Spinoza zien als een Socrates?
Het zal een vorm van deformatie zijn. Nadat ik al een aantal jaren intensief met Spinoza bezig ben, is hij als een soort norm of model in mijn hoofd gaan zitten. Dat werkt vervolgens op de manier zoals Spinoza in IIEP18s het verschijnsel associatie uitlegt: “Bij het zien van de sporen van een paard in het zand springt een soldaat bijvoorbeeld onmiddellijk van de gedachte aan een paard over op de gedachte aan een ruiter en vandaar op de gedachte aan oorlog enzovoort; een boer echter springt van de gedachte aan een paard op de gedachte aan een ploeg en de akker enzovoort. Iedereen springt zo overeenkomstig de manier waarop hij gewend is de beelden der dingen te rang-schikken van de ene op de andere gedachte over.” (vert. Henri Krop).
Zo komt bij een blogger over Spinoza, wanneer hij eens wat anders leest, zoals momenteel Xenophon, Herinneringen aan Socrates, in de vertaling van Cornelis Verhoeven, onherroepelijk waar hij over Socrates leest, steeds de gedachte aan Spinoza op. Het beeld dat Xenophon van Socrates oproept, roept bij mij Spinoza naar boven: z’n levensstijl, z’n waardenschaal, z’n ideeën over het belang van vriendschap, z’n ontregeling van hoe mensen gewoon zijn over dingen te denken, z’n voorrang geven aan het voorbeeldig leven volgens de eigen uitgangspunten, enzovoort.
Misschien heeft Wendy C. Hamblet van de California State University [cf.] ook zoiets gedacht, toen ze een paper schreef: "Spinoza: Ironist and Moral Philosopher." Ik kwam het PDF onlangs op zoek naar iets anders serendipisch tegen. Zo gaat dat bij Google, dat je van alles aanreikt. Zoals dan meestal het geval is, is dan geen enkele tijds- en plaatsaanduiding in het stuk te vinden, maar na wat verder zoeken, kwam ik haar cv tegen waaruit blijkt dat het stuk in het zomernummer van 2001 in Gnosis gepubliceerd is (cf.).
Het is een boeiend en prikkelend artikel. Zij oppert de mogelijkheid dat Spinoza de hele Ethica opzette als een Socratische elenchus, de kern van de Socratische methode; dat Spinoza er een vorm van denken in z’n uiterste consequenties mee wilde laten zien. Dat hij het hele werk dan als een grote ironie bracht, waarbij je niet zeker kunt weten wat de auteur nu werkelijk zelf gedacht, geloofd heeft. Ze acht het mogelijk dat Spinoza de Ethica als, zoals zij omschrijft, een “propose-itional work” had opgezet. Dat je het dus zou kunnen lezen als één grote “als… dan…-constructie”: als je God ziet als “een volstrekt oneindig zijnde, dat wil zeggen een substantie die uit oneindige attributen bestaat, waarvan ieder een eeuwige en oneindige essentie tot uitdrukking brengt,” dan volgt in deductief-logische consequentie al het volgende… etc.
In plaats van Spinoza dan, zoals steeds werd gedaan, te zien als consequente ‘rationalist’, zou hij ook als criticus van de hybris van de menselijke rede kunnen worden gezien – iemand die de rede tegen zichzelf doet keren om ons tenslotte te laten ervaren dat we niet in staat zijn te weten wat we werkelijk en echt geloven. Kortom, Spinoza als aartsontregelaar, waarbij je in onzekerheid blijft over wat hij nu echt zelf als overtuiging inzake waarheid over de werkelijkheid aannam en geloofde.
Ze geeft een aantal fraaie voorbeelden van hoe Spinoza gezien kan worden als “the great deconstructionist” waarvoor ik graag naar het stuk zelf verwijs. Met een boekje in de hand van Genevieve Lloyd over wie ik onlangs twee blogs had [1 & 2] pareert ze de aanval van Jonathan Bennett dat Spinoza niet overtuigend geloofwaardig heeft gemaakt dat de egoïstische, zichzelf zoekende en bevorderende mens, overgaat in altruïstisch de belangen van anderen voor te staan en zo welwillend gemeenschappen te vormen. Ze laat zien dat er helemaal niet zo’n overgang van egoïsme naar altruïsme plaats heeft, maar dat Spinoza het in die termen denken ontregelt, door te laten zien dat het hele onderscheid (net als dat in goed en kwaad) een vooroordeel is. De hele Ethica is op één en dezelfde beweging van het streven naar eigen belang gebaseerd. Er is dus helemaal niet zo’n overgang van egoïsme naar altruïsme; het egoïsme verdwijnt nooit.
Uiteindelijk zou ook Spinoza, net als Socrates, niets inhoudelijks meegedeeld hebben over wat hij nu werkelijk zelf geloofde en zou hij alleen implicaties hebben laten zien van ideeën en overtuigingen die we als waar aannamen. Spinoza zelf zouden we niet achter zijn ethisch schrijven hebben leren kennen, behalve dan als een man die z’n religieus-georienteerde en dogmatische medemensen aanspoorde tot ethische veranderingen, waarin ruimte aan anderen wordt gelaten. En vooral de opwekking dat men werkelijk leeft naar zijn overtuigingen – naar de ethische implicaties ervan. Daarin zou hij als Socrates zijn: een ironicus en moreel filosoof. Hij moet ervan overtuigd zijn geweest dat de wereld beter zou worden als we minder anderen zouden oordelen en we toleranter zouden zijn; meer de perfecties in plaats van de fouten van medemensen zouden zien.
De vraag of Spinoza alles meent wat hij zegt in deel I, of hij het Zijn als Een ziet, God als het totaal van de Natuur? Dat zullen we, volgens haar, nooit zeker kunnen weten.
In ieder geval heeft hij niet geloofd dat die betere wereld er ooit zou kunnen komen, want denken dat de menigte zou gaan leven volgens de voorschriften van de rede, zag hij in de Politieke Verhandeling, als dromen van een poëtische Gouden Eeuw.
* * *
Een aanrader, dit paper, van iemand die Spinoza als een Socrates waardeert – om er even goed mee door elkaar geschud te worden wat betreft ons beeld van hem.
Overigens denk ik dat als je de TTP en de brieven erbij haalt (wat zij niet doet) dat het tamelijk consistente beeld dat eruit te voorschijn komt, ons toch wel een redelijk betrouwbaar beeld verschaft van wie Spinoza werkelijk geweest moet zijn.
Maar toch…, maar toch…
Een vergelijking met een Socrates levert op zich trouwens toch ook wel een sterk beeld op.
* * *

Dood van Socrates door Jacques-Louis David (1787) [Metropolitan Museum of Art, New York City]
Nog één overeenkomst: Spinoza was het eens met Socrates dat deugd en kennis een en hetzelfde zijn, dat uiteindelijk een wijs en vrij man niets slecht kan gebeuren en een onwijs en slecht mens niets goeds kan overkomen.
En beiden werden zwaar vervolgd...
* * *
En passant nog dit: ik wil mij absoluut niet mengen in een discussie over de vergelijking die Wim Klever ooit maakte, namelijk dat Franciscus van den Enden tot Spinoza zou staan als Socrates tot Plato...
----------------------
Hier nog een artikel van Wendy C. Hamblet:
On Sovereignty and Trespass: the Moral Failure of Levinas’ Phenomenological Ethics [PDF is niet meer, alleen html]
Een pagina over haar op philosopedia.org
Socrates op de Humanistische Canon


Reacties
Een heerlijk gedachte experiment Stan, waarom niet, juist deze benadering van Spinoza is mooi en vooral dat het ook allemaal anders kan zijn. Niet dichtspijkeren zo'n mooie filosofie, maar aanvullen, aanvaarden dat alles gaat zoals het gaat en dat het heus niet de laatste waarheid is. Iedereen zijn eigen Spinoza wat mij betreft.
Frank 30-04-2011 @ 07:12
Frank, 2 opmerkingen
1. "Iedereen zijn eigen Spinoza" klinkt mij in de oren als: "iedereen zijn eigen meetkunde", of: "iedereen zijn eigen methode om een Billy-boekenkast van Ikea in elkaaar te zetten", of, nog erger: "iedereen zijn eigen verkeersregels". M.a.w. je kunt bij Spinoza alleen maar op een objectieve interpretatie uitkomen.
2. Het is jammer dat Weny Hamblet alleen die stukken van Bennett gelezen heeft die Genevieve Lloyd in haar boek aanbeveelt. Anders zou ze in het begin van Bennett's boek, in par 4, al tegengekomen zijn dat Spinoza met zijn definities weliswaar zegt: "onder X versta ik Y", d.w.z. dat hij de indruk wekt dat hij een stipulatieve definitie geeft in de trant van: 'laten we dit eens aannemen for the sake of argument', maar dat hij in werkelijkheid er onder verstaat: 'als je werkelijk begrip hebt van X, dan kun je er alleen maar Y onder verstaan'.
M.a.w. zijn definities zijn ware definities, en zijn filisofie is geen hypothetisch syllogisme in de trant van: "indien Frank identiek is aan paus JP, dan zou hij vandaag zalig verklaard worden", of: "indien 3 gelijk is aan 2, dan is Frank paus JP" (oplossing: als 3 gelijk is aan 2, dan is, als je van beide 1 aftrekt, 2 gelijk aan 1. Frank en JP zijn 2, dus Frank is JP).
Kortom, subjectivisme gaat over de eigen belevingswereld, belangrijk, ook volgens Spinoza, maar 1e kennissoort, en onbruikbaar om de wereld te leren kennen.
Adrie Hoogendoorn 01-05-2011 @ 09:07
Proficiat, Adrie. Zo wordt 'Spinoza-kunde' behalve verrrijkend ook nog extra leuk. En daar hou ik van.
wim klever 01-05-2011 @ 10:15