Spinoza samengevat

Luis Roca JusmetVandaag verscheen op Rebelion.org een kort artikel van Luis Roca Jusmet, hoogleraar filosofie in Barcelona, getiteld “Spinoza y la actualidad de su filosofía.” Ik ontdekte vervolgens dat het daar was overgenomen van zijn blog van 1 oktober op Materiales para pensar (“Om over na te denken”). Daar zijn ook enige reacties gegeven.

Ik heb er met behulp van de vertaalmodules van Google en Microsoft kennis van genomen en ben zo vrij er hier een zo goed mogelijke vertaling van te brengen. Ik doe dat, daar ik het wel knap vind hoe iemand in zo kort bestek een kijk op Spinoza weet te bieden. Onder weglating van twee zinnen (de openingszin en een passage over Damasio, die me voor het stuk niet relevant leken) volgt hierna de betreffende tekst. Als iemand een passage kan verbeteren, houd ik me daarvoor aanbevolen.

Luis Roca Jusmet
Spinoza en de actualiteit van zijn filosofie

Ik wil hier een synthese bieden van het actuele van Spinoza’s denken en dit trouw aan zijn filosofie. Synthese betekent: focus op wat voor mij essentieel is. Actueel betekent: een lezing die we vandaag kunnen begrijpen en benutten. Trouw betekent: Spinoza geen dingen laten zeggen die hij niet gezegd heeft. Zijn filosofie is te verdelen in een ontologie, epistemologie, ethiek en politiek.

De ontologie of theorie van Spinoza is realistisch. Hij maakt geen deel uit van het denken in een idealistische lijn die begint met Descartes en in doorlopende lijn van Kant en Hegel tot aan Husserl gaat. Realistisch betekent dat we uitgaan van het werkelijke bestaan van de dingen, en dat we aannemen de mens en zijn kennisproces echt te begrijpen. Spinoza is niet pantheïstisch: God is een woord dat in zijn tijd onontkoombaar gebruikt werd en verwees naar het Zijn. Ik denk ook niet dat hij materialistisch was, zoals sommige van zijn lezers beweren. Het Zijn is eeuwig en ontvouwt zich door zijn oneindige manifestaties, waarvan wij er slechts twee kennen: de extensie (de materie) en het denken (de geest). De manifestaties hebben een duur, ontvouwen zich in de tijd. Alles wat bestaat is bepaald. Al wat is, is op een bepaalde en bijzondere wijze als dit ding bepaald als een schakeltje in de keten in de tijd. Alles is noodzakelijk, niets contingent. De geest en het lichaam zijn twee kenmerken (attributen) of uitingen van wat is. Ze zijn niet twee substanties, maar één. Voor Spinoza wordt de geest niet veroorzaakt door het lichaam (zelfs niet door de hersenen): het is een andere dimensie van de werkelijkheid.

Zijn epistemologie of theorie van kennis is rationalistisch. Maar het meest fundamentele deel van de rede is het intuïtieve, niet het deductieve. Er zijn drie soorten van kennis. De eerste betreft de ontoereikende ideeën. Deze zijn verwarrend (afkomstig van het gevoel of de emotie), denkbeeldig of fictief. Of ze zijn te specifiek of te abstract. Verbeelding laat ons dingen zien als mogelijk en niet als noodzakelijk. Wij denken dat de dingen anders geweest hadden kunnen zijn, maar alles gebeurt op de enige manier waarop dat zou kunnen gebeuren. Goed/kwaad, doeloorzaken, vrije wil en ideale vormen van dingen zoals we die ons voorstellen, zijn ook niet adequaat. Op het tweede niveau van kennis kunnen we beschikken over adequate ideeën van dingen die we kunnen verkrijgen, wanneer we begrijpen dat ze noodzakelijk, eeuwig en gemeenschappelijk zijn. De derde graad of kennis van God is wanneer we intuïtief begrijpen wat het geheel is, als we een globale visie op de werkelijkheid krijgen.

Ethiek is de kunst van het leven, de weg naar geluk vanuit onze conatus. De conatus is onze macht en leidt tot vreugde. Wanneer we onze capaciteiten actief ontwikkelen, hebben we macht en worden we blij. We hebben dan onze unieke essentie ontwikkeld. Wij zijn geen dienstknechten of slaven van anderen of van de omstandigheden. Daar de anderen en de omstandigheden ons binden door middel van de droeve passies. Trieste passies maken ons depressief (het verdriet in al zijn verschijningsvormen) of vergiftigen ons door de haat ten opzichte van elkaar of onszelf. Wij haten wie wij zien als de oorzaak van ons verdriet: haat, woede, wraak, afgunst, wreedheid. Of we haten onszelf door schuldgevoel, maar niets is er laffer dan niet je eigen acties te ondernemen. Mededogen is ook een droeve passie, omdat die ons ketent aan het lijden van de anderen. Wij accepteren hen liefdevol in de juiste mate, zonder smet (remming, schaamte) zonder risico voor onszelf (ijdelheid, arrogantie). Wij zijn ervan overtuigd dat vrijheid is te begrijpen - door te doen wat nodig is om onze macht doen gelden. Hoop, angst, woede, veiligheid zijn passies die op een gegeven moment nuttig kunnen zijn om groter kwaad te voorkomen: wanhoop, gevaar, onrechtvaardigheid, instabiliteit. Goed en kwaad bestaan niet, dingen zijn goed of slecht afhankelijk van hun nut en bruikbaarheid voor wat ons en anderen gelukkig maakt. Het verlangen, de bewuste conatus, is de motor van ons leven, maar die moet zich laten leiden door de rede. De wijze mens leeft in een staat van serene vreugde. Moraliteit is niet je houden aan wetten of een volgen van een gevoel van plicht, maar is het verlangen om goed te doen aan anderen. Het is onze vreugde die ons leidt naar vrijgevigheid. De moraal is dus een gevolg van de ethiek.

Ethiek leidt tot politiek omdat we sociale wezens zijn. Niet om slaaf of dienstknecht van de samenleving te zijn, maar een burger, wat betekent iemand met politieke rechten. Maar als burgers onderwerpen we ons aan de wetten. Deze wetten dienen democratisch tot stand te komen, omdat de beste regering die is welke voortkomt uit de menigte. Wij moeten samenwerken, om zo met inzet van alle afzonderlijke krachten het collectieve te verbeteren.