Breviarium Spinozanum: Begeerte is het wezen van de mens [5]
“Cupiditas est ipsa hominis essentia quatenus ex data quacunque ejus affectione determinata concipitur ad aliquid agendum.” [Ethica 3/Aff.Def1]
“Begeerte is het wezen zelf van de mens, voor zover het wordt opgevat als door de een of andere inwerking erop bepaald om iets te doen. [Vert. Corinna Vermeulen]
Het derde en zeer grote voordeel dat ik Spinoza met deze definitie zag bereiken, dat ik in het vorige blog trachtte te beschrijven, kon ik gisteren nog niet goed ‘op papier’ krijgen. Vermoeidheid die optreedt na een heel stuk geschreven te hebben, speelde zeker mee. Daarom eindigde ik het blog met: "Dit laatste hoop ik nog nader te verduidelijken."
Een belangrijker factor is namelijk ook de moeilijkheid zelf van de materie: waarom ik zo enthousiast ben over het geniale dat ik in Spinoza’s begeerte-definitie ontwaar. En dát heeft er weer mee te maken dat je het niet eenvoudig in zijn tekst rechtstreeks kunt aanwijzen. Of je hem zo goed begrijpt kan dan ook een beetje speculatief lijken.
Enfin, ik ga in dit blog proberen mijn punt duidelijk te maken. Waar het uiteindelijk op neerkomt is dat ik Spinoza de overtuiging zie hebben dat het ons – hoewel we geen vrije d.w.z. geen onveroorzaakte wil (of verlangen) kunnen hebben – tóch kan lukken op den duur onze aandrift zelf bij te sturen – er onder voorwaarden en tamelijk indirect enige invloed op kunnen hebben. En dat hij die overtuiging volgens mij heeft neergelegd in die begeerte-definitie – die ik daarom zo geniaal vind.
Dát Spinoza de overtuiging had dat we succesvol – maar na veel inspanning – doelen die we ons stellen kunnen bereiken, blijkt al heel sterk uit zijn eerste werk: de TIE, de Verhandeling over de verbetering van het verstand. Hij beschrijft erin zijn erlangen en streven naar het hoogste geluk. Hij vertolkt er zijn overtuiging dat hij anderen, zijn lezers, erin mee kan nemen. Hoe je in plaats van streven naar rijkdom, eer en lust, kunt proberen naar een ander, meerwaardig, hoogste goed kunt streven. Je toeleggen op een nieuw leven is niet eenvoudig, maar zijns inziens te doen. Die overtuiging behoudt hij z’n hele leven en vinden we terug aan het einde van de Ethica, waarin hij schrijft over de moeilijk begaanbare weg (via perardua) die echter gevonden en begaan kan worden.
Op 10 juni 1666 schrijft hij een brief aan zijn vriend Bouwmeester, die hem gevraagd had of er een methode bestaat om de “meest verheven dingen” te bereiken; “of is het zo dat onze geest, evenals ons lichaam, onderworpen is aan toevalligheden, en dat onze gedachten meer door geluk dan door wijsheid worden bestuurd?” M.a.w. overkomt wijsheid je of kun je er zelf wat aan doen om die te bereiken? Spinoza geeft in “weinige woorden” zijn “ware methode” die ik hier niet citeer maar ter lezing in de Correspondentie aanbeveel. Mij gaat het hier om zijn slotwoorden: “Overigens moet ik u er wel op wijzen dat hiervoor een voortdurend nadenken, een zeer standvastig karakter en een grote doelbewustheid vereist is. Om dit alles te hebben is het in de eerste plaats nodig de manier van leven naar een vast plan in te richten en zich een bepaald doel voor ogen te stellen. [Brief 37, vet van mij]
Deze aanpak bereikt de Ethica in de delen Vier en Vijf, waarin hij in het voorwoord van deel Vier (en alleen daar) het erover heeft dat we ons een ideaalmodel van de mens voor ogen kunnen houden, een exemplar humanae naturae, waarnaar we kunnen streven eraan te voldoen. En in deel Vijf geeft hij een reeks leefregels, certa vitae dogmata, die we kunnen oefenen [5/10s].
En nadat hij er in 5/1 erop heeft gewezen dat we gebruik kunnen maken van het feit dat hij in 2/7 had bewezen, n.l. dat de ordening en aaneenschakeling van de gedachten en ideeën van de dingen (cogitationes, rerumque ideae) dezelfde is als de aandoeningen van het lichaam (corporis affectiones) en we door de ordening van de gedachten te veranderen de reacties van het lichaam kunnen veranderen. Dat gebeurt uiteraard niet rechtstreeks, want gedachten kunnen niet op het lichaam inwerken en omgekeerd, maar indirect door andere koppelingen tussen gedachten te proberen tot stand te brengen, hetgeen uiteraard in de meeste gevallen niet eenvoudig zal zijn.
Welnu, dit samenstel van ideeën van Spinoza klinkt bij mij allemaal mee in zijn begeerte-definitie. In de begeerte zijn we ons bewust van de dingen die op ons inwerken en die ons noodzaken dingen ter instandhouding van ons bestaan te doen. Maar via het bewustzijn die dat begeren meebrengt, kúnnen we proberen de aandacht te verleggen en zo – na veel inspanningen en op den duur – de ordening van de dingen in ons lichaam veranderd te krijgen en onze aandrift (appetitus) een beetje bijgestuurd te krijgen. Dat dóen we dan niet in letterlijke zin, want we hebben geen idee hoe een lichaam in elkaar zit en wat het kán. Maar via serieuze gedachtenverandering , bewuste andere koppeling van ideeën te leggen, is verandering te bewerken. En zo blijven begeerte en aandrift altijd dezelfde kracht – er zal nooit een verschil zijn tussen begeerte en aandrift, want het is dezelfde conatus. Maar bewust streven is mogelijk en serieus volgehouden bewust streven kan tot een zekere modificatie van de appetitus dat is: van de conatus zelf leiden. De ons in de conatus gegeven kracht blijft wat hij is en het doel ervan, in ons bestaan te volharden, blijft - daar kunnen we nooit onderuit. Alleen de richting waarin die kracht wordt aangewend en de manier hoe we ons bestaan trachten te behouden, kan veranderen. Spinoza schrijft niet voor niets een Ethica.
Om dit alles te kunnen bereiken en onderbouwen, om intentionele doelgerichtheid van mensen met overigens alleen efficiënte veroorzaking, intelligibel te maken bedacht Spinoza zijn in mijn ogen zo geniale begeerte-definitie - het is het bewustzijn dat bij de mens daarin meekomt die het hem doet...
______________
Mijn bron
Tot slot wil ik graag melden dat ik mij tot deze blogs heb laten inspireren door
S. Paul Kashap, “Thought and Action in Spinoza,” In id. (Ed.) Studies in Spinoza. Critical and Interpretative Essays. University of California Press, 1972 – in z’n geheel te lezen bij books.google of de uitgever.
Ik vond het artikel niet eenvoudig en direct overtuigend; het gaf zijn betekenis niet eenvoudig af – ik ben er een aantal dagen mee bezig geweest en heb het meermalen gelezen tot het me ‘de geest gaf’, ik me erdoor kon laten overtuigen en mij zijn benadering zo eigen maakte dat ik er op een eigen manier deze blogs door kon schrijven.
Het is de enige mij bekende analyse van de begeerte-definitie en ik verbaasde me erover, zoals in het tweede blog blijkt, dat ik nergens een even serieuze bespreking van 3/Aff.Def1 kon vinden. Het lijkt alsof de Spinoza scholars eraan voorbij gaan.
Ik houd me zeer aanbevolen voor een tip over een behandeling van deze definitie of eventueel van een kritiek op Kashap.


Reacties
Nou Stan, ik denk dat het allemaal waar is wat je schrijft, maar ik zie hiervan niet het geringste spoor in de begeerte-definitie, ook niet in de toelichting die Spinoza daarbij geeft. Het hoeft er niet rechtstreeks te staan, maar IETS in de tekst moet je toch aanleiding geven om zo te denken. En dat iets kan ik niet vinden. Dus daar zou ik het geniale van Spinoza niet zoeken.
henk keizer 02-09-2015 @ 12:44
Dan is het me niet gelukt 'het' over te brengen.
Ik zie Spinoza in die definitie de basis leggen voor z'n hele aanpak, maar hoe kan ik dat ooit helder laten zien? Ik tracht dat te doen door aannemelijk te maken dat die definitie tot dat geheel bijdraagt - consistent met het geheel is. Verder zal ik niet kunnen komen.
Stan Verdult 02-09-2015 @ 12:56
Stan, ik probeer je te volgen. Je hebt veel werk verricht voor dit stuk en veel opgezocht. Jij hebt Deleuze's 'Practical' in je boekenkast. Is zijn beschrijving van consciousness op bladzijde 58-62 een steun om jouw stelling te volgen? Voel je niet verplicht hier uitgebreid op te reageren maar Kashap heb ik niet in huis en Deleuze wel. 'Consciousness is not the reflection of the mind on the idea but the reflection of the idea in the mind.' Of gaat zijn gedachte over iets anders? Groeten.
ed 02-09-2015 @ 13:25
Ed,
Kashap hoef je niet in huis te hebben, maar kun je inzien via de link naar books.google e/o de uitgever die ik boven geef.
Deleuze's 'Spinoza Practical Philosophy' had ik er nog niet bijgehaald, maar nu zie ik dat ook hij het lemma 'Desire NIET echt behandelt en alleen verwijst naar: Cf. Consciousness, Power.
In die beschouwing over bewustzijn, die interessant is om te lezen, verwijst hij ook naar 1/App.Def1 Dat begint vanaf "we are only conscious of the ideas that express the effect of external bodies on our own, ideas of affections (II, 9). Daarna heeft hij het over de conatus en z'n affecten die ook modi van denken zijn: "we are conscious of them only to the extent that the ideas of affections determine the CONATUS precisely. Then the resulting affect enjoys in turn the property of reflecting back on itself, in the same way as the idea that determines it (IV, 8). This is why Spinoza defines desire as the CONATUS having become conscious, the cause of this consciousness being the affection (III, def. of desire).
Waar ik niet gelukkig mee ben is dat hij de conatus bewust laat worden. Maar goed, daarvoor had hij het wel over “we are conscious”; het is immers de mens die denkt (axioma) en dus dingen bewust is. Maar wat hij verder op die bladzijde schrijft vind ik het overdenken waard. Met name of ik in mijn blog niet toch teveel door een van die illusies die hij beschrijft, heb laten leiden.
Dank voor de verwijzing.
Stan Verdult 02-09-2015 @ 14:55
Stan,
Misschien gaan anderen eraan voorbij omdat deze kwestie al uit III st. 57, 58 en 59 van deel 3 duidelijk is. III Def.A.1 is vrijwel een herhaling. Daar laat hij weer zien dat onder leiding van de Rede, wanneer de mens van zijn handelingen bewust is, begeerte dan ook binnen een verstandig kader werkt. Een Begeerte is dan (meer) een streven in overeenstemming met je zelfbehoud. Hoe begeriger je bent in die verstandelijke zin hoe deugdelijker je eigen voorkeuren en prioriteiten kan stellen. De mens kan beter verstandig zijn idealen stellen ofwel bouwen op een heldere voorstelling van zaken dan onder al die onbereikbare idealen en warboel van aandoeningen gebukt gaan, want dan gaat begeerte over in een gemoeds-aandoening (een lijding i.p.v. een nadenkende handeling). Ja ook in brief 37 over de besturing van onze gedachten meer door geluk dan door wijsheid (?) gaat Spinoza op dat DOELBEWUSTE handelen methodisch en op het eind psychologisch en wijsgerig in.
Bas Beekhuizen 02-09-2015 @ 18:47
Goed, Bas, dat je m.n. op de stellingen 3/58 en 3/59 wijst, maar daar gaat het over de affecten die handelingen (geen passies) zijn. 3/Aff.Def1 gaat ook over de begeerte bij affecten die passies zijn. Het bewustzijn van de aandoeningen/affectiones dat bij de begeerte speelt is niet hetzelfde als "onder leiding van de Rede" handelen. Bewustzijn gaat aan Rede vooraf, lijkt er in zekere zin ruimte voor te geven. Maar het is goed dat je erop wijst dat Spinoza naar het handelen volgens de rede toe wil.
Stan Verdult 02-09-2015 @ 22:05
Stan,
Er staat toch echt: "Om de oorzaak voor deze bewustwording in te sluiten, was het dus nodig er aan toe te voegen dat begeerte is opgevat als krachtens een of andere van zijn aandoeningen genoopt om iets te doen". Spinoza definieert onder het woord begeerte dus elk streven enz. van de mens maar dat kan naar mate van zijn eigen wisselende gesteldheid telkens verschillen.... Hij geeft daarmee aan krachtens welke verschillende gevoelens ofwel gemoedstoestanden de menselijke geest zich van zijn begeerten bewust kan worden en min of meer verstandig kan leren handelen. Spinoza geeft hier al aan wat later pas in de macht van het verstand in deel V duidelijker en methodisch naar zijn kennisleer aan de orde komt.
Bas Beekhuizen 03-09-2015 @ 11:34
Stan, ik denk dat je een iets te uitzonderlijke plaats toekent aan 3/Aff.Def1. De definitie zegt dat begeerte (cupiditas) een aandrift is (om iets te doen) waarvan men zich bewust is. Hoe je er bij komt te denken dat er daarnaast iets ongrijpbaars in deze definitie zit (het artikel van Kashap?) is me een raadsel. Twee andere puntjes (die wel met elkaar te maken hebben) die misschien aandacht vragen:
1) 'affectiones' in 2/23 en 3/Aff.Def1e
2) 'of van buiten aangekomen' in NS maar niet in de Latijnse tekst
henk keizer 04-09-2015 @ 13:28
Henk, ik laat dat een raadsel voor je blijven dat je zo mogelijk zelf zult moeten oplossen. Uiteraard blijf ik ook zelf alles overdenken.
Er spookt nog een laatste blog door m'n hoofd. Dat laat ik nog even rijpen; eerst ga ik komend weekend een familiereünie meemaken (duim voor goed weer voor me als je er - ondanks Spinoza - bijgelovig genoeg voor kunt zijn...). Het zal dus pas dinsdag of woensdag zijn dat ik ermee kom.
Intussen ben ik benieuwd of je ertoe komt om Kashap te lezen en wat jij dan van zijn artikel vindt.
Stan Verdult 04-09-2015 @ 14:20
Hoewel ik het niet van plan was, zal ik het artikel van Kashap gaan lezen. Veel plezier gewenst op je familiereünie!
henk keizer 04-09-2015 @ 15:31
Stan,
Weer een erg interessant blogonderwerp. Ik heb het artikel van Kashap doorgenomen en in ieder geval bedankt om het ter beschikking te stellen. Wat hij op zijn eerste pagina over essentie schrijft kan me wel bekoren - maar dat is hier uiteraard het onderwerp niet. Zijn stelling over het modificatie van appetitus door consciousness maakt me minder enthousiast. Mij lijkt de stelling overbodig omdat ik bij Spinoza geen contradictie zie tussen determinisme en de menselijke vrijheid zoals beschreven in E5. Voorwaarde is wel dat we de vrijheid hierbij in Spinozistische zin opvatten, d.w.z. vrijheid is door zichzelf tot handelen aangezet worden (EId5), of zoals Eric Schliesser het in zijn laatste blog parafraseert: "acting from reason", "act from knowledge (adequate ideas or virtue etc.". Alleen God is volledig vrij, maar hoe meer de mens leert vanuit de rede te leven, hoe meer hij de vrijheid benadert. Kashap meent dat Spinoza als hij spreekt over de menselijke vrijheid, een andere definitie van vrijheid hanteert dan als hij spreekt over de vrijheid van God, maar dit lijkt me volledig fout. Alles wat volgt uit God is noodzakelijk (dus gedetermineerd) en toch is God volledig vrij. Ook het handelen van de mens is volledig gedetermineerd, of hij nu bewust "een beslissing neemt" of door een onbewuste drift tot een handeling komt. Als ik de Ethica lees en daardoor ertoe kom om (meer) onder invloed van de rede te gaan leven, dan ben ik even gedetermineerd als iemand anders die de Ethica gelezen heeft en zijn gedrag niet verandert. Dezelfde externe oorzaak (de Ethica) kan dus tot een verschillend resultaat leiden, omdat ook het wezen van de persoon zelf (zijn ervaring, intelligentie, karakter...) meespeelt in wat het resultaat is, dat gedetermineerd is door de totale orde van de natuur. Hoe meer ik mijn verstand ontwikkel, hoe minder echter de externe oorzaken het resultaat bepalen.
Mark Behets 05-09-2015 @ 20:23
De wetmatige natuur, de constante of volhardende naturende natuur (conatus), de god van Spinoza, is immanent werkzaam ook in de mens. De mens wordt zich daar verstandelijk kennelijk bewust van in contacten als hij kennismaakt met de natuur in verband met de toestand van zijn eigen natuur. Spinoza noemt het geen aandoening meer als het een (aantrekkelijke) wisselwerking OVERGANG naar een volhardend (bewust) streven is. Vervolgens kan dat streven dan positief werken en voor methodisch of welbewust kennis van zaken willen opdoen en daar naar kunnen handelen staan. Het levert de mens(en) dan zowel in Spinoza's redelijke en communicatieve zin - in deel 5 van de Ethica het delen en voortplanten van kennis en begrip - als naar Darwins natuurlijke selectieve zin een evolutionair voordeel op. In de stellingen 57, 58 en 59 van de Ethica deel 3 worden deze dynamisch verbonden overgangen voor die tijd al prachtig wijs(be)gerig beschreven; zie ook E deel 1 Aanhangsel.
Alleen God is volledig vrij is een kreet en heeft zonder de werking van de natuur en hoe die natuur ook in ons werkt geen betekenis.
We moeten daarom natuurlijke instincten, begeerte en de overgang naar intuïtief begrijpen veel meer verbinden met de wetenschap die we daarover nu neurobiologisch hebben en hoe we die nu psychologisch proefondervindelijk opdoen. Spinoza deed dat in zijn tijd ook. We moeten niet overal het verwarrende God met een hoofdletter willen bijhalen. Hij verwijt dat Descartes in E5.
Bas Beekhuizen 06-09-2015 @ 23:45
Stan, Bas en Marc, klopt mijn volgende samenvatting?
Hoort de fascinerende neurobiologie niet thuis in het 'eerste weten', zie E2-11. De affectiones met hun het lichaam rakende affecties en hun in het lichaam werkende affecten zijn dan de neuronen 'fire en wire' die vervolgens neuronencircuits vormen, Spinoza's (en Freuds) herinneringspoor. Dit is het bewustzijn dat zeker verbonden is met het lichaam. Neurobiologen zullen zeggen 'materie is denken'. Zie het gedrag van de amoebe die zonder hersenen en amper neuronen toch weet hoe te leven hoor haar conatus.
Misschien verwart dit vaak ons zicht op Spinoza's uitgangspunt dat lichaam en denken twee attributen zijn van 1 substantie en ze daarom een zijn hoewel ze niet op elkaar inwerken. Dit is zo on neurobiologisch zeggen we dan.
Maar de gedachte of de idee die los staat van het lichaam is binnen het 'tweede weten', de adequate idee van de eerste voorstelling (imago). En zeker de intuïtieve derde kennis, zie het einde van E5-20: 'De Geest zonder verband met het lichaam.' Dit intuïtieve heeft geen inwerking op het lichaam volgens Spinoza. De attributen zijn een conceptueel dualisme binnen een ontologisch monisme.
Wat ik moeilijk uitgelegd krijg aan kennissen is het volgende. Hoe kan Spinoza dan zeggen of verlangen dat we met de rede ons leven kunnen 'sturen' buiten ons gedetermineerd zijn?
Stan, ik heb Deleuze's uitleg over bewustzijn in 'Practical' al enkele keren gelezen maar dat blijft moeilijk.
Groeten.
ed 07-09-2015 @ 11:38
Ed,
Spinoza weet nog te weinig van neuronen (hersencellig werk) en scheikundige en biologische processen in het menselijk lichaam af. Geest en lichaam vormen bij hem wel een geheel of bewustzijn maar op micro niveau wil hij niet speculeren, dat onderzoek is nog niet zover in die tijd. Vandaar dat hij pleit voor een wetenschappelijke benadering en verstandelijke beschouwende aanpak in zijn kennisleer. Inwerken is dan verstandelijk streven naar inzicht in de ordelijke werking van het lichaam. En niet speculeren zoals Leibniz en Descartes.
Het psychologisch onder de leiding van de rede streven naar betere verstandsverhoudingen lijkt bij hem veel meer op wat Darwin en neo-darwinisten veel later ontwikkelen m.b.t. natuurlijke selectie antropologisch en biologisch ontwikkelen. Daar heet het evolutie op grond van toevallig voordeel in de voortplanting van verwantschap van natuurlijke eigenschappen. Verstandelijk aangeboren en aangeleerd gedrag zijn dan beide werkzaam en leveren voordeel op. Goede verstandsverhoudingen zijn dan positief sturend in de zin van Spinoza en Darwin, d.w.z. de kans op voortbestaan neemt dan toe.
Bas Beekhuizen 07-09-2015 @ 13:15
Mark,
Dank voor je zeer adequate reactie, die ik als een juiste en voortreffelijke/perfecte uitleg van Spinoza versta. Toch heb ik één kanttekening. Jij schrijft: “Kashap meent dat Spinoza als hij spreekt over de menselijke vrijheid, een andere definitie van vrijheid hanteert dan als hij spreekt over de vrijheid van God.” Ik meen dat hij op het meer metaforische karakter wijst, waar de in 1/Def7 gegeven definitie in strikte zin alleen op God toepasbaar is {God is de enige ‘instantie’ die geheel uit zijn wezen bestaat en handelt), en alleen in benaderende zin op mensen toegepast kan worden, daar wij niet uit eigen wezen bestaan en handelen. Wij blijven ook altijd afhankelijk van externe dingen, hoezeer we ook onafhankelijk proberen te zijn. Ik tref deze zelfde uitleg van de min of meer analoge of benaderende uitleg van de toepassing van de vrijheidsdefinitie ook aan bij Matthew J. Kisner, uit wiens “Spinoza on Human Freedom” ik in mijn blog van vandaag citeer. Gedetermineerd is de mens zeker, maar vrij niet in de zin waarin alleen God dat is. Alleen God is volledig vrij, de mens nooit, want kan nooit alleen uit eigen natuur handelen. Volgens mij doelen Kashap en Kisner daarop. Ik kan mij in die exegese wel vinden. Verder vind ik wat je schrijft adequaat.
Stan Verdult 07-09-2015 @ 17:06
Bas, met mijn vraag en poging tot samenvatten van wat Stan naar voor brengt blijf ik wel binnen het denken van Spinoza. De verwijzing naar neuronen is alleen illustratief en aan Darwin heb ik niet zo veel. Marc, je uitleg begrijp ik maar voor mij herhaal je Spinoza en ik zoek verduidelijking. Jaren geleden spraken de Heideggerianen de meester ook na, liefst met een Duits woordje, maar als je doorvroeg wisten ze ook niet meer wat zeggen. Jij bent thuis in Spinoza, misschien kan je met andere woorden iets zeggen over mijn schrijven.
De prachtige blog van Stan is er toch ook voor beginners om iets te leren, niet?
ed 07-09-2015 @ 19:06
Beste Ed,
Ik weet niet of mijn eigen woorden je meer duidelijkheid zouden kunnen brengen dan deze van de meester :-), maar ik zal proberen je verder te helpen via twee toelichtingen van Spinoza-experten waardoor ik zelf ook een beter begrip gekregen heb.
De eerste verheldering vond ik bij Miriam van Reijen, zowel in haar boek "De geest is gewillig maar het vlees is sterk", als in haar hertaling en becommentariëring van "Brieven over het kwaad".
Van Reijen stelt dat veel onbegrip over het determinisme komt vanwege verwarring met fatalisme. Determinisme betekent dat de toekomst vast ligt, maar niemand kent hem en daarom is de kans op een goede afloop even reëel als deze op een slechte afloop. Fatalisme gaat ervan uit dat het slecht gaat aflopen. Als Spinoza ons met zijn Ethica de weg naar het goede leven toont, dan doet hij dat omdat hij verwacht dat dit vele lezers tot nut zal zijn, en hij niet als een wanhopige fatalist ervan uitgaat dat het toch tot niets zal dienen.
Een tweede verheldering vond ik een paar dagen geleden toevallig in het blog van Eric Schliesser (van 19 augustus 2015) die het "causa sui" becommentarieerde (pure serendipiditeit). Schliesser wees er op dat Spinoza eigenlijk twee verschillende modellen van causaliteit hanteert: wat hij noemt de "model form" en de "mode-on-mode" form. De "model form" is het causale model waarbij het gevolg een loutere expressie is van de oorzaak, bv. de manier waarop de oneindige modus beweging en rust volgt uit het attribuut Uitgebreidheid. De "mode-on-mode" causaliteit daarentegen is bv. van toepassing op de botsing van een bewegende biljartbal op een stilstaande bal. In dit geval wordt het gevolg niet alleen bepaald (gedetermineerd!) door de bewegende bal, maar ook door (de massa van) de stilstaande bal. Dit laatste model is van toepassing op het effect van de aandoeningen op de mens: naarmate zijn verstand meer ontwikkeld is, is het effect van de aandoeningen kleiner. Het is dus zinnig om de Ethica te lezen.
Mark Behets 07-09-2015 @ 20:46
Marc, wij hebben elkaar al eens persoonlijk geschreven. Ik heb je toen tekeningen gestuurd over de drie vormen van kennis bij Spinoza.
Het determinisme van Spinoza is idd prachtig. Geen angstig vooruitkijken want wat er komt weten we toch nooit. Maar bevestigend achteruit kijken en zeggen "Wat geweest is, is geweest omdat het zo hoorde!" Dit aanvaarden is een moeilijke maar zinnige opgave. Die omkering is prachtig en we weten dat oorzaak en gevolg het 'volgende nu' aan het voorbereiden is. Eric Schliesser lees ik soms op de sterke blog van Karel d'Huyvetters en ik ga opzoek naar die 'model-form' en 'mode-on-mode' causaliteit.
Bedankt.
ed 07-09-2015 @ 21:18
Stan, Mark en Ed,
Spinoza's god de naturende Natuur wordt substantieel als de enige werkelijke substantie beschreven in st. 11 deel 1 van de Ethica en daarna, als de Natuur die haar substantieel ofwel volhardende werking (conatus) noodwendig naar al haar kenmerken uitdrukt. Ons zijn en denken noemt Spinoza dan noodzakelijke kenmerken van de noodwendig werkende Natuur die in ons als aangeboren eigenschappen werkzaam zijn en waarmee we onze natuur of aard uitdrukken en waarmee we de werking van de natuur zintuigelijk kunnen leren kennen en intuïtief begrijpen als een natuurwetmatige kracht (E5).
De mens doet daardoor de dingen meestal in overeenstemming met zijn zelfbewustzijn, ofwel de mens handelt krachtens zijn wezen genoopt naar zijn begeerten. Door die afhankelijke zin krijgt vrijheid pas betekenis. Wij stellen ons daarom doelen die ons leven zin geven m.b.t. bestaan, voortbestaan en overleven.
De Natuur stelt geen doelen en kan ook niet boven haar eigen natuur uitstijgen. Ze is een constant gegeven. Ze bestaat en handelt noodwendig krachtens haar bestaan, naar al haar kenmerken (E 1st. 11/16).
Vrijheid is dan slechts een menselijk streven naar minder afhankelijkheid van beperkende toevallige aandoeningen. Naar zekere kennis van zaken die onze blik en handelingskracht kwalitatief werkelijk verruimen.
Dit probleem behandelt Spinoza in deel 4 (de menselijke knechtschap) van de Ethica uitvoerig. In de prachtige Voorrede ervan herhaalt hij op hoofdpunten dat alles bestaat krachtens de (wetten van de) Natuur maar niet met een (menselijke) bedoeling. Een uitspraak de Natuur is absoluut vrij is dan even nietszeggend als de uitspraak God is volledig vrij.
Bas Beekhuizen 08-09-2015 @ 00:16
Bas,
Spinoza doet dus volgens jou een nietszeggende uitspraak in 1/Def7 ("Datgene zal ‘vrij' heten, wat alleen krachtens de noodwendigheid van zijn eigen aard bestaat en alleen uit zichzelf tot werken wordt genoopt; ‘noodwendig' echter, of veeleer ‘afhankelijk', zal heten wat door iets anders tot bestaan en tot een vaste en bepaalde wijze van werken wordt genoodzaakt" (Vert. Van Suchtelen), die hij toepast op God of de natuur.
Stan Verdult 08-09-2015 @ 11:49
Stan,
Spinoza gaat het er juist om dat we alles slechts in zijn natuurlijke verband adequaat kunnen begrijpen. E1 Def VII geeft ondanks het onderscheid tussen 'vrij' en 'afhankelijk' het relatieve verband aan. Zonder verband werkt het niet. Daar gaat de hele problematiek in de Ethica over. We moeten daarvoor de Natuurwetten leren kennen zegt Spinoza (die zijn in onderzoek in discussie). De Rede of menselijke verstand zal daarbij dan noodzakelijk onze richtlijn of maatstaf moeten zijn, willen we wat dat betreft wijzer worden. Het gaat nog steeds om het verbeteren van het eigen verstand bij Spinoza.
Wat jullie met "Alleen God is volledig vrij" willen zeggen zegt me dan niets. Er moet juist een werkelijke koppeling gemaakt worden. God blijkt zo weer raadselachtig bovenzinnelijk.
Bas Beekhuizen 08-09-2015 @ 16:17
Love it so much
Rahm 18-09-2015 @ 05:15