Was de naturalist en rationalist Spinoza tegelijk ook een mysticus? [13 - na het slot toch een vervolg]
Na blog 12 [en slot. Een conclusie?] moet ik de reeks toch weer even voortzetten. Zojuist kom ik namelijk Boom's Filosofiebank tegen, waarin Nederlandse vertalingen van filosofieteksten van uitgeverij Boom/SUN online beschikbaar en integraal doorzoekbaar zijn voor studenten en medewerkers van universiteiten die een abonnement hebben op die database (dat zijn tot heden alleen nog de Universiteit van Amsterdam, de Erasmus Universiteit Rotterdam, en de Universiteit van Tilburg).
De door Corinna Vermeulen vertaalde Ethica is daarin ook beschikbaar. Van elke filosoof die in die database voorkomt, is een inleidende pagina gemaakt die wel openbaar toegankelijk is. Zo dus ook:
Het is een goed leesbaar en duidelijk lemma. Maar tamelijk aan het begin al valt mij deze passage op:
“Spinoza verbond een min of meer mystiek godsbegrip met een streng methodisch rationeel denken.”
En iets verderop, onder kennistheorie:
“De weg van het verstandelijk, logisch denken leidt tot de waarheid, maar zo kan men niet alles doorgronden. Dat kan alleen volgens een derde weg, waarbij wij de dingen, de wereld en onszelf in God zien. Wat deze derde weg bij Spinoza precies inhield, is niet altijd duidelijk. Er zijn mensen die hem hier mystiek interpreteren, maar anderen betwijfelen dit, omdat de typisch mystieke ervaring bij Spinoza ontbreekt. Wel heeft het denken van Spinoza ongetwijfeld een mystieke structuur. Daarvan getuigen de gedachte dat de mens God ziet in de dingen en in zichzelf en de gedachte dat wij allen deelnemen aan het denken van God. Men spreekt hier wel van Spinoza’s pantheïstische godsbeeld.”
We herkennen hier de interpretatie zoals ik die in de reeks blogs gaf van Hubbeling.
Wat er daarna wordt gezegd over dat wij zijn “partes Dei, delen van God” herken ik Spinoza niet. Spinoza's Deus sive Natura sive Sunstantie is niet deelbaar.
Er staat niet bij vermeld wie dit lemma schreef. Je zou misschien denken dat het door Han van Ruler geschreven zou zijn of wellicht door iemand zijn samengevat uit zijn Nawoord bij de Ethica-vertaling van Corinna Vermeulen, maar die tekst herken ik volstrekt niet in deze anonieme tekst op Boom’s Filosofiebank.


Reacties
Stan,
De verwarring ontstaat toch alleen maar omdat het Godsbegrip hier niet verstandelijk als de werkende Natuur wordt opgevat. Wat Spinoza uitdrukkelijk wel doet. Als je dat wel doet is de indeling van zijn kennisleer natuurwetmatig van structuur, ofwel naar natuurkundige eigenschappen van de substantie en juist niet die vaneen mystieke religieuze of gelovige. Dat 'het denken van Spinoza ongetwijfeld een mystieke structuur' heeft klopt dus niet.
Bas Beekhuizen 23-04-2015 @ 18:08
Bas,
De verwarring ontstaat bij inzet van het Godsbegrip als zodanig bij het spreken over de natuur of de werkelijkheid - verwarrend althans voor hen voor wie de natuur of de werkelijkheid zonder Godsbegrip kan worden bestudeerd.
Stan Verdult 23-04-2015 @ 19:01
Stan,
God is in de kennisleer van Spinoza de natuurwetmatig werkende natuur in alles. Volgens Spinoza kan de aard van de natuur, ofwel zijn God, verstandelijk worden begrepen; anders is het immers geen kennisleer. Volgens het Godsbegrip van de theologen uit die tijd was God verheven boven de (elke) natuur. De mensen konden hun geloof God slechts door bemiddeling van godsdienstige autoriteit(en) beleven. Een machtige kerkhiërarchie dat was toen staatkundig en in het onderwijs ook in Nederland de werkelijkheid.
Die macht van dat theologisch godsbegrip werd door Spinoza (en o.a. door Koerbagh) met zijn wijsgerig natuurwetmatig godsbegrip aangetast. De verenigde macht van ons eigen verstandsvermogen, de macht van ons verstand, kon tegen het politiek-theologisch machtsmisbruik worden ingezet. Spinoza schreef daarover meestal in het latijn. Zijn vroegere vriend Nicolaas Stensen heeft een vertrouwelijk afschrift van zijn Ethica aan de Inquisitie in Rome doorgespeeld. En dat kennelijk omdat Spinoza volgens Stensen (brief 67a) met zijn wetenschappelijk-filosofisch Godsbegrip 'iedereen in de (TTP) toestaat over God te denken en te spreken zoals hun goeddunkt'.
Spinoza's natuurkundig godsbegrip maakte daarbij ook kritiek op Stensens christelijke Godsbegrip mogelijk. Spinoza bedoelde dat niet kleingeestig tot de RK-kerk gericht, want zijn kritiek gold vooral ook de steggelende gereformeerde kliek.
De werkelijkheid kon volgens Spinoza beter verstandig zonder dat verwarrende, gelovige en tegelijk ware, Godsbegrip worden bestudeerd. Dat is gelukkig over het algemeen in Nederland nu de situatie.
Bas Beekhuizen 24-04-2015 @ 04:09