Spinozisten en de Nederlandse Gereformeerde Kerk (1660-1750)
Het bestaan van dit boek kwam ik onlangs bij mijn regelmatige speurtochten tegen. Ik wil deze informatie hier vasthouden om makkelijk terug te vinden - voor het geval ik het wil gaan lezen (na herlezing van Jonathan Israels Radicale Verlichting).
Misschien brengt dit blog iemand anders op een leesidee.
Michiel Wielema, The March of the Libertines. Spinozists and the Dutch Reformed Church (1660 – 1750) (Hilversum 2004), Uitg. Verloren, 221 pp., ISBN 90-6550-777-9, € 22,-
[ Serie: Studies in Dutch Religious History, Vol. 2].
Op de site van de NWO trof ik deze informatie over dit boek aan:
Heilige huisjes niet veilig voor Spinoza
Filosoof Michiel Wielema onderzocht de verbreiding van het gedachtegoed van de wijsgeer Benedictus de Spinoza in Nederland rond 1700. In zijn boek The March of the Libertines beschrijft hij de invloed van Spinoza binnen de toenmalige publieke, gereformeerde kerk. Het onderzoek werd gefinancierd door NWO.
Wielema's boek behandelt de strijd om grotere denkvrijheid binnen de sfeer van de publieke kerk in de periode 1660-1750. De Nederlandse filosoof Benedictus de Spinoza (1632-1677) was hiervan de belangrijkste grondlegger.
In zijn boek beschrijft Wielema verschillende groeperingen en personen die voor een grotere denkvrijheid binnen de kerk streden. Eén van deze personen is Balthasar Bekker, de bekende bestrijder van het duivelgeloof. Het boek brengt over hem veel uniek archiefmateriaal naar voren. Ook behandelt Wielema de directe invloed van Spinoza’s bijbelkritiek en naturalisme op enkele radicale denkers en schrijvers uit de gereformeerde sfeer. Verder komen aan bod: de theologische conflicten van de Hebreeën, de ketterse dominee Frederik van Leenhof en de denkbeelden en volgelingen van Willem Deurhoff. Tot slot geeft Wielema een overzicht van de hele 'antinomiaanse' beweging.
Onder invloed van filosofische stromingen, zoals het cartesianisme en spinozisme, ontstond zowel onder professionele theologen als onder ongestudeerde gelovigen een meer kritische houding tegenover de gevestigde leer en het kerkelijk gezag. Het kerkelijk monopolie op de juiste uitleg van gods woord werd aangetast. Nieuwe interpretaties maakten opgang in kleine kringen gelovigen, meestal geïnspireerd door een charismatische voorganger.
Zelf meenden deze gelovigen dat zij binnen de contouren van de gereformeerde leer bleven, maar de kerkelijke orthodoxie dacht daar anders over. Met censuur, afzetting uit de preekdienst, verbanning en boekverboden trachtte zij de invloed van deze 'libertijnen' een halt toe te roepen. Dit lukte maar beperkt en riep veel verzet op van betrokkenen. Zij voelden zich slachtoffers van een nieuwe 'inquisitie'. De tolerantie binnen de gereformeerde kerk bleek aanzienlijk geringer te zijn dan velen op grond van de Nederlandse traditie van gewetensvrijheid hadden verwacht en gehoopt.
Wielema heeft een interessant boek geschreven. Zijn werk doet uitzien naar meer. Zo beëindigt J.C. Vrielink zijn bespreking van dit boek op historischhuis.nl