Spinozistische epifanie

Af en toe herlees ik eens een of meer hoofdstukken in een van de werken over Spinoza die ik al langer bezit (naast Radicale Verlichting dat ik aan het herlezen ben, wat flink wat tijd vergt). Gisteren las ik in een heel aardig werkje deze zin:

"De totale omgeving, de verzameling van alle dingen buiten mij, constitueren de god die mij voortdurend schept."

Dat was het thema van het betreffende hoofdstukje: "Voortdurende schepping".

Zou de schrijver er een voldoende voor kunnen krijgen? Zou hij in een tentamen over de God van Spinoza hiermee hebben laten zien voldoende te hebben begrepen van Spinoza's godsopvatting?

Ik denk het niet. Spinoza zou er vermoedelijk op wijzen dat de auteur de volgorde van filosoferen en dat is hetzelfde als de volgorde volgen van hoe de werkelijkheid in elkaar zit, niet gevolgd heeft en de zaak heeft omgedraaid.

De dingen constitueren God niet, maar de dingen komen voort uit God. De substantie gaat voor de modi (E1/1). En trouwens, de verzameling dingen die God zouden samenstellen, zouden van God iets samengestelds maken, maar Spinoza's God is niet samengesteld en deelbaar.

Epifanie
Met het oog op het komende christelijke feest van Driekoningen of Epifanie (= te voorschijn komen, in dit geval gezien als: 'Openbaring des Heren') zou je kunnen zeggen dat via de dingen (die modi van Gods attributen zijn), wij met ons verstand begrijpen dat de attributen ons het wezen van God laten (in)zien. Door de dingen heen komt God tevoorschijn (voor wie aan die term hechten: openbaart God zich). Maar God ís niet de dingen.

Maar wel waar is dat, als in een creatio continua, God voortdurend via de dingen de dingen schept - in hun totaliteit. Dus kúnnen wij elk moment tot dit (plotselinge, intuïtieve) inzicht komen. Of wij dat kunnen (in)zien, heeft te maken met onze manier van zien. Spinoza leerde ons een nieuwe manier van zien, waardoor de werkelijkheid op een nieuwe manier tevoorschijn kwam, zich anders en meer werkelijk waar aan ons toont - of openbaart.

Dat is de Spinozistische epifanie.

Iets anders dus dan deze Adorazione Dei Magi van Gentile da Fabriano.

_______________

Ook een vorm van aanbidding?
Ik voeg hier meteen het volgende nieuwtje aan toe. De joodse website Shalom Life heeft een wekelijkse serie van Zak Edwards "Jewish Hall of Fame" - "a way to recognize the remarkable advancements these members of our community have made on today's society. These are people who have truly changed the world, and have earned the respect and praise of the members of today's younger generation, many of whom are unaware that they even exist, let alone that they are Jewish.
As such, Shalom Life’s Jewish Hall of Fame is our ongoing tribute to the greatest Jews who have ever lived."

Gisteren was Bauruch Spinoza aan de beurt. Verzonnen wordt dat hij bij zijn geboorte de naam Benedito de Espinosa ontvangen zou hebben. Enfin, zie aldaar.

Reacties

Als je perse een reactie wil hebben: de 'nieuwe Spinoza' is je een beetje ontgaan, Stan. Behalve naar Spinoza's (her)definitie van 'schepping' als het effect van samenwerkende oorzaken (CM 2/10), wat UITERAARD geldig blijft voor de hem zo dierbare 'creatio continua' (die jij lijkt te versmaden), verwijs ik slechts naar één ander citaat: "potentia totius naturae (sive Dei, wk) nihil est praeter potentiam OMNIUM INDIVIDUORUM SIMUL" (TTP16).

Wim, waaraan ontleen je mijn versmading van creatio continua? En dan, je haalt aan uit de CM en de TTP, maar moet je niet vooral in de Ethica zijn?

Ad 1) omdat jij schijnt te hechten aan eigen verdiensten. Ad 2) waarom? Maar als je wilt, bekijk dan Spinoza's opmerking over individuum, cujus partes ... hoc est omnia corpora etc.

Ad 1) ga ik aan voorbij.
Ad 2) En jij beweert dus dat Spinoza beweert dat totam naturam unum esse individuum hetzelfde is als God.