ZKV over een kennismaking met Spinoza
Adrie Hoogendoorn, die geabonneerd is op de e-mails waarmee de schrijver en uitvinder van de ZKV’s, ofwel “zeer korte verhalen”, A.L. Snijders, zijn verhalen rondzendt, stuurde mij dit recente ZKV toe waarin de auteur, winnaar van de Const. Huygensprijs 2010, schrijft over zijn kennismaking op het station van Deventer met Spinoza.
Ik vroeg en ontving vervolgens toestemming van de schrijver om het hier in dit weblog op te nemen - met dank aan auteur en aangever.
Kabaal
Ik zat op het station van Deventer, in de wachtkamer eerste- en tweede klasse. Er werd geschreeuwd door sportjongens van twintig jaar, in de kracht van hun leven. Ze dachten niet aan mij, en daar hadden ze gelijk in. Aan mijn tafel zei een man: 'Het is hier een drukte van kabaal.' Ik dacht na over deze zin en antwoordde: 'Ja, het is hier een kabaal van jewelste.' Ik vergeleek de twee zinnen, die van mij leek meer kans te hebben bij een alwetende grammatica-commissie, maar toch twijfelde ik, misschien was het neologisme van de man wel te prefereren boven mijn volgzaamheid, misschien was 'drukte van kabaal' wel beeldender dan 'kabaal van jewelste' en zou ik wat meer oog moeten hebben voor de taal als bewegend water.Mijn leerlingen waren vaak geïrriteerd als ik zo, tastend als een blinde, zat te praten. Ze schreeuwden: 'Hou op, als je maar weet wat we bedoelen, daar gaat het om.' Het gebeurde zelfs wel eens dat iemand die zich onaantastbaar achtte 'mierenneuker' riep.
Soms, als ik aan deze dingen denk, vind ik dat ik een zwaar leven heb gehad, en overweeg ik bij het pensioenfonds een hogere uitkering aan te vragen. Er zal daar toch wel iemand zitten die gevoelig is voor de voorbeelden die ik bijsluit. Het lijkt me geen slecht principe, een zwaar arbeidsleven belonen met een hoger pensioen.
De man tikte me op de arm en vroeg of ik geïnteresseerd was in Spinoza. Geïnteresseerd wel, zei ik, maar niet in staat om op zijn abstractieniveau te komen. Hij antwoordde dat Spinoza niet alleen abstract was, maar ook een gewone levensfilosofie had. En zonder op zijn omgeving te letten, we zaten tenslotte in een stationswachtkamer, haalde hij een notitieboekje uit zijn jaszak en begon voor te lezen over het leven dat vergiftigd was door de categorieën Goed en Kwaad, van vergrijp en verdienste, van zonde en boetedoening. Het leven dat vergiftigd was door haat, ook door de haat die zich tegen onszelf keert, het schuldgevoel.
Hij las voor wat Spinoza hierover had gezegd, maar na een uur begreep ik er niets meer van, de wachtkamer was leeg geraakt, er kwamen steeds minder treinen en tenslotte maande de seinwachter ons het station verlaten. Op het stationsplein keek de man me beschaamd aan, maar ik nam hem niets kwalijk, ik raak altijd in de war van filosofie.
A.L Snijders
© A.L. Snijders / AFDH uitgevers