Spinoza een 'enthousiast'?

Wiep van Bunge deelt op zijn website bij de Erasmusuniversiteit mee dat hij momenteel werkt aan een boek dat de voorlopige werktitel heeft From Bayle to Bilderdijk. An Essay on Philosophy in the Dutch Enlightenment. Hij houdt wel van enigszins allitererende titels, gezien ook zijn From Stevin to Spinoza. An Essay on Philosophy in the Seventeenth-Century Dutch Republic (Leiden, Brill, 2001)

Op 31 maart 2014 schreef hij een gastblog over een onderwerp dat valt binnen de onderzoeksperiode waarop hij zich momenteel richt, het kreeg als titel: "The demise of Spinozism and the rise of Dutch experimental philosophy." [Cf.]

En daar zie je een zeker nadeel van de academische gedistantieerdheid. Het stuk eindigt met de suggestie dat, anders dan zoals Spinoza (met Descartes) meestal werd en wordt gezien, n.l. als rationalist, hij door critici als Buddaeus en Nieuwentijt als 'enthusiast' zou worden gezien, want ‘contemplative philosophy’, die niets wilde toetsen aan de realiteit werd gezien als ‘philosophical enthusiasm’. Daarbij verwijst de auteur van het blog naar het boek van Michael Heyd, 'Be Sober and Reasonable’. The Critique of Enthusiasm in the Seventeenth and Early Eighteenth Centuries (Leiden, Brill, 1995 - books.google), waarin wel het eventuele 'enthousiasme' van Descartes, maar niet van Spinoza wordt onderzocht.

Zo'n beeld wordt opgeworpen, gesuggereerd en blijft dan hangen, daar het niet wordt tegengesproken.

Ja, het betreft Schwärmerei...
Ook Kant zag Spinoza als een "enthousiast", zoals Knox Peden in zijn recent verschenen boek Spinoza Contra Phenomenology. French Rationalism from Cavaillès to Deleuze [2014] in zijn inleiding die hij de titel meegaf: "Spinozism: A Source of Enthusiasm," hem, Kant dus, samenvat: "With its claims about God arranged in the manner of a geometrical proof, Spinoza’s philosophy resulted in an enthusiasm or Schwärmerei of reason to rival if not exceed the fanaticism of religious zealots."

In dat gezelschap verkeren we dan dus...

Reacties

Wat beweert van Bunge nou eigenlijk?

Hij beweert m.i. niet zozeer wat, maar geeft een stukje geschiedenis over wat de titel aanduidt als: "De ondergang van het spinozisme en de opkomst van de Nederlandse experimentele filosofie." Dat zou je desgewenst een bewering kunnen noemen