Tot 'lichtdruppel' gecondenseerd licht - fysica komt steeds dichter bij Spinoza

Na dit blog van 19 juli 2010, Einstein was weg van Spinoza,
dat ging over de grote nabijheid van Einstein bij Spinoza, is er intussen, cf. onderstaand niet geplaatst ingezonden stuk van Wim Klever, nog weer een puzzelstukje gelegd van wat langzamerhand wel als de Spinoza-Einstein-fysica mag worden aangeduid.

Lees eerst de aanleiding die onderstaand stukje van zaterdag 27 november vormde. Als u op onderstaand plaatje klikt krijgt u het duidelijk leesbare artikeltje. En lees daarna de Spinozistische reactie van Wim Klever.

LICHTDRUPPEL

Het is toch fantastisch om de tekst van de fysicus Spinoza te kunnen leggen achter de nieuwste ontwikkelingen van de huidige fysica. Wolfgang Ketterle toont experimenteel aan dat "gasatomen afkoelen door er (bewegings)energie aan te onttrekken". Daardoor ontstaat een condensaat. "Alle atomen worden dan in dezelfde allerlaagste quantumtoestand geperst [cursivering w.k.] en gedragen zich collectief alsof zij EEN object zijn". Vergelijk Spinoza's definitie van cohesie of individualiteit: "wanneer enkele lichamen van dezelfde of verschillende grootte door de overige lichamen zodanig worden samengeperst (coercentur) dat zij tegen elkaar aanliggen, of indien lichamen die bewegen met dezelfde of verschillende snelheidsgraden, zo worden samengeperst, dat zij hun bewegingen volgens een bepaalde verhouding onderling delen, zullen wij die lichamen 'verenigd' noemen en zullen we zeggen dat zij 'een lichaam' of 'een individu' samenstellen". Spinoza maakt geen wezenlijk onderscheid tussen verschillende soorten 'vloeistoffen'. "De materie is overal een en dezelfde". Het verschil wordt gemaakt  door de bewegingsgraad, die de materie tot deze stof of dat ding constitueert. "Lichamen onderscheiden zich enkel van elkaar naar verhouding van beweging en rust, snelheid of traagheid, niet als verschillende substanties". Men kan zich er dan ook niet over verbazen dat de fijnere stof, waartoe zeker de supersnelle fotonen behoren, evenals langzamere gassen vatbaar zijn voor samenpersing tot een afzonderlijk identificeerbare nano-eenheid en zich als een enkele 'superfoton' kunnen gedragen. Terecht wordt dan ook door Martin Weitz opgemerkt dat licht en materie nauwelijks te onderscheiden zijn. Hardheid, vloeibaarheid, gewicht e.d. zijn niet meer dan 'sensibele eigenschappen', manieren waarop de snelheidsgraden van de materie zich door onze zintuigen laten waarnemen. Spinoza's fysica was niet achterlijk. Ik herinner mij dat Wallace Matson (Berkeley) in een voordracht op een congres in Chicago (1987) de actualiteit en pertinentie van Spinoza's fysica onderstreepte:  "The Periodic Law was not foreseen by Spinoza; all the same, his conceptual scheme has a place for it. One can hardly read Spinoza without feeling that the man of the time of Newton and Huyghens enjoyed prescience of the fundamental character of the world picture at which physics would eventually arrive. Almost alone of the ghosts of departed metaphysicians, Spinoza is entitled to materialize at a 20th century congress of theoretical physicists and intone 'I told you so'". Lichamen, zo ging hij voort, zijn getallen van bewegingsgraden. Wim Klever