Rikus Koops' infographic van Spinoza's bewijs van noodzakelijk bestaan van God in E1/11

Rikus Koops maakte voor de Spinoza-cursus die hij geeft een zgn. infographic van alle bouwstenen die Spinoza gebruikte voor het bewijs van stelling 11 van deel 1 van de Ethica. De definities, axioma’s en stellingen die Spinoza gebruikt om het noodzakelijk bestaan van God te bewijzen zijn bijeengebracht in een kaart. "Volg de rivier van stellingen en bekijk vanuit welke bronnen deze stellingen worden gevoed," zo schrijft Rikus erbij. [Cf. zijn website of klik op de afbeelding om rechtstreeks bij het PDF te komen.]
Leuk en spannend om de kaart te lezen. Knap gemaakt!

 [Grappig wel dat Rikus 1/Def4 [attributen] niet mee laat doen, terwijl die toch nodig is om Def6 én 1/11 te begrijpen]

Reacties

Bedankt voor de plaatsing op je blog. Ik zal kijken of ik in de volgende versie def4 ook opneem.

Rikus,
Er moet bewezen worden dat God NOODWENDIG bestaat. Dus als werking, als werkende substantie; dus niet slechts lichamelijk of juist geestelijk want dat zijn maar woorden naar onze noodzakelijke werkwijze van zijn en denken ofwel de dingen afhankelijk naar ons begripsvermogen en toevallig bestaand geordend. Ja dat doen we vooral vanzelfsprekend naar de gevolgen in ons bestaan.
Nee Spinoza doet dat omgekeerd naar de noodwendig geordende taal ofwel naar alle causaal werkende kenmerken of oorzakelijke eigenschappen van de Natuur. God is als de concrete Natuur een werkelijk noodwendig immanent principe, een constante kenmerkend werkende chemie in alles, de enige substantie die wijzen van denken en zijn in maten van bewustzijn naar de oorzaken uitdrukt.
In jouw meanderend schema ontbreken de dynamische kenmerken of natuurlijke wetmatige eigenschappen (attributen) naar die zelfstandige bestaande aard van de substantie. De definities 2, 4, 7 - deze laatste gaat juist over noodwendig vrij en noodwendig afhankelijke (noodzakelijk) vermogen - en 8, axioma's 2 en 3, stellingen 8,9 en 10 als voedingsbron voor 11 en verder ontbreken nu juist. M.a.w. het schema werkt zo, ondanks de mooie vormgeving, niet goed. De rivier stroomt niet.

Bas,
Ik heb slechts de verwijzingen die Spinoza in de Ethica heeft genoemd op een grafische wijze weergegeven omdat de grafische taal naar mijn bescheiden mening iets kan toevoegen aan de geschreven taal. Zoals Stan terecht opmerkt, hebt ik definitie 4 niet opgenomen. De overige door jou genoemde axioma's en stellingen worden door Spinoza niet gebruikt om stelling 11 te bewijzen en heb ik zodoende terecht niet opgenomen.
Ter kennisgeving: in de Korte Verhandeling bewijst Spinoza "dat God is" zonder gebruik te maken van de attributen.

Rikus,
Om te bewijzen dat God is of bestaat, heeft Spinoza in de KV een werkoorzaak of eigenschap nodig. God is noodwendig naar zijn natuur. Dat stelt Spinoza vooraf. Maar dit natuurlijk concept van zijn bestaan kan ook achteraf uit de praktische werking van zijn bestaan blijken zegt hij daarbij.
Spinoza’s God bestaat substantieel ofwel werkelijk, in de zin van naar alle natuurlijk werkingen of wezenlijke kenmerken van zijn Natuur. Die eigenschappen behoren, rekent Spinoza, tot die naturende Natuur van God. Een berg heeft een dal nodig om te bestaan geeft hij als voorbeeld. Ook in de KV gebruikt Spinoza dus de bestaande kenmerken of attributen van de natuur.

St 11: God, ofwel de substantie, bestaande uit een oneindig aantal attributen, van welke elk een eeuwig en oneindig bestaan uitdrukt, bestaat noodwendig.
Van welke elk een eeuwig en oneindig bestaan uitdrukt, die werking of werkoorzaken laat je weg maar juist definities 2,4, 7 en 8, de axioma’s 2 en 3 en de stellingen 8, 9 en 10 heb je nodig om dat goed of beter volledig te kunnen begrijpen, beweer ik.