Spinoza vrijgesproken van exclusieve schuld voor de geseculariseerde moderniteit
Niet Spinoza heeft het gedaan, maar de Reformatie!
Waar nog maar tamelijk kort geleden door Jonathan Israel in zijn invloedrijke trilogie over de Radicale Verlichting Spinoza werd aangewezen als dé filosoof op wie die hele Radicale Verlichting en de daaruit opgebloeide seculiere moderniteit gebouwd was, wordt hij door (gelovige) wetenschappers van die ‘erfschuld’ weer enigszins ontlast.
Een kleine anekdote tussendoor die Piet Steenbakkers gisteren in zijn lezing op het Studium Generale in Maastricht vertelde. De uitgever van Jonathan Israel's boeken had er bezwaar tegen om Spinoza in de titel van het eerste deel op te nemen, want dat zou niet verkopen. Als compromis werden op de cover van dat eerste deel de ogen van Spinoza geplaatst...
Charles Taylor behandelde in A Secular Age [Harvard University Press, 2007] de geschiedenis van hoe de mens uit een tijd (ca. 1500) waarin het onmogelijk was niet in God te geloven, veranderde naar wie hij in de huidige moderne tijd geworden is, waarin het nauwelijks nog mogelijk lijkt serieus in die oude God te geloven en waarin hij aantoont (of toch beweert) dat het door de Reformatie was die de intentie had de godsdienst te zuiveren, en de wending naar een diepere en eigen beleving van de religie ook bij de brede massa te bevorderen, waaruit tenslotte de secularisatie ontsprong. Opvallend is dat Taylor daarin wel een paar maal in het voorbijgaan de naam van Spinoza noemt, maar hem niet behandelt (ik neem aan dat hij grote weerstand ondervindt om zich werkelijk in Spinoza’s filosofie te verdiepen; ook in eerdere boeken, zoals Sources of the Self kwam Spinoza niet voor).
Steenbakkers behandelde de vraag van Spinoza’s moderniteit (en voorzag die van
enige kritische vraagtekens). Daarbij verwees hij niet naar het boek van Taylor, maar naar het boek van Brad S. Gregory, The Unintended Reformation: How a Religious
Revolution Secularized Society. Harvard University Press, 2012 - isbn
9780674045637
In dit boek wordt Spinoza (met 33 hits zoals books.google laat zien) al veel serieuzer genomen dan Charles Taylor deed.
"Grote maatschappelijke problemen hebben hun wortels in de Reformatie, waarvan ze de onbedoelde gevolgen zijn. „De westerse wereld met zijn overtuigingen en waarden, kapitalisme en consumentisme, maar ook met zijn dominante instituten, is een onbedoeld langetermijngevolg van de religieuze verschillen, problemen en scheuringen uit het tijdperk van de Reformatie.” Door de Reformatie ontstond een „theologisch pluralisme” en een breuk van de eenheid van de kerk. Het doel was zuivering en herstel van de kerk, maar onbedoeld ontstond een situatie waarin verschillende waarheidsclaims naast elkaar kwamen te staan. „Met meerdere waarheidsclaims binnen een gebied moest de godsdienst wel meer los komen te staan van het publieke leven. Men moest toch samenleven, en daardoor werd religie meer en meer een privézaak en minder algemeen geldend.” De overheid beschermde intussen de rechten van het individu om zijn of haar levensovertuiging in vrijheid te volgen. Dat laatste legde de basis voor het postmoderne relativisme, maar ook voor een ongebreideld consumentisme: „Nu de rechten en het geloof van het individu beschermd werden, kon dat individu leven zoals het wilde. De mens ging zich vrijuit richten op het najagen van meer en meer welvaart. Daarvoor moeten fabrieken draaien, ontstaat vervuiling en wordt het milieu nu meer en meer belast.” [Ik gebruikte hier de samenvatting van een lezing van Gregory in het Nederl. Dagblad van 5 april 2013]
Steenbakkers wees daarnaast nog op een boek van geheel andere orde:
Stephen Greenblatt, The Swerve: How the World Became Modern. W. W. Norton & Company,
2011
Daarin behandelt de auteur het wonderlijke verhaal hoe de bibliofiel en boekenjager uit Florence, Poggio Braccionlini, in 1417 in een Duitse abdij stuitte op een 500-jaar oud handschrift van Lucretius’ De Rerum Natura en dat daarmee na eeuwenlange verwaarlozing van de naturalistische inhoud ervan, van grote invloed kon worden op dichters, schrijvers, kunstenaars en denkers als Botticelli, Giordano Bruno, Galileo, Hobbes, Spinoza, Freud, Darwin en Einstein en zelfs Thomas Jefferson.
Zie Piet Schrijvers in ABG over dit boek. Hij besluit met: caute legendus (‘moet met behoedzaamheid gelezen worden’).
Reacties
Ik meen, Stan, dat ik er toch ergens in een reactie op heb gewezen dat Gioradno Bruno op zijn vele reizen altijd Lucretius in een handzaam formaat op zak had! Zelf ben ik ook helle aal weg van Lucretius en heb ik DE RERUM NATURA de afgelopen winter weer eens van À tot Z in het Latijn herlezen: een onbeschrijfelijk genot. was jou de ontdekkingsgeschiedenis niet bekend?
Wim Klever 03-05-2013 @ 14:09
Ja, Wim, je had het onlangs over Lucretius en over "Epicurus als de verbindende 'factor' tussen Bruno en Spinoza."
http://spinoza.blogse.nl/log/giordano-bruno-1548-1600-en-spinoza.html
Mij was de ontdekkingsgeschiedenis van 'De rerum natura' bekend: gevonden in een abdij. Net als bij het Ethica-manuscript mogen we de kath. kerk wel dankbaar zijn dat ze altijd zo gepreoccupeerd was in het opsporen en bewaren van volgens haar gevaarlijke werken. Zo bewijst ze ons diensten.
Stan Verdult 03-05-2013 @ 15:22