De herdenkingen van Spinoza's 250e sterfdag in 1927

Al eerder, op 15 aug. 2009, had ik een blog over "De herdenking van Spinoza's 250-jarige sterfdag". Aanleiding nu voor onderstaand overzichtje van herdenkingen van Spinoza’s 250e sterfdag, die ik uit de kranten in het Historische Kranten Archief van de Koninklijke Bibliotheek kon opdiepen, vormde de vraag of Max Scheler (1874-1928) nu wel of niet in 1927 bij een herdenking van Spinoza’s 250e sterfdag had gesproken, en zo ja, waar: in Den Haag of Amsterdam

In mijn blog waarin ik het boek Het Argentijnse gezicht van Spinoza. Passies en politiek van Miriam van Reijen besprak, schreef ik over Carlos Astrada (1894-1970) die een lezing vertaalde die Max Scheler op 21 februari 1927 bij de herdenking in Den Haag van Spinoza’s 250e sterfdag had zullen houden, maar die nooit gehouden zou zijn. Waarom niet? Dat we daar nu via de Argentinië-route van moeten horen. Het lijkt me interessant daarover ooit nog wat meer te weten te komen. Ik ben naar verdere gegevens op zoek gegaan. Op Scheler kom ik in een volgend blog terug.

Eerst neem ik de hele betreffende passage over uit Het Argentijnse gezicht van Spinoza waaraan ik mijn zelfopgelegd ‘taakje’ ontleen:

“In 1933 verschijnt Trapalanda. Un colectivo porteño, waarin van Carlos Astrada (1894–1970) de Spaanse vertaling is opgenomen van een lezing over Spinoza die Max Scheler op 21 februari 1927 in Den Haag zou houden, bij gelegenheid van de 250e sterfdag van Spinoza. De titel van de lezing is Spinoza en Scheler doorloopt in zijn tekst de vijf delen van de Ethica. Hij stelt dat, hoewel Spinoza aanvankelijk gevormd was door de Talmud en de Kabbala, deze invloed later overschaduwd werd door Descartes. Dit is in tegenstelling tot wat Dujovne in zijn deel II schrijft, namelijk dat Spinoza’s filosofie hoofdzakelijk door de middeleeuwse joodse filosofie is geïnspireerd, en niet door Descartes. In dat licht is het misschien begrijpelijk dat Dujovne, in zijn vierde deel over de doorwerking van Spinoza, over de tekst van Scheler schreef: ‘Max Scheler wijdde een voordracht aan Spinoza, die in het Spaans is vertaald, en waarin geen enkel idee staat dat de moeite waard is om te onthouden...’. 350 Toch ziet Scheler ook de invloed van het pantheïsme van Averroës, van de Italiaanse neo-platonici Ficino en Pico della Mirandola, van Bruno, en van de mystici Tauler en Böhme en zelfs van gnostische geschriften bij Spinoza.

Waarschijnlijk is dit de eerste buitenlandse tekst over Spinoza die in Argentinië vertaald werd. In sommige Argentijnse publicaties wordt vermeld dat Scheler de lezing ook werkelijk gehouden heeft, en wel in Amsterdam. Er is echter op 21 februari 1927 geen Spinoza-sterfdagherdenking in Amsterdam gehouden, maar wel een in Den Haag, in de Rolzaal. Die werd georganiseerd door de Societas Spinozana, die daarmee tegelijk het Domus Spinozana aan de Paviljoensgracht in gebruik nam. Bij de herdenking van de 250ste sterfdag van Spinoza op 21 februari 1927 in de Rolzaal in Den Haag werd de openingstoespraak gehouden door de toenmalige burgemeester van Den Haag, mr. J.A.N. Patijn. Daarna spraken achtereenvolgens de volgende vijf sprekers: Léon Brunsvicg (Parijs), Johan Herman Carp (Den Haag), Carl Gebhardt (Frankfurt am Main), A. Ravà (Padua) en Adolph S. Oko (Cincinnati). Ook werd bij die gelegenheid een gedenksteen geplaatst op het terrein buiten de Nieuwe kerk, waar Spinoza’s resten, samen met die van anderen, verstrooid zijn. Of Scheler voor deze herdenking gevraagd was en niet is gekomen, of dat hij was gevraagd voor een andere bijeenkomst in Amsterdam, die niet is doorgegaan, heb ik niet kunnen achterhalen.” [Van hier]

Hoe zit het nu? Was er nu wel of niet een herdenking in Amsterdam van Spinoza’s sterfdag? Wat ik tot heden heb kunnen vinden is het volgende.

Herdenkingen van Spinoza’s 250e sterfdag

Herdenking in Den Haag

Op 21 februari 1927 werd achter de Nieuwe Kerk te Den Haag, waar men vermoedt dat Spinoza’s gebeente ligt, een gedenksteen onthuld door dr. J.H. Carp namens de stichting Domus Spinozana, waarna de Franse gezant De Marcilly er een krans op legde. Diezelfde avond werden in de Rolzaal der Grafelijke zalen op het Binnenhof herdenkingstoespraken gehouden. De volgende dag werd Spinoza's sterfhuis aan de Paviljoensgraf officieel als Domus Spinozanum 'ingewijd'. Zie verder de tekst hiervoor van Miriam van Reijen. 

Zie de ochtendeditie van de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 22 febr. 1927, waarin de diverse gehouden redevoeringen uitvoerig werden samengevat. Alsook de ochtendeditie van de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 23 febr. 1927.
In de ochtendeditie van de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 25 febr. 1927 werd nog eens uitvoerig verslag gedaan over de voortzetting van het Spinozistencongres in de Domus Spinozana o.l.v. prof. Myslicki uit Warschau.
Er waren ook artikelen in Het Vaderland, maar ik kan niet alle noemen - er zijn er vele.

Ver. Het Spinozahuis voelde zich gepasseerd
Die herdenking van de Spinoza die zo op vrede uit was, was wel met enige spanningen gepaard gegaan. In de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 31 mei 1927 wordt een verslagje gegeven van de jaarvergadering van de Vereniging Het Spinozahuis van afgelopen zondag 30 mei 1929 in Café Central in Rijnsburg. Voorzitter is dr. J.D. Bierens de Haan die de voorbije herdenkingen met vele toespraken en artikelen over de 250e sterfdag memoreert. Bij de ingekomen stukken wordt melding gemaakt van de ontslagbrief van mr. Carp als bestuurslid. Bij het jaarverslag dat door de heer W.G. van der Tak werd voorgelezen, kwam aan de orde "dat toen in Februari j.l. van buitenlandsche zijde een gedachtenisviering van Spinoza's sterfdag georganiseerd werd, men daarbij volstrekt geen overleg gepleegd had met Het Spinozahuis en evenmin een Nederlandsch geleerde van naam had aangezocht om naast buitenlanders het woord te voeren. Doch niet zozeer om deze reden, aldus het verslag, had Het Spinozahuis zich van deelneming aan genoemde gedachtenisviering onthouden, dan wel omdat deze onafscheidelijk samenhing met de stichting van een tweede "Domus Spionzana"(sic) (te 's-Gravenhage). Gezien de voor het huis te Rijnsburg ondervonden belangstelling, achtte het bestuur het niet aangewezen zijn bemoeiingen verder uit te breiden en steun te verzoeken voor een verder gelegen doel, i.c. de inrichting van een tweede Spinozahuis, omtrent welks financieelen grondslag en wijze van beheer bovendien alle gegevens ontbraken.”
Over deze tweespalt en het aftreden van Carp werd nog wat nagesproken en daarbij wees de heer Van der Tak erop dat er voor prof Gebhardt, die de leiding van de Haagsche herdenking heeft gehad, “alleszins aanleiding was geweest zich met Het Spinozahuis te verstaan, van welke vereeniging hij belangrijke introducties heeft gehad.” Vervolgens werd door dr. N. Japikse, directeur van het Bureau van 's Rijks Geschiedkundige Publicaties een voordracht gehouden over Spinoza en de Witt.

Een Spinoza-gedenkpenning

“Het bestuur van de Vereeniging Het Spinozahsuis heeft ter gelegenheid van de 250ste verjaring van Spinoza's sterdag een legpenning laten slaan.

Men ziet op deze penning aan de voorzijde den beeldenaar van Spinoza obvereenkomstig de in 1744 naar het portret der Opera Posthuma gestoken koperen plaat in B.v.S. Sittenlehre widerleget von Christian Wolf, met een door wijlen mr. dr. J.B. Kan vervaardigd randschrift; aan de keerzijhde een afbeelding van het Spinozahuis te Rijnsburg (welks instandhouding de Vereeniging sedert dertig jaar nastreeft), een tweetal aanhalingen uit de Ethica, benevens des wijsgeers zegel.

De penning heeft 65 m.M. middellijn en is gemoidelleerd door den medailleur J.C.Wienecke."
In de avondeditie van Het Vaderland van 26-02-1927

Deze penningen werden toen in de verkoop gegeven. Het voorraadje dat er nog bestaat gebruikt het bestuur van de Vereniging tegenwoordig om uit te reiken aan hen die een inleiding houden in de jaarvergaderingen der Vereniging.

 

Herdenking in Jerusalem

Op 21 februari 1927 werd een Spinoza-herdenking gehouden in de Hebreeuwse Universiteit te Jerusalem.

In de avondeditie van de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 23-03-1927

Herdenking in Madrid  

“In de gehoorzaal van de Academie van Rechtswetenschap te Madrid had den 21sten deze, Spinoza's sterdag, de plechtigheid plaats van de herdenking van den sterfdag vóór 250 jaar van Baruch Spinoza, waartoe de stoot was gegeven door prof. Mendez Bejarano, hoogleeraar in de Spaansche taal- en letterkunde aan het Instituut Kardinaal Cisneros”, aldus de ochtendeditie van Het Vaderland; staat- en letterkundig nieuwsblad, van 1-3 1927. De sprekers en de kern van hun toespraken worden genoemd.

 

Herdenking te Amsterdam

Aan het eind van dat artikel over de Madrileense Spinozaherdenking lezen we:

“De Spinoza-herdenking door de Vereeniging voor Wijsbegeerte te Amsterdam is thans vastgesteld op Donderdagavond 3 Maart in de aula der universiteit.”

In de ochtendeditie van Het Vaderland; staat- en letterkundig nieuwsblad, van 1-3 1927

Zou de bijeenkomst waar Max Scheler zou spreken van de 21e febr. naar deze datum verschoven zijn? In tegenstelling tot meerdere diverse buitenlandse herdenkingen die in de kranten verslagen worden is hierover verder niets te vinden dan het volgende. In de avondeditie van Het Vaderland van 5-3-1927 lezen we: "Panorama geeft eerst een gezicht op de zeilwedstrijden des zesmeterjachten te Genua, en verder vele actueele foto's o.a. de herdenking van Spinoza's sterfdag, de ontploffing op de Heerengracht, de burgeroorlog in China, de veldloop achter het Stadion. Ook nog fraaie stemmingfoto's.”

Herdenking in Londen

Prof Geyl hield op 15 februari in de London School of Economics een rede over "Dutch Society and Dutch Politics in Spinoza's Time”. Verder bericht het artikel over een "Spinoza Appeal" ter inzameling van gelden voor het Domus Spinozana door een daartoe opgericht comité.
Avondeditie 16-02-1927 van Het Vaderland

Herdenking te Athene 

"Een van de hoogleraren [prof. Logothetis, blijkt uit een berichtje in Het Vaderland] heeft gisteren voor de studenten in de philosophie te Athene een lezing over het werk van Spinoza gehouden. Alle bladen wijden artikelen aan Spinoza."
Ochtendeditie 22-02-1927 van de Nieuwe Rotterdamsche Courant.
En de ochtendeditie van Het Vaderland van 22-02-1927

Herdenkings-tentoonstelling in Hamburg 

Door de Philosophische Gesellschaft te Hamburg wordt van 20 t/m 26 februari 1927 een Spinoza-tentoonstelling georganiseerd waarin men een overzicht krijgt van de Spinoza-literatuur. Kant Studien, het officiele orgaan van de Kantgesellschaft publiceert een extra-nummer dat uitsluitend gewijd is aan Spinoza en het Spinozisme.

Berichtje in de ochtendeditie van 16-02-1927 van de Nieuwe Rotterdamsche Courant

In een ander berichtje lezen we dat de tentoonstelling in de Staatsbibliotheek werd gehouden, waarvan de directeur erop wees dat op diverse edities Hamburg als plaats van publicatie was vermeld, en:  “De tentoonstelling werd geopend met een rede van graaf Stanislau van Dunin Bornowski [=Borkowski] uit Breslau die zich op weg naar Dan haag bevond.”

In de ochtendeditie van Het vaderland van 23-02-1927

Herdenking in Moskou

In Moskou werden tijdens een feestelijke zitting van de Kommunistische Akademie op 2 April 1927 twee toespraken gehouden ‘aus Anlaß des Todestages Spinozas’: Abram Moiseevich Deborin sprak over Die Weltanschauung Spinozas en August Thalheimer over Die Klassenverhältnisse und die Klassenkämpfe in den Niederlanden zur Zeit Spinozas. [Zie dit blog]

Herdenking in Parijs

"De Société française de philosophie heeft in de Sorbonne te Parijs een plechtige vergadering gehouden om Spinoza te eeren.

Paul Valéry der Académie française presideerde en las een brief van den door ongesteldheid verhinderde Bergson voor, die hulde bracht aan den Hollandschen filosoof. Valéry zelf trok een parallel tusschen den inwendigen arbeid van den filosoof en den dichter en riep in een clair-obscure van subtiele frasen naast Spinoza de figuur van Rembrandt op.

Xavier Léon, administrateur der Société heette de vreemde gasten welkom. Daarna voerden dr. Gebhardt, professor Rava en Leon Brunschvicq het woord, die terugwezen op den pelgrimstocht der filosofen van alle landen naar het huisje in Den Haag - een werkelijk intellectueel heiligdom - waar Spinoza heeft geleefd, het essentieele van zijn leer realiserend, vrij van hartstochten.
Ochtendeditie van Het Vaderland 01-03-1927

Herdenking in Boekarest

Op 19 mei werd door de Stichting Calor I een herdenking van Spinoza’s sterfdag gehouden. Het Roemeense Genootschap tot beoefening der Wijsbegeerte had de herdenking verdaagd opdat deze plaats kon vinden in aanwezigheid van Nederlandse intellectuelen, landgenoten van Spinoza.
Avondeditie van Het Vaderland van 27-05-1927

Nóg een herdenking in Nederland?

Om het ingewikkelder te maken: er zou ook nog een sterfdagherdenking hebben plaats gevonden op 27 maart 1927. Nico van Suchtelen schrijft in de Inleiding op zijn Benedictus de Spinoza, Ethica in meetkundigen trant uiteengezet (vertaald, ingeleid en toegelicht door Nico van Suchtelen). Wereldbibliotheek, z.p. [Amsterdam] 1928 (tweede druk):  

“De eerbiedige herdenking van zijn sterfdag op 27 Maart 1927, waarbij heel de wijsgeerige wereld eenstemmig uiting gaf aan de diepste bewondering, […]” [zie bij de DBNL]

Misschien dat ooit het boek dat Henri Krop op stapel heeft staan over driehonderd jaar Spinoza in Nederland, over de in Nederland in 1927 gehouden herdenkingen meer duidelijkheid zal verstrekken.


                                            * * *

Opvallend vind ik het hoeveel Spinoza-herdenkingen er in 1927 gehouden werden. Zou dat te maken hebben met de toestand waarin Europa verkeerde? Of was het ter genoegdoening of om schaamte over een verleden van verguizing goed te maken?

En dat er in Nederlandse kranten zo graag melding van werd gemaakt zal wel met enige trots te maken gehad hebben dat hier toch maar mooi 'onze' Spinoza zo in ruime mate en eervol werd herdacht. De kranten hadden zich in die tijd blijkbaar de taak gesteld om zo ongeveer de notulisten van dit soort belangrijke vergaderingen te zijn. Zo als toen wordt er tegenwoordig niet meer over congressen en symposia in de media gerapporteerd.

Aanvulling 9 februari 2014

Herdenking in Wenen 

De Bibliothek der Israelitischen Kultusgemeinde Wien gaf in eigen beheer in 1927 de brochure uit Spinoza-Literatur Verzeichnis, zum 250. Todestage Spinozas (21. Februar 1927). Het 23-pagina's tellende boekje bevatte informatie over Spinoza, zijn filosofie en een bibliografie.