'Spinoza: de Brieven over God' - een gouden vondst
Karel D’huyvetters bracht ons eerder al in 2014 de vertaling
van Spinoza’s Tractatus Politicus die
in de Wereldbibliotheek verscheen als Spinoza,
Staatkundige verhandeling [cf. mijn besprekingen in ‘t blog van 12 maart en ‘t blog van 18 maart 2014. Overigens begon ik er na intensiever
gebruik ook enige bezwaren tegen te ondervinden, zoals blijkt uit ‘t blog van 21 mei 2016].
Karel D’huyvetters vertaalde sindsdien nog diverse teksten
van en over Spinoza en plaatste deze op zijn website “Spinoza
in Vlaanderen;” zoals de Ethica, de Brieven over God en teksten van diverse Spinoza
scholars; ook is hij bezig met vertalen van de TTP.
Vervolgens heeft hij het besluit genomen om zijn werk als
gedrukte boeken tegen een lage prijs beschikbaar te stellen, waartoe hij een
uitgeverij begon: Uitgeverij Coriarius (= leerlooier, leerbewerker of schoenmaker), waarmee
hij van plan is een reeks Bibliotheca
Spinozana Flandrica in de markt te zetten, waarvan het eerste deel onlangs
verscheen, te weten: Spinoza: de Brieven
over God. Uit het Latijn vertaald en toegelicht door Karel D’huyvetters. Uitgeverij
Coriarius, 2016; verkoopprijs € 12,95 (voor leden van Spinoza in Vlaanderen en
van de (internationale) Vereniging Het Spinozahuis is de prijs slechts € 6,95
excl. verzendkosten.
Zoals ik in de titel van dit blog al aangaf, beschouw ik
deze beslissing om de brieven uit de correspondentie van Spinoza (of delen van
brieven) die in het bijzonder over God handelen in één boekwerk bijeen te
brengen als een gouden greep. Uiteraard hebben we de uitstekende uitgave van de
Briefwisseling van Spinoza in de
vertaling van Fokke Akkermans, met toelichtingen van H. Hubbeling (bij de
Wereldbibliotheek). En we hebben de toelichtingen van Adrie Hoogendoorn op Spinoza´s Briefwisseling (in de rechterkolom
van dit blog is te zien hoe die te bestellen is).
Ik ervoer het als bijzonder intrigerend en leerzaam hier de
brieven of passages uit brieven die handelen over God met Karels vaak uitvoerige
toelichtingen in één band te lezen.
Zo hebben we naast Miriam van Reijen’s de Brieven over het kwaad, de briefwisseling
tussen Spinoza en Van Blijenbergh [hertaald, ingeleid en van aantekeningen
voorzien door Miriam van Reijen, Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2012] nu deze
nuttige uitgave. Het betreft de briefwisseling die Spinoza had met Oldenburg -
Van Velthuysen / Ostens - Burgh / Stensen - Hudde - Jelles - Boxel - Schuller /
Tschirnhaus. Daarvan beslaat die met Oldenburg het grootste deel, ruim een
derde van het boek en ik las dat als in één ruk. Inderdaad, zoals D’huyvetters
in zijn laatste toelichting schrijft: ”Van een echte dialoog over God is in de
correspondentie met Oldenburg in feite geen sprake.” (p. 90) Steeds sterker
komt naar voren hoe Oldenburg almaar meer laat blijken hoe hij schrikt van
Spinoza’s gelijkstelling van God en de Natuur en hij meer en meer in de gaten
krijgt dat Spinoza helemaal niets heeft met de christelijke God. Die
confrontatie tussen twee volstrekt uiteenlopende godsbeelden zie je steeds in
al de briefwisselingen tevoorschijn komen. Je proeft zo via de reacties van Spinoza's tijdgenoten, nog eens des te sterker het revolutionaire en gedurfde van Spinoza's benadering van God en de wereld. Ik las het a.h.w. op het puntje van
mijn stoel.
D’huyvetters geeft bij alle brieven informatie over de
herkomst, de context en – indien de handschriften nog bestaan – waar deze dan te
vinden zijn; informatie die bij de Briefwisseling
van de Wereldbibliotheek nogal eens ontbreekt. Zo krijgen we enige historische en
biografische informatie, maar bovenal reikt Karel de lezer belangrijke onderdelen
en aspecten van Spinoza’s filosofie aan, waardoor het boek tevens als een
inleiding kan fungeren op de centrale punten van de filosofie van Spinoza. Niet
met al zijn toelichting kan ik instemmen (ik kom in een volgend blog nog op
iets terug), maar voor dit eerste blog wil ik volstaan met het uiten van mijn
tevredenheid dát Karel D’huyvetters deze arbeid van hem zo fraai voor ons heeft
uitgegeven en zo goedkoop ter beschikking stelt. Zo’n boek leest toch echt
handiger dan pagina’s op een website.
Frappant vind ik vast te stellen dat hij als een detective
of een onderzoeksjournalist ons deelgenoot maakt van zijn twijfels of bepaalde
brieven eigenlijk wel echte correspondentie betreffen of dat er wellicht
veelmeer sprake is van suggereren van correspondentie die door redacteuren uit
beschikbare teksten bijeen werd geflanst. Hij gaat daarin erg ver en spreekt
bij nogal wat brieven zijn twijfels uit over de authenticiteit ervan. Prima
vind ik dat hij ons op die mogelijkheid van fake-correspondentie wijst. Ikzelf
had, moet ik toegeven, bij die mogelijkheid nog niet eerder stilgestaan. Maar Karel
krijgt van het opwerpen van de twijfel zo de smaak te pakken, dat hij bij een
flink deel van de hier gebrachte brieven vraagtekens plaatst. Nogmaals, in mijn
ogen gaat hij daarin nogal ver.
Zijn vertaling is i.h.a. zeer goed leesbaar. Een enkele maal worden Noord-Nederlanders met een voor hen ongebruikelijk typisch Vlaams geconfronteerd en Karel mag zijn vertaling graag doorspekken met een wat minder gebruikelijk ‘deftig of luxe’ woord, maar dat levert nergens een onoverkomelijke hinderpaal. Enigszins inconsequent vind ik wel dat hij de ene keer een Franse tekst in vertaling geeft (een tekst van Antoine Artaud over Albert Burgh) en hij elders een flinke lap tekst van Descartes in het Frans geeft; p. 195-196).
Hoe dan ook: een aanwinst voor ieders eigen Spinoza-bibliotheek.
Zie voor het bestellen van een exemplaar: de website Spinoza in Vlaanderen of de website van de VHS.
Zoals ik al liet doorschemeren kom ik in een volgend blog nog terug op een uitleg van Karel, waar ik wat moeite mee heb.

