Tinneke Beeckman schreef waardevol boek vol 'toegepast Spinozisme'

Toen ik het eindelijk binnenkreeg, begon ik na het voorwoord eerst aan het hoofdstuk “Darwin” dat wil nagaan of en in hoeverre de filosofie van Spinoza bij de theorie over de evolutie van Darwin past, en daar wellicht al op preludeerde. Een onderwerp dat ook mij zeer interesseert. Maar dat hoofdstuk viel me erg tegen en misschien had ik daar niet moeten beginnen. Nu zat ik na lezing van het hele boek dat mij merendeels kon behagen, toch aan te hikken tegen het beschrijven van mijn leeservaring. Want het liefst schrijf ik over de hele linie enthousiast over een boek waarover ik echt heel enthousiast kan zijn. Dat ben ik nu tot mijn spijt niet voor de volle honderd procent. Er zijn nu eenmaal stukken die mij tegenvallen; daarop kom ik straks.
Zo, dat is er uit, ben ik over de drempel van dit boek en kan ik op de fraaie kamers erin wijzen die er gelukkig in overvloed zijn. De wat mindere plekken maken niet dat het hele huis, ehh… bouwwerk dat het boek ook is, in mijn ogen mislukt zou zijn – zeker niet.
Het is een waar genoegen vele passages te lezen waar het plezier dat Tinneke Beeckman ondervindt van het lezen en bestuderen van Spinoza – rechtstreeks en via secundaire literatuur – vanaf spat. Heel goed kan zij uitleggen hoe je Spinoza’s conatus-begrip moet zien, het streven te blijven bestaan, wat op vele plaatsen aan de orde komt (zonder dat het stoort), wat het verschil is tussen potentia en potestas enzovoorts. Maar bovenal komt op vele plaatsen de omkering die Spinoza aanbrengt aan de orde: het immanente, het volledig naar deze wereld halen van de ene werkelijkheid en afwijzen van elke vorm van transcendentie of boven-/buitennatuurlijkheid, de afwijzing ook van elke finaliteit of teleologie en accentuering van enkel de naturalistische efficiënte causaliteit; de omkering van waarden of van het goede resp. foute: van het “we streven naar iets niet omdat het goed is, maar we vinden het goed, omdat we ernaar streven.” De vreugde, de blijheid om het volledig immanente en niet finalistische van alles dat je uit vele pagina’s tegemoet waait, het anti-utopische ook: het is wellicht de vreugde van de ontdekking van Spinoza die hielp loskomen uit een opvoeding en een omgeving die doordrongen was en veelal nog is van de omgekeerde, (bij)gelovige denkkaders. Ik herken dat. Met de opgewondenheid die we ons kunnen voorstellen van een Columbus die een andere wereld ontdekt, ontdekte hier iemand in het kielzog van Spinoza dat er buiten onze werkelijkheid geen andere wereld is en dat er dus geen enkele reden of noodzaak is een moraal of politiek te stoelen op van elders komende waarden – integendeel, dat we die helemaal met elkaar moeten maken.
Kortom, tussen wat saaie en weinig ambitieuze en enigszins obligate tekstdelen zitten er voortreffelijke die de andere doen vergeten. Het eerste hoofdstuk is voor mij zo’n enigszins obligaat deel. Het is waarschijnlijk bedoeld als een algemene inleiding, waarin ook iets over Spinoza’s leven en de eeuw waarin hij leefde, wordt verteld. Wat dat laatste betreft is duidelijk dat de auteur niet echt thuis is in de geschiedenis – dat dat haar sterke kant en studiegebied niet is. Zo kun je er lezen dat Spinoza zich niet in atheïstische kringen bewoog, alsof die er al waren. De inval van Lodewijk XIV laat ze volgen op de moord op de gebroeders De Witt. Er wordt iets verteld over zijn Bijbelkritiek, z’n godsopvatting, tolerantie, vrijheid van meningsuiting. Maar daarvoor worden willekeurig citaten uit de TTP en Ethica bij elkaar gegrasduind, waarbij je niet het gevoel krijgt dat er een scherp betoog wordt geboden, zoals Spinoza zelf in z’n voorwoorden, scholia en appendices opzet. Ik zie dan liever Spinoza zelf aan het woord. Vooral bij dat openingshoofdstuk komt bij mij de vraag boven: wat was de noodzaak ervan? Wat voegt dit toe aan de Spinozaliteratuur? Dit lijkt zo moeizaam geschreven dat je je afvraagt waarom het überhaupt geschreven moest worden. Dit zijn dodelijke opmerkingen over een eerste hoofdstuk dat de lezer eigenlijk een boek moet inzuigen. Onbegrijpelijk vind ik het ook dat als inleidende boeken door haar worden aanbevolen die van Gullan-Whur en Yalom. Gaat het nog wel goedkomen met de rest van het boek, was mijn bange vraag nadat ik al twee weinig bevredigende hoofdstukken had gelezen.Gelukkig wel. Er volgen nog vier hoofdstukken waarin de auteur zich duidelijk op vertrouwder terrein voelt én vanuit eigen ervaringen duidelijk iets mee te delen heeft. Twee ervan op het vlak van politiek en moraal (Revolte en Manifestatie; Politiek en Moraal) en twee op het vlak van ethiek in het verlengde van lichamelijkheid (Meditatie; Seksualiteit).
Vooral aan het hoofdstuk Revolte en Manifestatie is duidelijk merkbaar dat de auteur meer is dan iemand die Spinoza en de vroeg-moderne filosofie bestudeert, maar dat zij grote interesse heeft in ontwikkelingen in de huidige tijd en nagaat hoe Spinoza bij de duiding ervan ingezet kan worden (de bevrijdingsrevolten van het Midden-Oosten en Noord-Afrika, de financiële en economische crises in de wereld en de Occupy-beweging). Zij streeft er als het ware naar Spinoza toe te passen op de huidige tijd en op hedendaagse praktijken. Dat is een van de grote verdiensten van dit Spinoza-boek: de rumoerige wereld komt hier binnen! Zij leest kennelijk gretig allerlei kranten en volgt media; en vooral neemt ze, zo blijkt uit de eindnoten, literatuur tot zich die de hedendaagse verschijnselen tracht te begrijpen en duiden én ze wil daaraan haar steentje bijdragen. Zij heeft duidelijk de wens als filosoof de eigen tijd te begrijpen en te verklaren. Én daarbij de motivatie om na te gaan hoeveel van Spinoza’s benaderingen van zíjn tijd voor onze tijd nog bruikbaar zijn. En dat blijkt, zoals zij het ziet en laat zien, behoorlijk het geval te zijn, hetgeen dit een heel bijzonder Spinoza-boek maakt. Dit boek moet dus niet gezien worden als een inleiding in Spinoza (daarvoor zijn andere boeken geschikter), maar als een ‘op het heden toegepast Spinozisme’ (en daarvan heb je maar weinig boeken). Daarbij komt haar goed uit dat Spinoza grote waardering had voor Machiavelli, voor wie ook zij grote interesse heeft en van wie ze mét Spinoza graag enige van zijn nuchtere realistische inzichten overneemt. Door zoveel van Machiavelli te behandelen zet zij in Spinoza geïnteresseerden tevens op het spoor naar die ‘scherpzinnige Florentijn’.
Zij doet het gelijk vermoeden van Spinoza’s ernstige waarschuwing om op te passen met revolte tegen tirannen, daar de kans groot is dat er een vergelijkbaar regime voor in de plaats komt. Ik zeg ‘vermoeden’, daar zij zich niet ten doel stelde de dynamiek van de huidige revoltes en de erop volgende perioden in de diverse landen te beschrijven en analyseren. Maar de verwijzingen en hints die ze biedt, zijn wel voldoende.
Fraai vind ik hoe ze het verschil tussen Hobbes’ en Spinoza’s staatsopvatting laat zien. Dat Spinoza het fundament in de passies ziet. Opvallend vind ik overigens dat ze Spinoza dan toch vooral als aanhanger van de democratie ziet, daar die zou bevorderen dat mensen volgens de rede leven en ook dat mensen dan ‘actief met hun passies omgaan’ (p. 50), alsof dat hetzelfde zou zijn als hebben van actieve affecten van edelmoedigheid. Zo lopen dingen soms door elkaar.
Uitvoerig gaat ze in op ‘verontwaardiging’ en laat zien hoe Spinoza daar terughoudend tegenover stond en het als een mimetische, imiterende en daardoor gevaarlijke droeve passie zag. Duidelijk laat ze de verstrengeling en dynamiek zien van: angst, repressie en terreur, verontwaardiging, revolte, angst en zo maar door. De ambivalentie van zowel Machiavelli als Spinoza tegenover de menigte die gevaarlijke kanten heeft als ze niets vreest, lijkt ook de hare.
Ik noemde de ene grote verdienste hoe bij Beeckman de woelige buitenwereld binnenkomt. De andere is hoe zij haar schrijven fundeert op het belang van de lichamelijkheid; de échte binnenwereld is niet het bewustzijn, maar het lichaam-zijn waarmee we letterlijk ‘aan den lijve’ de wereld en onszelf ervaren. In de hoofdstukken Meditatie en Seksualiteit laat ze het grote belang zien dat Spinoza ook voor de huidige tijd kan hebben. Ik vond het twee sterke en zeer interessante hoofdstukken. Door zoals ze erover schreef bracht ze mij op de gedachte dat wat je tegenwoordig (modieus?) zoveel hoort over ‘mindfulness’ misschien beter met ‘mindemptyness’ aangeduid kon worden; maar dat woord bestaat niet: het gaat immers niet om ‘mind – fullness’ maar om ‘mindful (aandachtig) – ness’. Dat heeft zij mij – indirect dus - bijgebracht. Net zo ging het met holebi’s, een mij nog onbekend woord dat twee keer bij haar voorkomt. Ik leerde uit opzoeken van de term dat het vooral in België gebruikt wordt als samentrekking van homoseksueel, lesbisch en biseksueel. Verder heeft het voor Noord-Nederlanders z’n charme om vooral in Vlaanderen gebruikte woorden als ‘viseert’, ‘nefast’ en de manier waarop ’best’ gebruikt wordt te lezen (hoewel Karel D’huyvetters, ook een Vlaming, op haar gebruik van ‘best’ commentaar heeft – dat zou soms 'best wel' en soms ‘het best’ moeten zijn). Maar toch, het geeft een aparte smaak aan een boek dat overwegend al zeer smaakvol en dus zeer te genieten is.
Waarom mij het hoofdstuk over Darwin nogal tegenviel laat ik nu zitten om deze bespreking van een toch en vooral waardevol boek niet te verknallen. Als ik er zin in heb kom ik daar misschien nog eens apart op terug.
Reacties
Dankjewel voor je recensie Stan, ik heb het boek nog in mijn boekenkast staan maar binnenkort ga ik er ook in beginnen!
Lotte
Lotte 03-11-2012 @ 09:29
Ik was op de boekenbeurs Antwerpen, en zag dat Pelckmans & Klement in ieder geval veel aandacht aan Beekmans' boek besteedt. Althans, het was het meest aanwezige boek op de stand, en dan ook nog eens meteen bij de ingang! Primetime-Spinoza.
Mark Wijering 03-11-2012 @ 10:03
Stan, bij de Spinoza cyclus van de vereniging het spinozahuis begin dit jaar had ik je al gecomplimenteerd met je blogijver: het levert een schatkamer aan spinoza wetenswaardigheden op! Sinsdien heb ik je blog wekelijks gevolgd. Ik heb het boek vanmiddag aangeschaft en neem het volgende week mee op vakantie waar ik vast en zeker ga lezen. Ik heb me altijd voorgesteld dat Darwin op een of andere wijze het begrip conatus eigen gemaakt moest hebben voordat hij zijn evolutietheorie formuleerde, zal gegeven jouw comentaar wel niet terugkomen in dit boek. Jan
Jan 03-11-2012 @ 18:17
Beste Stan,
Een boeiende en diepgaande recensie. En uiteraard is het effect ervan een paar vragen/bedenkingen:
1. Het intrigeert me dat het hoofdstuk over Darwin je zo tegenviel. Daarom heb ik het nog eens aandachtig herlezen, en ik vond het net als bij mijn eerste lezing over het algemeen interessant en goed onderbouwd (niet in het minst door de uitweidingen over wetenschapsfilosofie). Uiteraard kan je op bepaalde formuleringen detailkritiek hebben, maar volgende algemene conclusies lijken me correct:
- evolutie heeft geen finaliteit, is blind, is niet meer dan een logisch algoritme en is zeker geen transcendent principe
- de evolutietheorie is zeker geen rechtvaardigingsbasis om een bepaalde ethiek voorop te stellen (en, hoewel ik het inzake deze conclusie volledig met Beeckman eens ben, heb ik er wel een probleem mee dat ze stelt (p. 168) dat het neo-liberalisme zondigt tegen deze regel door Darwin als “rechtvaardiging te gebruiken”. M.i. gebruikt het neo-liberalisme het evolutie-algoritme alleen als een middel om een bepaald doel –economische efficiëntie- te bereiken, maar niet als een doel op zich).
Ik hoop dus Stan dat ik je kan verleiden om toch met je kritiek op dit hoofdstuk voor de dag te komen – niet om een polemiek te voeren, maar om er zeker van mijn kant van te leren.
2. Je expliciete vermelding van de goede toelichting van het conatus-begrip in dit boek, trof me omdat dit me bij lezing ook bijzonder was opgevallen. Het is de eerste keer dat ik een antwoord aantrof op de vraag die me al lang bezighoudt (en die enkele maanden geleden ook als eens op dit blog heb gesteld): introduceert het conatus-begrip geen finaliteit in Spinoza’s metafysica? Beeckman vermeldt de vraag expliciet, en de laatste zin van haar antwoord vind ik bijzonder verhelderend en kernachtig: “Zoals Spinoza de ‘conatus’ opvat, verdwijnt het onderscheid tussen doel en middel”.
3. Je schrijft dat “andere boeken geschikter zijn als inleiding op Spinoza”. Je zult wel gelijk hebben – je kent veel meer Spinoza-boeken dan ik- maar toch durf ik het tegelijk een ideale inleiding tot Spinoza vinden- maar dan in een andere betekenis dan degene die jij bedoelt. Ik vind het boek ideaal niet in de zin dat het inhoudelijk de beste inleidende bespreking van Spinoza biedt, maar wel dat het door zijn vorm en inhoud ideaal is om een breed publiek aan te spreken – en zo dus het gedachtegoed van Spinoza maximale kansen tot verspreiding te bieden. Ik zie daar o.a. twee redenen voor:
- door te vertrekken vanuit concrete toepassingen in plaats van abstracte theorie, gaan mensen die Spinoza nog niet kennen niet alleen makkelijker geïnteresseerd geraken, maar gaan ze in een volgende faze ook veel makkelijker tot een goed inzicht in die theorie komen. Dit principe is in de onderwijskunde goed bekend.
- qua vorm en stijl is dit boek geen lange en zware brok, maar wel vlot geschreven en zelfstandige hoofdstukken, wat veel beter aansluit bij de manier waarop de nieuwe generatie informatie tot zich neemt. (En dat er op dit gebied werk aan de winkel is, kon ik bv. vaststellen op de laatste jaarvergadering van Het Spinozahuis, waar ik als vijftiger één van de jongste was…)
Mark Behets 03-11-2012 @ 20:59
Vervolg (ik had mijn laastste puntje vergeten, wat ik je toch zeker niet wil onthouden Stan).
4. Tenslotte Stan, moet ik je zeggen dat ik een beetje “gebelgd” ben met je laatste opmerking over de “Vlaamse termen” waardoor het boek een “aparte smaak” krijgt. Ik zie geen reden waarom “Vlaamse termen” iets “apart” zouden zijn - wij spreken evenzeer Nederlands als jullie en jij als geschiedeniskenner zal zeker weten dat de inbreng van het Zuiden in het ontstaan van de standaardtaal zeer groot is geweest (of misschien wel het grootst – jij weet dit beter dan ik).
Mark Behets 03-11-2012 @ 21:00
Mark,
Dank voor je uitgebreide reactie. Ik ga er in omgekeerde volgorde op in.
[4] Ik heb je uiteraard niet als Belg willen belgen... En alles wat je zegt (h)erken ik. Maar er zíjn nu eenmaal verschillen in Zuid- en Noord-Nederlandse taalvarianten. Als Vlaams voor Nederlanders soms een aparte charme heeft, is dat opmerken niet direct denigrerend bedoeld. Ik kijk erg veel naar Canvas en kan genieten van het ontdekken van woorden of uitspraken die mij niet eigen zijn. Daar is toch niets mis mee?
[3] Tinneke's boek als een opstap naar Spinoza - prima. Maar als iemand mij vraagt naar een inleiding op Spinoza, zou ik op meer systematische inleidingen wijzen. Maar 'Door Spinoza’s lens' kan zeker een goede eerste kennismaking zijn. Alleen vraag ik mij af of iemand uit dit boek iets over Spinoza zou kunnen navertellen. Ze zei vandaag op Klara-Trio "Ik heb niet 'dé waarheid' over Spinoza geschreven"; dat geldt voor andere inleidingen uiteraard ook.
[2] Er bestaat literatuur met een nogal teleologische explicatie van conatus. Bij Tinneke vind je inderdaad een scherpe ontkenning daarvan: via de notie conatus is het zeker niet Spinoza's bedoeling om toch doelgerichtheid in de natuur te brengen. Ik vind Spinoza in mijn ogen hier goed terug bij Tinneke Beeckman.
[1] Ik denk wel dat ik nog een keer terug kom op dit boek en zal dan, denk ik wel, alsnog op het Darwin-hoofdstuk ingaan. Intussen wil ik alvast kwijt dat een wetenschappelijke theorie over een natuurproces sowieso nooit als “rechtvaardiging te gebruiken” kan zijn voor politiek handelen (de evolutietheorie - of het evolutie-algoritme whatever that may be - kan geen rechtvaardiging voor neo-liberalisme zijn, zoals de atoomtheorie uiteraard niet de rechtvaardiging van de bom op Hiroshima was).
Stan Verdult 03-11-2012 @ 21:43
Hierbij een poging het boek te vatten. Ik kan uw reactie over het hoofdstuk betreffende Darwin ook niet zo goed volgen, maar goed, mij lijkt het boek een poging verder te denken dan obligate inzichten die men wel eens aan filosofen toeschrijft. Ik weet het, het kan ook niet anders dan dat we met onze onvolmaakte inzichten en mogelijkheden er het beste van maken.
http://kwestievanverwondering.blogspot.be/2012/11/caute-autonoom-denken-als-oefening.html
Bart Haers 06-11-2012 @ 18:12
Ik had een link naar de facebookpagina over het boek van Tinneke Beeckman, maar die heb ik heden weer verwijderd. Daar is sinds 5 november al niets meer gepost. Ik merk dat zij kennelijk niet tot de bezoekers van dit blog hoort (hoewel ze het in haar boek wel vermeldt), althans op die facebookpagina zie ik geen vermelding van deze bespreking, noch van de discussie die ik aanzwengelde over de recensie van Karel D'huyvetters:
http://spinoza.blogse.nl/log/woensdag-gehaktdag-recensie-van-een-merkwaardige-recensie.html
Ik ga aldaar dus maar niet meer kijken of er ook naar hier verwezen wordt.
Stan Verdult 10-11-2012 @ 11:35