Spinoza en de behoefte aan geborgenheid
Van Michiel Wielema ontving ik de tip dat het laatste nummer van Volzin* van vorig jaar een artikel bevatte van Anne M. de Ruiter: "De koele waarheid van Baruch de Spinoza. Een begrepen emotie verliest haar macht."
[* NB dit artikel staat niet op internet]
Die laatste opmerkingen(patroonheilige van de nieuwe spiritueel en wat is happines) hebben misschien vooral te maken met de aard van het blad (Volzin). Het artikel geeft een redelijk treffende en voor ‘leken’ goed begrijpelijke samenvatting van een aantal hoofdlijnen van Spinoza’s denken. Dat mag ook wel, want Anne M. de Ruiter is (was?) “als Spinoza-onderzoeker verbonden aan het lectoraat Filosofie en Beroepspraktijk van de Haagse Hogeschool,” zo staat bij het artikel te lezen. In het Jaardocument 2012 [verslag 2011 – plan 2012, PDF] van het Lectoraat Filosofie en Beroepspraktijk van de Haagse Hogeschool is te lezen dat een van de projecten was: “Spinoza en de PKN: een kritisch onderzoek naar religie in de huidige tijd.” Uitgangsvragen: “Waarom lopen de kerken van de PKN leeg? En zou het denken van de zeventiende-eeuwse filosoof Benedictus de Spinoza mogelijkheden kunnen bieden om de hedendaagse gelovige weer de kerk in te krijgen? Dit onderzoek bestaat uit twee delen. Een grondige studie naar de hedendaagse gelovige en een studie naar die aspecten in het werk van Spinoza over God en de gelovige waarbij de vraag centraal staat of de filosofie van Spinoza een kritische blik kan werpen op het gangbare denken over het geloof in onze cultuur.”
Streven was onder meer een artikel in ‘Religie en Filosofie’ van dagblad Trouw. Zou dit Volzin-artikel daarvoor in de plaats zijn gekomen?
Midden vorig jaar had ik al een blog, “De PKN met Spinoza proberen te redden,” naar aanleiding van haar ’stelling van de week’ die kerknieuw.nl lanceerde: “Er zitten meer dan genoeg aanknopingspunten in het gedachtegoed van Spinoza om het christelijk geloof meer bij de tijd te brengen.”
In dit artikel in Volzin blijkt uit het – persoonlijke – slot de onmogelijkheid van dit streven om de ‘ware religie’ naar de 3e kennissoort die Spinoza in zijn Ethica biedt, te gaan gebruiken voor de religie van de verbeelding of 1e kennissoort. Hét struikelblok daarbij wordt de onmogelijke poging om de menselijke behoefte aan “je gedragen en geborgen voelen/weten” te verzoenen met de koude realiteit van de kosmische werkelijkheid.
Dat geeft duidelijk aan wat ze aan het proberen is.
Zij schrijft:
“Ik herken veel in wat Spinoza zegt over vrijheid, onze aard, onze houding naar onszelf en de ander en het analyseren van emoties. Het begrijpen van mijn emoties maakt mij minder slachtoffer en geeft mij meer macht. Maar in Spinoza's visie is het ware geluk afhankelijk van de aanvaarding van het geheel, het web van samenhangen. We zien onze betrekkelijkheid in en mogen ons gerelateerd, gedragen en geborgen weten in iets veel groters: God. Dat klinkt veilig en vertrouwd maar is ook misleidend. Want het woord God roept warme associaties in mij op: God de vader; God die mijn naam in zijn handpalm heeft geschreven. Als ik het woord God vervang door substantie en me verder realiseer dat alles is bepaald, dat het leven geen betekenis heeft en geen doel en dat ik in die waarheid besta, dan voelt dat ijskoud. Waar kan ik dan nog een kaarsje branden? Waar is een plek voor rituelen? In zo'n wereld voel ik me niet geborgen maar akelig. Toch kan ik een eind meegaan met Spinoza's koele waarheid. Mooie beelden van een God en een werkelijkheid met een doel of betekenis, het is - vrees ik -wensdenken. We hebben dergelijke verhalen nodig om te kunnen leven. Het vergt moed om met Spinoza te leven. Heb ik die moed? Niet altijd. Maar dan besef ik weer: Spinoza is niet alleen maar koud. Ik hoor ook bij het geheel. Mijn aard is een streven naar ontplooiing. Ik héb denkvermogen dat ik kán ontwikkelen en waar soms goede dingen uit voortkomen. Vriendschappen zijn belangrijk bij Spinoza. Uiteindelijk is de maatstaf: het best mogelijke en niet het perfecte. Dat geeft weer lucht. Totdat ik me realiseer dat het geheel geen vertroosting biedt en dan begint mijn zoeken naar waarheid weer opnieuw. Mijn fascinatie voor Spinoza en mijn verlangen naar een veilige God strijden met elkaar.”De poging om met Spinoza ter kerke te gaan en/of hem aan kerk-gangers of -verlaters te slijten kan Anne M. de Ruiter beter opgeven, dunkt me.
* * *
Tenslotte nog een kanttekening bij het zgn. "citaat" in de afbeelding. Dit is geen letterlijke uitspraak die precies zo bij Spinoza te vinden is. Het is een typisch Stoïcijnse gedachte, waar Spinoza zich wel in zou vinden en die wel in de geest van Spinoza is. Het doet eerder denken aan de 5e stelling van het Encheiridion of Handboekje van Epictetus: "Het zijn niet de dingen zelf die de mensen in verwarring brengen, maar hun meningen omtrent die dingen." Zie dit PDF waar iemand mij op wees. Het is een gedachte die je ook in de zg. Rationeel Emotieve Therapie terugvindt.
Maar als Anne M. de Ruiter of iemand anders de plaats kan aanwijzen, waar dat citaat bij Spinoza te vinden is, hoor ik dat graag.

