'Big History' en Spinoza? [2]

Laat ik net als Fred Spier, van de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica aan de UvA en auteur van Big History and the Future of Humanity [John Wiley and Sons Ltd, 2010 - cf blog van gisteren] beginnen bij deze indrukwekkende foto die de astronaut William Anders in 1968 maakte tijdens de vlucht van de Apollo 8 die (in de wedloop met Rusland) als eerste in een baan om de maan werd gebracht. De Nasa publiceerde de foto met de naam ‘Earthrice’, aardeopkomst naar analogie van maanopkomst [cf. Wikipedia].

Die foto laat duidelijk de planeet aarde zien en doet de kwetsbaarheid beseffen van die blauwe bol die onze woonplaats is. Het was voor Spier naar zijn zeggen dé inspiratiebron om zich bezig te houden met wat later Big History werd. Hij nam hem daarom ook als cover voor zijn boek en hij werd zelfs de icoon van de Students Big History Research Conference. Deze foto laat als het ware in één oogopslag zien hoe wij een onderdeel zijn van een immens groot geheel. En zie, uit dat besef enerzijds en een inmiddels gigantische hoeveelheid kennis ontstond een even gigantische ambitie: te komen tot een historische theorie van alles, inclusief de menselijke geschiedenis.

Spinoza heeft zo’n beeld uiteraard nooit te zien gekregen, maar had dat ook niet nodig om ongeveer al datzelfde besef te hebben. Dat had zijn joodse afkomst hem van kleins af aan meegegeven. Waar een van de thema’s van Spinoza was het antropocentrische beeld van de mens te doorbreken, het idee dat de mens een imperium in imperio zou zijn en een heel aparte plaats zou innemen, alsof hij geen normaal onderdeel van de natuur zou zijn, zie je in Big History en vergelijkbare presentaties van de geschiedenis van heelal, aarde en mens een vergelijkbaar antropocentrisme terugkomen. Waarom werden de natuurkundige ‘waarden of constanten’ die maakten dat – om een voorbeeld te noemen - de aarde op juist die afstand van de zon kwam [precies goed, “goudlokjes-condities”: niet te dichtbij, niet te ver weg] ‘antropische grootheden’ genoemd [een aanduiding die door Intelligent Design-aanhangers graag wordt omarmd]?
Van de andere kant geeft zo’n Big History benadering alle reden om de exponentiële groei van de mensheidspopulatie en de dominante bezetting en gebruik van de planeet (de zware ecologische footprint, de groeiende energieconsumptie) door de mens kritisch onder de loep te nemen. Dat milieubewustzijn zie je almaar meer groeien. Zo publiceerde het Studentennetwerk Morgen gisteren de Sustainabul Award 2013, waarin de universiteiten en hogescholen gerangschikt werden op het punt van afvalscheiding, energie en waterverbruik, aanbod van fairtrade en biologische producten e.d. en op transparante en breed gedragen beleid op gebied van duurzaamheid. [Vorig jaar stond Maastricht University op de eerste plaats, dit jaar op de zesde en Wageningen Universiteit op de eerste plaats].
 

Maar terug naar waar het me om ging: wat zou ik me bij Spinoza en ‘Big History’ kunnen voorstellen? Wat zou het antwoord kunnen zijn op de vraag: waarom moet Spinoza in verband worden gebracht met dit hedendaagse thema? Wat kan Spinoza bijdragen?

Er moet uiteraard geen poging worden gedaan om in Spinoza al de kiemen te vinden voor de latere Big History, alsof Spinoza al de grondlegger ervan zou zijn. Zoals eerder wel gepoogd is de evolutieleer of de relativiteitstheorie al met Spinoza in verband te brengen. Dat zijn natuurlijk belachelijke claims. Maar wel kan zinnig zijn te laten zien dat Spinoza’s filosofie niet in strijd is met de evolutieleer, de relativiteitstheorie en met de Big History. In bredere zin is hij erin geslaagd de filosofische ruimte te creëren voor de natuurwetenschappen, zowel door z’n pleidooi voor de libertas philosophandi als door zijn verzet tegen elke teleologie en antropomorfisme, zijn reële rationalisme, zijn ontkenning van elke ‘bovennatuur’, zijn monisme en volstrekte immanentisme (er is maar één werkelijkheid, met wel diverse dimensies). Het niet-finale denken enerzijds, mét de conatus anderzijds, het streven van alle ontstane modi in de natuur om in hun bestaan te volharden, kan al als een tegenkracht tegen de wet van de entropie gezien worden.

Maar hoe almaar complexere natuurvormen t/m levende organismen en de wezens met naast bewustzijn een lerend intellect uit de mechanisch werkende natuur kunnen ontstaan is nog niet zo makkelijk uit Spinoza’s filosofie te ontwikkelen (daar is trouwens nog steeds geen bevredigende wetenschappelijke verklaring voor).

Wel is uit Spinoza op te pakken dat niet alleen aan uitgebreidheid, materie in beweging, moet worden gedacht, maar dat ook het attribuut denken, als een ermee verbonden categorie van het mentale, van het kennen en de groei ervan, mee moet worden overwogen. Niet alleen de bereikte kennis van heelal, aarde en mensengeschiedenis zelf moet in Big Historie worden geschetst, maar ook het proces zelf van de kennis- en wetenschapsontwikkeling moet worden meegenomen: het vallen en opstaan van het menselijke denken en weten. In zoverre zou er voor spinozisme een eigen plaats in Big History kunnen zijn. Dát de mens dit allemaal heeft ontdekt en die iconische foto heeft kunnen maken, maar ook hoe ze dat heeft gepresteerd. Reflectie op niet alleen de resultaten, het dát, maar ook op het hoe van de ontdekkingen, zou meer duidelijk kunnen maken hoeveel hypothese en giswerk er in die Big History opgenomen zijn; het is niet allemaal zekere kennis – veel is nog theorie en hypothese.

Het volgende wat bij me bovenkomt is dat het spinozisme kan attenderen, kan waarschuwen tegen ongereflecteerde impliciete filosofie. Zo valt op hoe men bij de Big Bang theory van een begin van het universum uit het niets uitgaat. Het universum als ‘bruut feit’! Iemand als Spinoza blijft erop wijzen dat er voor alles een oorzaak of reden (verklaring) moet zijn. En: ex nihilo nihil fit – niets uit niets. Big History laat duidelijk zien dat alles geschiedt op een natuurlijke wijze (‘all by itself’), maar laat het bij niets beginnen. De Big Bang moet alles verklaren, maar wordt zelf niet verklaard. Daar mag duidelijker op gewezen worden.

Spinoza heeft – nogmaals gezegd - die foto niet gekend en dus ook de gevoelens, dat besef dat die bij velen oproept niet gekend. Maar hij heeft die niet nodig gehad om te beseffen dat wij afhankelijk zijn van en deel uitmaken van de grote natuur - dat de natuur ontiegelijk veel groter en sterker is dan wij. Dat we ons alleen maar kunnen handhaven en onze positie mogelijk kunnen verbeteren als we ons gedragen in overeenstemming met de wetten van die natuur (die we dus moeten zien te leren kennen) én als we samenwerken. Als we leren leven in overeenstemming met wat en wie we werkelijk zijn.

In tegenstelling tot wat Hegel c.s. van Spinoza’s substantiebegrip gemaakt hebben is het geen statische moloch, maar juist een uiterst dynamisch geheel. De God van Spinoza is een essentia actuosa - de absolute potentia welke altijd en voortdurend en nooit ophoudend ‘in de weer’ is – een continue natura naturans, almaar door naturerend, natuur makend, scheppend. Is dat niet een schitterende achtergrond voor de Big History? En wat het typische historische betreft: Spinoza hád veel aandacht voor het historische van (menselijke) fenomenen, met name het ontstaan van taal en riten in de tijd, van politieke stelsels, van de bijbel vooral en de diverse interpretaties in de loop van de tijd. Maar een theorie van de geschiedenis vind je bij hem niet – niet meer dan een enkele aanzet. Tussen haakjes: ik ben benieuwd of de internationale conferentie die juist deze dagen in Milaan wordt gehouden over “Spinoza e la storia” (Spinoza en de geschiedenis) op dit punt wat meer oplevert [cf blog]. Wel hebben in de tijd van de Duitse Filosofie mensen als Herder c.s. mede op basis van Spinoza als eersten een geschiedenisfilosofie ontwikkeld, maar of dat geheel in de geest van Spinoza bleef, is voor mij de vraag.

Tot slot. Ik heb m’n best gedaan om wat aanknopingspunten te vinden waarmee Spinoza in verband met Big History zou kunnen worden gebracht. Maar uiteindelijk twijfel ik zeer aan het nut ervan om Spinoza te zien in te voegen in dit "nieuwe grote verhaal". Ik gebruik expres die term, daar mij opvalt dat er, via de oprichting onlangs van de International Big History Association ook erg de neiging is om het ‘grote verhaal’ over de hele wereld een beetje één zelfde verhaal te laten zijn. De instellingen van hoger onderwijs die deel willen nemen, moeten zich - zo heb ik begrepen - aan het centraal gestuurde curriculum houden. Waardoor het trekken van een godsdienstige sekte krijgt.

Er zit ook een hoog entertainment gehalte in, doordat via gelikte geavanceerde computersimulaties prachtig zaken in beeld gebracht kunnen worden (De Wereld Draait Door bracht zo twee uitzendingen met Robert Dijkgraaf over de wereld van het grote en van het kleine). Maar de kans is groot dat het eerder de imposante beleving (ah’s en oh’s) dan kritische zin stimuleert.

Enfin, ik ben toch benieuwd naar wat Hans van Twuiver afgelopen zaterdag over Big History and Spinoza aan de studenten in Amsterdam heeft voorgezet. Misschien krijg ik dat nog eens in handen. En hoop daar dan verslag van te kunnen doen in een volgend blog. En misschien komt ook Klaas Meijer nog eens met iets dat hier in een blog gemeld kan worden.

Stan Verdult