Spinoza's humanisme - geen mens kan kwetsbaarheid ontlopen
De voortzetting van de discussie (in 11 reacties) over het blog "Deus sive Natura. Mag ook/niet Natura sive Deus?" van 29 oktober, wil ik het liefst oppakken met een nieuwe aanzet en daarom een nieuw blog. Daarvoor maak ik gebruik van enige citaten uit een tekst van Ronald Commers, gewoon hoogleraar in ethiek en filosofie aan de Universiteit Gent, vakgroep wijsbegeerte en moraalwetenschap. [zie hier]. Mijns inziens sluit dit prima bij die discussie aan.
[..] Het is steeds Spinoza’s uitgangspunt geweest dat mensen deel zijn van de natuur: God of de oneindige substantie of de Natuur, die we niet kunnen kennen op een volstrekte en adequate wijze. Juist daarom blijven wij er zonder onderbreking op betrokken. Wij moeten ons bestaan beschouwen onder het oogpunt van die opeisende betrokkenheid, waarin wij nooit alleen en nooit van doorslaggevend belang zullen zijn. Daarom worden wij voortdurend gedwongen onze betrokkenheid — die steeds ook betrekkelijkheid is — te onderzoeken, gebruik makend van ons verstand. Het stelt een leven in de geest voorop, zonder dat wij van dit leven de totaliteit kunnen doorgronden.De zopas vermelde betrokkenheid en betrekkelijkheid vloeien voort uit de onmogelijkheid dat de mens niet een deel zou zijn van de natuur. Wanneer alle wijzigingen die hij zou ondergaan, alleen uit een eigen aard konden worden verklaard en waarvan hij de adequate oorzaak is, dan zou de mens geen deel maar een geheel zijn. Kortom: de wijzigingen die het ik ondergaat zijn niet enkel uit zijn eigen aard te verklaren. Geen ik is er de adequate oorzaak van, omdat er veranderingen ‘aan hem’ gebeuren (‘aandoeningen’, in de vertaling van Nico van Suchtelen). Onverhoeds, oncontroleerbaar en niet te anticiperen. Precies dit is de reden om te zeggen dat de mens wordt geconvoceerd. Hij wordt opgeroepen samen met de anderen, of beter hij wordt met de anderen geroepen om een stem te laten horen. De macht waardoor wij in de wereld bestaan is buiten ons gelegen, waardoor wij ertoe worden gedwongen ons te oriënteren en in dit bestaan een weg te vinden.
In Spinoza's terminologie: Wij lijden voor zover wij een deel zijn van de natuur, dat niet denkbaar is op zichzelf en zonder verband met de anderen. In onszelf zijn de anderen al opgenomen, waarbij wij moeten bedenken dat de kracht waarmee wij in ons bestaan volharden beperkt is en door de macht van wat uitwendig is oneindig wordt overtroffen. Ons leven is geplaatst voor een hogere macht. Het is in die zin letterlijk ‘voorwerpelijk’. Wij kennen die macht als stoot, als aansporing, als oproep, als dwang. En precies daarom zijn wij eraan verplicht. Eraan verplicht door en in het leven, omdat dat wat ons ‘levend heeft gemaakt zelf niet te voorschijn komt’ (Ernst Bloch). De kracht waarmee een mens in het leven volhardt is beperkt. Maar zij bestaat. Het is een kenmerk van het menselijke bestaan dat het ik krachtbron is, of zoals een beroemde tijdgenoot van Spinoza het zou hebben gezegd: ‘krachtpotentieel’ (Leibniz). Geen mens kan eraan ontkomen, dan in de lethargie of de apathie. Door te leven is de mens als vanzelf uit op een oriëntatie, op het vinden van een weg, op het toespreken en op het toegesproken worden.[..] Ons bestaan houdt het midden tussen al- en onmacht. Dit vormt nu juist de essentie van het menselijke bestaan. Vanuit dat punt moeten wij ons bestaan overwegen. Om zowel aan de jeremiaden over de ellende van onze ‘wereldlijkheid’ als aan de lofreden op de zelfgenoegzaamheid te ontkomen. Het heeft Spinoza aangezet om zowel de menselijke knechtschap als de menselijke vrijheid te overwegen. Wat de mens in en door zijn bestaan qua opdracht en werk —als overschrijding van zijn passieve creatuurlijkheid en bijgevolg als bron van kracht— voltooit, kan hij niet volledig doorgronden. [..]
Zie dit als voortzetting van de discussie met andere insteek en beluister hier de video met een gedeelte uit een lezing op 5 aug. 2008 van Etienne Vermeersch, van wie in de rechterkolom een artikel over Spinoza te vinden is, over God en de moraal.
Reacties
Beste stan,
Ik zou het niet de hoogste macht willen noemen, dan veronderstel, suggereer, je misschien een verticale natuur/gods dimensie. Ik denk dat die dimensie zich juist in alles voltrekt. Het gaat dwars door je heen en je doet er aan mee. Een van de meeste bijzondere dingen vind ik ook dat een toename van kennis, in het licht van Spinoza (dat ik integraal onderdeel ben van die ene natuur) dat dat voor mij zoiets als compassie voor mezelf, maar ook voor andere mensen en dingen, oplevert. Kennis leidt tot macht, maar ook tot compassie. Daarom heb ik ook geen hekel van zo'n interpretatie als die van De Dijn, maar versta hem wel vanuit zijn zijn mogelijk reddingsgedachte van het christelijke geloof. Wel is het handig dat ik verschillende Spinoza deskundigen lees en zelf probeer uit te vinden in welke gang ik meega, wat mijn aanspreekt. De Spinoza van J. Israel is waarschijnlijk een andere dan die van De Dijn.
Misschien is compassie gewoon de wijsheid van de wat ouder wordende mens (niet dat ik mezelf zo wil noemen, ben pas 44, vader van 4 kinderen). Dat iemand door het leven bijna vanzelf milder wordt. Klever verklaart -mbv Spinoza- dat volgens mij ook op een "natuurkundige" manier (artikel: hoe men wijzer wordt). Misschien komt die wijsheid wel vanzelf (hetgeen w.s. ook zo is), maar het moet me van het hart, dat de ethica mij wel daar behulpzaam bij is.
Vermeersch is een leuk filmpje. Spinoza zou het daar mee eens zijn, voor mij is dit niet problematisch. Hoewel er weer zat mensen zijn die die uitspraken van Vermeersch ook weer een soort geloof vinden (namelijk redelijkheid, rationaliteit). Vaak komen uit de gelovige hoek. Terwijl het toch de redelijkheid (of een seculiere staat) is die er voor zorgt dat ieders individuele inbreng mogelijk wordt. Soms verdenk ik Spinoza er ook van -maar ik ben er misschien onvoldoende in thuis- dat de ware religie juist de rationaliteit, van die ene natuur, zelf is. Volgens mij zegt hij dat ook ergens.
Gr,
Rene
Rene
Rene 02-11-2008 @ 21:29
Beste René,
Commers heeft het over 'hogere macht', namelijk over "de kracht waarmee wij in ons bestaan volharden die beperkt is en door de macht van wat uitwendig is oneindig wordt overtroffen", en heeft het zeker niet over een soort 'verticale, transcendente hoogste macht'.
Waarom breng je die compassie, dat medelijden, ineens ter sprake? Voor Spinoza leidt kennis juist niet tot compassie. Spinoza (zie stelling Ethica IV, st 50) ziet medelijden niet zitten. "Medelijden bij iemand die onder leiding van de rede leeft, is als zodanig een kwaad en nutteloos."
Medelijden is immers een droefheid, en droefheid verzwakt. Als iemand op grond van zijn rede zeker weet dat iets goed is om te doen, om iemand te helpen bijvoorbeeld, kan hij daar beter meteen mee beginnen in plaats van in medelijden mogelijk bij de pakken neer te gaan zitten. Hij tracht 'wel te doen en blij te zijn'.
Je verwijzing naar Wim Klevers' artikel "hoe men wijzer wordt" deed mij zoeken naar het blog waarin ik een deel van dit artikel had opgenomen. Is blijkbaar ook kwijt geraakt. Ik ontdek nog steeds blogs die verloren zijn geraakt door een fout bij blogse.nl en ook niet meer terug te vinden zijn bij Google. Jammer.
Stan Verdult 02-11-2008 @ 22:45
Net voordat ik naar bed ga (moet morgen gewoon weer werken). Compassie is voor mij geen medelijden, want inderdaad, medelijden vermindert de eigen (mentale) kracht en is slecht. Compassie is voor mij begrip van en voor iemands situatie. Dat is volgens mij ook iets sociaal, waarvan ik ook sterker wordt: immers meer begrip. Ik veroordeel dan niet, maar ik onderzoek. Ik word daar zelfs -van die compassie- blij van, een socialer mens. En misschien mag ik dat -nav mijn "rationele onderzoek" dat onder leiding van het verstand noemen. Empirisch doet dit zich dus wel voor, een vermindering van mij krachten herken ik niet, integendeel.
Een voorbeeld uit mijn dagelijkse leven. Als ik iemand anders tref die Spinoza ook goed/leuk/interessant vindt, dan draagt dat bij tot mijn eigen geluk, omdat ik dat geluk met iemand deel. Of het zien van een leuk programma op TV en dan je medekijker hoopvol aankijken (en dan samen denken: wat is het toch leuk!), lijkt het geluk en de leukheid wel te verdubbelen. Het is ieg minder leuk als ik in mijn eentje zit. Dus mijn eigen geluk delen met iemand anders, ook wensen dat hij/zij, hier deelgenoot van wordt, leidt tot een groter geluk.
Het boekje met daarin het artikel van Klever heb ik. aangeschaft bij uitg. verloren, geloof ik. Misschien kun je het nog terugtoveren. (Misschien zouden zelfs alle artikelen van Klever e.a, op termijn, op het internet mbv de open-source gedachte moeten verschijnen, opdat het door een ieder bestudeert kan worden. Maar ja, daar ga ik uiteindelijk niet over).
Een rustige nacht gewenst en morgen gezond weer op.
Met groet,
Rene
Rene 02-11-2008 @ 23:15
Ik zie dat mijn artikel ter sprake wordt gebracht. De titel is niet "Hoe men wijzer wordt", maar "Hoe men wijs wordt. Een gespannen doch vruchtbare relatie tussen Spinoza en Bouwmeester in het licht van een nieuw document". Het staat niet in min bij Verloren verschenen "Mannen rond Spinoza. Presentatie van een emanciperende generatie 1650-1700" (1997), maar in het tijdschrift DE ZEVENTIENDEE EEUW 21 (2005) 335-353. De laatste zin van de Engelstalige summary luidt:"Finally, Spinoza seems to have had afterthoughts, because in the fifth part of the Ethics he systematically defends [Bouwmeester's objection, namely:] the casual and fortuitous origins in experience of our highest kind of knowledge".
Wim Klever 03-11-2008 @ 17:16