Wie mist met mij een soort 'DBNL' voor de filosofie?

Gisteren in Trouw’s zomerbijlage een recensie door Jaap Goedegebuure, die zich als recensent die al wat langer meegaat, zeer had laten prikkelen door Thomas Vaessens’ Geschiedenis van de moderne Nederlandse literatuur [VanTilt, Nijmegen, 2013] en dan uiteraard met name hoe die zich afzet tegen eerdere auteurs van literatuurgeschiedenissen. Die zou hij zien als een zelfbenoemde, ‘vergrijzende kennersgemeenschap’, die haar waarden en normen fundeerde op de grote, zogeheten ‘klassieke’ kunst en literatuur uit het verleden en deed alsof het daarbij ging om absolute kwaliteit waaraan niet te tornen viel. Die eerdere zgn. literatuurwetenschap zou voor Vaessens volkomen achterhaald zijn, want volgens hem zijn ‘historisch belang’ en ‘literaire waarden’ kwesties van subjectieve voorkeuren en particuliere meningen. ‘Romantisch’, ‘avant-garde’, ‘postmodern’ e.d. zijn door ons zelfgekozen ‘frames’. Enfin, Goedegebuure ergert zich groen-en-geel hieraan, want volgens hem is het nooit anders gezien. Daartoe haalt hij C. de Deugd aan die in 1966 ook al beweerde dat het romantische etiket (nu ‘frame’ genoemd) zo ongeveer op alle kunst van de laatste tweehonderd jaar kan worden toegepast.

 

Hé, daar werd nog weer eens naar De Deugd verwezen! Opmerkelijk. En dit werd voor mij aanleiding voor dit blog, want ik wil hier wijzen op het grote verschil tussen de sector van de Nederlandse literatuur en die van de filosofie: de eerste heeft een DBNL, de tweede heeft zoiets niet.

 

Dat grote verschil is juist aan de hand van De Deugd (1924-2010; zie dit In Memoriam-blog) goed zichtbaar te maken.

 

op 29 juni 1966 leverde Cornelis de Deugd de weinig nagedane prestatie van een dubbelpromotie in filosofie en literatuurwetenschap – op één dag! Op die dag verdedigde hij twee proefschriften: een filosofisch over The Significance of Spinoza's first Kind of Knowledge [De betekenis van Spinoza's eerste soort kennis] (Assen 1966); en een tweede in de literatuurwetenschappen, Het metafysisch grondpatroon van het romantische literaire denken. De fenomenologie van een geestesgesteldheid (Wolters, Groningen, 1966), dat een standaardwerk over de Europese romantiek werd. Al vaker had hij vergelijkbare dubbele prestaties geleverd, maar dat leidt me teveel weg van de bedoeling van dit blog (die andere prestaties vermeld ik aan het slot).

 

Waar het me nu om gaat is: die dissertatie over het romantische literaire denken is in z’n geheel bij de DBNL in te zien [ook als PDF]. Die dissertatie over Spinoza’s eerste kennissoort, waarnaar je best wel nog hier en daar in de secundaire literatuur naar verwezen ziet worden, is nergens op internet te raadplegen [books.google heeft het wel al gedigitaliseerd maar mag dat nog niet overal laten zien].  
Zo’n website die teksten van filosofen ontsluit en waarop Spinoza dan een aparte plek zou krijgen… zo’n initiatief is er nog altijd niet. Wel is er bij de DBNL iets te vinden en bij de KB iets, en soms elders nog wel eens iets, maar zo’n dissertatie als van De Deugd vind je nergens digitaal. En dat vind ik een gemis.

                                                          * * *

Dan nog even dat verhaal afmaken over hoe De Deugd al vaker vergelijkbare dubbele prestaties geleverd had. Na de mulo ging hij ongeveer in 1945 dus al in de twintig, naar het Marnix Gymnasium dat hij niet afmaakte. In 1950 ging hij in Amerika studeren aan het Calvin College in Michigan, waarnaast hij in een autofabriek werkte om z’n studie te financieren. Op dat College behaalde hij twee bachelors, zowel in literatuurwetenschap als in de filosofie. Daarna ging hij naar Harvard University in Massachusetts en daar behaalde hij in 1956 twee masters weer in de literatuurwetenschap en de filosofie. Na nog een jaar in Frankrijk aan de universiteit van Clermont-Ferrand gestudeerd te hebben, werd hij in 1958 docent aan het Instituut voor vergelijkende literatuurwetenschap aan de Universiteit van Utrecht.

Na zijn twee promoties in de literatuurwetenschap en de filosofie werd hij in 1970 buitengewoon hoogleraar in de filosofische antropologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en teven werd hij in Utrecht lector en per 1 januari 1980 aan die universiteit hoogleraar vergelijkende literatuurgeschiedenis na de middeleeuwen, in het bijzonder van de negentiende eeuw. In november 1986 verliet hij beide universiteiten met vervroegd emeritaat.

 _____

Info over C. de Deugd o.a. van hier

Reacties

Stan, als literaire waarde een kwestie is van subjectieve voorkeur en particuliere mening, zoals Vaessens blijkbaar beweert (in de NRC stond een soortgelijke kritische recensie van zijn boek),dan is het inderdaad jammer dat hij niets van filosofie weet, althans dat hij niet op zijn minst kennis genomen heeft van Kant's esthetische theorie. Het schone is voor Kant 'belangeloos welbehagen', want we hebben niet het voor ons nuttige of voor ons aangename op het oog. Het smaakoordeel is een gevoelsoordeel, maar geen particulier gevoelsoordeel. Het is een oordeel dat we met iedereen delen. We zeggen 'ik vind dat mooi', maar we bedoelen dat iedereen die smaak heeft dat mooi dient te vinden. Vaessens's opvatting leidt tot bizarre consequenties. Als het een louter subjectief oordeel is hoeven we ons niet druk te maken om het opblazen van de Boeddha-beelden door de taliban in Afghanistan, bet verbranden van Picasso's en Manet's door de Roemeense Kunsthal-dieven, en de plannen van de salafisten in Egypte om piramiden en andere voor-islamitische kunstwerken op te blazen. Het liefdes-gerijmel van een puber verschilt niet van een liefdes-sonnet van Shakespeare. Louter subjectief oordeel! We weten op slag niet wat we kunnen, nee moeten, koesteren en bewaren en wat door de papiermolen kan. Bewaren wordt wat niemand door toeval heeft weggegooid. Kunstwerken worden eigenlijk vergeten spullen, vergeten om versleten wandversiering weg te gooien.

Dag Adrie,
Ben je nu een volgeling van Kant's (deontische) esthetische theorie?
Het was juist Spinoza die telkens op de subjectieve inschatting wees van wat ieder voor zich goed of mooi vond. Op div. plaatsen in de Ethica en heel scherp in brief 54 aan Albert Burgh die prof. dr. H.G. Hubbeling in de aantekeningen bij de brieven 54 t/m 56 de verzuchting deed slaken:
“Verder stelt Spinoza in deze brieven tot ontsteltenis van velen van zijn bewonderaars, mijzelf niet uitgezonderd, dat de esthetische ervaring zuiver subjectief is, een punt waarover nog steeds gediscussieerd wordt.”

Het lijkt er op dat Adrie 'subjectief' min of meer gelijk stelt aan 'willekeurig' of op zijn minst suggereert dat het willekeur impliceert. Ook wat mensen 'goed' vinden is subjectief bij Spinoza: 'goed' is wat zij goed voor zichzelf vinden. Toch is er een grote mate van overeenstemming in wat mensen 'goed' vinden. Dat komt omdat het allemaal mensen zijn en er nu eenmaal veel overeenkomstigs is in de fysieke en mentale uitrusting van mensen. Ik denk dat iets soortgelijks opgaat voor esthetische oordelen. In elk geval is het volgens mij niet zo dat subjectiviteit volstrekte willekeur impliceert.

Beste Stan,
Graag wil ik reageren op je hartenkreet om een DBNL voor de Nederlandse filosofie: “zo’n website die teksten van filosofen ontsluit en waarop Spinoza dan een aparte plek zou krijgen..” Want hiermee zwengel je een interessant en actueel thema aan: hoe willen we ons filosofisch erfgoed gepresenteerd zien? Waar is behoefte aan, waaraan niet, wat zijn thans de mogelijkheden, waar liggen de grenzen?

Je hebt gelijk dat de DBNL, met een volledige lijst van auteursnamen en titels, van de middeleeuwen tot nu toe, in een overzichtelijke opzet en met goed doorzoekbare scans, een prachtige site is. Maar 8-7-2011 signaleerde je al op dit blog dat de DBNL zo weinig groeide…

Waarom groeit de DBNL niet?
De auteursrechten gelden tot 70 jaar na het overlijden van een auteur. Google Boeken respecteert deze rechten door bijvoorbeeld van het filosofische proefschrift van Cornelis de Deugd, 'The significance of Spinoza's first kind of knowledge' (1966), slechts een fragment beschikbaar te stellen. Dit roept de vraag op hoe DBNL het dan wèl voor elkaar krijgt om recente publicaties op haar website te zetten. De verklaring is dat de DBNL ervoor gekozen heeft om zich te beperken tot het digitaliseren van de belangrijkste publicaties uit het Nederlandse erfgoed. Voor ieder van deze publicaties heeft DBNL toestemming proberen te vragen bij de auteurs of bij rechthebbenden. Wanneer dit niet lukt, wordt de tekst toch op de site gezet en kunnen rechthebbenden achteraf bezwaar maken. Misschien is dit de reden, waarom het pdf-document van 'Het metafysisch grondpatroon van het romantische literaire denken' (1966) van De Deugd, waarnaar jij verwees, inmiddels niet meer werkt. (Het OCR-resultaat staat er nog wel op).

Je constateert een gebrek aan initiatief voor een soort DBNL op het gebied van de Nederlandse filosofie (een ‘DBNF’ dus). Nu, dat initiatief is er wèl: de ‘Denker op het scherm’ http://www.kb.nl/denker-op-het-scherm-nederlandse-filosofie
Spinoza heeft hier een eigen plek, met links naar zijn gedigitaliseerde werken in Early European Books online. Je verwijst er zelf naar in je blog. In de 'Denker op het scherm' staan onderaan de eerste pagina van iedere denker de links naar de primaire werken, en verderop staat een beknopte bibliografie. De website bevat ook de database ‘Poortman’, met een vrijwel volledig bestand van titels van /over Nederlandse filosofen van de middeleeuwen tot 2004. Dit werkinstrument is in 2004 afgesloten omdat steeds meer informatie via andere kanalen (WorldCat, Google, Early European Books, etc.) digitaal beschikbaar zal komen. Het is waar, die informatie moet je nu nog zelf bij elkaar sprokkelen, en je vindt weinig recent materiaal.

Toch is er al veel beschikbaar. Op de site http://boeken1.kb.nl en http://books.google.nl vind je meer boeken van en over bijvoorbeeld Opzoomer dan in de DBNL. Op http://boeken1.kb.nl staat het grootste gedeelte van de Nederlandstalige boekencollectie van de KB uit de periode 1800-1870. Over een jaar zullen ook de Nederlandse KB-boeken uit de achttiende eeuw in Google beschikbaar worden gesteld. Veel 17e-eeuwse -boeken van verschillende bibliotheken zijn al gedigitaliseerd door Proquest, waaronder die van Spinoza. Zij worden aangeboden in Early European Books (voor KB-leden gratis via haar catalogi).

De beschikbaarstelling van materiaal van na 1870 kan nog lange tijd duren vanwege de auteursrechten. De KB heeft, in tegenstelling tot de DBNL, gekozen voor massadigitalisering in samenwerking met Google, Proquest en andere partijen. Omdat het ondoenlijk is voor iedere publicatie toestemming te vragen aan auteur of rechthebbenden, houdt men zich bij de beschikbaarstelling aan de veilige grens van 1870. Maar soms kan het ook snel gaan. Zo is de KB onlangs met een overkoepelende organisatie van belanghebbenden tot een akkoord gekomen over de beschikbaarstelling van 80 Nederlandse tijdschriften uit de periode 1850- 1940 http://tijdschriften.kb.nl/

Graag zou ik willen weten wat jij en anderen van de Denker op het scherm vinden. Heb je eventuele suggesties voor verbetering?

Met vriendelijke groet,
Elly Verzaal, collectiespecialist filosofie aan de KB

Beste Elly,
Dank voor de uitvoerige en nuttige informatie.
Mijn 'beoordeling' van "Denker op het scherm" (althans Spinoza daarop) gaf ik al op 15 okt. 2012 - http://spinoza.blogse.nl/log/de-kb-vraagt-vernieuwing-van-links.html
Ik zal er binnenkort weer eens een blogje aan wijden.
Overigens, de link naar 't PDF van De Deugd werkt wel - alleen is het een groot bestand dat even tijd vergt.

Inderdaad, ik zie het. Met een andere pdf-lezer krijg ik in DBNL wel 'Het metafysisch grondpatroon van het romantische literaire denken' (1966) van De Deugd. Sorry.
Elly