Spinozana van Spinoza-fanaat dr. Ed. Boehmer uit Halle
In 1851, maakte de hoogleraar filosofie uit Halle, dr. Ed. Böhmer een reis naar Nederland om op zoek te gaan naar Spinozana curiosa (“in search of Spinoza rarities”, schrijft A. Wolf in zijn inleiding op de Engelse vertaling van de KV). Bij boekhandelaar F. Müller (volgens Wolf) of Muller (volgens Mignini) kocht Böhmer een exemplaar van J. Colerus’ biografie van Spinoza. Daarin trof hij o.a. een handschrift van een samenvatting van de Korte Verhandeling aan, waarvan later (in 1865) door A, van der Linden zou worden aangetoond dat deze van de hand van Johannes Monnikhoff was.
Böhmer verzocht Jean Théodore Bergman (1795 - 1878) om enige nog onuitgegeven aantekeningen van Spinoza op zijn Tractatus Theologico-politicus die door een Legaat van P. Marchand in bezit van de Leidse Bibliotheek gekomen was, af te schrijven. [Van hier] Beide teksten gaf hij uit als:
Benedicti de Spinoza tractatus de deo et homine eiusque felicitate lineamenta atque adnotationes ad tractatum theologico politicum [edidit et illustravit Eduardus Boehmer. Halae ad Salam, J. r. Lippert, 1852. [Korte schets der Verhandeling van Benedictus de Spinoza: over God, den Mensch, en deszelvs Welstand, alsmede een kopie van Aantekeningen bij het Godgeleerd-Staatkundig Vertoog.]
Volgens een handgeschreven aantekening op de bladzijde waarop Colerus gegevens over de geschriften van Spinoza genoteerd had, zouden vrienden over een verhandeling beschikken met dezelfde redeneringen als in de Ethica, maar niet in meetkundige trant. Het zou een voorstudie van Spinoza geweest zijn voor zijn hoofdwerk. Spinoza moet deze tekst, waarschijnlijk in het Latijn, geschreven hebben in de jaren 1658/1659, want rond het jaar 1660 circuleerde deze onder zijn Amsterdamse vrienden.
Dezelfde boekhandelaar kwam daarna een exemplaar van de Korte Verhandeling zelf tegen dat in het midden van de 18e eeuw moest zijn geschreven. J. van Vloten publiceerde de twee teksten, de Korte Schetz en de Korte Verhandeling in 1862 in een Supplementum bij de werken van Spinoza. Terwijl hij daarmee bezig was kwam er een 17e eeuws manuscript van de Korte Verhandeling boven water dat in bezit was van de Rotterdamse jurist en dichter A. Bogaers. Van Vloten was zo nog in staat voor zijn 'kritische tekstuitgave' de twee versies met elkaar te vergelijken.
Drie jaar later, in 1865, toonde A. van der Linden aan dat de door Böhmer uitgegeven korte schets en de Aantekeningen, ook die in Colerus’ biografie, van de hand van één kopiist waren: de Amsterdamse arts J. Monnikhoff (1707-1787).
Die door Böhmer gekochte band met Colerus’ biografie van Spinoza, bevatte ook nog een reeks aantekeningen met vele correcties en aanvullingen op deze levensbeschrijving. Deze gaf Böhmer in 1860 uit in een merkwaardig en lang artikel, Spinozana geheten. Een stuk van 45 bladzijden, waarin deze (i.h.a.) in het Nederlands gestelde aantekeningen links en de Duitse vertaling rechts werden afgedrukt. Het werd gevolgd door uitvoerige beschouwingen over div. beeltenissen van Spinoza, een reeks filologische opmerkingen en eindigde met een bibliografie van werken over Spinoza waarvan Böhler in het bezit of op de hoogte was gekomen. Het tijdschrift waarin dit merkwaardige artikel van een ware Spinoza-fanaat is afgedrukt is in z’n geheel met books.google te lezen. Het gaat om
"Spinozana" von Dr. Ed. Böhmer, in: Zeitschrift für Philosophie und philosophische Kritik, herausgegeben von J.H. Fichte, u.a. Pfeffer, Halle, 1860, p.p. 121 – 166
Zijn inleiding heb ik hier uit het Gotisch schrift getranscibeerd. Daarna is het artikel zelf in te zien.
"Als Ich 1852 einen alten Auszug aus Spinoza's bis dahin auch dem Namen nach ganz unbekanntem Tractat über Gott und den Menschen und dessen Glückseligkeit zum ersten mal, sowie desselben Philosophen Bemerkungen zu seinem tractatus theologico politicus in berichtigter Gestalt herausgab, bemerkte Ich bereits, daß jenes Exemplar der hollandischen Lebensbeschreibung, auf dessen handschriftlichen Anhängen meine Arbeit beruhte, auch zusätze zu der Biographie selbst enthalte.
Es scheint mir nicht überflüssig, diese hier jetzt nebst einer deutschen Uebersetzung noch zu veröffentlichen. Sie befinden sich auf Blättern, die an den betreffenden Stellen dem Buche eingeheftet sind und durch Zeichen, die in den gedruckten Text hinein geschrieben sind, ihre Beziehung erhalten. Ich citire vor dem holländischen Text die Seitenzahlen dieser Levens-beschrijving von 1705, vor dem deutschen die der französischen Ausgabe von 1706 (die zweite Zahl in Parenthese verweist auf Paulus Abdruck). Außer der einen Anmerkung, die ich früher schon mittheilte, lasse ich nur eine aus, welche aus den bekannten Druckwerken constatirt, daß die Principia philosophiae Cartesianae von Spinoza nicht dessen eigne philosophiosche Ansicht wiedergeben. Gekürzt habe ich die Anführungen zu p. 152 und 174, wo die Puncte es andeuten. Uebrigens lasse ich den holländischen Text ganz unverandert.
Ich Füge dann eine Anzahl Notizen bei, die Ich mir meist seit längerer Zeit angesammelt hatten."
De vertaling van Spinoza's Short Treatise met inleiding en lange levensbeschrijving van A. Wolf is hier te vinden.

