Spinoza in 'opiniestuk' voor karretje gespannen

Wim Klever zond mij een link naar een stuk op de website Opiniestukken van een paar dagen geleden. Opiniestukken was ik tot heden nog niet tegengekomen. De site afficheert zich als "de startpagina van en voor opiniemakers in Nederland en België." Iedereen krijgt de gelegenheid er een opiniestuk te plaatsen.

Op 6 januari 2014 verscheen daarop een opinie van Henk Strating, getiteld: "De tegenprestatie past in de traditie van Spinoza" [Cf.]

De zgn. 'Participatie wet' die momenteel aan de orde is eist van (maakt mogelijk dat) gemeenten bijstandsontvangers dwingen tot tegenprestaties.

Je staat ervan te kijken hoe Spinoza hier voor het karretje van een "eigen mening" wordt gespannen? Ik ga hier niet in op hoe Spinoza hier misbruikt wordt; ieder bekijkt zelf maar of hij Spinoza al dan niet terecht voor dat karretje gespannen ziet staan.

 

Mij valt nog meer op dat Henk Strating een heel eigen interpretatie van de geschiedenis van de sociale wetgeving bedenkt. Indertijd werd de Bijstandswet als sluitstuk ervaren van de sociale verzorgingsmaatschappij, die bijstand vanwege de overheid (= van ons allemaal) als een recht deed ervaren, hetgeen een einde maakte aan de afhankelijkheid van de charitas ofwel liefdadigheid. Ik herinner mij in mijn opleidingen aan de Sociale Academie en het IWA diverse teksten bestudeerd te hebben die juist daarover gingen.  

Wat beweert Strating ("oprichter en directeur van HS Arbeidsvoorwaarden"): "Tegenprestaties, zoals beoogd in de Participatiewet, halen een beroep op een bijstandsuitkering uit de sfeer van giften, filantropie en altruïsme en maken bijstandsontvangers niet langer afhankelijk van die filantropie." [Cursief van mij, SV]

Je moet het lef maar hebben om feiten en meningen zó door elkaar te hutselen. Op die opiniesite kun je niet op stukken reageren, dus doe ik dat maar hier.

Spinoza via het zoekscherm gaf 100 resultaten [Cf.]. Kortom Spinoza wordt niet vergeten en kennelijk flink ingezet op opiniestukken.nl

Stan Verdult 

Reacties

Dag Stan, je kunt wel reageren hoor, door een reactie in te sturen via ons instuurformulier (zie link). Je bent er van harte welkom met deze reactie, of een iets langer opiniestuk.

Van de 100 zoekresultaten verwijzen alleen de eerste naar artikelen waarin Spinoza wordt genoemd. De rest verwijst naar verwijzingen, wat helaas een foutje is van de zoekmachine.

UVA HOOGLERAAR CARAIBISCHE LETTEREN ALS GOEWWELDIGE MAN

Het gaat niet goed met de leerstoel Caraibische letteren aan de UvA die de Brabander Michiel van kempen in 2006 onder zijn vermomde vitale uiteinde toegeschoven kreeg. De Surinaamse gemeenschap beschouwde deze leerstoel als een erkenning van een stukje Surinaamse verworvenheid en eigenheid maar voelt zich thans diep teleurgesteld en bedrogen vanwege de kwaliteiten van de voortrekker en bezetter ervan. In Paramaribo is niemand meer over Van kempen te spreken met uitzondering van degenen die door hem regelmatig voedselpakketten vanuit Nederland verstuurd krijgen via de Jos Steeman Shipping. Van Kempen kreeg deze leerstoel gegund op grond van een bijzondere wetenschappelijke prestatie die hij geleverd zou hebben hoewel de leerstoel hem ondanks diens rijzige groeihormoon postuur een paar maten te groot blijkt te zijn. Wat houdt deze bijzondere prestatie in en welke obstakels komt Van Kempen in zijn functioneren tegen?

Michiel van Kempen die zich ooit ontworstelde aan de straffe houdgreep van een Brabants familie- varkensbedrijf deserteerde ergens in de jaren tachtig naar Suriname om er de leraar Nederlands te mogen uithangen. Ondanks zijn beroerde rochelende G ontpopte deze man zich er te midden van de Surinaamse agitatorische oewwij als de grondlegger van de zwevende Surinaamse letteren. Toen hij bij zijn inventarisatie van Surinaamse schrijvers een enkeling tegenkwam die met diens kwaliteiten boven hem torende , nam hij zich voor deze in naam van protesterende en diep gekwetste Surinaamse schrijvers en dichters zodanig te compromitteren waardoor het erop zou gaan lijken dat alles wat deze persoon geschreven had, niets anders zou voorstellen dan een ordinaire diefstal van andermans werk . Hoewel Van Kempen er zelf in slaagde een proefschrift over de geschiedenis van de Surinaamse literatuur op zijn geweten te dragen waarvan inhoudelijk bezien bijna alles gestolen en geroofd blijkt te zijn uit het slecht beheerde en bewaakte archiefbureau van Suriname ( zie artikel James Lallmohammed in Dagblad Suriname, oktober 2003) kladt deze man alle Nederlandse digitale periodieken waarin hij zich gelijk een Sika ( = Truttige Surinaamse zandvlo ) genesteld heeft, vol met perfide verdachtmakingen en beschuldigingen aan het adres van degenen tegenover wie hij zich ten achtergesteld voelt. In het proefschrift van Van Kempen zijn alle stellingen zoek waardoor de vraag rijst wat er aan nieuws/ongekends onderzocht is geweest en vooral wat hij verdedigd heeft. Kijken wij naar de praktijk van Van Kempen dan is het op z’n zachts uitgedrukt zorgelijk dat hij maar liefst zestien promovendi onder zijn hoede heeft. Hierover nog meer.

Van Kempen had al gepland dat hij van het tot nog toe braakliggend literaire moeras van Suriname zijn levenswerk zou maken en overnachtte zelfs in het Surinaamse archief bureau. De engste kakkerlakken en ratten werden er zijn trouwste huis- en bondgenoten. Na voltooiing van het ene werk volgde de andere. Hij besprak alles en een ieder, zelfs de kruidenier die zijn koopwaar in de ogen van Van Kempen in een vrij literaire/poëtische stijl had aangeprezen. Zijn populariteit deed op een gegeven moment zelfs de triomfantelijke blik in de ogen van het standbeeld van Kwakoe, waarin de Surinaamse geschiedenis zich een vrijheidstrijder heeft vergist, verdoezelen. Deze actie resulteerde in een essay over Surinaamse scribenten en schreeuwlelijke dichters waarin de curricula vitae veel omvangrijker bleken te zijn dan de gekleurde en tendentieuze analyses van de werken van de auteurs; verder in literaire tijdschriften als De Gids, de Tweede Ronde, Streven, Deus Ex Machine, etc. die bol stonden van alles wat gefrankeerd was ingezonden of tijdens een literaire avond samen met een zakje Telo in de jaszak van Van Kempen was gedouwd. Tot slot in diverse gefiltreerde en van weinig inspiratie getuigende bloemlezingen van werken van auteurs, die Van Kempen een warm hart toedragen, nooit iets lelijks over hem schrijven etc.

Van Kempen grootheidswaan werd vanuit Suriname steeds gevoed door het feit dat men hem steeds lauwerde met prestigieuze literaire prijzen, waaronder de Rahman-Khanprijs, een evenknie van de Nederlandse PC-Hoofdprijs. Ten aan zien van zijn eerdere publicatie `De Surinaamse literatuur (1970 - 1985)', was een ieder het er onverdeeld over eens dat tegenover Van Kempens essay dat qua grafische vormgeving in bijna hetzelfde jasje gestoken leek te zijn als dat waarin de toenmalige Surinaamse president Venetiaan zich vertoonde, alle andere soortgelijke publicaties qua diepgang, analyse en afwerking kwamen te verbleken. Hij heeft in dit werk opeengehoopt wat er zelfs aan vingeroefeningen binnen de Surinaamse literatuur bedacht en uitgeprobeerd is. Verder nam hij al
degenen, zoals ondergetekende, die zich niet het allerbeste lieten ontvallen over de door hem herontdekte Surinaamse literatuur, genadeloos onder vuur. Men zou bijna kunnen denken dat Van Kempen dit alles gedaan heeft om middels bestrijding van alle pestilente ideeën en initiatieven, die hij persoonlijk als schadelijk interpreteert voor een volwaardige ontwikkeling van de Surinaamse literatuur, mensen die als 'verraders' z'n gezichtsveld binnenhuppelen,eruit te knuppelen (lees van hem: het buitengewoon slecht geschreven pamflet: 'Een knuppel in het doksenhok').

Een leerstoel herbergt weliswaar een tak van de wetenschap maar voor de gewone sterveling is het nogal misleidend en verwarrend wanneer betrokkene ontdekt dat diverse leerstoelen ook als een stukje eigenwerkverschaffing dienst kunnen doen, zonder meer. De leerstoel van Van Michiel van kempen is er één van. Het bestuur van de UvA besloot in 2011 om hogere eisen te stellen aan de kwaliteit van het promotieonderzoek van de in totaal 16 aspirant promovendi , die onder het gezag van Van Kempen vallen. Het probleem dat Van Kempen hierbij tegenkomt is dat het hem ontbreekt aan de knowhow op het gebied van de kwalitatieve- en kwantitatieve onderzoeksmethoden, aan kennis van internationale literatuur op diverse vakgebieden waar zijn promovendi zich mee bezighouden, etc. De colleges die hij ooit verzorgde waren qua inhoud en diepgang een gewauwel van wat in elk schoolboekje over de Caraibische letteren te lezen staat en dat middels zelfstudie uitstekend eigen te maken is.

Ter compensatie van zijn tekortkoming organiseert Van Kempen op kosten van de UvA bij hem thuis allerlei barbecue bijeenkomsten tijdens welke plechtigheid hij de aspirant promovendi zodanig bezat dat het kritische vermogen in hen tot nul reduceert en zij dus ook niet meer mopperen over het ontbreken van een goede begeleiding. Dit proces heeft zich zo vaak herhaald dat de promovendi niet verder gekomen zijn dan hun krakkemikkige promotievoorstel waar Van Kempen, zonder er daadwerkelijk naar te kijken, zijn goedkeuring over gaf. Een enkele keer organiseert hij op de faculteit der geesteswetenschappen een presentatiemiddag tijdens welke de promovendi van hem hun embryonale draf kunnen ontvouwen. Eén van hen, Cynthia Abrahams genaamd, promoveerde een paar jaar terug als enige bij Van Kempen op de poëzie van de Surinaamse revolutionaire dichter, Ravales Dobru. Een proefschrift over poëzie bevat doorgaans een degelijk uitgewerkte poëzieanalyse, zoals die zichtbaar is in het proefschrift van Wiel Kusters die promoveerde op de poëzie van Gerrit Kouwenaar en verder in het proefschrift van Jaap Goedegebuure die promoveerde op de poëzie van Marsman. In het proefschrift van Cynthia Abrahams kom je als lezer heleboel politieke uitweidingen tegen omdat Dobru ook politicus was maar nergens in de dissertatie is de poëzie van Dobru literair geanalyseerd. Als je hierbij stil staat weet alleen Joost hoe het zal vergaan met de overige aspirant promovendi onder het gezag van Van Kempen.
De laatste tijd laat Van Kempen weinig van zijn professorale performance zien omdat hij zich fulltime bezig houdt met het volkladden van het door de staat gesubsidieerde forum, Caraibisch Uitzicht en met zijn vrijwilligerschap bij de Nederlandse Wikipedia en Google.nl. Het aan de schandpaal nagelen van zijn tegenstanders via Wikipedia en google.nl verdient bij hem de allerhoogste en absolute prioriteit. Van Kempen heeft zijn leefomgeving zelfs laten voorzien van speciale detectie apparatuur en sensoren die hem meteen signaleren wanneer iemand enige wijziging in de door hemzelf over de desbetreffende persoon opgemaakte tekst durft aan te brengen. En als het hem te bar wordt versleutelt hij meteen de site zodat de getroffene er geen verandering meer in kan aanbrengen. Op deze wijze staan diverse personen reeds bij het aanklikken van Wikipedia en Google.nl bloot en belachelijk ten publieke aanschouwen. Het doet Van Kempen juist deugd wanneer hij verneemt dat diens getroffenen door zijn gedraging sociaal geïsoleerd raken ten gevolge waarvan niemand meer zaken met hun wenst te doen. Van Kempen die al jaren lasterlijke en smadelijke teksten over zijn tegenstanders loopt te kladden is een keer zelfs door de rechtbank dusdanig in het gelijk gesteld dat het lijkt alsof de klagers juist over hem lasterlijke en smadelijke teksten hadden gepubliceerd. De rechtbank legde de slachtoffers van Van Kempen een geldboete op en een verbod schadelijke uitlatingen over Van kempen te doen terwijl hijzelf er
straffeloos en onverdroten mee kan en mag doorgaan. Binnen het Nederlandse rechtssysteem bestaat deze gunning onder de noemer: “hoogleraarsforfait “.


Rabin Gangadin is socioloog, landbouwingenieur en gepromoveerde sociaaleconoom. Daarnaast is hij dichter,schrijver, essayist, literaire criticus en beroepscriticaster. Hij werkt aan zijn tweede dissertatie, aan zijn roman De Reis Naar Suriname, en aan een essay met de werktitel: De Surinamer bestaat niet. Zijn voltooide essay Moderne Surinaamse Literatuur ligt bij een uitgeverij ter perse.