Proof and Paradox of Kurt Gödel (Atlas Books/Norton, 2005) dat inmiddels in diverse talen is vertaald.

In 2006 kwam ze met dit heel aparte boek over de 17de eeuwse filosoof Benedictus de Spinoza (1632–1677).

De onbekende Spinoza. Uitgeverij Atlas, Amsterdam, 2007 (oorspr. Betraying Spinoza, 2006).  

Rebecca Goldstein, zelf joodse en traditioneel joods opgevoed, maar daarna doorkneed in de angelsaksische analytische filosofie, gaf jarenlang les aan een universiteit over de rationalistische filosofen in 17e eeuw: Descartes, Spinoza en Leibniz. Ze raakte steeds meer geïnteresseerd in Spinoza, zeg maar: ze raakte in de ban van hem.

Ze begint zich af te vragen in hoeverre Spinoza een joodse filosoof is - of er verbindingen liggen tussen Spinoza en de joodse historie. Ze wil dat doen door zich zo goed mogelijk in te leven in Spinoza en typeert dat met die typische angelsaksisch-filosofische vraag: Hoe is het om Spinoza te zijn?

Heel fraai roept ze een beeld op van hoe in de tweede helft van de 20e eeuw binnen de joodse gemeenschap over Spinoza wordt gedacht en hoe de in 1656 uitgesproken banvloek nog steeds geldt, zodat joden dus geacht worden zich niet met Spinoza bezig te houden. Ze beschrijft dat door de lessen op te roepen zoals zij ze kreeg op de meisjesschool waar ze opzat. Inmiddels is dat kennelijk veranderd, want haar boek verscheen in ‘the Jewish Encounters series, devoted to Jewish thinkers and themes’. Ze won er zelfs in 2006 de ‘Koret International Jewish Book Award in Jewish Thought’ mee. Zou men Spinoza in die wereld weer willen annexeren?

Haar zoektocht leidt niet in de eerste plaats tot een nieuwe biografie van Spinoza, hoewel ze met het oog op haar doel uiteraard veel biografisch materiaal biedt. En historisch materiaal over de vervolgingen van de joden: de maranen, de historie en het lijden van het joodse volk. Uiteraard laat ze zien wat van Maimonides bij Spinoza voorkomt; ze beschrijft de mystieke, kabbalistisch traditie, waar Spinoza niets van moest hebben, maar waarvan hij wel wat wist en meekreeg.

Al zich inlevend komt ze uiteindelijk met één vindplaats, waar Spinoza zich lijkt te identificeren, wanneer hij in een brief schrijft over de verbranding van een door de inquisitie vervolgde jood, waarover hij in zijn puberjaren gehoord moet hebben. Eén futiele bewijsplaats waaraan ze haar overtuiging koppelt dat Spinoza’s filosofie zíjn rationele manier betrof waarop hij een oplossing voor het joodse lijden wilde aandragen.

Ze doet dit heel overtuigend en maakt haar project geloofwaardiger door in de geest van Spinoza hem nu niet als het ware terug te claimen als joods filosoof, hoewel ze wel op een paar plaatsen zegt dat hij na Maimonides de grootste filosoof is die de joden hebben voortgebracht. Nee, juist door de aard van zijn leven en de inhoud van zijn filosofie is hij een universele filosoof voor alle mensen – en een die nog altijd ook voor deze tijd heel waardevol is, voor wie ziet dat zijn filosofie worstelt met en een oplossing aandraagt voor omgaan met onze eindigheid.

Het is buitengewoon knap hoe zij telkens door haar zoektocht naar Spinoza heen, zijn ethica, zijn metafysica, weet uit te leggen. En dat op zo’n doorleefde manier, waaraan je merkt dat ze tot de kern van zijn benadering is doorgedrongen, zodat ze hem kan uitleggen zonder technische termen (niet eenmaal valt de term attribuut en slechts eenmaal substantie en modificaties). Zoals zij de betekenis van het begrip ‘conatus’ uitlegt: zo fraai.

Ze gebruikt gewone, moderne, woorden én laat tevens goed zien hoe Spinoza een heel andere benadering heeft dan die welke zich in de moderne filosofie hebben ontwikkeld. Ze geeft dus ook enig commentaar op hem vanuit onze latere tijd, maar zonder Spinoza daarmee af te serveren. Nee, omgekeerd, weet ze daardoor nóg trefzekerder uit te leggen wat Spinoza’s benadering en denkwijze is, zodat ze haar lezer heel dicht met Spinoza in aanraking brengt.