Vormen Spinozisten een 'verbeelde gemeenschap'?

Jacob van Sluis, van wie ik onlangs in een blog weer eens vermeldde dat hij samen met Alex C. Klugkist de redactie voerde over de catalogus van De boeken van Spinoza, houdt zich vooral bezig met Frans Hemsterhuis. In het eerste nummer van 2010 van de Achttiende Eeuw (dat pas onlangs verscheen) geeft hij een kroniek of onderzoeksbericht naar studie over Frans Hemsterhuis in de laatste twintig jaar. Vooral de paragraaf over Hemsterhuis en Spinoza was voor dit weblog interessant en zal zeker aanleiding vormen voor komende blogs.

dr. Henri Krop bij opening tentoonstelling Spinoza Amsterdammer in de Openbare Bibliotheek Amsterdam op 21 september 2008 waarbij hij zijn boek Spinoza in Nederland aankondigdeVan Sluis schreef bij zijn verwijzing naar publicaties van Henri Krop over Frans Hemsterhuis: “Krop bewijst hiermee dat hij kan gelden als dé grote kenner van de zeventiende en achttiende-eeuwse filosofie in Nederland van dit moment.” Dit complimentje van een collega die erover kan oordelen, doet nóg meer verlangend uitzien naar de publicatie die Henri Krop aan het voorbereiden is over Spinoza in Nederland.

Intussen kan ik geïnteresseerde bezoekers van dit weblog erop wijzen dat een boeiend overzichtsartikel van zijn hand “Eenheid in verscheidenheid. Nieuwe visies op de (Nederlandse) Verlichting” dat in 2005 in het Documentatieblad werkgroep Achttiende eeuw [Jaargang 2005. Uitgeverij Verloren, Hilversum 2005, p 53 – 68] verscheen, onlangs bij de DBNL is vrijgegeven.

In dat artikel bespreekt hij een vijftal recente studies over de Nederlandse Verlichting. Er blijkt veel onenigheid over van alles en nog wat: de tijdsgrenzen die men aan de betreffende modernerings-beweging wens te geven, de ideële en culturele, resp. politieke accenten, de relatie tussen burger en staat en tussen staat en kerk, het ontstaan van een communicatiegemeenschap of ‘publieke sfeer’ en van een natie, een ‘verbeelde gemeenschap’ van ‘morele burgers’, de impact van de godsdienst en de secularisering en over wat bij dat alles de betekenis van Spinoza was. Was zijn rol aan het begin van de 18e eeuw voorbij of werkte die door?

Het betreft een debat op hoog niveau tussen deskundigen: Israel, Wielema, Van Eijnatten, Van Rooden, Kloek & Mijnhardt, Van Sas; maar ook aan diverse anderen wordt gerefereerd. Zoals Krop het behandelt is het ook voor leken interessant er kennis te nemen. Dat kan sinds kort dus bij de DBNL. Het artikel kan bijdragen aan een evenwichtiger (iets relativistischer) inschatting van het stempel dat Jonathan Israel drukt op ons uitzicht op de Verlichting. Dat is vooral van belang voor de leden van de “orde van de heilige Benedictus” of de “sektariërs van Spinoza” die zich graag laten verleiden door Israels ‘profetie’ over de centrale betekenis van ‘onze Spinoza.’

Gôh, als ik dit stuk lees, wat bén ik benieuwd naar dat boek van Henri Krop. Laat het niet lang meer duren. Ik ben er vooral benieuwd naar of het boek de ‘verbeelde gemeenschap’ van Spinozisten gaat versterken en verder verbinden of juist verder uit elkaar gaat spelen. Hebben aanhangers van Spinoza die in het algemeen lid zijn van de Vereniging Het Spinozahuis, het gevoel bij elkaar te horen, ook al kennen de meesten elkaar niet? En gunnen degenen die elkaar wel kennen elkaar wel of niet de Verlichting in hun ogen?