Spinoza voor ondernemers?

Zaterdag was de laatste van vier voorjaarsbijeenkomsten die de VHS elk jaar organiseert. Na de lezing van Paul Juffermans gingen we in de gebruikelijke gespreksgroepen napraten. Als enigszins merkwaardig ervoer ik de vraag in de gespreksgroep waaraan ik deelnam: Hoe Spinoza’s filosofie behandelen voor ondernemers? Wat kunnen ondernemers hebben aan Spinoza? Die in mijn ogen enigszins merkwaardige vraag houdt mij inmiddels al enige dagen bezig.

Het eerst merkwaardige was dat het onderwerp niets te maken had met het thema van die dag. Maar goed, iemand had kennelijk geen vraag bij dat thema (‘Filosofie versus bijgeloof en theologie’, zoals naar voren komt in de Briefwisseling) en kwam nu met deze vraag; die op zich overigens goed zou zijn voor een hele dag.

Merkwaardig leek mij die vraag ook vanwege de achterliggende veronderstelling dát Spinoza’s filosofie mede voor ondernemers bestemd zou zijn en tevens dat vooral de vraag naar het nut van Spinoza’s filosofie interessant is. Nu was Spinoza inderdaad een filosoof die het in sterke mate om praktijk ging – om ethiek en politiek. Hij was niet zo gecharmeerd van het onderscheid contemplatief versus actief leven. Maar wier praktijk? Die van ondernemers? Of toch liever die van politici?

Voor mij is toch de vraag: zou Spinoza zijn filosofie hebben willen onderwijzen aan ondernemers of studenten aan bussiness schools? Gaat het hen om waarheid? Of gaat het hen meer om instrumentele kennis. Als die studenten een instelling à la Casearius zouden hebben, zou Spinoza weigeren hen zijn filosofie te onderwijzen.

Maar indien wel, waarom dan de Spinoza van de Ethica? Waarom niet die van de TTP en TP? Over de regels voor het samenleven, voor de gehoorzaamheid van het volk aan de wetten van de staat, had Spinoza andere ideeën dan voor de weinige zoekers naar waarheid (de wijzen) die uit zichzelf al – zonder gehoorzaamheid, maar door inzien met de rede – weten hoe ze met gelijk geaarde medemensen moeten samenleven [let wel: moeten hier bedoeld als mußen niet als sollen – een onderscheid dat het Nederlands jammer genoeg niet kent].

Het is wel aardig ondernemers en managers erop te wijzen dat Spinoza handelservaring had: hij werkte immers in de zaak van zijn vader en zette na de dood van zijn vader de handelsonderneming samen met zijn jongere broer voort, maar om hem dan ‘mercator sapiens' te noemen? Hij was juist zo wijs om onder zijn schulden uit te komen door naar de Amsterdamse rechter te stappen (en zich aan de rechtspraak van de joodse gemeenschap te onttrekken) en met die zaak te stoppen om zich geheel aan filosofie te wijden.

Het doel van ondernemen is toch niet naar waarheid te streven of naar het leiden van een goed leven? Ik denk dat Spinoza in deze tijd eerder met een op de TTP gelijkend boek zou komen, waarin hij zou bepleiten dat de politieke overheid meer werk ervan zou maken om de ongebreidelde ondernemingslust (bovenal in de financiële sector) sterker aan banden te leggen. Geen scheiding van overheid en markt, maar onderschikking van het ondernemen aan de staat. Zijn de vrije ondernemers niet de priesters en dominees van de hedendaagse seculiere godsdienst (van economie en consumptie), zoals de gereformeerde dominees dat waren van de kerken in Spinoza’s tijd? En zijn de economen en financiële experts niet hun theologen? En zijn neurowetenschappers als Victor lamme niet de ondersteuners van de marketeers die helpen om het volk dat in de waan verkeert vrij te handelen, te manipuleren door hun hersenprocessen te bestuderen en te besturen, zoals in eerdere eeuwen de kerken het volk dom hield en onderdrukten?

Je kunt wel allerlei inzichten aan ondernemers proberen te slijten, maar zie hoe ze dan met die uitspraken van Spinoza aan de haal gaan. Zo vlogen afgelopen zaterdag de ondernemers-conatussen (conatűs) door het lokaal ons om de oren. Je kunt bijvoorbeeld wel de spreuk voorhouden niets is nuttiger voor een mens dan een mens [Homini igitur nihil homine utilius, zoals Karel D’huyvetters graag en vaak doet en deze tot zijn lijfspreuk maakte], maar zo gebracht blijft Spinoza’s voorwaarde buiten beeld dat hem mensen voor ogen staan die volgens leiding van de rede willen leven. Ja, díe zijn elkaar van nut, daar ze een overeenkomende natuur hebben. Hij bedoelt het in E4p18s gestelde niet als algemene tegeltjeswijsheid.

Stan Verdult

___________

Zie in dit blog hoe Spinoza's naam al door ondernemers wordt gebruikt.

Geert Mak in zijn Raffeissenlezing - 29 maart 2004: De Mercator Sapiëns

Reacties

Stan, je vergelijking tussen kapitalisme en religie klinkt goed. Ik heb een sterk gelijkend betoog onlangs gehoord in Leuven, waar Giorgio Agamben een lezing gaf over “Capitalism and religion”, voortbouwend op een essay van Walter Benjamin uit 1921. Agamben zag volgende parallellen tussen kapitalisme en Christendom:
• Het woord krediet komt van het Latijnse credere, geloven. Heel het kapitalisme is gebaseerd op geloof, want geld (zeker na de afschaffing van de goudconvertibiliteit) is niets meer dan geloof in de waarde van papier of een bankuittreksel.
• Het essentieel karakter van kapitalisme is an-archisme, wat wil zeggen dat het geen grond of basis heeft, zoals de christelijke god die ongeschapen is.
• Het zondebegrip uit het christendom is het schuldbegrip in het kapitalisme, maar dit laatste kent niet de vergeving.
• De kapitalistische wereld is constant in crisis, en komt overeen met de apocalyptische tijd in het Christendom.

Als je de lezing wil horen, kan dit op onderstaande webpagina (geluidskwaliteit is wel niet schitterend).
https://soundcloud.com/dirk-van-bastelaere/agamben-capitalism-as-religion