Weer eens over brein en de illusie van de "vrije wil"

In de serie “over de door neurologen veronderstelde dood van de vrije wil” heeft Trouw vandaag weer een artikel.

                 Onze neuronen zijn ons te snel af

Over, jawel,  neuro-marketing!

“Het Spinozacentrum van de Universiteit van Amsterdam, dat eind september werd geopend, loopt voorop in deze kruisbestuiving van wetenschap en commercie. Naast wetenschappelijke tests wordt er door Neurensics, de onderzoekspoot van marketingbedrijf Lamarque, ook commercieel onderzoek gedaan. Het centrum staat onder auspiciën van neuroloog Victor Lamme, bekend van zijn boek ’De vrije wil bestaat niet’. Lamme is mede-eigenaar van Neurensics.”
Weten we dat ook weer.

Dezelfde oordelen en houdingen die op dit weblog bekritiseerd werden n.a.v. Lamme’s boek De vrije wil bestaat niet, komen langs. Wat ik in zijn boek mistte, de erkenning dat de duiding, de interpretatie van de gegevens met onze gewone mensenkennis geschiedt, wordt hier toegegeven in de beschrijving van het via zgn. ’ijkplaatjes’ begrijpen van de oplichtende gebiedsdelen in het brein. Daar kwam je in zijn boek niets over tegen. Dat is al winst. Verder sta ik te kijken van de naïviteit hoe die neuro-marketeers denken dat je met het in beeld brengen van een vrijpartij (en reken maar dat de hersenen opvlammen) auto’s verkoopt. Die verkopen meet je niet via fMRI-scans...
Enfin, Lamme en consorten incasseren maar.

Tevens is er een uitgebreid artikel van Herman M. van Praag:

                    “Wij zijn meer dan ons brein.”

Ik kan er jammer genoeg nog geen link voor geven. Van Praag krijgt er alle ruimte om zich te verzetten tegen het zgn. ‘neuraal determinisme’ van Swaab, Lamme en vele neurowetenschappers. Dezelfde bezwaren die ik op dit weblog vele malen heb geuit komen voorbij, zij het in andere termen: “dat de ’s t u ff ’van de geest niet volledig tot hersen-’s t u ff ’ herleidbaar zal blijken te zijn.”[..] “Brein-kennis levert immers maar bitter weinig geestkennis op.” [..] “De geest is weliswaar afhankelijk van een functionerend brein, maar laat zich niet analyseren, bestuderen, appreciëren via het brein. De geest vormt een wereld op zichzelf. Het is een in vele opzichten zelfstandig opererend ’product’ van het brein. Het is een domein dat zijn eigen regels, zijn eigen wetmatigheden kent die met specifieke methoden moeten worden onderzocht. Methoden die met biologie niets uitstaande hebben.”

Het raakt aan de discussie over geestes- versus natuurwetenschappen, die nog maar net op dit weblog werd gevoerd.

Van Praag noemt zich een ‘neo-dualist’ die stelt: “Wij zijn er dank zij ons brein. Wij zijn niet ons brein. Wij zijn veel meer dan ons brein. Wij zijn ook geest. Ieder van ons heeft, met behulp van het brein, een wereld opgebouwd ver verwijderd van het materiële en mechanische. Dat geschiedt op een manier die het brein te boven gaat.”

Hoe dat dan wel in elkaar zit? Dat is een mysterie en zal dat wellicht altijd wel blijven.

Maar dat gaat hij dan invullen met een traditioneel beroep op de Bijbel en de schepping door een almachtig maar onkenbaar Wezen: God.

Het is goed dat Van Praag het ‘stuff’ in ’s t u ff ’van de geest die niet volledig tot hersen-’s t u ff’ herleidbaar is, tussen aanhalingstekens zette. Het is immers pseudo-substantie - ‘bij wijze van spreken.’ Hij lijkt dus enerzijds toe te geven dat er maar één substantie is – dat de smaak ‘geest’ niet los verkrijgbaar is (hoewel hij aan het eind toch weer de traditionele dualistische kant op gaat; hoewel hij het ‘neo’ noemt).

De kwestie benaderen met het 'attributen-dualisme' van Spinoza, daar is voor de gelovige Van Praag geen denken aan. Wellicht is hem die benadering volkomen onbekend.